Logo - Archief Eemland

Verkopers hebben dit verkocht, zoals door hen "bij decreet" gekocht is, met de lasten van 300 gulden hoofdsom, waarover jaarlijks betaald wordt 18 gulden en 15 stuivers, 't Weeshuis alhier toekomende. Nog 150 gulden hoofdsom, waarvan jaarlijks 9 gulden, 7 stuivers en 8 penningen wordt betaald, mr. Jurriaen (hoefsmit) toekomende. Nog 50 gulden hoofdsom, met een rente van 3 gulden, 2 stuivers en 8 penningen, Peter Meynszn. toekomende. Nog 100 gulden hoofdsom, met een rente van 6 gulden en 5 stuivers, de weduwe van Frans Lommitsen toekomende. Nog 1 gulden jaarlijks aan de St. Lucas broederschap en nog 1 gulden en 2 stuivers jaarlijks aan de melaten alhier. Zij hebben dit verkocht voor de som van 1.700 carolus gulden, waarvan de voorgaande lasten zullen worden afgetrokken en de resterende kooppenningen zullen worden betaald in drie termijnen: de eerste, mei 1609 bij aanvang, de tweede, mei 1610 en de derde, mei 1611, waarna transport zal worden gedaan. Aanvaarding van het huis mei 1609, onder voorbehoud dat, als de verkopers dan nog geen andere woning hebben, zij dan nog tot mei 1610 mogen blijven en ook dan pas zullen de eerste kooppenningen worden betaald, en de andere termijnen telkens een jaar later. Al hetgeen aard- en nagelvast is zal daar in blijven, uitgezonderd alleen 't bord "die Fortuijn", dat de kopers mogen meenemen. De 40e penning en alle andere onkosten zullen de kopers betalen. De verkopers zullen het huis "vrijen en waren" van alle verdere lasten tot de aanvang. 19-04-1609: Verkoper Evert Henricxzn. bekent van kopers ontvangen te hebben de som van 60 car. gulden in aftrek van de eerste termijn.

Verkopers hebben dit aan kopers verkocht, alsmede al hetgeen daar in aard- en nagelvast is, voor de som van 750 gulden, waarvan afgetrokken zullen worden 125 gulden hoofdsom, waarover jaarlijks betaald wordt 6 gulden en 5 stuivers, Daem Soest toekomende. Alsmede nog 237 gulden en 10 stuivers hoofdsom, waarover jaarlijks wordt betaald 14 gulden en 5 stuivers, de kinderen van Daem Willemszn. toekomende. De resterende kooppenningen, zijnde 387 gulden en 10 stuivers worden betaald in drie termijnen, met 1609, 150 gulden, mei 1610, 118 gulden en 15 stuivers en mei 1611 de laatste 118 gulden en 15 stuivers, te welken tijde transport zal worden gedaan. De verkopers zullen het voornoemde huis tot mei 1609 vrijen van alle lasten. De 40e penning zullen de kopers alleen betalen. Wel te verstaan dat, indien de verkopers in het huis van Evert Henricxzn. Fortuyn (door verkopers gekocht), in mei 1609 niet zouden kunnen wonen, dat de verkopers in dat geval in het huis mogen blijven tot mei 1610 en ook alsdan zullen de betalingstermijnen ingaan. De verkopers zullen het huis van alle verdere lasten, uitgezonderd 's Heeren ongelden (=grondbelasting) "vrijen en waren". Evert Gerritszn. bekent van koper ontvangen te hebben de som van 150 gulden van de eerste termijn, op 01-05-1609. (Zie ook aktenr. 284)

Het deel van Papencamp is voordien gebruikt door Beernt Gerritszn. De ene akker is met rogge bezaaid en gemest en de andere akker eveneens gemest en eenmaal ingezaaid. Verhuurder heeft dit verhuurd voor de tijd van 6 jaren, ingaande Petri ad Cathedram (= 22 febr.) 1609, jaarlijks voor de som van 74 carolus gulden, 4 kapoenen en 2 "meyse" hoenderen en 1 Amersfoortse schepel boekweit. Te betalen, de voornoemde geldpacht vrij geld van alle ongelden (= grondbelasting) die tegenwoordig op de landen rusten, ieder jaar op de gewone pachtdagen, en de toepacht op Martini (= 11 nov.) in de winter. De eigenaar zal de ongelden betalen van de voornoemde 2 akkers. De huurder mag geen hout kappen, klein of groot, behalve wilgen en hout om de tuin te maken. De pachters van voornoemde 1/3 deel van Papencamp moeten het "leech beweyen en het hooch bouwen tot zijnen schoonsten". De pachters moeten bij het beëindigen van de huur van de 2 akkers deze leveren in 2-jarige "dries" (= braak liggend land). De eigenaars zullen op 1 van de 2 akkers een huis stellen van 2 gebinten, op hun kosten, zoals het huis van Peter Philips is gemaakt en zij zullen daarbij een tuin maken. De pachters zullen de wanden van buiten en binnen met leem bewerken, de latten leveren voor het achterhuis enzovoort. De pachters zullen een borg stellen voor de huurjaren, mei 1609 of St. Jan (= 24 juni).

Verkoper heeft dit aan kopers en hun erven verkocht op de lasten van 100 gulden hoofdsom, waarover jaarlijks 6 gulden en 5 stuivers wordt betaald, toekomende aan Dirck Dircxzn. van Crachtwijck, als man en voogd van zijn vrouw. En daarboven voor de som van 160 carolus gulden, te betalen mei 1609, waarna transport zal worden gedaan. De kopers mogen de hof nu terstond aanvaarden. De 40e penning plus de wijnkoop zullen half om half zijn. De verkopers zullen het "vrijen en waren" van alle lasten, behalve 's Heeren ongelden (= grondbelasting).