samenvatting | datering | |
---|---|---|
Registratie van de boedelscheiding van d.d. 22-10-1797 tussen Rijer Evertsen, Dirk Evertse, Jan Evertse, Evert Teunisse, Evertje Everts en Willem Pieterse, erfgenamen van de weduwe van Evert Evertse, ov. op de Klijne Riet, in Snorrenhoef. | 25-10-1801 | |
Registratie van de boedelbeschrijving van Willemtje Peters, ov. juni 1697 t.v.v. haar weduwnaar Evert Evertsz, won. op de Grift, onder Leusden. Gedaan op de Grift d.d. 22-03-1699, voor not. G. van Brinckesteijn. Nu volgt registratie van de boedelscheiding tussen Evert Evertsz, wed. Willemtje Peters en Evert Petersen en Wouter Petersen als ooms en mombers van de kinderen Evert, Jan, Aeltje en Marritje Everts. Onroerend goed: het Valckenland en het land in de Haer. Gedaan voor not. G. van Brinckesteijn d.d. 23-04-1699. | 23-11-1708 | |
Registratie van de boedelscheiding van de nalatenschap van Pieter Vastrick, eerst wed. Cunera Jacobs, daarna van Anna Wouters van Surckesteijn, voor not. R. Saab te Amersfoort d.d. 08-11-1693. Erfgenamen: de kinderen uit zijn 1e huwelijk: Meijnsje Vastrick, laatst wed. Jacob van Hertsbeeck en Maria Vastrick, wed. Lambert Dibbits; de zoon uit zijn 2e huwelijk: Wouterus Vastrick; Cunera en Aleijda Lap, voordochters van Meijnsje Vastrick en Anthonij Lap; Anthonij en Christiana Verkuijll, nakinderen van Meijnsje Vastrick en Christiaen Verkuijll; Rutgerus, Cunera, Lucretia, Geertruijd, Jannitgen en Petronella Dibbits, kinderen van Maria Vastrick en Lambert Dibbits; Pieter en Johanna Vastrick, kinderen van Wouterus Vastrick. Voorafgaand aan de loting krijgen Pieter en Johanna Vastrick, onmondig, twee huizen in Muurhuizen aan de Korte Gracht; twee huizen in de Hellestraat achter de Doelen; een hofstede, in Leusbroek, onder Leusden. Gebruikt door Jan Tonissen; een huis in de Langestraat; een lening van 600 gulden ten laste van Pieter van Aken; een lening van 500 gulden ten laste van Joost Jansen Baaken; een lening van 300 gulden ten laste van Annitgen Berends van Velthuijsen. Bij loting krijgen ze ook: een huis, genaamd het Swaenshalfje, aan de Lange Gracht; een lening van 200 gulden ten laste van Jacobus Jansz van Wijchra, hoedenmaker. Voor de andere erfgenamen (Meijnsje, Maria, Wouterus, ieder voor een derde deel) blijft over: de hofstede met de keuterstede en de Watercamp, genaamd de Moff, in Leusbroek, onder Leusden. Een eikenbos van een morgen groot, aan de Diefweg, onder Amersfoort. Pieter en Johanna Vastrik krijgen de helft van een achtste deel van de Calandermolen, onder Amersfoort. | 30-10-1696 | |
Registratie van een boedelscheiding voor not. Nicolaas Wilhelmus Buddingh te Utrecht. Adolph Hendrik, graaf van Rechteren; jvr. Anna Maria, gravinne van Rechteren, me.j., ongehuwd, voor zichzelf en namens haar broer Rudolph Christiaan, graaf van Rechteren; jvr. Florentina Cherlotta Sophia, gravinne van Rechteren, me.j., ongehuwd; jvr. Hendrietta Geertruida, gravinne van Rechteren, me.j., ongehuwd; kinderen van Jacob Hendrik, graaf van Rechteren. Zijn tweede vrouw Juliana, baronesse van Boetselaar had na het overlijden van Jacob Hendrik, graaf van Rechteren, ov. Utrecht 02-12-1783, een onderhandse boedelscheiding laten maken te Utrecht op 25-10-1784. Nu is Juliana, baronesse van Boetselaar overleden te Leiden op 29-09-1791. Door haar executeur mr. Cornelis de Wijs, griffier wordt een boedelinventaris gemaakt. In Overijssel: het erf Hildebrand, gebruikt door Jan Wouterse. In Utrecht: de ambachtsheerlijkheid Woudenberg, gekocht op 25-06-1754. Rudolph Christiaan, graaf van Rechteren krijgt de ambachtsheerlijkheid Woudenberg toegescheiden. | 03-04-1792 | |
Gerritje Gerritse, wed. Brand van Zelder; Helmert Janse van Overeem, getrouwd met Jantje Brandz van Zelder; Gijsbert van Daatzelaar, getrouwd met Neeltje Brandz van Zelder, won. Leusden; Cornelia Brandz van Zelder, wed. Bart Wulfertsen, won. Amerongen, aan de ene kant; Gerrit Brandsen van Zelder, mej. jm., aan de andere zijde, allen kinderen. Gerritje Gerritse is hertrouwd met Jan Otten die haar in 1762 had verlaten met meenemen van een paard, haar nalatende met vijf minderjarige kinderen. Gerrit Brandsen van Zelder, overgebleven zoon op de boerderij, neemt de hofstede de Kleine Bruinehorst met tien morgen land en de inboedel over tegen betaling van ieder 50 gulden en een lening van 600 gulden aan de anderen. Hij moet zijn moeder haar leven lang onderhouden, haar jaarlijks 30 gulden geven en een goede begrafenis. | 02-12-1773 | |
Van de nalatenschap van Wulpher Theunissen, ov. 11-01-1765 in de Groep onder Amerongen, eerst wed. Geertje Barten, daarna wed. Gijsbertje Aartzen. Twee kinderen uit het 1e huw.: Teunis en Bart Wulphersen. Vier kinderen uit zijn 2e huw.: Maritje (getrouwd met Erris Gerritse Cleijnveld), Gerrit, Evertje en Aart Wulphersen. Teunis en Bart Wulphersen krijgen samen 400 gulden als erfgenamen van hun vooroverleden zuster Johanna Wulphersen. Volgt boedelscheiding. Bart Wulphersen: een hofstede aan de Groep onder Amerongen. Gerrit Wulphersen: een hofstede aan de Groep onder Amerongen. Maritje Wulphersen: de hofstede De Bieshaar onder Leusden. Teunis Wulphersen: 5/6 deel van de hofstede De Lagemaat, door hem gebruikt, t.w.v. 2250 gulden. Daarvan moet hij 550 gulden uitkeren aan Aart Wulphersen. Aart Wulphersen krijgt bij mondigheid nog eens 450 gulden. Evertje Wulphersen krijgt een contante som geld. De opbrengst van de op 19-12-1768 verkochte bomen moet ook worden verdeeld onder de zes erfgenamen. | 09-03-1769 | |
Afschrift van een boedelscheiding tussen Neeltje Rijkse Voskuijl, wed. Hannis Ravesloot, nu hertrouwd met Johannis Gerritse Termate, won. op Sniddelaar onder Leusden en haar kinderen. Bij boedelscheiding van d.d. 28-12-1785 voor het gerecht van Woudenberg was bepaald dat de boedel tussen Neeltje Rijkse Voskuijl en Mees en Cornelis Ravesloot als voogden van haar vier minderjarige kinderen Jan, Fijtje (tekent als Feia), Jannetje en Gerritje Ravesloot ongescheiden zou blijven. De boedel bestond uit 3/4 deel van de hofstede met huis, drie bergen, wagenschuur, schapenhok, bakhuis, varkensschot met ca. 40 morgen bouw- en weiland, hei en plaggenveld, genaamd Sniddelaar op Voskuijlen onder Leusden en een hele hofstede met huis, berg, schuur, schaaphok, bakhuis en ruim 15 morgen bouw- en weiland, hei en plaggenveld, genaamd Voskuijl, op Voskuijlen, en drie dammaten land aan de Bontepoort in Bunschoten. De ene zijde: de erfgenamen van Arien Bosch, de andere zijde: Zandvoort. Inmiddels is Gerritje Ravesloot overleden. De andere kinderen zijn meerderjarig geworden en nu vindt er boedelscheiding plaats. Neeltje Rijkse Voskuijl getrouwd met Johannis Gerritse Termate en Fijtje en Jannetje Ravesloot krijgen de hofstede Voskuijlen toegescheiden tegen betaling van 1530 gulden aan de boedel. Geregistreerd te Amersfoort. | 15-07-1810 | |
Boedelscheiding tussen Aartje Voskuijl, wed. Jacob van de Wetering, in leven mr. timmerman en haar zoon Frans van de Wetering, mr. timmerman. Aartje Voskuijl kan de timmerwinkel wegens ouderdom niet meer aanhouden. Frans van de Wetering neemt het gereedschap en hout over voor 1500 gulden. Hij mag haar leven lang het achterhuis, de schuur en de timmerwinkel gebruiken. Frans moet elk jaar 72 gulden aan zijn moeder geven. Zijn broer Antoni van de Wetering, die bij hem als knecht werkt, zal zijn loon krijgen. De 1500 gulden moet hij betalen aan Cornelis Wouterus Pull en Comp. ter aflossing van een lening. Huis met achterhuis en schuur en timmerwinkel met de grond tot aan de Schilt oftewel tot aan de weduwe van Oth van Geijtenbeek. | 06-07-1810 | |
In augustus 1807 is Elizabeth Steenhof overleden. Erfgenamen: haar weduwnaar Cornelis van den Broek en de acht kinderen Stijntje van de Broek, getrouwd met Jan Breeschoten; Cornelis van den Broek, me.j. ongehuwd; Aaltje van den Broek, me.j. ongehuwd; Teuntje van den Broek, getrouwd met Willem Kemp, Geertje van den Broek, getrouwd met Evert Wulfertze van de Grift; Maria van den Broek, minderjarig; Gerritje van den Broek, minderjarig en Melis van den Broek, minderjarig; waarvan Maria ook in augustus 1807 is overleden. Evert Wulfertze van de Grift en Jan Steenhof zijn ooms en voogden over de minderjarige kinderen. Gerrit van Velthuizen en Elbert Donkersteeg hebben de boedel getaxeerd op 2864 gulden. Cornelis van den Broek krijgt de hofstede het Zandgat onder Woudenberg en Maarsbergen, door hem gebruikt, met de inboedel tegen betaling van 1253 gulden, dus aan ieder 179 gulden. | 15-05-1808 | |
Scheiding tussen Errisje van Ginkel, wed. Willem van Rheenen, won. op Ekeris en Jan van den Bosch, getrouwd met Evertje van Rheenen, won. onder Leusden; Jan Overeem, won. Scherpenzeel en Jan Helmerde van Ginkel, won. op Ekeris als ooms en voogden over Helmert, Merretje en Hermen van Rheenen, onmondige kinderen van Willem van Rheenen en Errisje van Ginkel. Willem van Rheenen is 1806 overleden. Testament op de langstlevende d.d. 22-06-1806 voor het gerecht van Woudenberg. De nalatenschap is getaxeerd door Jacobus van Leusden, schepen, en Gerrit van Egdom, op Oevelaar. Errisje van Ginkel wil hertrouwen, dus vindt er boedelscheiding plaats. Toebedeeld aan Errisje: een hofstede met landerijen op Ekeris met inboedel en schulden. Voorwaarde: zij moet haar kinderen onderhouden en naar school laten gaan. Het erfdeel van Willem van Rheenen bedraagt 1146 gulden 10 stuivers, dus ieder kind erft 288 gulden 7 stuivers 8 penningen. Dit geld blijft in de boedel. | 21-03-1807 | |
Aard van Voorthuijzen en zijn vrouw Gijsbertje Flooren willen een scheiding van tafel en bed. Aard krijgt de inboedel, have en vee en neemt de schulden op zich. Gijsbertje krijgt wat zij in het huwelijk heeft ingebracht, haar kleding en sieraden en 477 gulden 15 stuivers. Gepasseerd aan de Holevoet. | 21-06-1806 | |
Dirkje van de Wetering, wed. Zaar Kleijnveld (ov. 15-07-1804 op het Veldhuisje), won. op het Veldhuisje op Ekeris, aan de ene zijde. Zoon Gerrit Zaaren Kleijnveld, getrouwd met Aartje van Barneveld, won. op Ekeris, ter andere zijde. Er zijn nog vier kinderen: Claas van Ekeris, Evertje van Ekeris, getrouwd met Reijer Jansen, Gerritje van Ekeris, getrouwd met Willem van Zoest, Willemijntje van Ekeris, kinderen uit het huwelijk van Dirkje van de Wetering en Hendrik van Ekeris. Dirkje van de Wetering krijgt de hofstede met het getimmerte, genaamd het Veldhuisje. Belast met een uitgang aan de broederschap te Woudenberg, 28 jaar niet betaald. Belast met een tijns aan Huis Renswoude. En ruim 4 morgen land in Weinkom en de inboedel en veldgewas. Verder de stoel en het graf van haar man in de kerk. Alles tegen uitkering van 950 gulden aan Gerrit Zaaren Kleijnveld. Hij neemt de begrafeniskosten van zijn vader op zich, evenals de kosten van notaris Cornelis Suijck. Er zijn nog 293 gulden gemeenschappelijke onkosten gemaakt, waarvan ieder de helft betaalt. De boedelscheiding na overlijden van Hendrik van Ekeris vond plaats op 04-07-1776. Er zijn huw. voorw. gemaakt voor notaris Antonij Voskuijl. De onkosten zijn vastgelegd d.d. 23-04-1805 door notaris Arnoldus van Geijtenbeek. | 07-11-1804 | |
Gozen Pothoven en zijn vrouw Jantje Willemse van Ginkel, won. op Voskuijl, aan de ene kant. Willem Brandse van Ginkel en zijn vrouw Claasje Gozense Pothoven, voor de helft; Willem Brandse van Ginkel en Jan Sanderse van de Pol als voogden van Gozen en Geertruij Cornelisse van de Pol, nagelaten onmondige kinderen van Cornelis Sanders van de Pol en Jantje Gozense Pothoven, voor de andere helft, aan de andere kant. Gozen Pothoven en zijn vrouw Jantje Willemse van Ginkel geven over aan de anderen: hun inboedel, have en vee en hun boerderij met huis, bakhuis, twee bergen, wagenschuur, schaaphok en zestig morgen bouw-, wei en heiland, genaamd Oud Voskuijl, op Voskuijl. Voorwaarden: zij krijgen hun leven lang gratis kost en inwoning; er mag niets verkocht worden totdat de minderjarige kinderen meerderjarig zijn geworden en als één van de erflaters nog in leven is. Mocht het inwonen niet goed gaan, dan gaan zij elders wonen tegen uitkering van 300 gulden per jaar. De erfgenamen nemen een hypotheek van 1700 gulden over. De erfgenamen aan de ene zijde moeten 1500 gulden inbrengen en de erfgenamen aan de andere zijde 332 gulden voor het erfdeel van hun ouders. | 09-04-1800 | |
Op 03-02-1795 is Jan van Geijtenbeek, me.j. ongehuwd, te Woudenberg overleden. Erfgenamen: Cornelia van Geijtenbeek, getrouwd met Peeter van der Wiel, won. Woudenberg, voor de helft. Cornelia Kellij, getrouwd met Teunis Spinhoven, won. Vreeswijk en Johannes Kellij, won. Linkestraat te Amsterdam, Willem Kelly, won. in de Sandpoort onder Velsen, ieder voor een derde deel, voor de andere helft. Cornelia van Geijtenbeek neemt het erfdeel van Johannes Kellij en Willem Kelly (ieder een derde deel van de helft) over tegen betaling van de schulden van Jan van Geijtenbeek. Registratie van de scheiding voor not. Jan Croon te Amsterdam. | 10-06-1795 | |
Willem Toonen Renes en zijn vrouw Dirkje Teseling, won. aan de Holevoet, aan de ene kant; Antonij, Geurt, Gerrit en Willem Willemse Renes, Aard van Ingen, getrouwd met Aaltje Willemse Renes, ter andere zijde. Allen kinderen van Willem Toonen Renes en Dirkje Teseling. Willem Toonen Renes is eigenaar van land genaamd het Langdorp en de Kuijl, gelegen in Glashorst onder Scherpenzeel. Een gedeelte is in erfpacht uitgegeven en er zijn twee huizen op gebouwd. Zijn oudste zoon heeft het recht van erfopvolging, maar ziet daar van af tegen betaling van 150 gulden. Men spreekt af dat het bezit naar de langstlevende zal gaan. De timmermansaffaire gaat naar zoon Geurt Willemse Renes. Willem Willemse Renes krijgt 200 gulden extra boven zijn erfdeel. | 11-07-1792 | |
Khristoffel Rol, wed. Errisje van Ekeris, aan de ene zijde; Elbert van de Puth en zijn vrouw Anthonia Rol, Erris Rol, getrouwd met Hendrina de Bree, aan de andere zijde. Christoffel Rol heeft zijn dochter Anthonia Rol op d.d. 25-06-1784 voor not. A. Voskuijl te Amersfoort het erfdeel van haar moeder uitgekeerd. De onroerende goederen zijn getaxeerd op 2050 gulden. Het materiaal en gereedschap voor de wagenmakerij op 253 gulden. De inboedel op 268 gulden. Uiteindelijk wordt er 2444 gulden 11 stuivers verdeeld. Er is ook nog een dochter geweest, Jacoba Rol, overleden na de dood van haar moeder. | 24-11-1785 | |
Hendrikje Gijsbertse, wed. Jacobus Evertse en Teunis Aalbertse, getrouwd geweest met Gijsbertje Gijsbertse verklaren van hun schoonouders Gijsbert Aartse en Maria Jansen 500 gulden te hebben ontvangen als huwelijksgift. Zij hebben ook hun erfdeel ontvangen van de kleding en sieraden van wijlen hun moeder Maria Jansen. Daarom moet dit bedrag en erfdeel ook worden uitgekeerd aan Aris en Aaltje Gijsbertse als ze 24 jaar zijn geworden. Ook ontvangen Aris en Aaltje dan hun loon voor hun arbeid thuis. | 21-04-1783 | |
Boedelscheiding tussen Hermen van Maanen, getrouwd met Aaltje Gijsberts Lagerweij, ouders, aan de ene kant. Gerrit van Maanen, getrouwd met Dirkje Voskuijl; Evert van Maanen, getrouwd met Teuntje van de Haar; Antoni Voskuijl, getrouwd met Teuntje van Maanen, aan de andere kant. Gerrit van Maanen krijgt toegescheiden: twee morgen land, genaamd de Bovenste Kampen, onder Maarn, t.w.v. 1000 gulden. Een morgen tabaksland onder Maarn t.w.v. 600 gulden. Een huis met vier morgen land achter de molen in Slappendel t.w.v. 400 gulden. Evert van Maanen: een huis ten noorden van de Voorstraat t.w.v. 1800 gulden. Een tabaksschuur t.w.v. 4000 gulden. Drie morgen tabaksland in Slappendel t.w.v. 1600 gulden. Twee morgen, genaamd de Marense Meent, onder Maarn t.w.v. 1100 gulden. Aan Antoni Voskuijl: zeven morgen land, genaamd de Doornheg, onder Geeresteijn t.w.v. 1600 gulden. Deze drie moeten de waarde van het land uitbetalen aan hun (schoon)ouders. Als dit niet mogelijk is, wordt de schuld omgezet in een hypotheek. | 25-02-1780 | |
Gerritje Gerrits, wed. Brand van Zelder; Helmert Janse van Overeem, getrouwd met Jantje Brands van Zelder; Gijsbert van Daatzelar, getrouwd met Neeltje Brands van Zelder, won. Leusden; Cornelia Brands van Zelder, wed. Bart Wulphersen, won. Amerongen, aan de ene kant. Gerrit Brandse van Zelder, mej. jm., aan de andere zijde. Erfgenamen van Brand van Zelder. Gerritje Gerrits is hertrouwd met Jan Otten. In 1762 heeft Brand van Zelder haar verlaten met medeneming van een paard. Haar enige zoon Gerrit Brandse neemt de hele boedel over met aftrek van zes jaar loon vanwege het werken op de boerderij de Cleijne Bruijnehorst met ca. 14 morgen land. Voorts de hele inboedel, 2 koeien, 2 pinken, 1 varken en 2 keuen. Belast met 600 gulden t.b.v. mr. Van Halteren te Amersfoort. Gerritje Gerrits houdt haar kleding en sieraden en haar leven lang kost en inwoning of een uitkering van 30 gulden per jaar. De andere kinderen krijgen ieder 50 gulden. | 02-12-1773 | |
Neeltje Rijkse Voskuijl, wed. Hannis Ravesloot, nu hertrouwd met Johannis Gerritse Termate, won. op Sniddelaar onder Leusden (tekent als Nellien Rikse Ter Maate). Bij boedelscheiding van d.d. 28-12-1785 voor het gerecht van Woudenberg was bepaald dat de boedel tussen Neeltje Rijkse Voskuijl en Mees en Cornelis Ravelsoot als voogden van haar vier minderjarige kinderen Jan, Fijtje (tekent als Feia), Jannetje en Gerritje Ravelsoot ongescheiden zou blijven. De boedel bestond uit 3/4 deel van de hofstede Sniddelaar en een hele hofstede met 15 morgen land, genaamd Voskuijl, op Voskuijlen, en drie dammaten land in Bunschoten. Inmiddels is Gerritje Ravesloot overleden. De andere kinderen zijn meerderjarig geworden en nu vindt er boedelscheiding plaats. Neeltje Rijkse Voskuijl getrouwd met Johannis Gerritse Termate en Fijtje en Jannetje Ravesloot krijgen de hofstede Voskuijlen toegescheiden tegen betaling van 1530 gulden aan de boedel. Geregistreerd te Amersfoort. | 05-07-1810 | |