samenvatting | datering | |
---|---|---|
Registratie van een akte voor Huis Lokhorst d.d. 27-04-1773. IJsaak Scheltus Ottozn, heer van Leusden krijgt toestemming van jkhr. Gijsbert Jan van Hardenbroek, heer van Lokhorst, Barkesteijn enz. om een weesje (prieel) te plaatsen op een stuk heiveld en eiken wal van 3 1/2 roeden lang, behoren bij de ridderhofstad Lockhorst, waar hij met zijn land van zijn erf Nimmerdor aan grenst. | 19-06-1773 | |
Registratie van een uittreksel van een boedelscheiding voor not. H. van Geijtenbeek te Woudenberg d.d. 09-03-1769, op verzoek van H. van Geijtenbeek. Wulpher Teunissen, ov. in De Groep onder Amerongen d.d. 11-01-1765, eerst wed. van Geertjen Barten, daarna van Geijsbertje Aartsen. Erfgenamen: twee kinderen uit zijn eerste huwelijk: Teunis en Bart Wulfersen, beiden meerderjarig; vier kinderen uit zijn tweede huwelijk: Marritje Wulphersen, getrouwd met Erris Gerritsen Clijnvelt, Gerrit, Evertje en Aart Wulphersen, allen minderjarig. Boedelscheiding tussen Teunis en Bart Wulfersen aan de ene zijde en Gerrit Aartsen en Teunis Wulphersen als voogden van de minderjarige kinderen aan de andere zijde. Er is een boedelinventaris gemaakt voor not. Anthonij Voskuijl d.d. 10-01-1765. Ieder kind zal eenzesde deel erven. Teunis en Bart Wulfersen krijgen wel hun erfdeel van hun vooroverleden zuster Johanna Wulphers. Bart Wulfersen erft een hofstede in De Groep, onder Amerongen. Gerrit Wulphersen erft ook een hofstede in De Groep, onder Amerongen. Marritje Wulphersen, getrouwd met Erris Gerritsen Clijnvelt erft de hofstede, genaamd de Bieshaar, onder Leusden. Gebruikt door Willem Jordense. Geschat op 2800 gulden. Tegen betaling van 1100 gulden aan Evertje Wulphersen bij meerderjarigheid. Teunis Wulphersen erft vijfzesde deel van de hofstede, genaamd de Laagemaat, onder Woudenberg. | 19-05-1769 | |
Registratie van een uittreksel van een boedelscheiding voor not. J.T. Blekman te Utrecht van d.d. 19-05-1768 en akkoord bevonden door not. S. Hooft te Utrecht d.d. 26-08-1768, op verzoek van Leonard de Heer. Boedelscheiding tussen: Jan Adriaan, baron van Bemmell, heer van Bemmell, Incourt en Longeville; Jacob Baldewijn, baron van Bemmell, heer van Doornenburgh; Maria Anna Geertruijd, baronesse van Bemmell, vrouwe van Ruijsenborch, wed. Joost Hendrik Baldewijn, baron van Harteveld; Luberta Lucretia, baronesse van Bemmell, getrouwd met Lotharus Carel Antoon, baron van Bonninghausen, heer van Walbeck, Tursteede; allen erfgenamen van hun nicht jkvr. Hendrina Justina van Heemskerk, in leven vrijvrouwe van Incourt en Longeville, vrouwe van Rijsenborgh, Doornenburgh, volgens haar testament voor not. Hendrik van Dam te Utrecht d.d. 31-05-1765. Jacob Baldewijn, baron van Bemmell, heer van Doornenburgh erft: een hofstede met 39 morgen bouw- en weiland en 17 morgen 470 roede heide, onder Leusden. Geschat op 1500 gulden. | 29-08-1768 | |
Registratie van een akte voor notaris Petrus Broers te Mechelen d.d. 03-07-1761 t.v.v. jkhr. Johan Diderik van Blokland, eigenaar van het erf Oijevaarshorst. Mr. Jasper Joseph baron van der Hemm de Nedersteijn en jkvr. Maria Josephine van der Hemm, jongedochter; Francoise Alexandrine de Lindicq; jkhr. Arnoldus Hiachintis van der Hemm, 'policheijmeester' van Mechelen; Francoise Cristina Theresia van der Hemm en haar man mr. Philips baron de Beer; Jasper Josephus van der Hemm; kinderen van wijlen mr. Herman Gijsbert baron van der Hemm de Nedersteijn en hun nog levende moeder Isabella Jacoba Snoij. Zij schelden elkaars schulden kwijt en verklaren dat Jacob Hiacent Dierout, heer van Ganswijk, Joan Diderik van Blokland, ritmeester ten dienste van de Staten van Holland en Gerardus Albertus en Ludovicus Carolus van Blokland geen aanspraak zullen maken op de erfenis. | 04-10-1761 | |
Elisabeth Sprenger, wed. Franciscus van Dolre verklaart dat uit het testament van haar oom zaliger Matheus Dirksz van der Maath voor not. Gerard van Swijnevoort te Amersfoort blijkt dat zij als enige erfgename wordt aangesteld. Zij mag de goederen niet verkopen, alleen vererven. Deze goederen bestaan uit ca. 5 morgen land, onder Amersfoort; twee morgen land, onder Isselt. Deze hebben eertijds gediend als onderpand voor de wijnhandel van haar man. Hij heeft dit onderpand met toestemming van het gerecht d.d. 22-09-1704 geruild tegen een huis in de Lavendelstraat te Amersfoort, met bijbetaling van 450 gulden. Toen Franciscus van Dolre stopte met zijn wijnhandel is het huis verhuurd aan wijnhandelaar Antonij de Wijs. Toen overleed hij, nalatende vier kinderen, waarvan de oudste bijna acht jaar oud is. Door de kosten van de opvoeding is Elisabeth Sprenger in schulden gekomen en genoodzaakt om het huis te verkopen. Antonij de Wijs is bereid het voor 2800 gulden te kopen. Dat is 800 gulden meer dan de taxatiewaarde. Zij kan hiermee een lening van 2000 gulden aflossen. Onderpand: de helft van een hofstede, op Hamersveld, onder Leusden. Gebruikt door Melis Gerritsen. Zij vraagt toestemming voor deze verkoop. | 30-06-1710 | |
Registratie t.v.v. Hendrick Both, burgemeester van Amersfoort van een akte gepasseerd voor de secretaris van Amersfoort 13-04-1710. Mr. Gerard Murraij, raad en schepen van Amersfoort verklaart dat er voor not. Anthonij van Goudoever d.d. 04-01-1704 een onderhandse magescheid is geweest tussen zijn zwager Hendrick Both, burgemeester van Amersfoort als weduwnaar van jkvr. Lamberta Murraij en als vader van Johanna, Margareta, Pieter, Aletta, Jacoba en Gouda Both, aan de ene kant. En mr. Gerard Munnicx als voogd over de kinderen, aan de andere kant. Daarin staat niet met name dat Hendrick Both de onroerende goederen die tijdens het huwelijk zijn aangekocht aan hem worden toegescheiden. Mr. Gerard Murraij verklaart dat dat wel de bedoeling is. | 14-04-1710 | |
Mr. Johan Kool, schepen en raad van Amersfoort laat registreren dat hij bij huw. voorw. van d.d. 05-01-1703 van zijn ouders de hofstede, genaamd de Ruijtenbeeck, onder Leusden, heeft gekregen. | 25-06-1706 | |
Registratie van het testament van Matheus Dircksz van der Maeth door Gerard van Swijnevoort, notaris te Amersfoort namens Everhardus van der Maeth. Everhardus van der Maeth handelt in opdracht van zijn vader Aert Matheusz van der Maeth en Jacob Snoeck, in het testament genoemde voogden van Elisabeth Sprengers. | 06-10-1699 | |
Petrus Philippus van Blockland toonde een verzoek van d.d. 24-11-1696 dat hij heeft gedaan aan het Hof van Utrecht. Met een rapport van commissaris mr. Charles Parmentier, heer van Heeswijck dat hij toestemming gaf voor de verkoop. Hij kreeg toestemming van het Hof van Utrecht om uit het overgeschoten geld van de verkoop van acht morgen land, in Cattenbroeck, afkomstig uit de nalatenschap van zijn 'oudmoeij' jkvr. Agatha Derout een lening van 1300 gulden af te lossen. Deze lening had hij d.d. 17-11-1690 afgesloten t.b.v. de kinderen van Henrick Schijff, met als onderpand een hofstede met ca. 50 morgen land, genaamd de Suijdwind, op Hamersveld, onder Leusden. Gebruikt door Dirck Jansz. Een een hofstede met 30 morgen land, in Leusbroek, onder Leusden. Een vijf morgen land, in Zuurbroek, onder Leusden. Allebei gebruikt door Aelbert Thonisz. Als de lening is afgelost, blijft er nog 290-17-0 gulden over. | 10-09-1697 | |
Registratie van het verzoek van Reijnier van Hartoghsvelt aan zijne hoogheid om zijn salaris te betalen. Het verzoek wordt doorgegeven aan de Staten van Utrecht. Zij moeten hem betalen als koster en voorlezer in de kerk van Leusden. | 16-06-1675 | |
Registratie van de aanstelling door zijne hoogheid in opdracht van de Staten Generaal van Nederland van Reijnier van Hartoghsvelt als koster en voorlezer in de kerk van Leusden. Gedaan in het hoofdkwartier te Duffelen. Getekend door Guillaume d’Orange (Willem van Oranje) | 27-05-1675 | |
Mr. Godefroij van Meerveen toont een kopie van een magescheid van d.d. 26-08-1665 tussen de erfgenamen van jkhr. Everard van Schadijck, van vaderszijde opgemaakt. Jkvr. Everarda Velsermans, vrouwe van Blocklant krijgt een morgen land, op Hamersveld, onder Leusden, toegescheiden. Gebuikt door Jan Simonsz, won. Hamersveld. | 26-03-1668 | |
Johanna van Blanckendael, wed. Henrick Anthonisz van Eede, in leven raad van Amersfoort, brouwer, toont hun testament voor not. Dirck Morraij te Amersfoort d.d. 18-11-1665. Hierin staat o.a. dat haar man de helft van een hofstede met ca. 30 morgen land, in Hamersveld, onder Leusden, bezit. Zij bezit zelf de andere helft. Gebruikt door Gijsbert Henricksz. Nu laat zij registreren dat zij het vruchtgebruik van de helft van haar man krijgt. Nu volgt de letterijke tekst van het testament. Enige erfgenaam: hun zoon Aert van Ede. Getuigen: Herman Bots en Evert Evertsz. Ondertekend door de testateurs, Herman Bots en Evert Gerritsz(!), kuiper | 11-12-1666 | |
Henrick van Esvelt en zijn vrouw Grietgen van de Burch verklaren dat Jacob Peter Stevensz en zijn zuster Gerberich Peter Stevensdr d.d. 01-12-1613 hun testament op de langstlevende hebben gemaakt. Erfgenamen: de zes kinderen van hun neef Jan Thoenisz van de Burch krijgen een derde deel van een erf in Asschat, gebruikt door Evert Huijgh. De rest is eigendom van Gerrit van Rijn en Jan Thoenisz van de Burch. Zij erven ook een rente van 10-2-5 gulden ten laste van het dorp Baarn. Een lening van 25 gulden ten laste van Cornelis Rutgersz, won. Bunschoten. Een hof buiten Bloemendael in de eerste steeg. Hun deel van twee graven in de St. Joriskerk. Jan Thoenisz van de Burch behoudt zijn lijftocht. Als alle zes kinderen zonder erfgenamen zullen sterven, gaat hun erfdeel naar Grietgen Thonis van de Burch. Hun nicht Grietgen van de Burch erft het zesde deel van zes morgen land, op Isselt, gemeenschappelijk met de erfgenamen van Jorden Peut. Hun deel van het erf Besseleneerdt, belast met een jaarlijkse rente van vier gulden t.b.v. de erfgenamen van Gerritgen Saelen. De helft van een lening van 500 gulden, gevestigd in vier dammaten land en een vogelkooi, in de Haar. Hun nicht Gerritgen van Rijn, getrouwd met korporaal Donck krijgt hun huis aan de Langegracht te Amersfoort. De andere helft van een lening van 500 gulden, gevestigd in vier dammaten land en een vogelkooi, in de Haar. Hun nicht Antonia van Lennip erft drie delen van twaalf dammaten land, genaamd Hulck, in Eemland, gemeenschappelijk met Frans Cornelisz c.s. Belast met 200 gulden. Hun roerende goederen zijn voor de ene helft voor Jan van de Burch en voor de andere helft voor Gerritgen van Rijn, getrouwd met korporaal Donck. Het armenweeshuis te Amersfoort krijgt een kampje bij de Eem. Jan van de Burch krijgt 1 1/2 morgen land op Isselt, gebruikt door Thonis Rijcxsz. Hij moet daarvoor aan de drie kinderen van Henrick in de Swaen elk 75 gulden geven en 75 gulden aan de meid Aeltghe Thoenis. | 06-01-1621 | |
Claes Hoolhorst en Gerrit Otten, voogden van de kinderen van zaliger Wouter Otten en zijn vrouw zaliger Maria Buijsen. De kinderen hebben 170-10-0 gulden en onroerende goederen in Hoevelaken en Woudenberg geërfd van de overleden kinderen van zal. Jan Meusz. | 07-05-1609 | |
Op grond van een ´acte van costen´ van het Hof van Utrecht van d.d. 28-07-1766 wordt door jhr. Daniël Cornelis van der Capelle, heer van Mijdrecht, Schalkwijk en van d.d. 16-05-1767 door Jan de Cupers beslag gelegd op de goederen van de veroordeelde Huijgh Gijsbertse van de Vliert. Deze bestaan uit: het erf De Nort met 12 morgen land en 4 morgen bouwland op Ekeris. | 22-05-1767 | |
Mr. Cornelis van Lugtenburg en Peter ´s Gravesande, curators van Louise Marez, wed. mr. Johan van Lugtenburg, heer van Meersbergen. Louise Marez had haar dochter Louise van Lugtenburg, op 07-06-1703 getrouwd met Peter ´s Gravesande, een bruidsschat van 40.000 gulden beloofd, uit te keren na haar overlijden. Mr. Cornelis van Lugtenburg had al 21.653 aan zijn zwager uitgekeerd na overlijden van Louis Trip, burgemeester en de grootvader van Louise Marez. De rest wordt vastgelegd in een overeenkomst van 10-04-1715, not. Thomas Vosch van Avesaat en overeenkomsten van 01-01-1717 en 13-04-1717. Restbedrag is 20.142 gulden. om dit bedrag te krijgen worden de tienden van de goederen onder Maarsbergen voor 13.500 gulden verkocht aan Gerard Maximiliaen Pijnssen van der Aa. De rest, 6642 gulden wordt omgezet in een hypotheek. Met registratie van het transport voor het gerecht van Woudenberg. Met registratie van de koopakte van de grove, smalle en krijtende tienden uit Rumelaer, onder Maarsbergen, gebruikt door Wulphert Jansen; uit Rumealer onder Woudenberg, gebruikt door de weduwe van Dirck Cornelisz; uit de Ringelpoel onder Woudenberg, gebruikt door Willem Rutten; uit de Legeweijde onder Woudenberg, gebruikt door Anthonij Lambertsz; uit De Haer onder Maarsbergen en Woudenberg, gebruikt door Dirck Warnartsz, voorheen door de weduwe van Louw Willemsen en Reijer Jansen. Op kaart getekend door landmeter Broeckhuijsen. | 14-07-1717 en 20-10-1717 en 04-11-1717 | |
Cornelis Dashorst, geb. in de Agterstraat bij Scherpenzeel, getrouwd met Hester van Drongelen vraagt een akte van indemniteit om in Velzen te gaan wonen. | voor 06-11-1739 | |
Willem Geurtsen en zijn vrouw Aartje Rijks vragen een akte van indemniteit om in Naarden te gaan wonen. | 05-11-1738 | |
Willem Hermensen en zijn vrouw en kinderen verzoeken een akte van indemniteit. | 10-04-1738 | |