samenvatting | datering | |
---|---|---|
Verzoek van het gerecht van Leusden aan het gerecht van Woudenberg of er een afgevaardigde aanwezig mag zijn bij de aanbesteding van het opschonen van de beek. Men wil een stuk afsnijden en Leusden zal daar aan mee moeten betalen. Afgevaardigde wordt Jacob van de Haar, schepen van Leusbroek. | 28-12-1773 | |
Registratie van een uittreksel van een boedelscheiding voor not. H. van Geijtenbeek te Woudenberg d.d. 09-03-1769, op verzoek van H. van Geijtenbeek. Wulpher Teunissen, ov. in De Groep onder Amerongen d.d. 11-01-1765, eerst wed. van Geertjen Barten, daarna van Geijsbertje Aartsen. Erfgenamen: twee kinderen uit zijn eerste huwelijk: Teunis en Bart Wulfersen, beiden meerderjarig; vier kinderen uit zijn tweede huwelijk: Marritje Wulphersen, getrouwd met Erris Gerritsen Clijnvelt, Gerrit, Evertje en Aart Wulphersen, allen minderjarig. Boedelscheiding tussen Teunis en Bart Wulfersen aan de ene zijde en Gerrit Aartsen en Teunis Wulphersen als voogden van de minderjarige kinderen aan de andere zijde. Er is een boedelinventaris gemaakt voor not. Anthonij Voskuijl d.d. 10-01-1765. Ieder kind zal eenzesde deel erven. Teunis en Bart Wulfersen krijgen wel hun erfdeel van hun vooroverleden zuster Johanna Wulphers. Bart Wulfersen erft een hofstede in De Groep, onder Amerongen. Gerrit Wulphersen erft ook een hofstede in De Groep, onder Amerongen. Marritje Wulphersen, getrouwd met Erris Gerritsen Clijnvelt erft de hofstede, genaamd de Bieshaar, onder Leusden. Gebruikt door Willem Jordense. Geschat op 2800 gulden. Tegen betaling van 1100 gulden aan Evertje Wulphersen bij meerderjarigheid. Teunis Wulphersen erft vijfzesde deel van de hofstede, genaamd de Laagemaat, onder Woudenberg. | 19-05-1769 | |
Het gerecht vergadert aan de Swarte Steeg. De heren Abbema, Geijtenbeek en Voskuijl, gecommitteerden van Woudenberg boden in het verleden aan, namens de heemraden van de Eem, om op hun kosten de liezen en de biezen in de Heiligenbergerbeek af te snijden. Men stemde er mee in en wilde mee betalen. Toen de rekening bekend was bleek dat Leusden bijna alles moest betalen. Ook Veenendaal had beloofd een derde van de kosten te dragen. Nu worden Isaak Scheltus, schout, Willem Schimmel en Jacob van de Haar, schepenen en Wilhelmus Gualterus van Veerssen afgevaardigd om samen met Woudenberg en Veenendaal bij de heemraden van de Eem om meer geld te vragen. | 25-09-1766 | |
De geërfden van het Leusder Heetveld zijn bijeen in de Doelen te Amersfoort. In antwoord op een verzoek van het gerecht van Woudenberg en Geerestein besluiten ze: 1. Woudenberg en Geerestein zullen de Grift tussen het Leusder hek tot aan de beek schouwen. 2. Leusden houdt het recht van gebruik en beplanting van de weg erlangs. 3. Er mag geen grond van het Leusder Heetveld gebruikt worden. 4. De wetersloot langs de weg zal door de geërfden van het Leusder Heetveld onderhouden worden. | 10-07-1761 | |
Arris Brandsen van Kleijn Donkelaar en zijn vrouw Geurtje Fransen; Gijsbert en Grietie Brandsen van Kleijn Donkelaar, allen overleden. Geurtie Fransen is eerst overleden, daarna Arris Brandsen, daarna Gijsbert Brandsen en tenslotte Grietje Brandsen. Erfgenamen: Maijtje Arrissen, Frans Arrissen en Brand Arrissen, allen meerderjarig. Zij hadden gemeenschappelijk: 1. Een erf, huis, hof en hofstede met ca. 16 morgen land, genaamd Kleijn Donkelaar, in Donkelaar, onder Leusden. Gebruikt door Jan Jacobse. 2. Het derde deel van het erf, genaamd Schraal Donkelaar, in Donkelaar, onder Leusden. 3. Het vierde deel van het erf, genaamd de Pol, onder Woudenberg. 4. Een bank en twee graven in de kerk van Scherpenzeel. 5. De hele inboedel en schulden. De erfgenamen willen een boedelscheiding o.l.v. de gewezen mombers Arris en Cornelis Jansen Pol en Gijsbert Janse, buurmeester van Donkelaar. Maijtje Arrissen: alle vaste goederen en de hele inboedel, tegen betaling van de schulden en aan Frans Arrissen en Brand Arrissen, ieder 500 gulden. Deze 1000 gulden worden omgezet in een lening. | 01-03-1738 | |
Willem Lagerweij, schout van Geerestein verklaart het secretariaat van Woudenberg goed te zullen uitvoeren. Hij moet jaarlijks 140 gulden betalen aan de ambachtsheer Andries Abbema, heer van Woudenberg en na zijn overlijden aan zijn huishoudster Maaitien van Leusden en na haar overlijden aan haar kinderen Jan Jacob, Willem Lodewijk, Willem Andries, Jacobus en Benjamain van Ligtenberg. | 05-02-1743 | |
Arris Brandsen van Klijn Donkelaar en zijn vrouw Geurtie Fransen; Geijsbert en Grietie Brandsen van Klijn Donkelaar, allen overleden. Geurtie Fransen is eerst overleden, daarna Arris Brandsen, daarna Geijsbert Brandsen en tenslotte Grietie Brandsen. Erfgenamen: Maatie Arrissen, Frans Arissen en Brand Arissen, allen meerderjarig. Zij hadden gemeenschappelijk: 1. Een hofstede met ca. 16 morgen land, genaamd Klijn Donkelaar, in Donkelaar, onder Leusden. Gebruikt door Jan Jacobse. 2. Het derde deel van de hofstede, genaamd Schraal Donkelaar, in Donkelaar, onder Leusden. 3. Het vierde deel van een hofstede, genaamd de Pol, onder Woudenberg. 4. Een bank en twee graven in de kerk van Scherpenzeel. 5. De hele inboedel en schulden. De erfgenamen willen een boedelscheiding o.l.v. de gewezen mombers Arris en Cornelis Jansen Pol en Geijsbert Jansen, buurmeester van Donkelaar. Maatie Arrissen: alle vaste goederen en de hele inboedel, tegen betaling van de schulden en aan Frans Arissen en Brand Arissen, ieder 500 gulden. Deze 1000 gulden worden omgezet in een lening. | 07-03-1738 | |
Dirck Henricksz Vermeulen, voor zichzelf en namens Neeltje Henricksz, wed. Henrick Dircksz; Peter Dircksz, momber van de drie onmondige kinderen van Henrick Dircksz; Jan Willemsz Knoppert, voogd van Cornelia Henricx, en namens Thonis Petersz, voogd van Aert Henricksz, verkopen aan jkvr. Maria Odilia de Gruijter een huisje met 10 morgen land; een huisje met twee morgen land, genaamd de Heuvel; ca. zes morgen land in de Engh, in 't Maenderse Block, onder Leusden. | 20-09-1698 | |
Anthonij Cranen, getrouwd met Aleijda Lap, voor zich zelf namens de andere erfgenamen van Meijnsje Vastrik, laatst wed. Jacob Harsbeeck; Rutger Dibbits; Jacob van Breunisengh, getrouwd met Cunera Dibbits; Geertruijd Dibbits; Jannitje Dibbits, kinderen van Lambert Dibbits en Maria Vastrick, beiden overleden. Zij verkopen aan Maritje Hendricx de Cruijff, wed. Dirck Cornelissen, won. op Ruijmelaer, onder Woudenberg, een hofstede met land, tegenover de Moff, in Leusbroek, onder Leusden. Gebruikt geweest door Aelt Gerritsen. | 01-05-1718 | |
Arien Dirkse en zijn vrouw Jannitje Daniels, won. Woudenberg; Evert Wouterse voor zichzelf en namens zijn onmondige broers en zusters; Geurt Thonisse, getrouwd met Dirkje Wouters; Jan Thonisse, getrouwd met Marritje Wouters; kinderen van Wouter Cornelisse en zijn eerste vrouw Theuntje Everts en zijn tweede vrouw Jannitje Daniels (nu getrouwd met Arien Dirkse); Hendrik Thijmense Haan, als oom en momber van de onmondige kinderen. Zij verkopen aan Geerloff van de Graft en zijn vrouw Grietje Jans Coen, won. Leusden, het 2/3 deel van 1/4 deel van de Rieter tiend. De helft is eigendom van de weduwe van Anthonij van Brinckesteijn; 1/4 deel en 1/3 deel van 1/4 deel is van Reijertje Jans van Voskuijle. | 23-06-1713 | |
Theunis Willemse en zijn vrouw Merritje Everts, won. Woudenberg verkopen aan Wouter Cornelisse en zijn vrouw Jannitje Daniels het 2/3 deel van 1/4 deel van de Rieter tiend. | 05-05-1713 | |
Hendrick Both, burgemeester van Amersfoort verkoopt voor 2520 gulden aan Claes Lambertsz van Woudenbergh de helft van een hofstede, in totaal 113 morgen, 3 hond en 26 roeden groot (volgens de kaart). De ene helft, genaamd Mandersloot, gelegen achter het Huis Lichtenbergh, bij Woudenberg. Bewoond door Jacob Lambertsen. De andere helft ligt onder Maarn. Gebruikt door Hendrick Elissen en Jan Cornelissen. Ook nog de helft van 27 morgen land, genaamd de Berkter, onder Maarn. Waarvan 6 morgen 334 roeden onder Woudenberg ligt (volgens de kaart). | 15-04-1710 | |
Jacob Elissen, won. Doorn en Hannes Elissen, won. Maarn staan borg voor hun broer Hendrick Elissen, won. Maarn ter voldoening van de belastingen aan mr. Gerard Munnicx, schout van Leusden. Ook nog twee jaar pachtschulden aan burgemeester Both en Jacob Lambertsen. Zij verzoeken om 100 gulden pachtschuld te mogen betalen i.p.v. 200 gulden. Aanwezig is Claes Lambertsen, won. Woudenberg. Hij verklaart als koper van de helft van de hofstede daar Hendrick Elissen op woont ook nog twee jaar pacht tegoed heeft. Hij verhuurt de hofstede nu aan Jacob en Hannes Elissen. | 17-02-1710 | |
Abraham van Maersbergen, won. Amersfoort verkoopt namens Pieter du Quene en zijn vrouw Maria Odilia de Gruijter voor 3000 gulden aan Dirck van Ommeren, oud-schepen van Amersfoort een hofstede met 10 morgen land. Twee huisjes met 18 morgen land, in 't Maarnse Block. Ca. 6 morgen land, in de Engh. Vier morgen land, in de Birkt. Vier morgen land, met de schapendrift, in de Engh. Alles in Maarn, onder Leusden. Bij de betaling van de 40e penning staat dat er ook land onder Woudenberg ligt. | 27-03-1705 | |
Akkoord tussen Hessel Henricksz, won. in 't Aland, en Aelbert Thonisz van Voscuijl, won. Leusden. Hessel Henricksz zal 45 gulden belasting in Leusden betalen in aflossing van de huurschuld van 30 gulden voor het laatste jaar huur. Aelbert Thonisz van Voscuijl zal de belastingen in Woudenberg betalen. Hij stelt zich borg voor de tiend, te betalen aan de heer Blocklant. Borg voor Hessel Henricksz: Willem Henricksz, won. op de Weteringh. | 24-01-1699 | |
Jorden Thonisz, won. op Ronselaer, onder Woudenberg stelt zich borg voor Henrickje Gerrits Triumphante om 8-10-10 gulden te betalen aan Jan Cornelisz voor geleverd linnen. | 03-07-1696 | |
Joosje Jans, wed. Jan Jansz Maakkintjes geeft over aan de heer van Maarsbergen vier paarden, een veulen, vijf koeien, een vaars, vier kalveren, 76 à 80 schapen, het bouwgereedschap en inboedel. Met dit geld wordt de pachtschuld betaald en de pacht t.b.v. de heer Lobberecht waarvoor de heer van Maarsbergen borg stond. De heer van Maarsbergen zal de belasting voor hem betalen. | 13-08-1689 | |
Mr. Elias van Weerdenburch, advocaat aan het Hof van Utrecht, verkoopt namens Jan Jansz van Woudenbergh, grutter te Utrecht, aan Cornelis van der Sluijs, pander van het Hof van Utrecht een hofstede met zeven morgen land, onder Leusden. | 09-06-1667 | |
Cornelis Thonisz en zijn vrouw Petertgen Huijgen, won. op Eijckenburgh, geven over aan jkhr. Caril Godin, majoor van een regiment infanterie, twee paarden, drie koeien, een vaars, een pink, het graan en hooi in de berg en op het veld, het bouwgereedschap wegens belastingschuld, zowel te Maarn als te Woudenberg. Een koe en de inboedel gaan naar de landheer de regenten van De Poth wegens twee jaar pachtschuld van de Maarnse Hoef. Jkhr. Caril Godin belooft de twee jaar huur te betalen. | 08-01-1686 | |
Willem Jansz, wed. Marritgen Saren; Reijer Henricksz en Thonis Henricksz als ooms en mombers van vaderszijde; Henrick Aertsz, ‘behoutbestevader’ (schoongrootvader) en Henrick Lambertsz, oom en mombers van moederszijde van de twee onmondige kinderen van Marritgen Saren en Aert Henricksz, haar eerste man. Openbare verkoop van de goederen van Willem Jansz en Marritgen Saren. Kopers: Henrick Lambertsz; Geurt Simonsz; Jan Loeffsdr; Jan Evertsz; Gerritje Saren; Roel Thonisz; Henrickje Aelten; Roel, op de Treeck; Jacob Lambertsz; Andries Dircksz; Jan Barberij; Thonis Thonisz, onderschout; Rijck Wesselsz; Jan Jansz, op Oijevaershorst; Rijck Henricksz; Simon Geurtsz; Cornelis Jansz, won. Scherpenzeel; Houwert; Thimon, op Colverschoten; Thonis Henricksz; mr. Frans Packouw; Henrick Gerritsz, won. Maarn; Jan Rijcksz, van de Bieshaer; Thonis Thijsz; Swaentje Moorselaer; Aert Rutten; Frans Cornelisz Brinck; Henrick, op de Hoeck; Gerrit Jansz, won. Darthuizen; Bartholomeus de Vries; Jan Aertsz van Lambalgen; Jan Henricksz, smid te Woudenberg; Henrick Jansz, aan Bavoort; Gerrit Ghijsbertsz, R. te Woudenberg; Willem Jansz d’Medenade(?); Gerrit Jacobsz Blootenburg; | 11-12-1683 | |