samenvatting | datering | |
---|---|---|
Reijer van Heijligenberg, wonende Overlangbroek verklaart in 1775 dat hij in opdracht van Hendrik van Geijtenbeek, wonende Woudenberg, 600 heijmasten van 40 voet lang gehakt, gerooid en klaargemaakt heeft in het Doornse Bosch bij Maarsbergen. Aard van Heijligenberg en Jan Lokhorst, beiden wonende Overlangbroek verklaren dat zij op 26-01-1775 de heijmasten uit het bos naar de stenen brug hebben gebracht. Reijer van Heijligenberg en zijn hulp Cornelis van Domselaar, wonende Overlangbroek verklaren dat zij er vlotten van hebben gemaakt. In zes reizen zijn deze via de Kromme Rijn, de Vecht, de Amstel en de Singel buiten de Kamppoort in Amsterdam gebracht naar de houtzaagmolen Den Graauwen Haas bij molenaar Arris van Wagensveld. | 18-05-1779 en 30-03-1779 | |
Jantje Lodder, vrouw van Jan van Ekeris heeft Dirk van der Heide met een ´bus´ voorbij haar huis zien komen. Jan Dolron verklaart dat Dirk van der Heide hem gevraagd heeft om hem te helpen de koe van vrouw Floor op te graven, die aan de pest was gestorven, om de huid er af te halen. Jan Mulder is ook gevraagd. Beiden hebben geweigerd. | Na 24-12-1810 | |
Arien Packouw en Jan Willems Koudijs, schepenen van Woudenberg, Sijmon Verhoeff en Hendrik Jansz Koudijs verklaren ten verzoeke van Gerritje Gerrits Verhoeff, wed. Willem van Moesbergen, dat het afgebroken loodsje met spijkers aan het huis van de weduwe Moesbergen vast zat. | 13-04-1744 | |
Evert Thijssen van Wittenberg en zijn vrouw Grietje Lagerweij verklaren ten verzoeke van de weduwe van Willem van Moesbergen dat zij het huis huurden, voorheen bewoond door Jacob Dirkse van de Haar en nu bewoond door Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravensloot. Zij verklaren dat het huis van de weduwe Moesbergen met een vrije de waterlossing achter de tabaksschuur en de hof van nu Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravensloot en Arnoldus van Geijtenbeek afwatert. | 15-04-1744 | |
Arien Packouw, Sijmen Verhoeff en Hendrik Jansz Koudijs verklaren ten verzoeke van Gerritje Gerrits Verhoef, wed. Willem Cornelissen van Moesbergen dat zij haar huis aan de Voorstraat goed kennen, staande naast het huis van Anthoni Voskuijlen en Gerrit van Ravesloot. Volgt een nauwkeurige bouwkundige beschrijving. | 27-06-1745 | |
Hendrikje IJsbrands Verhoeff, vrouw van Willem Koudijs verklaart ten verzoeke van Gerritje Gerrits Verhoef, wed. Willem van Moesbergen dat Hendrikje in haar jeugd tot september 1730 bij haar grootmoeder, de weduwe van Gerrit Tijssen Verhoeff heeft gewoond en later met haar man in een huis aan de Voorstraat woont. In dit huis woont Melis van Otterloo nu. Zij verklaart dat het huis van Aaltje Voskuijlen een vrije de waterlossing heeft achter de tabaksschuur en de hof van nu Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravesloot en Arnoldus van Geijtenbeek. Voor Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravesloot woonde Jan Mulder in hun huis. Om aan Jan Mulder te bewijzen waar de erfscheiding liep heeft metselaar Gijsbert Knoppert de fundering opgegraven. | 28-06-1745 | |
Schout en schepenen inventariseren de gebreken van de boerderij De Heul, gehuurd door Jorden Boon van Dirkje Versteeg, wed. Evert Lagerweij. Er worden veel gebreken opgesomd. De schaapskooi staat op Leersums grondgebied. | 10-05-1803 | |
Gerritje van Langelaar, vrouw van Willem van Geijtenbeek verklaart ten verzoeke van de weduwe van Willem van Moesbergen dat zij op Paasmaandag 06-04-1744 in het huis van Melis Hendrikse van Otterloo is geweest. Zij heeft gezien dat Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravensloot een loodsje, dat tegen hun muur was aangebouwd, hebben afgebroken. Er kwam zelfs een gat in de muur. Zij verklaart dat het huis van de weduwe Moesbergen met een vrije de waterlossing achter de tabaksschuur en de hof van nu Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravesloot en Arnoldus van Geijtenbeek afwatert. | 14-04-1744 | |
Melis Hendriksen van Otterloo en zijn vrouw Trijntje Willems verklaren ten verzoeke van de weduwe van Willem van Moesbergen dat zij het huis van de weduwe huren, gelegen naast het huis van Anthonij Voskuijlen en Gerrit van Ravensloot. Zij drogen hun hout achter in de tuin. Op Paasmaandag 06-04-1744 hebben Trijntje Willems en Gerritje van Langelaar, weduwe van Willem van Geijtenbeek gezien dat Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravesloot een loodsje, dat tegen hun muur was aangebouwd, hebben afgebroken. Er kwam zelfs een gat in de muur. | 25-06-1745 | |
Evertje Otten van de Haar, laatst wed. Hendrik van Maarn, ruim 70 jaar oud en Evertje Roelen, wed. Gerrit Pothoven, ca. 70 jaar oud verklaren t.b.v. Evert van Schaik dat hij eigenaar is van twee stoelen in de kerk van Scherpenzeel voor de zogenaamde Gruijters Bank. Meer dan 50 jaar geleden waren ze eigendom van Jan Gerritse van Egdom, met wiens weduwe Evert van Schaik getrouwd is geweest. | 18-05-1807 | |
Van Jan Jacobsz Knoppert. | 29-03-1695 | |
Aaltje Voskuijlen en Gijsbert Lagerweij verklaren ten verzoeke van Gerritje Gerrits Verhoef, wed. Willem Cornelissen van Moesbergen dat Aaltje sinds 1712 en Gijsbert sinds 1733 in een huis aan de Voorstraat wonen. het huis werd gehuurd door Aaltjes stiefvader Thonis Wildeman, getrouwd met Jannigje van Isendoorn en na hun dood door Aaltje tot 1733. Zij verklaren voorts dat de waterlossing achter de tabaksschuur in de hof en de hof van nu Anthonij Voskuijlen, de jonge en Gerrit van Ravesloot afwatert. | 04-09-1745 | |