samenvatting | datering | |
---|---|---|
Arnoldus Johannis de Vooght namens zijn broer Petrus Menardus de Vooght wil als remplaçant dienen i.p.v. Gerrit van Essen. Hij krijgt nu vast 75 gulden en nog eens 75 gulden als Gerrit van Essen wordt ingeloot. Mocht hij worden uitgeloot, dan krijgt Petrus Menardus de Vooght 25 gulden. Heeft hij de diensttijd vervuld krijgt hij nog eens 200 gulden. Ook J.G. Holl te Amsterdam (bemiddelaar?) krijgt 200 gulden. Hendrik Lagerweij en Jan van Kolfschoten als voogden en Arien Koudijs als toeziend voogd van Gerrit van Essen stemmen hiermee in. | 10-03-1811 | |
Akkoord tussen Cornelis de Ruiter, won. Utrecht en Gerritje van Ginkel, wed. Rijk van Grootveld, won. Maarsbergen. Cornelis de Ruiter wordt remplaçant voor Arien van Grootveld, geb. 1788, als hij mocht worden ingeloot. Hij krijgt direct 50 gulden en bij inloten nog eens 50 gulden. Na de diensttijd krijgt hij 400 gulden. | 13-03-1811 | |
Ariaantje Jansen Overeem, laatst wed. Gerrit Cornelisse van Egdom, won. bij haar schoonzoon op Rumelaar, aan de ene kant, en haar zoons Roelof en Jan Gerritsen van Egdom en haar schoonzoon Jan Legemaat, getrouwd met Evertje Gerritsen van Egdom, aan de andere kant. In aanvulling op het akkoord van 17-02-1803 wordt afgesproken dat de goederen in de familie moeten blijven. | 05-10-1803 | |
Cornelis Floor, getrouwd met Geertje Lagerweij (eerder weduwe van Gijsbert van den Bergh), won. Driebergen, aan de ene kant; Jacobus Lagerweij, won. Woudenberg, aan de andere kant. Zij verklaren dat hun vader Peter Lagerweij in 1797 onder Geeresteijn is overleden. Over de boedelverdeling ontstond onenigheid. Nu is er een akkoord bereikt. Geertje: een huis ten noorden van de Nieuwe Uitleg; een tabaksschuur met hof in Kostverloren; een kamp land, genaamd de Striep en het Schanserland; twee kampen land, genaamd het Weteringse Land, alles onder Geerestein. Jacobus: een hoek land, genaamd het Domineesland, achter Klein Ligtenberg; vijf morgen land, genaamd het Schanserland. | 08-04-1802 | |
Akkoord tussen Ariaantje Jansen Overeem, laatst wed. Gerrit Cornelisse van Egdom, won. aan de Holevoet, aan de ene kant, en haar zoons Roelof en Jan Gerritze van Egdom en haar schoonzoon Jan Legemaat, getrouwd met Evertje Gerritze van Egdom, aan de andere kant. Ariaantje Jansen Overeem wordt gelijftocht uit een deel van de goederen zoals dat bij testament was vastgelegd. Daarbuiten valt: vijf morgen land onder 't Voort, dat wordt toegescheiden aan Roelof Gerritsen van Egdom. De hofstede Bruinhorst wordt toegescheiden aan Jan Gerritze van Egdom. De hofstede op Rumelaar wordt toegescheiden aan Jan Legemaat. Het waardeverschil moet onderling verrekend worden. Ariaantje Jansen Overeem krijgt jaarlijks 90 gulden, dus van elk kind 30 gulden, uitgekeerd. Zij blijft eigenaar van het Bruinhorsterbosch. | 17-02-1803 | |
Maria Bosch, me.j. jd. verhuurt aan Willem van Eede ruim een morgen land, in de Caneel onder Geerestein en een morgen land op Ligtenberg. Willem van Eede dacht dat de huur in 1805 af zou lopen en niet in 1804. Hij heeft het land vol met tabaksplanten staan. De huur wordt met een jaar verlengd. | 03-01-1804 | |
Willem Toonen Renes en zijn vrouw Dirkje Teseling, won. aan de Holevoet, aan de ene kant; Antonij, Geurt, Gerrit en Willem Willemse Renes, Aard van Ingen, getrouwd met Aaltje Willemse Renes, ter andere zijde. Allen kinderen van Willem Toonen Renes en Dirkje Teseling. Willem Toonen Renes is eigenaar van land genaamd het Langdorp en de Kuijl, gelegen in Glashorst onder Scherpenzeel. Een gedeelte is in erfpacht uitgegeven en er zijn twee huizen op gebouwd. Zijn oudste zoon heeft het recht van erfopvolging, maar ziet daar van af tegen betaling van 150 gulden. Men spreekt af dat het bezit naar de langstlevende zal gaan. De timmermansaffaire gaat naar zoon Geurt Willemse Renes. Willem Willemse Renes krijgt 200 gulden extra boven zijn erfdeel. | 11-07-1792 | |
Tussen Gerrit van Manen, mr. bakker, eigenaar van het huis genaamd De Hoek aan de noordzijde van de Voorstraat en Willem Petersen van Beek, eigenaar van het huis ten westen daarvan is onenigheid ontstaan over de erfscheiding. In een akkoord van 20-06-1640 tussen Aard Hendriksen van Geijtenbeek en zijn vrouw Betjen Meessen en de wed. van Reijer Wulfertze c.s. was de scheiding al deels geregeld. Zij komen overeen dat de rest van de scheiding zal lopen van de scheidsmuur recht naar achteren tot een halve voet ten oosten van de verste wilg bij de berg van Gerrit van Manen, ook wel aan de aschkolk van Willem van Beek. | 24-05-1775 | |
Tussen Gerrit Hendricksz Schaffelaer en Gijsbert Jansz. | 29-06-1693 | |
Tussen het gerecht en de geerfden van Woudenberg en schout Jean Bourgeois. | 13-02-1690 | |