samenvatting | datering | |
---|---|---|
Joest Hermanss verhuurt aan Aert Meuss een vierde deel van een erf op Hamersveld, nu gehuurd door Henrick Jacopss. Voor 5 keizers gulden. Deze zijn aflosbaar met 50 Filips gulden. | 25-06-1536 | |
Gryetgen Claes Gerritss dochter met Jacop Peter Cruelen zoon, haar momber, geeft haar erfdeel van haar vader, gelegen in Duist en de Haar, over aan Henrick Gerritss. | 29-01-1537 | |
Costen Matijss verkoopt aan Meyns Janss twee dammaten land in Duist. Eertijds eigendom van Thys Gerritss en nu van Costen Matijss en Gerrit Trant. | 20-02-1537 | |
Meyns Janss verhuurt aan Costen Matijss twee dammaten land in Duist. Eertijds eigendom van Thys Gerritss en nu van Costen Matijss en Gerrit Trant. Voor twee Filips gulden per jaar. Aflosbaar met 40 Filips gulden. | 21-02-1537 | |
Goutgen, weduwe van Lambert Roterss met haar momber Evert Albert Evertss; haar oudste zoon Jan Lambertss, mede namens zijn boers en zusters met namen Ariaen, Roetert, oude Willam, jonge Willam, Fensgen en Armgart, zijn 40 Filips gulden schuldig aan Willam Wouterss. Onderpand: 2 1/2 dammaten land naast de Neerwegcamp in Duist. | 10-03-1537 | |
Tonis Gysbertss, Jan Janss Verbeeck, Jan Claess, Gerrit Henrickss en Gerrit Henrickss van Siel, allen won. Maarn. Zij verklaren dat Rutger Brantss, Wulfer Gijsbertss, Cornelis Thysmans, Aert Gerritss ende Cornelis Gysbertss arme mensen zijn die vaak zonder eten gaan slapen. Cornelis Wijnness, Jan Aertss, Aert Gysbertss, Claes Janss en Jan Willamss zijn nauwelijks rijker. | 24-03-1537 | |
Henrick Jacob Reygerss geeft over aan zijn broer Reyger Jacobss zijn kindsdeel dat hij erfde van zijn moeder, zijnde 1/12 deel van een erf op Hamersveld en een kamp land dat er eertijds bij hoorde. De helft van dit erf is van zijn zuster Mechtelt Jacop Reyerss en haar kinderen, een vierde deel is van zijn vader Jacop Reijerss, een vierde deel is van Henrick Jacob Reygerss met zijn broer Reygert Jacob Reygerss en zijn zuster Ariaen Jacop Reygerts en haar man Henrick Aertss. Verder geeft hij over 1/12 deel van een hofstede in Hamersveld bij het erf van zaliger Meijns Jan Aertss. De hofstede is ook eigendom van zijn zuster Mechtelt Jacop Reygers en hun vader Jacop Reijerss. | 13-01-1538 | |
Gerrit Gerritss legt beslag op de goederen van Jan (Gerritss) wegens een jaar pacht van 23 gulden. | 28-05-1538 | |
Gerrit Gerritss eist 23 gulden van Jan Gerritss wegens een jaar pacht van een boerderij in Duist en de Haar. | 28-05-1538 | |
Geerloff Tomass verkoopt aan Ghysbert Bot en zijn vrouw Frans zijn kindsdeel in Duist dat hij erfde van zijn ouders, zijn broer Ghysbert en zijn zuster Aefgen. | 06-10-1538 | |
Testament op de langstlevende van Cornelis Evertss en zijn vrouw Grietgen. Zij lijftochten elkaar met huis, erf, have en goed in Leusden. Momber: Segen Hart. | 18-11-1538 | |
Anna Reyers Herman Loich weduwe met haar momber Vrederick Henrickss geven een jaarlijkse rente van vijf Filips gulden over aan Geertgen Thomas Pijls weduwe. Onderpand: de helft van zes dammaten land in Duist. De wederhelft is van de zoon van Anna Reyers. Aflosbaar met 100 Filips gulden. | 20-04-1539 | |
Anna Reyer Herman Loichss weduwe met haar momber Frederick Henrickss is jaarlijks vijf Filips gulden schuldig aan Geertgen Tomas Pyels weduwe, gaande uit de helft van zes dammaten land in Duist. De wederhelft is van haar zoon. Aflosbaar met 100 Philips gulden. | 20-04-1539 | |
Wouter Lumans Jacopss verkoopt aan Evert Jan Claess en zijn vrouw jkvr. Dyliaen van Dolre de helft van twee akkers, van ouds 9 dammaten groot, in Duist. De wederhelft is van zijn zuster Marie Luman Jacopsdr. | 29-04-1539 | |
Lysgen, dochter van zaliger Jacop Botters en de weduwe van Symon Toniss met haar momber Jan Lubbertss de jonge, verkopen aan Franck Korsgen en zijn vrouw Weym een vierde deel van 7 1/2 dammaten land, in Duist. De andere helft is van Jan Jacop Botter, de broer van Lysgen. Het laatste vierde deel is van Aeltgen Lysgen de dochter van Lysgen en de dochter van zaliger Symon Toniss. | 16-05-1539 | |
Lysgen, dochter van zaliger Jacop Botters en de weduwe van Symon Toniss met haar momber Jan Lubbertss de jonge, verkopen aan Franck Korsgenss en zijn vrouw Weym een vierde deel van zes dammaten land, in Duist. De andere helft is van Jan Jacop Botter, de broer van Lysgen. Het laatste vierde deel is van Aeltgen Lysgen de dochter van Lysgen en de dochter van zaliger Symon Toniss. | 16-05-1539 | |
Lysgen, dochter van zaliger Jacop Botters en de weduwe van Symon Toniss met haar momber Jan Lubbertss de jonge, verkopen aan Franck Corsgen en zijn vrouw Weym van Snuel een vierde deel van anderhalve dammaat in de Haar. De andere helft is van Jan Jacop Botter, de broer van Lysgen. Het laatste vierde deel is van Aeltgen Lysgen de dochter van Lysgen. Het land is onderdeel van een gemeenschappelijk bezit van Steven Dirickss, Peter Meuss van Westrenen, Pouwels Swart en Gerrit Teynagel. | 16-05-1539 | |
Lysgen, dochter van zaliger Jacop Botters en de weduwe van Symon Toniss met haar momber Rutger Elissen verklaart dat Franck Korsgen en zijn vrouw Weym eventuele schade op het gekochte land mogen verhalen op de verkopers. | 18-05-1539 | |
Jacop Ryckss, won. bij het klooster in de Birkt, ca. 42 jaar oud verklaart t.v.v. Herdeman van Delft, rentmeester van het St. Brigitteklooster te Soest, dat zijn overleden vader Ryck Maess ongeveer 14 jaar lang een derde deel van een perceel land heeft gehuurd, gemeenschappelijk bezit van het convent in de Birkt, het Gasthuis in Amersfoort en Henrick Henrickss of Lange Heyn, won. Hoogland. Toen stond er nog een huis, schuur en berg op, die in de oorlog zijn verbrand. Na zijn vader huurde Jacop Ryckss twaalf jaar lang hetzelfde derde deel van het convent. Hij huurt het nu nog. Hij had vele malen gehoord dat het convent dit derde deel had verkregen van de St. Brigitteklooster door ruiling met een stuk land, genaamd Trynemaet, dat vlak bij het St. Brigitteklooster lag. Lang geleden zijn er twee eiken omgewaaid en drie of vier jaar geleden zijn er eiken, essen, elzen en willigen openbaar verkocht aan Tonis Buyss en Henrick van Ryn. Jacop Ryckss kreeg vijf gulden arbeidsloon. | 22-05-1539 | |
Henrick Henrickss of Lange Heyn, won. Hoogland, ca. 74 jaar oud verklaart t.v.v. Hardeman van Delft, rentmeester van het St. Brigitteklooster te Soest, dat hij ca. 50 jaar geleden, samen met zijn zuster, het derde deel van een hoek land bij het klooster heeft gekocht. Zij verkochten hun deel aan het Gasthuis in Amersfoort, die het nu nog bezit. Een ander derde deel was in bezit van het convent in de Birkt. Beiden gehuurd door Jacop Ryckss. Geertgen, de vrouw van Henrick Henrickss of Lange Heyn, ca. 60 jaar oud, verklaart dat zij meer dan 26 jaar geleden het derde deel van het land voor 12 jaar van het convent in de Birkt huurden. Dit derde deel had het convent verkregen van de St. Brigitteklooster door ruiling met een stuk land, genaamd Trynemaet, dat vlak bij het St. Brigitteklooster lag. Dit hadden zij vele malen gehoord van broeder Henrick Staell uit het St. Brigitteklooster die dit land zelf had geschonken. Er is 40 tot 50 jaar nooit strijd geweest om het land. De opbrengst van de eiken bomen is ook eerlijk verdeeld. Zij verklaren ook dat er op Hoogland een huis, schuur en berg hebben gestaan die in de oorlog zijn verbrand. Hertten Severyn, een stoelmaker in het klooster in de Birkt heeft de stenen van het verbrande huis in opdracht van de pater met de kruiwagen naar het klooster gebracht, maar wel opgeschreven hoeveel het er waren. | 31-05-1539 | |