samenvatting | datering | |
---|---|---|
Registratie van een inschrijving voor Johan van Westrhenen, als tijnsmeester van de Domeinen van Utrecht. Franck Jansz, won. Maarn leent 600 gulden van de Armen Noodhulp te Utrecht. Hij ontvangt het geld van rentmeester Dominicus Bogart. Onderpand: een stuk land, 'in 't gerecht van Colverschoten', onder Maarn. | 26-04-1615! | |
Johan Wechter leent namens Petrus Philippus van Blocklant 2600 gulden van Matthias Hofkens. Dit geld is een hypotheek die twee andere hypotheken vervangt. Onderpand: Het huis en hofstede met het land, genaamd Oijevaarshorst; de hofstede met land, genaamd de Zuijdwind, op Hamersveld; een hofstede met land, in Leusbroek, alles onder Leusden. Met toestemming van het Hof van Utrecht bij rapport van mr. Charles Parmentier, heer van Heeswijk, raad aan het Hof van Utrecht d.d. 09-11-1705. | 16-01-1706 | |
Evert Jansz en zijn vrouw Marritje Otten lenen 1500 gulden van Geurt en Hendrina Boelhouwer. Onderpand: een hofstede met het land, genaamd de Rieth, op Snorrenhoef, onder Leusden. | 02-01-1705 | |
Frans van Dolre en zijn vrouw Elisabeth Sprenger, won. Amersfoort, verklaren dat zij op d.d. 22-04-1701 voor het gerecht een schuldbekentenis hadden laten registreren t.b.v. Dirck van Ommeren, oud-schepen en raad van Amersfoort groot 1613 gulden. Onderpand: drie vierde deel van een hofstede, genaamd Haeckhorst of de Wetering, op Hamersveld, onder Leusden. Gebruikt door Ruth Boersen. Het andere vierde deel is eigendom van de vrouw van Frans van Dolre als erfgename van haar oom Matheus van der Maeth. | 24-10-1704 | |
Petrus Philippus van Blocklandt, heer van Ter Horst, mede namens zijn vrouw Maria Margareta de Bunnick/Beuningen lenen 1500 gulden van Cornelis de Coole, notaris te Utrecht. Onderpand: een hofstede met ca. 30 morgen land, genaamd de Nieuwe en Cleijne Rieth, op Snorrenhoef, onder Leusden. Gebruikt door Sijmen Buijs voor 230 gulden per jaar. | 07-09-1702 | |
Franciscus/Frans van Dolre, wijnkoopman en zijn vrouw Elisabeth Sprenger, won. Amersfoort lenen 1613 gulden van Dirck van Ommeren, oud-schepen van Amersfoort. Hiermee wordt een lening afgelost van 300 gulden van d.d. 22-12-1699, 790 gulden van d.d. 17-01-1700, 100 gulden van d.d. 16-02-1700, allen t.b.v. Dirck van Ommeren. Onderpand: drie vierde deel van een hofstede, genaamd Haeckhorst of de Wetering, op Hamersveld, onder Leusden. Gebruikt door Ruth Boersen. Het andere vierde deel is eigendom van de vrouw van Frans van Dolre als erfgename van haar oom Matheus van der Maeth. | 22-04-1701 | |
Gerrit van Bemmel, leent namens Johan Pontkaes, wed. Jannetje van Beek, chirurgijn te Amersfoort 230 gulden van Johan van Birkhoven, schout van Stoutenburg en zijn vrouw. Dit is het restbedrag van 1100 gulden dat zijn zuster Geertruijd Pontkaes schuldig was volgens akte voor not. Rogier Camerbeek van d.d. 15-06-1694. Haar onderpand: een hofstede, op Hamersveld, onder Leusden. Zijn onderpand: de helft van een hofstede, op Hamersveld, onder Leusden. De andere helft is van Dirk Jansz Zijdwind. | 28-04-1699 | |
Johan Pontkaes, mr. chirurgijn en zijn vrouw Johanna van Beeck, won. Amersfoort, lenen 400 gulden van Anthonia van Bemmel, wed. Anthonis van Brinckesteijn. Onderpand: de helft van een hofstede, op Hamersveld, onder Leusden. De wederhelft is van Dirck Jansz Sijdwind. Gebruikt door Henrick Rijcksz. | 30-07-1697 | |
Johan Pontkaes, mr. chirurgijn en zijn vrouw Jannitje van Beeck, won. Amersfoort, en Geertruijd Pontkaes, wed. Johan Haverman, won. Amersfoort, voor zichzelf en namens haar onmondige kinderen, lenen 2000 gulden van de onmondige kinderen van wijlen Abraham Boor en zijn vrouw Mechtelt van Giffen. Het geld wordt uitgekeerd door Godert van Brinckesteijn, notaris te Amersfoort, als administrateur van de kinderen van Abraham Boor. De lening wordt gebruikt om de gekochte hofstede op Hamersveld te betalen. Met toestemming van Bernardus Benaglia. Onderpand: een erf en goed met het land, op Hamersveld, onder Leusden. Deze lening staat in aflossing gelijk aan de lening van 1500 gulden aan de weduwe van Anthonis van Brinckesteijn. | 31-07-1694 | |
Johan Pontkaes, mr. chirurgijn en zijn vrouw Jannitje van Beeck, won. Amersfoort, en Geertruijd Pontkaes, wed. Johan Haverman, won. Amersfoort, voor zichzelf en namens haar onmondige kinderen, lenen 1500 gulden van de weduwe van Anthonis van Brinckesteijn, in leven notaris en secretaris van Leusden. De lening wordt gebruikt om de gekochte hofstede op Hamersveld te betalen. Met toestemming van Bernardus Benaglia. Onderpand: een erf en goed met het land, op Hamersveld, onder Leusden. Deze lening staat in aflossing gelijk aan de lening van 2000 gulden aan de kinderen van Abraham Boor. | 31-07-1694 | |
Petrus Philippus van Blockland en zijn vrouw Maria Margareta de Boeninck leent 3500 gulden van Arend van Ruijtenbeeck, cameraar van de Amersfoort en zijn vrouwt ter voldoening van de rest van de koopsom van Oijevaershorst. Onderpand: vier morgen land, in 't Veltschoor, van de hei tot aan de beek, onder Leusden. En een hofstede, genaamd Het Veen, onder Leusden. De rente wordt betaald uit de pacht van Dirck Jansz, bruiker van het erf de Suijdwind, op Hamersveld, onder Leusden. | 06-07-1694 | |
Harman Jansz en zijn vrouw Merritgen Gijsberts, won. op Steenbeeck, in Asschat lenen 700 gulden van Anthonis van Brinckesteijn, secretaris. Onderpand: de hofstede, genaamd Steenbeeck, in Asschat, onder Leusden. | 03-03-1693 | |
Thonis Jansz en zijn vrouw Willemtje Thonis, won. op Voscuijlen lenen 850 gulden van Cornelis Jansz. Een lening van 850 gulden wordt hiermee afgelost. Onderpand: het achtste deel, bestaande uit twee kampen, genaamd de Bree en de Geer met het plaggenveld, samen acht morgen groot, van de hofstede Groot Donckelaer, onder Leusden. | 18-11-1687 | |
Cornelis Cornelisz, won. op de Teut, onder Maarsbergen is 800 gulden schuldig aan zijn landvrouwe Margareta Trip, wed. Samuel de Mareez, vrouwe van Maarsbergen, wegens verschuldigde pacht. Zolang er niet is afgelost zal de schuldeiseres als borg hebben: twee paarden, negen koeien, een zeug en het bouwgereedschap. | 30-12-1692 | |
Thimon Meusz, won. Maarsbergen leent 820 gulden van zijn landvrouwe Margareta Trip, wed. Samuel de Mareez, vrouwe van Maarsbergen, wegens verschuldigde pacht. In mei 1693 zal hij 500 gulden aflossen. Borgen: Peter Meusz, won. aan de Haer, onder Maarn en Cornelis Stevensz, won. Maarsbergen. | 08-12-1692 | |
Henrick Thijsz en zijn vrouw Willemtje Pauwels, won. Amersfoort lenen 300 gulden van Arent van Ruijtenbeeck, cameraar van Amersfoort en zijn vrouw jvr. Aleijda van Ommeren. Onderpand: de windkorenmolen met huis en land, aan Bavoort, onder Leusden. Door hen geërfd van haar vader. Ook nog tweede deel van 't Ouweland, onder Leusden. | 30-10-1691 | |
Johan Andreas Becker, notaris te Utrecht namens Petrus Philippus van Blocklant is 1300 gulden schuldig aan de kinderen van Henrick Schijff. Dit geld wordt gebruikt als aflossing van een lening aan de erfgenamen van Francois van Sneeck, burgemeester. Met toestemming van het Hof van Utrecht na rapport van mr. Cornelis van Roijen, raad aan het Hof van Utrecht. Onderpand: een hofstede, bergen en schuren en 15 morgen bouw- en buntland, genaamd de Suijdwind of Ter Borchhorst, in Hamersveld, onder Leusden. Gebruikt door Dirck Jansen. Ook nog een hofstede, bergen en schuren en 30 morgen bouw- en weiland, in Hamersveld, onder Leusden. Gebruikt door Aelbert Thonisz Voscuijl. Ook nog vijf morgen land, behorende bij dezelfde hofstede, in Zuurbroek, onder Leusden. Hij is eigenaar als mede-erfgenaam van Johanna Jacoba Poeijt, in leven getrouwd met jkhr. Peter Soudenbalch, bij boedelscheiding van 05-02-1679. Aan Petrus Philippus van Blocklant toegescheiden d.d. 31-08-1689. | 17-11-1690 | |
Johan Andreas Becker, notaris te Utrecht namens Petrus Philippus van Blocklant is 1000 gulden schuldig aan jkvr. Alijda van Cuijck, wed. jkhr. Anthonij van Westrenen. Dit geld wordt gebruikt als aflossing van een lening aan de erfgenamen van Francois van Sneeck, burgemeester. | 17-11-1690 | |
Gerrit Henricksz en zijn vrouw Henrickje Jacobs, won. Leusbroek, zijn 197 gulden schuldig aan Aelbert Thonisz van Voscuijlen, won. Leusbroek. Daarvan is 59 gulden en 30 gulden wegens gekocht koren en 100 gulden voor een jaar pacht en acht gulden voor de secretaris. Onderpand: twee paarden, drie koeien, een vaars, twee kalveren, drie varkens, zes immen, het bouwgereedschap, het koren in de berg en op het land en de inboedel. Te samen geschat op 250 gulden. | 26-12-1688 | |
Mr. Sebastiaen de Wijs, advocaat voor het Hof van Utrecht leent namens jkvr. Maria Poeijt, wed. jkhr. Gerard van Westrenen 2000 gulden van mr. Jacobus Martens, advocaat voor het Hof van Utrecht. Onderpand: een deel van de hofstede met 60 morgen land, genaamd de Suijdtwindt, onder Leusden. Allodiaal goed. Daarbij hoort een akker land, onder Hamersveld, erfpachtgoed van de St. Paulusabdij te Utrecht. Geërfd van haar vader Rutger Poeijt. De rest van de hofstede is eigendom van haar broer jkhr. Jordaen Poeijt. Hun moeder jkvr. Adriana van Westrenen is met dit erf gelijftocht. De huurder betaalt de rente en mag deze van de pachtsom aftrekken. Mr. Sebastiaen de Wijs, advocaat voor het Hof van Utrecht bevestigd de lijftocht namens jkvr. Adriana van Westrenen, wed. jkhr. Rutger Poeijt. | 22-09-1668 | |