samenvatting | datering | |
---|---|---|
Afschrift van een boedelscheiding tussen Neeltje Rijkse Voskuijl, wed. Hannis Ravesloot, nu hertrouwd met Johannis Gerritse Termate, won. op Sniddelaar onder Leusden en haar kinderen. Bij boedelscheiding van d.d. 28-12-1785 voor het gerecht van Woudenberg was bepaald dat de boedel tussen Neeltje Rijkse Voskuijl en Mees en Cornelis Ravesloot als voogden van haar vier minderjarige kinderen Jan, Fijtje (tekent als Feia), Jannetje en Gerritje Ravesloot ongescheiden zou blijven. De boedel bestond uit 3/4 deel van de hofstede met huis, drie bergen, wagenschuur, schapenhok, bakhuis, varkensschot met ca. 40 morgen bouw- en weiland, hei en plaggenveld, genaamd Sniddelaar op Voskuijlen onder Leusden en een hele hofstede met huis, berg, schuur, schaaphok, bakhuis en ruim 15 morgen bouw- en weiland, hei en plaggenveld, genaamd Voskuijl, op Voskuijlen, en drie dammaten land aan de Bontepoort in Bunschoten. De ene zijde: de erfgenamen van Arien Bosch, de andere zijde: Zandvoort. Inmiddels is Gerritje Ravesloot overleden. De andere kinderen zijn meerderjarig geworden en nu vindt er boedelscheiding plaats. Neeltje Rijkse Voskuijl getrouwd met Johannis Gerritse Termate en Fijtje en Jannetje Ravesloot krijgen de hofstede Voskuijlen toegescheiden tegen betaling van 1530 gulden aan de boedel. Geregistreerd te Amersfoort. | 15-07-1810 | |
Boedelscheiding tussen Aartje Voskuijl, wed. Jacob van de Wetering, in leven mr. timmerman en haar zoon Frans van de Wetering, mr. timmerman. Aartje Voskuijl kan de timmerwinkel wegens ouderdom niet meer aanhouden. Frans van de Wetering neemt het gereedschap en hout over voor 1500 gulden. Hij mag haar leven lang het achterhuis, de schuur en de timmerwinkel gebruiken. Frans moet elk jaar 72 gulden aan zijn moeder geven. Zijn broer Antoni van de Wetering, die bij hem als knecht werkt, zal zijn loon krijgen. De 1500 gulden moet hij betalen aan Cornelis Wouterus Pull en Comp. ter aflossing van een lening. Huis met achterhuis en schuur en timmerwinkel met de grond tot aan de Schilt oftewel tot aan de weduwe van Oth van Geijtenbeek. | 06-07-1810 | |
In augustus 1807 is Elizabeth Steenhof overleden. Erfgenamen: haar weduwnaar Cornelis van den Broek en de acht kinderen Stijntje van de Broek, getrouwd met Jan Breeschoten; Cornelis van den Broek, me.j. ongehuwd; Aaltje van den Broek, me.j. ongehuwd; Teuntje van den Broek, getrouwd met Willem Kemp, Geertje van den Broek, getrouwd met Evert Wulfertze van de Grift; Maria van den Broek, minderjarig; Gerritje van den Broek, minderjarig en Melis van den Broek, minderjarig; waarvan Maria ook in augustus 1807 is overleden. Evert Wulfertze van de Grift en Jan Steenhof zijn ooms en voogden over de minderjarige kinderen. Gerrit van Velthuizen en Elbert Donkersteeg hebben de boedel getaxeerd op 2864 gulden. Cornelis van den Broek krijgt de hofstede het Zandgat onder Woudenberg en Maarsbergen, door hem gebruikt, met de inboedel tegen betaling van 1253 gulden, dus aan ieder 179 gulden. | 15-05-1808 | |
Scheiding tussen Errisje van Ginkel, wed. Willem van Rheenen, won. op Ekeris en Jan van den Bosch, getrouwd met Evertje van Rheenen, won. onder Leusden; Jan Overeem, won. Scherpenzeel en Jan Helmerde van Ginkel, won. op Ekeris als ooms en voogden over Helmert, Merretje en Hermen van Rheenen, onmondige kinderen van Willem van Rheenen en Errisje van Ginkel. Willem van Rheenen is 1806 overleden. Testament op de langstlevende d.d. 22-06-1806 voor het gerecht van Woudenberg. De nalatenschap is getaxeerd door Jacobus van Leusden, schepen, en Gerrit van Egdom, op Oevelaar. Errisje van Ginkel wil hertrouwen, dus vindt er boedelscheiding plaats. Toebedeeld aan Errisje: een hofstede met landerijen op Ekeris met inboedel en schulden. Voorwaarde: zij moet haar kinderen onderhouden en naar school laten gaan. Het erfdeel van Willem van Rheenen bedraagt 1146 gulden 10 stuivers, dus ieder kind erft 288 gulden 7 stuivers 8 penningen. Dit geld blijft in de boedel. | 21-03-1807 | |
Aard van Voorthuijzen en zijn vrouw Gijsbertje Flooren willen een scheiding van tafel en bed. Aard krijgt de inboedel, have en vee en neemt de schulden op zich. Gijsbertje krijgt wat zij in het huwelijk heeft ingebracht, haar kleding en sieraden en 477 gulden 15 stuivers. Gepasseerd aan de Holevoet. | 21-06-1806 | |
Dirkje van de Wetering, wed. Zaar Kleijnveld (ov. 15-07-1804 op het Veldhuisje), won. op het Veldhuisje op Ekeris, aan de ene zijde. Zoon Gerrit Zaaren Kleijnveld, getrouwd met Aartje van Barneveld, won. op Ekeris, ter andere zijde. Er zijn nog vier kinderen: Claas van Ekeris, Evertje van Ekeris, getrouwd met Reijer Jansen, Gerritje van Ekeris, getrouwd met Willem van Zoest, Willemijntje van Ekeris, kinderen uit het huwelijk van Dirkje van de Wetering en Hendrik van Ekeris. Dirkje van de Wetering krijgt de hofstede met het getimmerte, genaamd het Veldhuisje. Belast met een uitgang aan de broederschap te Woudenberg, 28 jaar niet betaald. Belast met een tijns aan Huis Renswoude. En ruim 4 morgen land in Weinkom en de inboedel en veldgewas. Verder de stoel en het graf van haar man in de kerk. Alles tegen uitkering van 950 gulden aan Gerrit Zaaren Kleijnveld. Hij neemt de begrafeniskosten van zijn vader op zich, evenals de kosten van notaris Cornelis Suijck. Er zijn nog 293 gulden gemeenschappelijke onkosten gemaakt, waarvan ieder de helft betaalt. De boedelscheiding na overlijden van Hendrik van Ekeris vond plaats op 04-07-1776. Er zijn huw. voorw. gemaakt voor notaris Antonij Voskuijl. De onkosten zijn vastgelegd d.d. 23-04-1805 door notaris Arnoldus van Geijtenbeek. | 07-11-1804 | |
Neeltje Rijkse Voskuijl, wed. Hannis Ravesloot, nu hertrouwd met Johannis Gerritse Termate, won. op Sniddelaar onder Leusden (tekent als Nellien Rikse Ter Maate). Bij boedelscheiding van d.d. 28-12-1785 voor het gerecht van Woudenberg was bepaald dat de boedel tussen Neeltje Rijkse Voskuijl en Mees en Cornelis Ravelsoot als voogden van haar vier minderjarige kinderen Jan, Fijtje (tekent als Feia), Jannetje en Gerritje Ravelsoot ongescheiden zou blijven. De boedel bestond uit 3/4 deel van de hofstede Sniddelaar en een hele hofstede met 15 morgen land, genaamd Voskuijl, op Voskuijlen, en drie dammaten land in Bunschoten. Inmiddels is Gerritje Ravesloot overleden. De andere kinderen zijn meerderjarig geworden en nu vindt er boedelscheiding plaats. Neeltje Rijkse Voskuijl getrouwd met Johannis Gerritse Termate en Fijtje en Jannetje Ravesloot krijgen de hofstede Voskuijlen toegescheiden tegen betaling van 1530 gulden aan de boedel. Geregistreerd te Amersfoort. | 05-07-1810 | |
Boedelscheiding tussen Aartje Voskuijl, wed. Jacob van de Wetering, in leven mr. timmerman en haar zoon Frans van de Wetering, mr. timmerman. Aartje Voskuijl kan de timmerwinkel wegens ouderdom niet meer aanhouden. Frans van de Wetering neemt het gereedschap en hout over voor 1500 gulden. Hij mag haar leven lang het achterhuis, de schuur en de timmerwinkel gebruiken. Frans moet elk jaar 72 gulden aan zijn moeder geven. Zijn broer Antoni van de Wetering, die bij hem als knecht werkt, zal zijn loon krijgen. De 1500 gulden moet hij betalen aan Cornelis Wouterus Pull en Comp. ter aflossing van een lening. | 06-07-1810 | |
Gerrit Coudijs, getrouwd met Gerritje Moesbergen, voor de helft. Matthijs Eijkelkamp, getrouwd met Heijltje Evers; Hendrik van den Bosch en zijn vrouw Gijsbertje Eijkelkamp; Aaltje Eijkelkamp, me.j. ongehuwd. Kinderen en schoonkinderen van Gijsbert Eijkelkamp en zijn vrouw Hendrijntje Moesbergen, voor de andere helft. Zij verklaren dat hun broer en oom Barend Moesbergen in 1807 zonder testament is overleden. De boedel wordt als volgt verdeeld: het huis in het dorp is al verkocht door de kinderen en schoonkinderen van Gijsbert Eijkelkamp en zijn vrouw Hendrijntje Moesbergen aan Arien Veenendaal en zijn vrouw Aartje Coudijs. Zij moeten de helft van de opbrengst dus afstaan aan de erfgenamen ter andere zijde. Gerrit Coudijs, getrouwd met Gerritje Moesbergen erven een morgen land op de verste Wetering en de voorste hoek in de Caneel, groot ca. een halve morgen. De kinderen en schoonkinderen van Gijsbert Eijkelkamp en zijn vrouw Hendrijntje Moesbergen erven ruim een morgen land met een schuur, nr. 16, op de Wetering en de achterste hoek in de Caneel. Op dezelfde datum verkopen de kinderen en schoonkinderen van Gijsbert Eijkelkamp en zijn vrouw Hendrijntje Moesbergen voor 400 gulden de helft van het huis, nr. 11 aan Arien Veenendaal en zijn vrouw Aartje Coudijs. | 22-09-1808 | |
In augustus 1807 is Elizabeth Steenhof overleden. Erfgenamen: haar weduwnaar Cornelis van den Broek en de acht kinderen Stijntje van de Broek, getrouwd met Jan Breeschoten; Cornelis van den Broek, me.j. ongehuwd; Aaltje van den Broek, me.j. ongehuwd; Teuntje van den Broek, getrouwd met Willem Kemp, Geertje van den Broek, getrouwd met Evert Wulfertze van de Grift; Maria van den Broek, minderjarig; Gerritje van den Broek, minderjarig en Melis van den Broek, minderjarig; waarvan Maria ook in augustus 1807 is overleden. Evert Wulfertze van de Grift en Jan Steenhof zijn ooms en voogden over de minderjarige kinderen. Gerrit van Velthuizen en Elbert Donkersteeg hebben de boedel getaxeerd op 2864 gulden. Cornelis van den Broek krijgt de hofstede het Zandgat onder Woudenberg en Maarsbergen, door hem gebruikt, met de inboedel tegen betaling van 1253 gulden, dus aan ieder 179 gulden. | 15-05-1808 | |
Boedelbeschrijving van de nalatenschap van Gerrit Gerritsen Kleinveld, wed. Anna Knoppert, ov. 06-05-1804 op Ekeris. Executeur Saar Kleinveld, won. op Ekeris. Aangesteld d.d. 09-11-1795, not. Cornelis Suijck te Amersfoort. Inmiddels overleden op 17-07-1804. Executeur Gerrit Saaren Kleinveld, won. op Ekeris. Aangesteld d.d. 25-11-1802, not. Cornelis Suijck te Amersfoort. Gerrit Saaren Kleinveld is voogd over de minderjarige kinderen van Cornelis Kleinveld, met namen Anna, Evert, Dirkje en Dirk Kleinveld en als voogd over de minderjarige kinderen van Jan Kleinveld, met namen Gijsbertje, Cornelia en Gerrit Kleinveld en als voogd over de minderjarige kinderen van Erris Kleinveld, met namen Jannetje en Gerritje Kleinveld en als gemachtigde van Wulpher Kleinveld, zoon van Erris Kleinveld; Cornelis Jansen Ravesloot, getrouwd met Dirkje Kleinveld, won. Leusbroek; Gijsbertje Kleinveld, wed. Aart van den Heuvel, won. Amersfoort; Gerrit Cornelissen Kleinveld; Gerrit Knopper, getrouwd met Maria Kleinveld; Jacob Jansen Kleinveld, won. Schoonauwen; Jan Gerritsen, getrouwd met Jannetje Jansen Kleinveld; Arien Jansen, getrouwd met Gijsbertje Errissen Kleinveld; Gerrit Rijksen van Sniddelaar, won. Ermelo; Wouter Nagel, getrouwd met Jannetje Meessen Ravesloot, won. Bunschoten; Gerrit Saaren Ravesloot, won. op de Bieshaar in Leusbroek; Dirk Kleber, getrouwd met Annetje Meesen Ravesloot, won. Amersfoort. Gerrit Saaren Kleinveld erft het erf de Burgwal op Ekeris en graf nr. 60 en 70 in de kerk van Woudenberg. Cornelia Jansen Kleinveld erft een stoel in de kerk van Woudenberg. | 15-03-1805 | |
Gozen Pothoven en zijn vrouw Jantje Willemze van Ginkel, won. op Voskuijl, aan de ene kant. Willem Brandze van Ginkel en zijn vrouw Claasje Gozenze Pothoven, voor de helft; Willem Brandze van Ginkel en Jan Sanderse van de Pol als voogden van Gozen en Geertruij Cornelisze van de Pol, nagelaten onmondige kinderen van Cornelis Sanders van de Pol en Jantje Gozense Pothoven, voor de andere helft, aan de andere kant. Gozen Pothoven en zijn vrouw Jantje Willemze van Ginkel geven over aan de anderen: hun inboedel, have en vee en hun boerderij met 60 morgen land, genaamd Oud Voskuijl. Voorwaarden: zij krijgen hun leven lang gratis kost en inwoning; er mag niets verkocht worden totdat de minderjarige kinderen meerderjarig zijn geworden en als één van de erflaters nog in leven is. Mocht het inwonen niet goed gaan, dan gaan zij elders wonen tegen uitkering van 300 gulden per jaar. De erfgenamen nemen een hypotheek van 1700 gulden over. De erfgenamen aan de ene zijde moeten 1500 gulden inbrengen en de erfgenamen aan de andere zijde 332 gulden voor het erfdeel van hun ouders. | 09-04-1800 | |
Dirkje van de Wetering, eerder weduwe van Hendrik van Ekeris, laatst weduwe van Zaar Kleinveld laat haar boedel scheiden tussen haar, haar zoon Klaas van Ekeris uit haar eerste huwelijk en haar kinderen uit het tweede huwelijk. Zoon Klaas van Ekeris en schoonzonen Reijer Jansen en Willem van Zoest worden aangesteld als voogden over haar innocente dochter Willemijntje van Ekeris. Taxateurs: Jacob van Leusden, schepen en Matthijs Lagerweij, gerechtsbode. De boerderij het Veldhuisje wordt getaxeerd op 2350 gulden. De inboedel en veldgewas op 2167 gulden 5 stuivers. Schulden: 800 gulden aan Tijmen Rutten van Ginkel; 60 gulden aan Erris van Ekeris; 500 gulden aan Klaas van Ekeris wegens uitkoop van zijn halfbroer Gerrit Kleinveld. Blijft over: 8-12-6 gulden. Klaas van Ekeris krijgt de helft van de boerderij met inboedel voor het getaxeerde bedrag. Reijer Jansen en Willem van Zoest krijgen ieder 2/8 deel. Klaas van Ekeris koopt hen uit voor 400 gulden ieder, dus totaal 800 gulden. Klaas van Ekeris zal zijn moeder en innocente zus hun leven lang kost en inwoning geven. Daarvoor krijgt hij het erfdeel van zijn zus. | 18-03-1805 | |
Van de nalatenschap van Wulpher Theunissen, ov. 11-01-1765 in de Groep onder Amerongen, eerst wed. Geertje Barten, daarna wed. Gijsbertje Aartzen. Twee kinderen uit het 1e huw.: Teunis en Bart Wulphersen. Vier kinderen uit zijn 2e huw.: Maritje (getrouwd met Erris Gerritse Cleijnveld), Gerrit, Evertje en Aart Wulphersen. Teunis en Bart Wulphersen krijgen samen 400 gulden als erfgenamen van hun vooroverleden zuster Johanna Wulphersen. Volgt boedelscheiding. Bart Wulphersen: een hofstede aan de Groep onder Amerongen. Gerrit Wulphersen: een hofstede aan de Groep onder Amerongen. Maritje Wulphersen: de hofstede De Bieshaar onder Leusden. Teunis Wulphersen: 5/6 deel van de hofstede De Lagemaat, door hem gebruikt, t.w.v. 2250 gulden. Daarvan moet hij 550 gulden uitkeren aan Aart Wulphersen. Aart Wulphersen krijgt bij mondigheid nog eens 450 gulden. Evertje Wulphersen krijgt een contante som geld. De opbrengst van de op 19-12-1768 verkochte bomen moet ook worden verdeeld onder de zes erfgenamen. | 09-03-1769 | |
Gerritje Gerritse, wed. Brand van Zelder; Helmert Janse van Overeem, getrouwd met Jantje Brandz van Zelder; Gijsbert van Daatzelaar, getrouwd met Neeltje Brandz van Zelder, won. Leusden; Cornelia Brandz van Zelder, wed. Bart Wulfertsen, won. Amerongen, aan de ene kant; Gerrit Brandsen van Zelder, mej. jm., aan de andere zijde, allen kinderen. Gerritje Gerritse is hertrouwd met Jan Otten die haar in 1762 had verlaten met meenemen van een paard, haar nalatende met vijf minderjarige kinderen. Gerrit Brandsen van Zelder, overgebleven zoon op de boerderij, neemt de hofstede de Kleine Bruinehorst met tien morgen land en de inboedel over tegen betaling van ieder 50 gulden en een lening van 600 gulden aan de anderen. Hij moet zijn moeder haar leven lang onderhouden, haar jaarlijks 30 gulden geven en een goede begrafenis. | 02-12-1773 | |
Registratie van een boedelscheiding voor not. Nicolaas Wilhelmus Buddingh te Utrecht. Adolph Hendrik, graaf van Rechteren; jvr. Anna Maria, gravinne van Rechteren, me.j., ongehuwd, voor zichzelf en namens haar broer Rudolph Christiaan, graaf van Rechteren; jvr. Florentina Cherlotta Sophia, gravinne van Rechteren, me.j., ongehuwd; jvr. Hendrietta Geertruida, gravinne van Rechteren, me.j., ongehuwd; kinderen van Jacob Hendrik, graaf van Rechteren. Zijn tweede vrouw Juliana, baronesse van Boetselaar had na het overlijden van Jacob Hendrik, graaf van Rechteren, ov. Utrecht 02-12-1783, een onderhandse boedelscheiding laten maken te Utrecht op 25-10-1784. Nu is Juliana, baronesse van Boetselaar overleden te Leiden op 29-09-1791. Door haar executeur mr. Cornelis de Wijs, griffier wordt een boedelinventaris gemaakt. In Overijssel: het erf Hildebrand, gebruikt door Jan Wouterse. In Utrecht: de ambachtsheerlijkheid Woudenberg, gekocht op 25-06-1754. Rudolph Christiaan, graaf van Rechteren krijgt de ambachtsheerlijkheid Woudenberg toegescheiden. | 03-04-1792 | |
Van de nalatenschap van Arris Cornelissen tussen zijn weduwe Hendrikje Arrisen en zijn dochter uit zijn eerste huwelijk met Truijtje (Rijcksen van de Vliert), genaamd Evertje Errisen. Hendrikje Arrisen wordt geassisteerd door haar schoonzoons Hannis Hendrikz en Jacob Cornelissen; Evertje Errisen wordt geassisteerd door haar man Gijsbert Roelofsen van Amerongen. Evertje Errisen krijgt 200 gulden. Dit wordt omgezet in een lening. | 04-11-1726 | |
Boedelscheiding tussen Hermen van Maanen en zijn vrouw Aaltje Gijsbert Lagerweij, won. in Woudenberg en hun kinderen; Gerrit van Maanen, getrouwd met Dirkje Voskuijl; Evert van Manen, getrouwd met Teuntje van de Haar; Antoni Voskuil, getrouwd met Teuntje van Manen. Gijsbert: twee morgen land en de helft van land, gekocht van schout Geijtenbeek, beiden onder Maarn t.w.v. 1000 gulden; een morgen tabaksland onder Maarn t.w.v. 600 gulden; een huis met vier morgen land in Slappendel. T.w.v. 1400 gulden. Dit wordt omgezet in een hypotheek. Evert: een huis aan de Voorstraat t.w.v. 1800 gulden; vier kampen land met tabaksschuur onder Geerestein t.w.v. 4000 gulden; drie morgen tabaksland in Slappendel t.w.v. 1600 gulden; twee morgen hooiland, genaamd de Marense Meent met de helft van land, gekocht van schout Geijtenbeek, beiden onder Maarn t.w.v. 1100 gulden. Totaal 8500 gulden, waarvan 5800 gulden wordt omgezet in een hypotheek. Antoni: zeven morgen land, genaamde de Doornheg, onder Geerestein t.w.v. 1600 gulden. Dit wordt omgezet in een hypotheek. | 25-02-1780 | |
Boedelscheiding van de nalatenschap van Willem Dirkse Weijnink. Erfgenamen: zijn vrouw Gosentje de Jong en zijn vier kinderen Teuntje, Dirk, Jan en Arien Willemse Weijnink. Toegescheiden aan Gosentje de Jong: een huis en hof met inboedel ten oosten van de Geresteinse Allee. Belast met 300 gulden t.b.v. Willem Lagerweij sr. | 12-07-1780 | |