Aktedatum | Object | Kopende partij | Verkopende partij | Leninggever | Leningnemer | Lening | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1540-11-13 (septima post Martini hyemalis) | Beatrus Lambert Maissoen dochter | Frans Meynsoen en zijn vrouw Gertruyt | drie gouden rijnsgulden van 28 hollantse stuvers, jaarlijks te renten tot haren lijve, te betalen jaarlijks op Sint- Gallendag | ||||
1540-11-15 (secunda post Martini hyemalis) | tegoedschelding van een halve philippusgulden die zij jaarlijks hebben uit het goed van Jan Lubbersoen en zijn vrouw Henrickgen en dat zij ge-erfd hadden van Evert Bartsoen, zoon van genoemde Mergryet | Jan van Westrenen en zijn vrouw jonkvrouw Dyllie | Gheryt Reyer Rutgersoen en zijn vrouw Mergryet | ||||
1540-11-16 (tertia post Martini hyemalis) | Henrick van Rijn ten behoeve van het Celsusteren cloester binnen Amersfoort, | Thonis Buys en zijn vrouw Alijdt | zeven karolusgulden aan jaarlijkse rente, te betalen op Alerheyligen- dag, te lossen de penning met 20. | ||||
1540-11-17 (quarta post Martini hyemalis) | al hun goederen niets daarvan uitgezonderd | Peter Henricksoen en zijn vrouw Gertruyt maken hun wederzijds testament op de langstlevende | |||||
1540-11-17 (quarta post Martini hyemalis) | tegoedschelding van een huis met de erfpacht van de hof en de hofstede, gelegen op de Camp dat genoemde Peter nu al gebruikt | Peter Verhoeff en zijn vrouw Geertruyt | Gheryt Symonsoen en Thijs Gerytsoen als twee naaste vrienden en magen van vaders zijde van het onmondige kind Symon Geryt Symonsoen, Dirck van Geyn en Thonis Willemsoen als twee naaste vrienden en magen van genoemde Symon van moeders zijde en als vier vierdelen | ||||
1540-11-17 (quarta post Martini hyemalis) | Symon Gerytsoen | Peter Verhoeff en zijn vrouw Geertruyt | vijf philippusgulden en een oort, 25 hollandse stuver per gulden aan jaarlijkse rente, te betalen in mei, te lossen de penning met 20 | ||||
1540-11-18 (op donderdach post Martini hiemalis) | tegoedschelding van een huis en hofstede gelegen in de Krommestraat (Crommestraet) aan Den Hoff, met alle huisraad, inboedel, goed, geld, goud en zilver dat genoemde Lijsbetgen nu heeft of nog verkrijgen mag. | Cornelis Gelbersoen en zijn vrouw Anna | Lijsbeth Gelbert Symonsoen weduwe met haar momber Evert Jansoen | ||||
1540-11-18 (op donderdach post Martini hiemalis) | Cornelis Gelbersoen en zijn vrouw Anna verklaren dat zij Lijsbetgen, Cornelis' moeder, levenslang in huis zullen houden en haar eten en drinken zullen geven zoals dat behoort. | ||||||
1540-11-18 (op donderdach post Martini hiemalis) | tegoedschelding van alle goed, erfenis en besterfenis dat hun aanbestorven is door de dood van wijlen Gelbert Symonsoen en mede van genoemde Lijsbeth aangekomen is of nog aanbesterven mag, maar als Lijbethgen na date van deze nog enig goed erft dat dan God en de heilige kerk dat mag toewijzen. | Cornelis Gelbersoen en zijn vrouw Anna | Zijbrant Zijbrantsoen en zijn vrouw Merytgen doen afstand van en schelden tegoede | ||||
1540-11-18 (op donderdach post Martini hiemalis) | Zijbrant Zijbrantsoen en zijn vrouw Merytgen | Cornelis Gelbersoen en zijn vrouw Anna zijn schuldig aan na de dood van Lijsbeth Gelbert Symonsoen weduwe | vijftig philippusgulden | ||||
1540-11-24 (quarta post Elysabeth) | een huis, hof en hofstede gelegen in de Brueel op de Kortegracht (Corte Graft) | haar vader Gootscalck van Brakel indien zij sterft zonder echtelijke geboorte na te laten | Merytgen Goetscalck van Brakels dochter met haar momber Pijll vermaakt haar goederen aan | ||||
1540-11-24 (quarta post Elysabeth) | een hof gelegen buiten Monickendam | haar vader Gootscalck van Brakel indien zij sterft zonder echtelijke geboorte na te laten | Merytgen Goetscalck van Brakels dochter met haar momber Pijll vermaakt haar goederen aan | ||||
1540-11-24 (quarta post Elysabeth) | Lubberich en de jonge Heyl zijn 2 dochters, samen gelijk. | Ghijsbert Geryt Moriensoen vermaakt al zij goederen niets daarvan uitgezonderd aan | |||||
1540-11-24 (quarta post Elysabeth) | tegoedschelding van alle goederen niets daarvan uitgezonderd als Fye, wijlen Cornelis Goirsoen weduwe in 1530-12-02 (vrijdag na Sinte-Andriesdach) die genoemde Herman overgedragen had | Frans, Alijdt en Jacop, wijlen Cornelis Goersoen kinderen | Herman Rijcksoen en zijn vrouw Lijsgen | ||||
1540-11-24 (quarta post Elysabeth) | tegoedschelding van alle goed, erfenis en besterfenis die hen van hun overleden vader aangekomen zijn niets daarvan uitgezonderd met ook de beloften die Bely aan haar dochter Kuner eertijds beleden heeft of schuldig was, zodat Bely met haar goed doen mag wat zij wil en bedankte haar voor de goede betalingen. | Bely, Brant Henricksoen weduwe | Jan Reyersoen en zijn vrouw Kuner doen afstand en schelden tegoede | ||||
1540-11-24 (quarta post Elysabeth) | tegoedschelding van een huis en hofstede gelegen in de Roden Tornsche Poert strekkende van Cornelis Pouwelsoen huis te graftwert, zo ver als genoemde Bely gerechtigd is | Jan Reyersoen en zijn vrouw Kuner | Bely Bernt Henricksoen weduwe met haar momber Pijll | ||||
1540-11-24 (quarta post Elysabeth) | al haar goederen | Kuner en Mery Jans, haar dochters | Bely Bernt Henricksoen weduwe met haar momber Pijll heeft vermaakt al haar goed aan haar twee dochters | ||||
1540-11-26 (sexta post Katherine) | tegoedschelding van alle goederen staande timmer liggende erve renten land en zand, die genoemde Geerloff van zijn overleden vader en moeder aangekomen en aange-erft zijn uitgezonderd Geerlofs kindsdeel van het huis, hof en hofstede en de schuur, gelegen in de Langestraat doorgaans daarvoor Ebbert die Beren erfgenamen | Mouris Gijsbersoen en zijn vrouw Agnyes | Rijckt van Bijler als overste-burgermeyster en overste-momber van alle onmondige kinderen en onwettige lieden heeft bij consent van de raad, Geerloff Thomassoen met de stadsklok voor onmondig geluid en gepubliceerd voor stadskind | ||||
1540-11-27 (saterdach post Katherine) | tegoedschelding van een halve hophof gelegen in de Horsewey, strekkende achter aan Henrick Lambertsoen hof toe | Steven van Sijll | Steven van Wede Lambertsoen | ||||
1540-11-29 (secunda in profesto Andree) | tegoedschelding van een register en schulden waar Sair moeder erfhuis goed in het erfhuis verkocht heeft | heer Rutger Buys | Zair Jacopsoen en zijn vrouw Petertgen | ||||