samenvatting | datering | |
---|---|---|
Eiser Jan van de Haar, won. Leusbroek, contra gedaagde Jan Teunisz, won. aan de Bavoortse brug. Jan eist leverantie van de 'kleine cremerij tiend' die hij voor 310 gulden van de Staten van Utrecht had gekocht en die hij overnam van de gedaagde. Hij eist de winst op van 34-2-8 die de vorige eigenaar nog heeft gemaakt. De gedaagde zegt nog geen zicht op de winst te hebben omdat hij de rekening nog niet heeft opgemaakt. Uitspraak: 12 gulden schadevergoeding betalen. | 12-09-1765 | |
Eiser Jan van de Haar, won. Leusbroek, contra gedaagde de weduwe van Cornelis Dirksz, op Loeveseijn. Jan eist 5 gulden omdat de weduwe haar schapen maar vijf weken i.p.v. zes weken bij hem heeft laten weiden. De weduwe verzoekt een andere 'citatie'. Voortgezet d.d. 20-02-1765. Uitspraak: de eis wordt verworpen. | 06-12-1764 | |
Genoemde schepen: Rijk Rijksz. | 19-09-1764 | |
Eiser Cornelis Pul, mr. timmerman, won. Amersfoort, contra gedaagde Aart Dirksz van de Wetering en Lammert Lammertsz, beide won. Leusbroek. Cornelis eist 3 gulden voor geleverd hout die hij geleverd had aan Lammert en die bedoeld was voor Aart. Gedaagden verzoeken een andere 'citatie'. | 14-09-1763 | |
Eiser Thijs Jansz Combij, won. Hamersveld, contra Herman Jansz, kleermaker, won. Hamersveld. Thijs eist 50 gulden voor twee jaar huishuur. Hermen verzoekt een andere 'citatie'. Voortgezet d.d. 14-09-1763. Herman heeft inmiddels 23 gulden betaald. Uitspraak: de rest ook betalen. | 26-05-1763 | |
Eiser Hendrik Willemsz van Manen, won. op Oijevaarshorst, contra gedaagde Jan Schothorst, won. Leusden. Hendrik heeft zes melkkoeien geschut die op zijn land, genaamd de Viekamp, in het koren liepen. Hij vraagt het gerecht de schade te taxeren. Schepenen Cornelis van Asch en Rijk Gerritsz krijgen opdracht te bemiddelen. Dat lukt niet. Uitspraak: Jan moet de schade betalen. | 24-07-1762 | |
Eiser Maas Cornelisz, won. Hamersveld, contra Jan Cornelisz Schothorst namens zijn minderjarige dochter Petronella Schothorst. Maas eist teruggave van een koffieketel, kist, 'leijsenboor' met toebehoren of 14 gulden schadevergoeding. Jan zal ze terug geven als Maas hem 7 gulden kamerhuur en 3 gulden voor geleverde waren betaalt. Uitspraak: Jan moet alles teruggeven en Maas moet 10 gulden betalen. | 28-04-1762 | |
Eiser Maurits van Rossenberg, won. Amersfoort, contra gedaagde Thomas Petersz, won. Hamersveld. Maurits eist 1-19-0 gulden voor 'onderhoud aan zijn vrouw moeder' en voor het lenen van een bijl en twee bijtels. Thomas zegt nog 2-12-0 gulden tegoed te hebben voor het rooien van bomen op Hagenouw en dat hij de bijl en bijtels zal terug geven als hij heeft betaald. Uitspraak: de bijl en bijtels terug geven. | 03-03-1762 | |
Eiser Jan Hendriksz Bos als vader van de minderjarige Cornelis Jansz Bosch, contra gedaagde Bart Cornelisz, won. Leusbroek. Jan eist 29 gulden loon voor een half jaar werken. Met aftrek van 6-5-0 gulden, die al was betaald. Uitgesteld naar d.d. 30-12-1761, dan weer uitgesteld naar d.d. 03-03-1762. Bart zegt 28 gulden schuldig te zijn met aftrek van 6-15-8 gulden, die hij al betaald had. Cornelis had zijn dienst vroegtijdig verlaten. Uitspraak: Bart moet dat bedrag betalen. Jan gaat niet akkoord en gaat in hoger beroep bij het Hof van Utrecht. | 15-10-1761 | |
Eiser Jan Evertsz, won. Hamersveld, contra gedaagde Hendrik Tijmensz, won. Hamersveld. Jan eist 3 gulden restsom voor een jaar erfpacht van 1759 en 38 gulden voor twee jaar erfpacht van 1760 en 1761 van een huis. Met 2 gulden korting wegens scheerloon. Hendrik kan 20 gulden betalen. Uitspraak: alles betalen. | 27-05-1761 | |
Eiser Reijer Jacobsz, gewoond hebbende in Snorrenhoef, contra gedaagde Aalt Saren Huijsman, won. Snorrenhoef. Reijer eist 25 gulden voor loon. Aalt zegt hem voor een jaar gehuurd te hebben voor 55-10-0 gulden, twee paar schoenen, 6 1/2 ellen henneplinnen en 3 ellen laklinnen. Hij heeft maar zes weken gewerkt en zonder opzeggen gegaan. Hij wil 5 gulden betalen. Uitspraak: 6 gulden betalen. | 17-12-1760 | |
Eiser Hendrik Tijmensz, won. Hamersveld, contra gedaagde Willemijn Willems, won. Hamersveld. Hendrik eist 6 gulden voor een half jaar kamerhuur. Willemijn verzoekt een andere 'citatie'. | 23-10-1760 | |
Eiser Thijs Jansz Combij, won. Hamersveld, contra gedaagde de weduwe van Teunis Jacobsz, won. Hamersveld. Thijs eist 6 gulden schadevergoeding omdat er een koe van de weduwe in zijn koren had gelopen. Teunis ontkent. Uitspraak: de eis wordt verworpen. | 23-10-1760 | |
Eiser Arien Schimmel, won. Hamersveld, contra gedaagde Hendrik Tijmensz Cramer, won. Hamersveld. Arien eist 5-10-0 gulden voor een jaar huur van een hoekje weiland, op Hamersveld. Hendrik verklaart dat hij een hoekje zou maaien, waarvan hij de helft zou krijgen als maailoon. Maar Arien had alles meegenomen, zodat Hendrik 7 gulden schade had geleden. Uitspraak: 3-10-0 gulden betalen. | 23-10-1760 | |
Aanwezig: Christoffel Gregorij, heer van Leusden. | 28-05-1760 | |
Waarnemend schout: Jan IJsbrand Snel. | 18-12-1759 | |
Schepen Brand Melissen overleden. | 26-10-1757 | |
Eiser Willem Willemsz, won. Hamersveld, contra gedaagde Hannis Schothorst, won. Hamersveld. Willem eist 10 gulden voor het voeren van een koe tot mei 1756. Hannis haalde de koe echter op 03-02-1756 al weer op. Hannis verzoekt een andere 'citatie'. | 09-02-1756 | |
Eiser Saar Dirksz van de Wetering, won. Leusbroek, contra gedaagde Gijsbert Lodder, won. Leusbroek. Saar eist 6 gulden voor een half jaar kamer- en hofhuur. Uitspraak: 2 gulden betalen. | 19-01-1756 | |
Eiser Saar Dirksz van de Wetering, won. Leusbroek, contra gedaagde Hendrik Rijksz, won. Leusbroek. Saar eist 11-11-0 gulden voor een half jaar huishuur en 1 gulden voor het huren van een 'schot' om zijn tabak te drogen. Hendrik zegt dat er niet was afgesproken dat hij elk jaar zou betalen. Uitspraak: de eis wordt afgewezen. | 19-01-1756 | |