waarbij Jorden inbrengt een hoeve land in Hagestein in leen van de heer van Brederode en alle lijftocht die zijn moeder daaruit heeft; de helft van een hoeve land in de Duist in leen van het kapittel van Sint Pieter te Utrecht; vier Rijnse guldens losrente uit het goed Klein Wede; Clemeyns geeft een eenmalig bedrag van 100 Rijnse guldens; 32 pond per jaar lijfrente die Jorden heeft op de stad Utrecht;
waarbij Alit inbrengt twee kameren in de Potterstraet achter het huis van Gysbert Janss met een opbrengst van 14 Rijnse guldens per jaar; een kamer in de Jacobijnenstraat 5 gulden en 1 oort per jaar; twee kamers in de Gortsteech 4,5 Rijnse gulden;het vierde deel van huis en hofstede waar Goyert Strick nu in woont, het hele huis jaarlijks 20 gouden Philippusguldens; een gouden Philippusgulden uit een huis in de Potterstraat; zes Rijnse guldens losrente die Ludolff van Weeldens weduwe jaarlijks schuldig is; 7 morgen land bij Montfoort in het Ysselvelt in pacht bij Jan Wouterss en Hubert Janss voor 12 gouden Philippusguldens; 3 morgen land op de Corte Heestwyck in het land van Montfoort jaarlijksd 9 Rijnse guldens; 2 morgen in een halve hoeve in het land van IJsselstein in Mierloy jaarlijks 1,5 Rijnse gulden de morgen; het achtste deel van 9 morgen land in Benschop; het achtste deel van 6 gouden Philippusguldens losrente die Mertyn Fredericx jaarlijks schuldig is; 3 Rijnse guldenslosrente jaarlijks die Henrick Jacopss schuldig is; 2 Rijnse guldens losrente die Geritgen Joesten dochter van Apcoude schuldig is; 64 pond per jaar die Alit heeft als lijfrente op de stad Utrecht; 30 mudde raapzaad; Jorden zal Alit tot lijftocht geven de helft van voornoemde hoeve land te Hagestein
Als Jorden overlijdt voor Alit zonder kinderen bij haar te hebben komen al haar goedren en bezittingen weer aan haar familie komen. Oorspr. Met zegels van de huwelijkslieden, geschonden, het vierde verloren.
N.B. Met transfix d.d. 3 december 1510
waarbij Jorden inbrengt een hoeve land in Hagestein in leen van de heer van Brederode en alle lijftocht die zijn moeder daaruit heeft; de helft van een hoeve land in de Duist in leen van het kapittel van Sint Pieter te Utrecht; vier Rijnse guldens losrente uit het goed Klein Wede; Clemeyns geeft een eenmalig bedrag van 100 Rijnse guldens; 32 pond per jaar lijfrente die Jorden heeft op de stad Utrecht;
waarbij Alit inbrengt twee kameren in de Potterstraet achter het huis van Gysbert Janss met een opbrengst van 14 Rijnse guldens per jaar; een kamer in de Jacobijnenstraat 5 gulden en 1 oort per jaar; twee kamers in de Gortsteech 4,5 Rijnse gulden;het vierde deel van huis en hofstede waar Goyert Strick nu in woont, het hele huis jaarlijks 20 gouden Philippusguldens; een gouden Philippusgulden uit een huis in de Potterstraat; zes Rijnse guldens losrente die Ludolff van Weeldens weduwe jaarlijks schuldig is; 7 morgen land bij Montfoort in het Ysselvelt in pacht bij Jan Wouterss en Hubert Janss voor 12 gouden Philippusguldens; 3 morgen land op de Corte Heestwyck in het land van Montfoort jaarlijksd 9 Rijnse guldens; 2 morgen in een halve hoeve in het land van IJsselstein in Mierloy jaarlijks 1,5 Rijnse gulden de morgen; het achtste deel van 9 morgen land in Benschop; het achtste deel van 6 gouden Philippusguldens losrente die Mertyn Fredericx jaarlijks schuldig is; 3 Rijnse guldenslosrente jaarlijks die Henrick Jacopss schuldig is; 2 Rijnse guldens losrente die Geritgen Joesten dochter van Apcoude schuldig is; 64 pond per jaar die Alit heeft als lijfrente op de stad Utrecht; 30 mudde raapzaad; Jorden zal Alit tot lijftocht geven de helft van voornoemde hoeve land te Hagestein
Als Jorden overlijdt voor Alit zonder kinderen bij haar te hebben komen al haar goedren en bezittingen weer aan haar familie komen. Oorspr. Met zegels van de huwelijkslieden, geschonden, het vierde verloren.
N.B. Met transfix d.d. 3 december 1510
Kenmerken
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
VERKORT:
NL-AmfAE 0100