Logo - Archief Eemland

Harmen Veenhof sr. verklaart schuldig te zijn aan zijn kinderen Hendrik en Alida Veenhof, de som van f. 480,- + rente.

Weymtgen Henricx van Wenckum, weduwe van Henrick Willemszn. Bosch, met handen van Henrick Henrickzn. Bosch, haar zoon en gecoren voogd in deze, en de laatste tevens voor zichzelf, verklaren deugdelijk schuldig te zijn, voor hen en hun erven aan Jacob Peters van Gelder en Geertgen Dircx, echtelieden, de som van 50 carolus gulden.
De schuld is ontstaan uit de koop en leverantie van verscheidene waren, welk bedrag zij beloofden te betalen een jaar na heden, zonder langer uitstel. Maar wanneer Henrick Henrickzn. Bosch eerder vanuit Rome naar Amersfoort terugkomt, dan zullen de comparanten bij het volbrengen van deze reis gehouden zijn de voornoemde schuld ook zoveel eerder te betalen.
Wel te verstaan dat, wanneer de voornoemde schuld een jaar na heden niet voldaan wordt, dan zal vanaf die tijd de rente lopen die bij de voornoemde schuld mede zal moeten worden betaald bij het invorderen van de schuld.
De comparanten zullen gehouden zijn te allen tijde, na dato dezes, op verzoek van Jacob Peters van Gelder en Geertgen Dircx en hun erven, de voornoemde 50 gulden te verzekeren met als onderpand hun huis, staande op Bloemendael, en uit hun verdere goederen, tegenwoordige en toekomende, vastgelegd in deze obligatie.
Henrick Willemszn. heeft zijn moeder gemachtigd om bij zijn afwezigheid deze akte voor zekerheid te laten passeren en van waarde te houden, waarvan Jacob Peters van Gelder akte verzocht. Bij deze.
Akte ten huize van Reyer Janszn.
Getuigen zijn Jan Janszn. en Wouter Rutgerszn.