waarbij de eerste partij inbrengt
- de helft van huis, hofstede, boomgaarden en houtgewas in Nederlangbroek, groot 35 morgen, in pacht bij Pons Claess;
- het vierde deel van erve en goed op het Hooghelandt, geheten Luttike Weede, waarvan de helft van Poijtghen Swart toebehoort, in pacht bij Thonis Rijcx;
- drievierde van 6 dagmaten aan de overzijde van de Laak strekkende van het land van kapitein Luijt Rycx Dyckstael tot aan de Gelderse dijk, waarvan het vierdedeel toebhoort;
de andere partij brengt in:
- erve en goed gelegen te Soest Mapperdeus geheten;
- de helft van twee vierdelen in het Zwarteland, gemeenschappelijk met Jacob van Westrenen;
- de helft van een rentebrief van 500 Karolusguldens hoofdsom, ten laste van Jan van Schadyck;
- de helft van twee rengtebrieven elk van 200 glden hoofdsom, ten laste van het klooster Mariënhof en Jan van Ryn Henricxz;
- een lijfrente van 10 Karolusguldens per jaar voor Wilhelmina, ten laste van de stad Amersfoort;
- 12 gulden 10 stuivers lijfrente jaarlijks bij reductie? 10 gulden jaarlijks ten laste van de stad Antwerpen;
- een losrente van 6 Karolusguldens jaarlijks, hoofdsom 100 gulden, ten laste van de weduwe van Jan Boede;
- Mocht een van hen beiden overlijden zonder een kind bij de andere te hebben, dan vervallen de goederen weer aan de familie waar ze vandaan komen;
- verder zal Evert aan Wilhelmina binnen het jaar als morgengave een lijfrente geven van 25 Karolusguldens jaarlijks tot ze hertrouwt. Oorspr. Met zegels en handtekeningen van de huwelijkslieden.
waarbij de eerste partij inbrengt
- de helft van huis, hofstede, boomgaarden en houtgewas in Nederlangbroek, groot 35 morgen, in pacht bij Pons Claess;
- het vierde deel van erve en goed op het Hooghelandt, geheten Luttike Weede, waarvan de helft van Poijtghen Swart toebehoort, in pacht bij Thonis Rijcx;
- drievierde van 6 dagmaten aan de overzijde van de Laak strekkende van het land van kapitein Luijt Rycx Dyckstael tot aan de Gelderse dijk, waarvan het vierdedeel toebhoort;
de andere partij brengt in:
- erve en goed gelegen te Soest Mapperdeus geheten;
- de helft van twee vierdelen in het Zwarteland, gemeenschappelijk met Jacob van Westrenen;
- de helft van een rentebrief van 500 Karolusguldens hoofdsom, ten laste van Jan van Schadyck;
- de helft van twee rengtebrieven elk van 200 glden hoofdsom, ten laste van het klooster Mariënhof en Jan van Ryn Henricxz;
- een lijfrente van 10 Karolusguldens per jaar voor Wilhelmina, ten laste van de stad Amersfoort;
- 12 gulden 10 stuivers lijfrente jaarlijks bij reductie? 10 gulden jaarlijks ten laste van de stad Antwerpen;
- een losrente van 6 Karolusguldens jaarlijks, hoofdsom 100 gulden, ten laste van de weduwe van Jan Boede;
- Mocht een van hen beiden overlijden zonder een kind bij de andere te hebben, dan vervallen de goederen weer aan de familie waar ze vandaan komen;
- verder zal Evert aan Wilhelmina binnen het jaar als morgengave een lijfrente geven van 25 Karolusguldens jaarlijks tot ze hertrouwt. Oorspr. Met zegels en handtekeningen van de huwelijkslieden.
Kenmerken
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
VERKORT:
NL-AmfAE 0100