Logo - Archief Eemland

Hij zal het voornoemde land transporteren ten behoeve van zijn kinderen, indien noodzakelijk, op verzoek. Hier tegenover zal hij al de resterende goederen van de boedel behouden, zowel roerende als onroerende, zowel in het Gesticht als in Gelderland en elders gelegen. Tevens renten, actiën, credieten, goud, zilver, geld, huisraad en inboedel, niets uitgezonderd, waarvan de kinderen ten behoeve van hun vader afstand doen. Sijmon Maes neemt op zich alleen te betalen alle verdere lasten en schulden van de boedel.
Onderaan de akte staat nog: "te segelen bij": Joachim Everts Evert van Butseler Corn. van Butseler Sijmon Maes selfs Clemens Peters vanwege Peter Peters den Ouden.

Idem komt de procuratie van de kosten over het proces tegen de Nijkerkers als het accoord daarover en over dit accoord, tezamen 6 gulden, welke onkosten tezamen bedragen 293 gulden en 10 stuivers welke afgetrokken worden van 979 gulden. Blijft over 685 gulden en 10 stuivers. Daarvan komt Lambert van Zijll 200 gulden toe volgens het accoord van 20-11-1609 en Jacob van Zijll ook 200 gulden en Jan Suermont (erfgenaam) 100 gulden omdat zijn moeder 100 gulden heeft ontvangen. Onder de voornoemde vier erfgenamen blijft gelijkelijk te verdelen 185 gulden en 10 stuivers, zijnde voor ieder 46 gulden, 7 stuivers en 8 penningen. Hierdoor ontvangt Lambert van Zijll 246.7.8 , waarvan hij voor het verkochte goed op Hamersveld 100 gulden en van de poort 50 gulden moet aftrekken, zodat uiteindelijk resteert 96.7.8. Idem voor Jacob van Zijll 246.7.8, waarvan hij al heeft ontvangen van de 80 gulden van de kinderen van Peter Hesselzn. de som van 50 gulden en 6 gulden voor 2 jaar rente van de 50 gulden zodat hem resteert de som van 190.7.8. Idem krijgt Jan Suermont 146.7.8, en Frederick Cocq (Cathrina van Steenwech) krijgt 46.7.8, waarvan hij van de 80 gulden van de kinderen van Peter Hesselzn. 30 gulden ontvangen heeft plus 3 gulden en 10 penningen van de rente daarvan, zodat hij 12.17.8 ontvangt.
Hieronder staat: Aangezien Dirck Gerrits, als koper van het huis in de Bloemendaelse binnenpoort nog 344 gulden moet betalen, hebben Lambert van Zijll en Frederick Cocq de volgende crediteuren hieraan gekoppeld: - de Nijkerkers met 100 gulden; - Willem Bosch met 20 gulden; - de mombers van de kinderen van Peter Hesselzn. 89 gulden en 10 stuivers; - Jan van Ingen met 6 gulden; - Frederick Cocq onder aftrek van hetgeen hem toekomt 25 gulden; - de helft van hetgeen Jan Suermont toekomt tot 73.3.12; Lambert van Zijll onder aftrek van hetgeen hem toekomt 30.6.4, maakt totaal de voornoemde 344 gulden.

Aangezien nog door Henrick Dircxzn. van Reynesteyn en Burchgen van Zijll, echtelieden, als kopers van het halve erf op Hamersveld, staat te betalen 485 gulden, worden daarom bij deze daaraan gekoppeld: - Lambert van Zijll voor 66.1.4; - Frederick Cocq voor de rest van de mondkosten en zijn portie van de erfenis 117.17.8; - de mombers van de kinderen van Peter Hesselzn. voor de verlopen rente 32 gulden en 10 stuivers; - Jacob van Zijll voor 190.7.8; - Jan Suermont, de andere helft van de som van 73.3.12; - Beernt Cock voor de onkosten voor het accoord van de Nijkerkers, voor de som van 5 gulden, tezamen maakt dit 485 gulden welke betaling de kopers "goede betalinge zal strekken". Ontvangen door Lambert van Zijll, uit handen van Dirck Gerrits, 30 gulden en 6 stuivers. Ontvangen door Jan van Ingen, uit handen van Dirck Gerrits, 6 gulden.
"Also over die rekening en liquidatie bij de vrunden (= familie) tot verscheijden reysen (= keren) is gedaan bevonden ten huyse van Beernt Cock, waarvan bij calculatie bevonden is dat de boedel van Jacob van Zijll (= Jacob van Zijll den ouden, de erflater) moet dragen 18 gulden. Zo is 't dat bij de vrunden is geassigneert te ontvangen van de kooppenningen onder Burrichgen van Zijll ten behoeve van de zelve boedel staande 't oorconde. d.d. 01-10-1611."

Plus de helft van 2 akkers land gelegen te Emmenes binnendijks, zowel bouwland als weiland, met huis, berg, schuur en bijbehoren. Plus de helft van 't Hoogelandt te Meppel, met nog een losrente van een goudgulden jaarlijks te Meppel. Plus 1/3 deel van 3 dammaten slagenland, zijnde leengoed van de Abdij van St. Pouwels te Utrecht. Plus 1/3 deel van de dijkwegen daarbij gelegen. Plus 1/3 deel van 2 dammaten land te Bunschoten, te velde gelegen.
- Helmich van Westrhenen zal de goederen behouden die hem met Gulive Dirck Gerritzn. dochter (N.B. volgens huwelijk voor gerecht Amersfoort heet zij Wilhelmina) ten huwelijk gegeven zijn. Plus 8 dammaten land gelegen in Nederzeldert met bijbehoren. Plus 850 carolus gulden hoofdsom gevestigd in het goed van Isselt. Plus de helft van de 2 akkers land te Emmenes binnendijks, zowel bouwland als weiland, met huis, berg, schuur en bijbehoren, waarvan Levina van W. de andere helft hiervoren is toebedeeld. Plus 1/3 deel van 3 dammaten slagenland, zijnde leengoed van de Abdij van St. Pouwels te Utrecht, plus 1/3 deel van dijkwegen daarbij gelegen, plus 1/3 deel in 2 dammaten land te Bunschoten, te velde gelegen. Plus een stuk land gelegen in het nieuwe land in de Vrijheid dezer stad. Plus 16 gulden en 16 stuivers jaarlijkse losrente op Maria Verhell, weduwe van Lievert Schulten, of haar erfgenamen, van 280 carolus gulden hoofdsom; idem een losrente van 10 carolus gulden jaarlijks op Jonkheer Johan van Doorn, van 200 carolus gulden hoofdsom. Plus 1/24 deel van een kampje land gelegen bij de Voort in de Vrijheid dezer stad Amersfoort. Plus een halve morgen land in de Vlaschackeren, waarvan Dirck van Westrhenen Janzn. de andere helft bezit.
- Dirck van Westrhenen zal hebben 1/4 deel van 17 dammaten land, gelegen in de polder van de Haer. Plus 1/4 deel van 2 gedeelten van de halve hoeve land gelegen in het Overeijndt van Jutphaas met dezelfde lasten als die bij testament van Jonkvrouw Mechteld van Westrhenen bevonden zullen worden.

Plus 3½ dammaten maatland, gelegen te Emmenes buitendijks. Plus het land aan de Amersfoortse berg, zijnde leengoed van de Domeinen 's lands van Utrecht. Plus het huis van Aernt van Westrhenen, dat tegenwoordig door Johan van Westrhenen wordt bewoond. Plus 1/3 deel van 3 dammaten slagenland, zijnde leengoed van de Abdij van St. Pouwels te Utrecht, plus 1/3 deel van dijkwegen daarbij gelegen, plus 1/3 deel van 2 dammaten land te Bunschoten, te velde gelegen. Plus 34 carolus gulden, 7 stuivers en 8 penningen jaarlijkse losrente op hun neef Doc. Altetus van Achtevelt, in hoofdsom van 550 carolus gulden. Plus het 1/8 deel van Plaggenhoeff. Plus 2 morgen land gelegen in 't Aalandt.
Hiermede zullen Johan van W., Jkvr. Levina van W., Helmich van W. en Dirck van W. (allen kinderen van Aernt van Westrhenen) tevreden moeten zijn. De kinderen van Aernt van W. zullen dadelijk genieten de percelen van goederen die hen mede ten huwelijk gegeven zijn en door hen tot deze tijd toe zijn genoten. De resterende goederen, zowel heerlijk als deelbaar, roerend als onroerend, geld, goud, zilver, die aan hen door het overlijden van Aernt van W. en Jkvr. Mechteld van W. zullen overgaan, genoten en gedeeld worden en waarover zij vervolgens de beschikking hebben of nog krijgen. Verder is overeengekomen dat wanneer Aernt van W. of Jkvr. Mechteld van W. komt te overlijden, dat alsdan het jaarlijkse inkomen van de onroerende goederen die door het overlijden van de eerste "aflijvige" (= de eerste die overlijdt) op de voornoemde 4 kinderen van Aernt van W. zullen overgaan door hen jaarlijks in 4 gelijke porties zullen worden gedeeld en genoten tot het overlijden van de langstlevende toe. Op dat moment zullen zij volgens deze boedelscheiding ieder de percelen die hen hierbij zijn toebedeeld aanvaarden.

Wel te verstaan dat aan Dirck, de jongste zoon van Aernt, wanneer hij huwt tijdens het leven van zijn vader en tante, ten huwelijk gegeven zullen worden de goederen die krachtens het overlijden van zijn vader naar hem zouden overgaan en alsdan dadelijk door hem genoten zullen worden. Uitgezonderd dat Jan (Johan) van W. en zijn erfgenamen het huis dat tegenwoordig door hem wordt bewoond, zal blijven bewonen tot de dood van zijn vader en tante toe, mits hij daarvoor jaarlijks 35 car. gulden betaalt en mits dat Dirck van W. zo lang bij zijn vader of tante in zal wonen en hij deze goederen van zijn vader (uitgezonderd het voornoemde huis, door Johan bewoond) ook dadelijk zal genieten. Indien Aernt overlijdt vóór het huwelijk van Dirck en vóór het overlijden van Jkvr. Mechteld, dan zal Dirck het zelfde goed genieten met zijn broers en zuster, gedurende het leven van Jkvr. Mechteld, maar niet meedelen in het jaarlijkse inkomen van de andere onroerende goederen van hun vader die zijn broers en zuster gedurende het leven van Jkvr. Mechteld gelijkelijk zouden komen te verdelen. Dan, indien Jkvr. Mechteld overlijdt vóór Aernt van W. (haar broer), en Dirck van W. dan nog ongehuwd is en in het huisl van zijn vader woont, of gehuwd zijnde en intussen zijn portie van zijn vaders goederen als voornoemd genietende, dan zal Dirck in dat geval naast zijn broers en zuster mede gehouden zijn de portie van de onroerende goederen die op hem, door het overlijden van Jkvr. Mechteld overgaan, alsdan mede in de boedel te laten komen en zal het jaarlijkse inkomen van de onroerende goederen die door het overlijden van Jkvr. Mechtelt op henlieden zal komen te vererven, in dat geval tussen de 4 kinderen, bij gelijke porties als voornoemd, genoten worden tot het overlijden van Aernt van W. toe.

Mede is afgesproken dat, indien enige van de voornoemde goederen komen te "verongelucken" tijdens het leven van hun vader en tante, of één van beiden, dan zullen de 4 kinderen gehouden zijn de één de ander de schade te vergoeden. Zoals zij (deze 4 kinderen) ook gehouden zullen zijn de anderen te assisteren en tot gelijke kosten te dirigeren. Alle klachten en processen die tegen henlieden gezamenlijk of tegen één van hen betreffende het testament van hun vader of tante mochten afkomen, worden afgehandeld en de anderen zijn gehouden de schade te vergoeden die zijlieden daardoor mochten komen te lijden. De voornoemde 4 kinderen beloven onverbrekelijk voor hen en hun erfgenamen al hetgeen hierbij voornoemd is te zullen onderhouden en te doen onderhouden, op straffe door de testamenten van Aernt van W. en Jkvr. Mechteld van W. te bepalen, daarvoor verbinden zij hun persoon en goederen. Getuigen: Jkhr. Anthonis van Wenckum, Jan Rijcxzn. Proot (Proet) en Jan Barten. Drie van de vier kinderen ondertekenen ook deze akte (Dirck niet, want hij is nog onmondig). Levina van Westrhenen tekent als Livijsghen.