samenvatting | datering | |
---|---|---|
Genoemde schepen: Arien Saren Ravesloot. | 30-08-1775 | |
Schepen Peel Evertsz is overleden. | 30-05-1775 | |
Genoemde schepenen: Willem Schimmel en Cornelis Geurtsen. | 29-03-1775 | |
Eiser Jacob Gerritsz, won. Leusbroek, contra gedaagde Jan Reijersz, won. Hamersveld. Jacob eist 10 gulden voor loon, verdiend door zijn dochter Petertje Jacobs. Jan had haar zonder opgaaf van redenen weggejaagd. Jan verzoekt een andere 'citatie'. | 31-05-1774 | |
Eiser Wouter Petersz, won. Hamersveld, contra Cornelis Caspersz, won. Leusbroek. Wouter eist 10 gulden voor geleverde zijde, linnen en wollen kleren aan Rut Hermensz van Lingen, waarvoor Cornelis borg stond. Cornelis ontkent borg te zijn. Uitspraak: betalen. | 28-12-1773 | |
Genoemde schepenen: Cornelis van Asch en Arien Saren Ravesloot. | 03-03-1773 | |
Schepen Mor Aalbertsz is overleden. | 24-11-1772 | |
Genoemde schepen: Jan van Maanen. | 25-09-1771 | |
Eiser Pieter van Raalt, karman, won. Amersfoort, contra Teunis Jansz van Ginkel, won. Hamersveld. Pieter eist 16 gulden met aftrek van 6 gulden, die al was betaald, wegens verdiend loon door zijn zoon Rijk van Raalt. Teunis zegt dat Rijk vijf weken eerder was vertrokken. Uitspraak: als Teunis dit onder ede wil verklaren, hoeft hij niets te betalen. Teunis legt de eed af. | 04-10-1770 | |
Genoemde schepen: Willem Schimmel. | 08-01-1770 | |
Eiser Gerrit Cornelisz van der Voort, won. op Krakhorst, onder Hamersveld, contra gedaagde Jacob Jansz, won. op Velddorp, onder Leusden. Geurt eist 20 gulden die hij had toebedongen bij ruiling van een paard. Jacob verzoekt een andere 'citatie'. | 06-12-1768 | |
Genoemde schepen: Jorden Willemsz. | 03-03-1768 | |
Genoemde schepenen: Gerrit Aalbertsz en Peter Cornelisz. | 01-12-1767 | |
Schepen Van der Wigt is overleden. | 07-05-1767 | |
Eiser Gerrit Kolfschoten, won. Amersfoort, contra Meerten Meertensz, won. Leusden. Gerrit eist 39 gulden voor anderhalf jaar huishuur, met aftrek van 2 gulden, die al zijn betaald. Uitspraak: betalen. | 02-12-1766 | |
Eiser Aalt Jacobsz, op 't Zwarte Bergje, contra gedaagde Jan Reijersz, op de Wetering. Aalt eist 8-14-12 gulden loon en een schorteldoek voor zijn dochter Heijltje Aalten. Uitspraak: 5-14-6 gulden betalen. | 02-12-1766 | |
Eiser Sander Barten van Zijl, won. Stoutenburg, contra gedaagde Jan Aartsen, op Kleijn Krakhorst. Sander eist 21-4-0 gulden met aftrek van 8-12-0 gulden voor arbeidsloon. Jan verzoekt een andere 'citatie'. | 02-12-1766 | |
Eiser Willem Gijsbertsz, won. op de Horst, onder Stoutenburg, contra gedaagde Breunis NN, won. op Hardeveld bij Teunis Corsz. Willem had Breunis als knecht gehuurd en hem een voorschot gegeven. Breunis gaf hem het voorschot terug en kwam niet. Willem eist 10 gulden schadevergoeding. Breunis verzoekt een andere 'citatie'. | 02-12-1766 | |
Eiser Aalbert Jacobsz, won. Hamersveld, contra gedaagde Jacob Jansz, won. op Velddorp, onder Leusden. Aalbert eist 4-16-0 gulden met aftrek van reeds betaalde 2-0-8 gulden voor verdiend loon door zijn vrouw Aleijda Peters. En voor het binden van de rog op Groot Krakhorst. Jacob heeft haar betaald ten huize van Teunis Fransen. Uitspraak: de eis wordt verworpen. Aalbert gaat in hoger beroep bij het Hof van Utrecht. | Ca. 1766 | |
Eiser Meerten Meertensz, won. Leusbroek als vader van de minderjarige Barbara Meertens, contra gedaagde Gerrit Teunisz, won. op de Grift, onder Leusden. Meerten eist 1-10-0 gulden restbetaling en een 'kroplap' voor verdiend loon. Gerrit verzoekt een andere 'citatie'. | Ca. 1765 | |