Logo - Archief Eemland

Het huis wordt tegenwoordig bewoond door Beernt Gerritszn. Verkopers willen dit in een openbare verkoop bij afslag verkopen aan de meest daarvoor biedende. De koper zal tot zijn last nemen alle renten die in voornoemd huis gehypothekeerd staan en die van de kooppenningen zullen worden afgetrokken. De koper zal de ene helft van de resterende kooppenningen betalen aan Jan Maes, in twee termijnen, mei aanstaande de helft en mei 1610 de andere helft. De andere helft van de resterende kooppenningen zullen de kopers op rente mogen houden, na evenredigheid de 10e penning 1609, tot de mondige jaren van het kind, en daarvoor "tot vermaninge" zekerheid doen. En wanneer dit kind mondig geworden zal zijn of voor zijn mondige jaren komt te overlijden, dan zullen de kopers deze penningen alsdan "tot vermaninge" gehouden zijn af te lossen met de onbetaalde rente vandien. De 40e penning zullen de kopers alleen dragen. De kopers zullen van iedere gulden van de kooppenningen een halve stuiver tot rantsoen betalen en een halve stuiver "te gelage" laten daar 't de verkopers belieft. De koper zal dadelijk twee acceptabele borgen aanstellen. De koper zal het huis aanvaarden mei 1609 en dan zal hij in de lasten treden. Transport zal worden gedaan mei 1609 met belofte van "vrijnge en waringe". Indien er geen koper komt, zal er geen wijnkoop zijn. Jan Maes heeft ingezet voor 550 gulden en voor Jacob Vrancken geldt als momber van het voornoemde kind dat hij betaald wordt op bovengenoemde kondities. Jan Maes belooft het gehele huis niet te zullen verkopen vóór en aleer hij 't voornoemde kind de kooppenningen kan overdragen van de helft van de voornoemde 550 gulden, waarvan zal worden afgetrokken de helft van de lasten van de hypotheek die op het huis rust.

Verkoper heeft verkocht voor de som van 450 gulden, te betalen contant bij aanvang, hetzij in geld of acceptabele obligatie, waarmede de verkoper tevreden zal zijn. Wel te verstaan dat van de kooppenningen zal worden afgetrokken de hoofdsom van 50 gulden, de erfgenamen van Cornelis Somer toekomende. Nog 50 gulden, 't Weeshuis toekomende, nog 50 gulden de koper toekomende en 12 gulden, zeker onmondig kind van Wilem Willemszn. (bleker) toekomende en waarvan jaarlijks betaald wordt 15 stuivers, zijnde de voornoemde lasten de hypotheek op de voornoemde verkochte helft van het huis. Er is nog bedongen dat de onmondige kinderen van Jacob Maes tot hun profijt zullen verhuren zeker huis dat de koper bezit en waarin tegenwoordig Steven Goorts woont, voor de tijd van 2 jaar, ingaande mei 1609 en de huurpenningen daarvan profiteren. De 40e penning zal half om half zijn, vrij en vranck zonder enige lasten van huisgeld of andere lasten. De koper zal het voornoemde huis aanvaarden mei 1609 en dan zal ook transport worden gedaan. De verkoper zal van deze helft van het huis alle verschenen lasten tot mei 1609 dragen en daarna "vrijen en waren" . Daaronder staat: Evert Huygen, wonend in Aschat, als man en voogd van Willemtgen Willems, dochter van Willem Willemszn. bekende bij deze door Gerrit Evertszn. afgelost te zijn van de hoofdsom van 25 gulden met de renten vandien, tot heden, welke rust op het gehele huis in voornoemde koopcedulle beschreven. Hij belooft te allen tijde, wanneer hij de brief, die nu vermist wordt, in handen zal krijgen, deze te zullen restitueren aan Gerrit Evertszn. of zijn erven en in het register dezer stad te doen aantekenen. 28-05-1610.

Het laatst in gebruik bij Henrick Evertszn. Verhuurder heeft dit voor hemzelf en zijn erven verhuurd aan huurders en hun erven, voor de tijd van 6 jaren, ingaande Petri ad Cathedram (= 22 febr.) 1609 te aanvaarden het erf en land op Petri en het huis met de maat 1609, voor een jaarlijkse som van 140 carolus gulden, vrij geld, van alle schattingen en andere lasten die tegenwoordig op de landen en huize rusten, geen van dien uitgezonderd. Wel te verstaan dat de maat geen ongelden (= grondbelasting) en schattingen heeft, waarvan de eigenaar de pachter zal vrijen. Als toepacht nog 6 volwassen kapoenen, 3 schepel Amersfoorder maat boekweit, wel schoongemaakt. Te betalen, de veldpacht op behoorlijke pachtdagen en de toepacht op Martini (11 nov.) in de winter. De pachters zullen het plaggeveld waar 't huis op staat bewerken tot land en dit tot hun "schoonste en profijt" gedurende de voornoemde huurjaren gebruiken. De knechten van de eigenaar zullen de greppel graven en voor de eerste keer met zijn ploeg bewerken en de eigenaar zal het schaapschot dicht leveren. De pachters zullen dit voorts onderhouden zoals zij ook het huis en de schuur dak-, glas- en wanddicht zullen onderhouden zoals het hen geleverd zal worden. De pachters zullen bij het beëindigen van de huurjaren alle mest die op het voornoemde erf gemaakt is, op het land laten, behalve de schapenmest "daar zij haar schoonste mede zal doen". Na het beëindigen van de huurjaren zullen de pachters het land niet meer met zomerkoren mogen bezaaien, maar dan zullen zij op dit land de "derde gerst van de wijnkoop" voor de pacht laten. De pachter zal het kampje achter het huis in een eenjarige driest leveren (= onbezaaid). De pachters zullen ook geen hout dat op het erf staat mogen hakken; de eigenaar zal de pachters, als dat nodig is, hout aanwijzen voor gebruik. De eigenaar zal het melkkamertje met estricken laten beleggen en de haard met estricken of stenen.

Verkopers hebben dit aan kopers verkocht voor de som van 205 gulden, te betalen Pinksteren 1609. Nu terstond te aanvaarden. De 40e penning en alle andere onkosten zullen de kopers alleen betalen. Transport volgt na Pinksteren 1609. De verkopers zullen de schuur vrijen van alle lasten.