samenvatting | datering | |
---|---|---|
Peter Hendrikse van Maarn, Maria Hendrikse van Maarn, Gerritje Hendrikse van Maarn, allen me.j., Willem Willemse, getrouwd met Merritje Hendrikse van Maarn, samen namens Gijsbertje en Oth Hendrikse van Maarn, beiden minderjarig. Kinderen van Hendrik Peterse van Maarn en Errisje Otten van de Haar. Zij verklaren te willen voldoen aan de wens van hun overleden vader om hun moeder de lijftocht te geven van de nalatenschap van hun vader. Gedaan op hofstede De Hoef onder Geerestein. | 09-05-1798 | |
Hendrik van Geijtenbeek stelt t.v.v. de Domproost als onderpand voor zijn zoon Arnoldus van Geijtenbeek als schout en gadermeester van Doorn: 7 1/2 morgen hof- en tabaksland, genaamd De Schilt. Aan verscheidene percelen door verschillende mensen gebruikt. | 26-03-1782 | |
Het gemeentebestuur van Woudenberg verklaart dat hun mede-schepen Willem Andries Abbema op 07-12-1803 is aangesteld als schout, secretaris en gadermeester van Maarn en Maarsbergen, voor 100 gulden per jaar. | 13-12-1805 | |
Huw. voorw. tussen Cornelis van den Broek, wed. Elizabeth Steenhof, won. Woudenberg, bruidegom, en Jannetje van Breenen, wed. Fredrik van Drieënhuizen, won. Maarsbergen, bruid. Bruidegom brengt in: de goederen die hem zijn toegescheiden bij de boedelscheiding van 15-05-1808. Bruid: haar meubels, huisraad en kleding. Mocht de bruidegom eerst overlijden, dan krijgt de bruid goederen t.w.v. 200 gulden. Overlijdt de bruid als eerste, dan krijgen haar erfgenamen 50 gulden uitgekeerd. | 12-10-1809 | |
Jan Errissen van Ekeris, wed. Fijgje van Soest, voor zich en als voogd van zijn twee minderjarige kinderen Erris en Jannigje Jans van Ekeris, verkoopt aan Cornelis Petersen van Dashorst een huis, berg, twee schapenhokken, een wagenschuur, bakoven, varkensschot, hof en hofstede met ca. 17 morgen land op Ginkel onder Leersum. En nog ruim drie morgen weiland met de weg en sloot ten westen aan de Haar onder Woudenberg. Samen voor 1800 gulden. | 22-01-1778 | |
Gijsbert Lagerweij, bode, Hermanus Zeijl, zijn knecht en Willem van Vlastuin, daggelder, verklaren dat zij t.v.v. Willem Blom en Pieter Goethart, kooplieden, vee publiek moesten verkopen. Zij ontdekten echter dat twee vaarzen een besmettelijke ziekte hadden ´thans alhier onder het rundvhee woedende´. De vaarzen waren bij Gijsbert Lagerweij gestald, samen met ander vee, waarvan de hoornnummers worden genoemd. Daarvan zijn vijf koeien ook dood gegaan. | 18-02-1777 | |
Huwelijk tussen Hessel Willemse van Groenestein, me.j. jm., won. Leusden en Aagje Teunisse van Voskuijl, me.j. jd., won. Woudenberg | 15-02-1776 | |
De secretaris van Stoutenburg verklaart dat de drie huwelijksafkondigingen van Cornelis Hendrikse, jm., won. Moorst, bruidegom en Jannetje Janse Kok, jd., won. Stoutenburg hebben plaatsgevonden. | 13-01-1776 | |
Daghuurders die in november 1794 100 roeden bos ter weerszijden van de Roffelaarskade hebben gekapt verklaren dat ze hun loon hebben ontvangen. Getekend door Korstiaan van der Velde, Jan Kreunen, Cornelis van Dijk, Ms. van Wittenberg, Willem Schans, Jan van Dijk, Hendrik Donkervoort, Cors van de Wetering, Mens van de Weetering, Hendrik Hertgers, Hendrik Hak, Gerrit Hak, Willem van Dijk. | 02-05-1804 | |
Overeenkomst tussen Gerrit van Manen, mr. bakker, eigenaar van het huis genaamd De Hoek aan de noordzijde van de Voorstraat, op het oosteind en Willem Petersen van Beek, eigenaar van het huis ten westen daarvan. Er is onenigheid ontstaan over de erfscheiding. In een akkoord van 20-06-1640 tussen Aard Hendriksen van Geijtenbeek en zijn vrouw Betjen Meessen en de wed. van Reijer Wulfertze c.s. was de scheiding al deels geregeld. Zij komen overeen dat de rest van de scheiding zal lopen van de scheidsmuur recht naar achteren tot een halve voet ten oosten van de verste wilg bij de berg van Gerrit van Manen, ook wel aan de askolk van Willem van Beek, rechtuit vanaf de paardenstal. | 24-05-1775 | |
Gerrit Didenhoven verklaart als vader en voogd van Jannetje Didenhoven dat hij 100 gulden heeft ontvangen van Gerrit van Maanen. Daarmee doet Gerrit van Maanen afstand van het kind waarmee hij Jannetje Didenhoven heeft bezwangerd. | 19-08-1808 | |
Maria Bosch, me.j., ongehuwd huurt van Willem van Eede ruim een morgen land in de Caneel en een morgen land op Ligtenberg. De huurster dacht dat de huur per Petri 1804 inging en de verhuurder dacht dat het Petri 1805 in zou gaan. Willem van Eede heeft nog tabak op het land staan. Maria Bosch gaat akkoord met 1805 tegen betaling van een jaar huur door Willem van Eede. Hij betaalt dit uit de opbrengst van openbaar verkocht hooi en koren. | 03-01-1804 | |
Anthonij Teunisse Lagerweij, won. Rhenen en Klaas Teunisse Lagerweij, won. Heusden stellen zich borg voor Melgior van Ginkel, won. in de Groep onder Amerongen t.b.v. mr. Jan Andries du Bois, heer van Maarsbergen, voor eventuele pachtschulden van de hofstede de Grooten Bloemheuvel onder Maarsbergen, door hem voor zes jaar gehuurd voor 200 gulden per jaar. | 01-10-1807 | |
Hannis Jacobse, getrouwd met Rijkje Jacobse; Garbrechtje Jacobse; Geertruij Jacobse; Hendrikje Jacobse, allen me.j. ongehuwd, erfgenamen van Jacob Hannisse en Evertje Hendrikse, beiden overleden. Zij verkopen aan Pieter Kok, getrouwd met Reijertje Jacobse Schoonderbeek de boerenhofstede met huis en verder getimmerte met ca. 60 morgen land, genaamd Groot Moorst. Voor 7000 gulden. Door Jacob Hannisse publiek gekocht op 15-08-1788 van de Domdeken en Capittel te Utrecht. | 01-04-1794 | |
C.U.P, baronesse van Randwijk, wed. D.R. baron van Tuijll van Serooskerken, heer van Zuilenberg, als moeder van jhr. D. van Tuijll van Serooskerken, heer van Ter Meer. Cornelis Klaassen en Matthijs Lagerweij, executeur van de nalatenschap van Aart van Essen en zijn vrouw Maria van Ginkel verkopen publiek percelen hout op Huisteden. Zij verkopen percelen hout op Rumelaar en Huisteden. Opbrengst: 234 gulden. Rumelaar: 228 gulden. Huisteden: 6 gulden. | 30-11-1802 | |
Evert Hendrikse Huurdeman, won. op de Burgwal in Leusbroek, verkoopt aan L.L. Bols, heer van Groenewoude het erf en goed met huis, stallingen, bergen, schuur, schaaphok, bakhuis en oven met 46 morgen, 81 roeden land, genaamd de Burgwal in Leusbroek met het land over de beek in Zuurbroek, vanaf het land van de Zuidwind tot aan de schans, schuin tegenover het land van het erf Vrijhoef in Leusbroek, voor 6600 gulden. Er bestaat een kaart van. Tinsplichtig aan de Domeinen 's Lands van Utrecht met een tijns of paardjensgeld van 4 gulden en 16 stuivers. De Burgwal is d.d. 14-06-1776 gekocht van Bart Cornelisse c.s. Belast met 1000 gulden t.b.v. Maria Cornelisse, ongelukkige dochter van wijlen Cornelis Barten (de vader van de vorige eigenaar), volgens testament van 07-09-1773 voor het gerecht gepasseerd. Dit bedrag wordt van de koopsom afgetrokken. Maria Cornelisse krijg jaarlijks 30 gulden uitgekeerd. | 13-09-1792 | |
Arien Otterloo, wed. Ariaantje Emans verklaart dat zij zes kinderen hebben gekregen waarvan Aaltje, Lammert en Gerrigje Otterloo, allen minderjarig, nog in leven zijn. Hij stelt zijn zwager Johannis Gombzen, won. Woudenberg en zijn neven Gijsbert Otterloo, won. Woudenberg en Arien Ravesloot, won. aan het Heetveld onder Leusden aan tot voogden. | 24-09-1801 | |
Gerrit de Bree en Erris Voskuijlen, diakenen verklaren een obligatie van 1000 gulden ontvangen te hebben ten laste van het voormalig gewest Utrecht, nr. 3669 en nr. 10266, staande op naam van de diaconie. Sinds de zomer is er door de diaconie op aangedrongen om deze obligatie ingeschreven zou worden in het Grootboek, hetgeen nog niet is gebeurd. | 04-05-1811 | |
Weijntje Hendrikse van Maarn, wed. Klaas Venendaal stelt haar zoon Hendrik Venendaal en schoonzoon Reijer Woudenberg aan als executeurs van haar nalatenschap. | 13-06-1791 | |
Anna Cornelisse Blauwendraat, ongehuwd, bejaard, stelt zich borg voor haar broer Bard Cornelisse Blauwendraat t.b.v. Jan Grothe, heer van Nimmerdor voor 400 gulden achterstallige pacht. | 30-07-1792 | |