samenvatting | datering | |
---|---|---|
Peter Lagerweij, wed. Jannigje Rol laat een huis met tabaksschuur aan de noordzijde van de Schanserdijk taxeren. Geschat op 2400 gulden. | 15-11-1792 | |
De erfgenamen van Willem van Gijn Methorst laten een vierde deel van 17 morgen land in Zuierbroek taxeren. Gebruikt door Dirk Wouterse. Geschat op 275 gulden. | 04-04-1792 | |
Boedelscheiding tussen Hermen van Maanen en zijn vrouw Aaltje Gijsbert Lagerweij, won. in Woudenberg en hun kinderen; Gerrit van Maanen, getrouwd met Dirkje Voskuijl; Evert van Manen, getrouwd met Teuntje van de Haar; Antoni Voskuil, getrouwd met Teuntje van Manen. Gijsbert: twee morgen land en de helft van land, gekocht van schout Geijtenbeek, beiden onder Maarn t.w.v. 1000 gulden; een morgen tabaksland onder Maarn t.w.v. 600 gulden; een huis met vier morgen land in Slappendel. T.w.v. 1400 gulden. Dit wordt omgezet in een hypotheek. Evert: een huis aan de Voorstraat t.w.v. 1800 gulden; vier kampen land met tabaksschuur onder Geerestein t.w.v. 4000 gulden; drie morgen tabaksland in Slappendel t.w.v. 1600 gulden; twee morgen hooiland, genaamd de Marense Meent met de helft van land, gekocht van schout Geijtenbeek, beiden onder Maarn t.w.v. 1100 gulden. Totaal 8500 gulden, waarvan 5800 gulden wordt omgezet in een hypotheek. Antoni: zeven morgen land, genaamde de Doornheg, onder Geerestein t.w.v. 1600 gulden. Dit wordt omgezet in een hypotheek. | 25-02-1780 | |
Boedelscheiding van de nalatenschap van Willem Dirkse Weijnink. Erfgenamen: zijn vrouw Gosentje de Jong en zijn vier kinderen Teuntje, Dirk, Jan en Arien Willemse Weijnink. Toegescheiden aan Gosentje de Jong: een huis en hof met inboedel ten oosten van de Geresteinse Allee. Belast met 300 gulden t.b.v. Willem Lagerweij sr. | 12-07-1780 | |
Gosentje de Jong, wed. Willem Dirkse Weijnink leent 300 gulden van Willem Lagerweij senior. Onderpand: haar huis ten oosten van de Geeresteinse Allee. | 21-07-1780 | |
De erfgenamen van Jannigje Jacobs van Scherpenseel, ov. Woudenberg 11-11-1779, laten de helft van een huis ten noorden van de Nieuwen Uijtleg taxeren. Geschat op 250 gulden. | 25-02-1780 en 08-04-1780 | |
De erfgenamen van Bessel Errissen laten de helft van een hofstede met drie morgen land op Ekeris taxeren. Geschat op 420 gulden. | 02-04-1778 | |
Dirkje Westeneng, laatst wed. Jan Meertense Lodder geeft al haar bezittingen over aan de kerkenraad van Woudenberg. Haar bezit bestaat uit haar kleding en inboedel met ruim 1 1/2 morgen land in de Caneel. Belast met 200 gulden t.b.v. de erfgenamen van Maria van Wittenberg, wed. IJsbrand Verhoef, nu t.b.v. Arien Eijkelkamp. De kerkenraad zal haar de rest van haar leven onderhouden. | 02-11-1776 | |
Testament op de langstlevende van Hendrik Claasen en zijn vrouw Jantje Jacobse, won. in de Nieuwe Uitleg. Sinds het vorige testament hadden zij dit huisje gekocht. | 04-04-1775 | |
De erfgenamen van Jan Marinus laten 2 1/2 morgen land, genaamd het Esseland, op Ekeris taxeren. Geschat op 1050 gulden. | 27-07-1774 | |
De erfgenamen van Godert Anselm Bol laten 1/3 deel van de hofstede Bruijnenburg taxeren. Geschat op 475 gulden. | 18-02-1774 | |
De erfgenamen van (Jacoba) Henrica Bors van Waveren, getrouwd met Jacob van Loon laten 2/3 deel van het 45e blok tiend taxeren. Geschat op 479 gulden. | 17-09-1759 | |
De erfgenamen van (Jacoba) Henrica Bors van Waveren, getrouwd met Jacob van Loon laten 2/3 deel van het 44e blok tiend taxeren. Geschat op 479 gulden. | 17-09-1759 | |
De erfgenamen van (Jacoba) Henrica Bors van Waveren, getrouwd met Jacob van Loon laten 2/3 deel van het derde blok tiend taxeren. Geschat op 949 gulden. | 17-09-1759 | |
De erfgenamen van (Jacoba) Henrica Bors van Waveren, getrouwd met Jacob van Loon laten 2/3 deel van het tweede blok tiend taxeren. Geschat op 1179 gulden. | 17-09-1759 | |
De erfgenamen van (Jacoba) Henrica Bors van Waveren, getrouwd met Jacob van Loon laten 2/3 deel van het eerste blok tiend taxeren. Geschat op 690 gulden. | 17-09-1759 | |
Het gerecht maakt bij de Staten van Utrecht bezwaar tegen het lozen van water via de heulen bij de Roodenhaan. Er ontstaat daardoor hoog water, mede door de bochten, de dieptes en vernauwingen in de Lunterse Beek. Er volgt een nauwkeurige beschrijving van het probleem. In 1747 is de rog en boekweit in het water 'verdronken'. In 1755 kon de tabak niet worden geoogst en die staat op hoge grond zoals in de Caneel. Voor de winter van 1756 vreest men hetzelfde als in 1747. Voorstel: de heulen openen zoals afgesproken tussen Utrecht en Gelderland in 1714 en 1727. Men wil graag een gedeelte lozen in de Oude Grift, die boven de Treek voorbij de Zuijdwind ligt. | 24-03-1756 | |
Jkvr. Sandrina Bol vaagt taxatie van 1/3 deel van de hofstede Bruijnenburg en een erfpacht van 10 gulden 12 stuivers en een knip hout van 25 gulden. Geschat op 450 gulden. | 21-05-1766 | |
Hendrik Peterse van Maarn i.p.v. Gerrit Zaaren Clijnveld aangesteld tot schepen. | 18-04-1767 | |
Aanbesteding van de vernieuwing van de heul onder de Geresteinse Laan bij de singel. Het bedrag wordt verhoogd met het geld dat Teunis Voskuijl nog krijgt voor reparaties. Gedaan door C.P. Pronkert namens de heer van Geerestein; H. van Geijtenbeek; Teunis Voskuijl namens de heer van Groenewoude; Willem Lagerweij, schout, namens Bruijnenburg; Hendrik Claasen; Cornelis Rijkzen; Huig Gijsbertsen; Gerrit Clijnveld; Fransje Egberts. | 10-04-1766 | |