0083-inmaster Notaris inmaster
17110 1608-10-29 Verklaring: 29-10-1608 J. van Ingen AT 002b001 nr. 214
Datering:
1608-10-29
Naam:
Anna Rijcken
Akten:
Verklaring: 29-10-1608 J. van Ingen AT 002b001 nr. 214
Opmerkingen:
Anna Rijcken is lange tijd door Henrick Henricxzn. van Hardenstede en Anthonia Rijcx (echtelieden) met kost en drank verzorgd en deze zijn daarvoor ten dele niet gecompenseerd.
Anna Rijcken, als zijnde een "impotente blinde vrouw" was niet langer in staat om alleen te wonen en haar middelen strekken niet zover om zichzelf te onderhouden in kost, drank, kleding, onder en over.
Daarom hebben Henrick en Anthonia, bij deze, voor hen en hun erven, voornoemde Anna Rijcken aangenomen in kost en drank, haar leven lang, tot tevredenheid van Anna en de nabeschreven getuigen, alsmede haar daartoe haar vrijheid en slaapplaats te laten hebben in het kamertje, staande op de plaats achter hun huis genaamd De Witte Swaen, en zij beloven mede haar bewassing en te "vringen" (= [uit]wringen).
Na haar overlijden haar eerlijk te zullen doen begraven op hun kosten.
Daarvoor geeft Anna Rijcken, met handen van Elbert Goris, haar gecoren voogd aan voornoemde Henrick Henricxzn. van Hardenstede en zijn huisvrouw Anthonia Rijcx en hun erven, bij deze, als betaling al haar goederen, zowel roerende als onroerende, renten, acten, geld, goud, zilver, gemunt, ongemunt, clederen, linnen en wollen tot haar lijf behorend, dat wat zij met de dood ontruimen en achterlaten zal, geen vandien uitgezonderd. Zij behoudt daarvan de lijftocht haar leven lang om met de jaarlijkse rente daarvan haarzelf met clederen, linnen en wollen te mogen onderhouden.
Getuigen: Frans Andrieszn., Ellert Jans Goris (Ghorijs), Jacob Theussen (Mattheussen), Matheus (Theus) Jacobszn. en Louren Jacobszn.
Anna Rijcken, als zijnde een "impotente blinde vrouw" was niet langer in staat om alleen te wonen en haar middelen strekken niet zover om zichzelf te onderhouden in kost, drank, kleding, onder en over.
Daarom hebben Henrick en Anthonia, bij deze, voor hen en hun erven, voornoemde Anna Rijcken aangenomen in kost en drank, haar leven lang, tot tevredenheid van Anna en de nabeschreven getuigen, alsmede haar daartoe haar vrijheid en slaapplaats te laten hebben in het kamertje, staande op de plaats achter hun huis genaamd De Witte Swaen, en zij beloven mede haar bewassing en te "vringen" (= [uit]wringen).
Na haar overlijden haar eerlijk te zullen doen begraven op hun kosten.
Daarvoor geeft Anna Rijcken, met handen van Elbert Goris, haar gecoren voogd aan voornoemde Henrick Henricxzn. van Hardenstede en zijn huisvrouw Anthonia Rijcx en hun erven, bij deze, als betaling al haar goederen, zowel roerende als onroerende, renten, acten, geld, goud, zilver, gemunt, ongemunt, clederen, linnen en wollen tot haar lijf behorend, dat wat zij met de dood ontruimen en achterlaten zal, geen vandien uitgezonderd. Zij behoudt daarvan de lijftocht haar leven lang om met de jaarlijkse rente daarvan haarzelf met clederen, linnen en wollen te mogen onderhouden.
Getuigen: Frans Andrieszn., Ellert Jans Goris (Ghorijs), Jacob Theussen (Mattheussen), Matheus (Theus) Jacobszn. en Louren Jacobszn.
Echtgenoot:
(wed. van:) Jan Dircxzn. van Wageningen
Rol:
Genoemd
laatste wijziging 21-04-2011