Logo - Archief Eemland

Publicatie van 23 oktober 1629
Om besmetting zoveel mogelijk te voorkomen wordt een speciale pestverordening vastgesteld:
1. Het stadsbestuur draagt eenieder op hun vuilnis van de straat en uit de goten te halen en niet op straat te deponeren. Op elke bekeuring staat een boete van een schelling.
2. Drie gulden boete staat op het deponeren van visafval in goten, grachten en op mestvaalten. De aanbrenger krijgt daarvan een gulden.
3. Iedereen die zich bevindt in een besmet huis moet daar 6 weken blijven, op straffe van een boete van 6 gulden.
4. Niet eerder dan 10 weken na de schoonmaak mogen uit de boedel van een besmet huis goederen worden verkocht, op straffe van een boete van 25 gulden. Degene belast met de verkoop wordt in geval van overtreding uit diens functie gezet.
5. Kadavers en dode vis moeten op een plek buiten de stad worden begraven, tenminste een voet diep. Stroo moet daar verbrand worden. Op elke overtreding staat een boete van 3 gulden, waarvan een voor de aanbrenger.
6. Pestdoden moeten binnen 24 uur begraven worden, op straffe van een boete van 3 gulden.
7. 1. Op straffe van dezelfde boete is het verboden aan de dragers kruiden te geven of die op de baar of straat te strooien.
7. 2. Het is verboden om uit een besmet huis goederen te verkopen zolang dat huis niet schoongemaakt is. Elke overtreding betekent verbeuring van het goed en een boete van 6 gulden.
8. Het is verboden deuren en ramen van besmette huizen open te houden gedurende 3 weken, op straffe van een boete van een gulden voor elke overtreding.
9. Het is verboden goederen uit besmette huizen buiten schoon te maken tot 3 weken na het laatste sterfgeval, op straffe van een boete van 3 gulden voor elke overtreding.
10. Bij besmette huizen dient op een goed zichtbare plaats een strokrans te worden opgehangen, op straffe van een boete van 3 gulden 23-10-1629