Logo - Archief Eemland

Wilt u een of meerdere archiefstuk inzien? Veel is nog niet digitaal, tenzij een paperclip-symbool naast de beschrijving staat. U bent van harte welkom op onze publieksvloer om archiefstukken in te zien op afspraak. Geef hierbij alstublieft bij 'Stukken' het toegangsnummer (het dikgedrukte bovenaan de pagina) en het inventarisnummer aan. Tot op de 3e verdieping van het Eemhuis!

Wij beheren de archieven van Amersfoort en zeven andere gemeenten uit de regio Eemland. Dit zijn zowel de gemeentearchieven die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden als ook archieven van particulieren, bedrijven en verenigingen uit deze gemeenten.

Uw zoekacties: Gecombineerd Sint Pieters- en Bloklandsgasthuis te Amersfoor...

0099 Gecombineerd Sint Pieters- en Bloklandsgasthuis te Amersfoort, 1326-2010

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0099   Gecombineerd Sint Pieters- en Bloklandsgasthuis te Amersfoort, 1326-2010
Beschrijving van het archief
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwant materiaal
Bijlagen
laatste wijziging 11-11-2022
2.267 beschreven archiefstukken
23 gedigitaliseerd
totaal 6.276 bestanden
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
Sint Pietersgasthuis
Stukken van algemene aard
Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen
Organisatie
Stichting, inrichting en bestuur
Eigendommen
Algemeen
Gasthuisterrein en gebouwen
Stad
Stadsvrijheid
Buiten de stad en stadsvrijheid
Tienden
Renten
1172 Akte waarin burgemeesters, schepenen en raad met instemming van de oude raad en de gemeente verkopen aan Dirc Gout en Agniese, zijn vrouw, een erftijns van 18 schillingen per jaar uit een molenstede bij de hameide waar men de stad verlaat richting Leusden;
met akte van transport ten overstaan van schout en schepenen van deze tijns of rente door Angniese weduwe van Dirc Gout, met Evert van Lodensteyn haar voogd, Gheryt Zoes Dirc zone, Johan Claes zone en Fie, zijn vrouw, aan Rutgher van den Doem, ten behoeve van het nieuwe gasthuis bij het Spui, 1388 en 1400.
0099 Gecombineerd Sint Pieters- en Bloklandsgasthuis te Amersfoort, 1326-2010
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
Sint Pietersgasthuis
Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen
Organisatie
Eigendommen
Renten
1172
Akte waarin burgemeesters, schepenen en raad met instemming van de oude raad en de gemeente verkopen aan Dirc Gout en Agniese, zijn vrouw, een erftijns van 18 schillingen per jaar uit een molenstede bij de hameide waar men de stad verlaat richting Leusden;
met akte van transport ten overstaan van schout en schepenen van deze tijns of rente door Angniese weduwe van Dirc Gout, met Evert van Lodensteyn haar voogd, Gheryt Zoes Dirc zone, Johan Claes zone en Fie, zijn vrouw, aan Rutgher van den Doem, ten behoeve van het nieuwe gasthuis bij het Spui, 1388 en 1400.
NB:
Regestnrs 10, 33
Omvang:
2 charters, getransfigeerd
Oude Orde:
M276
Zie ook:
laatste wijziging 18-11-2010
1397 Akte van verkoop door het stadsbestuur aan Jan Soes Jans soen van de jaarlijkse tijnsen;
met testament waarin Jan Zoes en Alijd zijn vrouw deze tijnsen vermaken aan Zweder Heynrix sone ten behoeve van het nieuwe gasthuis bij het Spui, 1389 en 1397.
1173 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Gheriit Reyners zone en Aliit zijn vrouw vermaken aan Peter Pijl 2 pond jaarlijkse rente van 8 Hollandse plakken de pond, gevestigd op hun huis en hofstede bij het Spui, 1390.
1174-1175 Akte waarin Evert Ricouts soen van den Bosch verklaart dat Meynse Peters soen van hem gekocht heeft een rente van 5 Gelderse guldens per jaar, de gulden 10 Vlaamse plakken gerekend, met als onderpand de helft van het goed Coudenhove;
met betreffende rentebrief ten overstaan van de schout in de maalschap van Coelhorst, tijnsmeester en landgenoten, 1401.
1350 Akte waarin burgemeesters, schepenen en raad met instemming van de oude raad en de gemeente verkopen aan Egbert de Beer en Gheertruut, zijn vrouw, een jaarlijkse erfrente van 4 gulden uit een stuk land zoals Vrederic Bosch die van de stad in erfpacht heeft, tegen hetzelfde bedrag, gelegen aan het eind van de Ouden Hage opstrekkende langs de weg;
met akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Egbert de Beer en Gheertruud, zijn vrouw, aan Rutgher van den Doem, namens het gasthuis, van deze rente, 1408 en 1418.
1176 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Feynse, weduwe van Evert Vysschinc, met Johan Ghiseberts soen haar voogd, en Johan voor hemzelf en namens zijn broer Evert aan Philips Lubberts soen van der Mathe, namens het gasthuis, van een jaarlijkse erfrente van 2 Franse schilden uit huis en hofstede in de Breulstraat, in korting van de 6 schilden erfpacht per jaar die Heynric Note Goden soen en Gheertruud, zijn moeder, voor dit huis en hofstede betalen, 1417.
976 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Jacob van Biler aan Aernt Louwe, namens het gasthuis, van een jaarlijkse erfrente van 5 Arnoldus Arnhemse guldens geslagen en gemunt in 1428 uit een huis en hofstede in de Krommestraat, 1429.
977 Akte van erfpacht ten overstaan van schout en schepenen door Peter Hamertvelt aan Giisbert van Colvescoten en Hildegont, zijn vrouw, van een hofstede buiten de Rodetoren tegen een jaarlijkse rente van 2,5 pond; met de bepaling dat bij overdracht van de pacht dezelfde rente betaald zal worden en een kwart goede wijn en een paar handschoenen 'te verliesgelde', 1434.
978 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Heinric Bot verklaart schuldig te zijn aan Jan die Wilde, namens het gasthuis, en Bertelmeeus Hugen soen een erfrente van 7 Beiersguldens per jaar, voor een aan hem overgedragen huis en hofstede in de Langestraat, 1434.
979 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Bertelmeus Hugen soen en Weyndelmoet, zijn vrouw, aan Heinric Bot, namens het gasthuis, van de helft van 7 Beiersguldens erfrente per jaar uit het huis in de Langestraet, 1436.
980 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Heinric Bot aan het nieuwe gasthuis bij het Spui van een jaarlijkse erfrente van 7 Arnoldus Arnhemse guldens uit een huis en hofstede in de Breulstraat, 1438.
981 Rentebrief ten overstaan van schout en schepenen van Lubbert Thoenen soen en Foeyse, zijn vrouw, voor Peter van Westrenen en Yde, zijn vrouw, van 4 Arnoldus Arnhemse guldens per jaar uit een huis en hofstede op de Kamp in de Pothof;
met akte van transport van deze rente door Peter van Westrenen en Yde, zijn vrouw, aan Aernt Louw, namens het gasthuis, 1438 en 1440.
982 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Claes Symons soen, voor hemzelf en als gasthuismeester, aan Heinric Johans soen en Mechtelt, zijn vrouw, van 1 Vlaamse plak tijns uit een hofstede, buiten de Rodetoren binnen de wal, die aan Ghiisbert Hugen soen heeft toebehoord, 1439.
983 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Byatruys, weduwe van Aelbert Dier, met Peter haar zoon en voogd, aan Aernt Louwe, namens het gasthuis van 3 goede oude gouden Franse schilden erfrente per jaar, gevestigd op een huis en hofstede in de Langestraat in de stadsmuur op de sluis, 1439.
984 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Ghiisbert van Colvescoten en Hildegont, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het gasthuis 2 Arnhemse guldens jaarlijkse erfrente, gevestigd op hun huis en erfpacht van de hofstede buiten de Rodetoren, 1439.
985 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Heynric Jans soen aan Diric Poyt van 1,5 goede oude Franse schilden jaarlijkse erfrente op alle goederen waarop Henric van Rijn deze rente had uitgegeven aan Heynric Jans soen, 1439.
1177 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Diric Arnt Mutsen soen, kerkmeester van de O.L. Vrouwekerk, verklaart dat Peter Hamertvelt en Mechtelt, zijn vrouw, hebben overgedragen aan deze kerk 4 Arnhemse guldens uit een huis en hofstede buiten de Rodetoren, met de voorwaarde dat iedere week een mis gelezen zal worden op het H. Kruisaltaar bij het koor in deze kerk en bij verzuim de rente vervalt aan het gasthuis bij het Spui, 1439.
986 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Geryt Zoes en Margriet, zijn vrouw, vermaken aan het gasthuis 24 Vlaamse groten erfrente per jaar uit hof en kamers van Nel van der Lippen buiten de Rodetoren bij de stadsmuur, 1441.
987 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Goede van Berge en Clara, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het nieuwe gasthuis 8,5 oude Johannes Vlaamse braspenningen erfrente per jaar gevestigd op een hof in de Pothof, 1445.
988 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Lantfert Mouris soen en Wendelmoet, zijn vrouw, verklaren dat de erfgenamen van Dirck Poeyt, ingeval hun huis en hofstede in de Krommestraat niet genoeg zou opleveren in de toekomst voor de jaarlijkse rente van 1,5 Franse schilden, de erfgenamen dit zullen mogen verhalen op al hun goederen binnen het gerecht, 1451.
989 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Jan Jacobss en Beert, zijn vrouw, hebben verklaard schuldig te zijn aan Heinric Aerntss en Ghertrudt, zijn vrouw, 2 gouden Rijnse guldens jaarlijkse erfrente uit huis en hofstede in de Krommestraat op Havik, 1454.
990 Akte waarin ten overstaan van het gerecht Foyse Jacob Peter Reyers dochter, met Heynric van den Water haar voogd, vermaakt aan Reyer Jacobs al haar goederen met voorwaarde dat een jaarlijkse rente wordt gevestigd op huis en hofstede, waar Herman Louwerens in woont van 3 guldens, waarvan de ene helft zal worden uitgekeerd aan het gasthuis en de andere helft aan de Sint Joriskerk en de O. L. Vrouwekapel. In vidimus van schout en schepenen van 9 januari 1471, 1458.
991 Akte waarin ten overstaan van het gerecht Barthout Springher, Belye, zijn vrouw en Rueselt, zijn moeder, met Henrick vanden Water haar voogd, verklaren schuldig te zijn aan heer Henrick Roest, namens het gasthuis, een jaarlijkse rente van 3 gulden en 1 oort gevestigd op huis en hofstede buiten de Rodetoren, 1459.
1178 Akte waarin ten overstaan van burgemeester en richter en schepenen Foys Poyten en Aliit, haar zus, met Rycout van den Horste hun voogd, vermaken aan het gasthuis 1,5 oude schilden erfrente per jaar uit huis en hofstede in de Krommestraat, 1459.
- Akte van transport ten overstaan van Andries Bot, burgemeester en richter, en schepenen door zuster Nan, gemachtigd door de nonnen op het Spui, aan Elborch Goesen Wouters weduwe, van:
het achtste deel van een kamp land in de Horseweide;
een erfrente van 2,5 pond per jaar uit een hof in de Horseweide, nu in gebruik bij Wouter Bertsoen; de helft van 44 Vlaamse groten erfrente uit een huis en hofstede op het Spui;
met de voorwaarden dat een vierde deel van deze goederen en renten na Elborchs dood erven zullen op Egbert Goesen Wouters en Mechtelt, zijn vrouw, 1460.
992 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Goirt Konynck en Margariet, zijn vrouw, aan Jutte Gerit Jans weduwe van een jaarlijkse erfrente van 4 gouden Arnhemse gulden gevestigd op een stuk land op de Eng, met de voorwaarde dat wanneer Jutte weer huwt zij alleen de lijftocht zal ontvangen, 1460.
993 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Wouter Pot vermaakt aan het gasthuis, het Lazarushuis en de Armen de Poth elk een halve Beiersgulden jaarlijkse erfrente, gevestigd op huis en hofstede buiten de Rodetoren, 1467.
994 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Peter Aelts soen en Claes Meeus soen, namens de Armen de Poth, aan Wouter Bertouts soens, namens het gasthuis, van 1 gouden Johannes Beiersgulden jaarlijkse erfrente uit Jacobs Noten hofstede op de Kamp, 1468.
995 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Kateryn Roelof Wynes weduwe, met Willem van Ysselt haar voogd vermaakt, aan Outgen Peter Ghysberts dochter 2,5 gouden guldens jaarlijkse rente gevestigd op een huis en hofstede in de Peperstraat, 1476.
996 Akte waarin ten overstaan van schout en landgenoten en buren van Leusden en Leusderbroek Steven Deoyen verklaart schuldig te zijn aan Henrick Ghysbert Tymanz vrouw 8 lichte guldens uit alle goederen van Steven in Leusderbroek, 1481.
997 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Willam Aernts en Deliaen, zijn vrouw, aan Willam Bloemenweert, namens het gasthuis, van 2 Rijnse guldens jaarlijkse rente gevestigd op huis en hofstede op het Havik, 1483.
998 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Thomaes Gysberts en Griet, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het gasthuis 2,5 guldens jaarlijkse rente uit een huis en hofstede in de Slijkstraat, 1485.
999 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Geertruyt Wouter Andryess weduwe, met Henric van Schayck haar voogd, vermaakt aan het gasthuis 1 Rijnse gulden jaarlijkse rente uit een huis en erfpacht van de hofstede op de Kamp, waar Jan Maess in woont en die aan Katryn van Korler heeft toebehoord, 1493.
1000 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Servaes Rutgers en Lysbet, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het gasthuis 40 Rodolphus Postulaatguldens tegen een jaarlijkse rente van 5 procent, 1495.
1001 Akte waarin ten overstaan van de schout van Renswoude vanwege Diric van Culemburch, Reyer van Langeler en Gysbert Tysz, landgenoten en buren, Jan Bloeme en Tuengen, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan Willam van Bloemenweert, rentmeester van het gasthuis 75 gouden Arnoldusguldens te betalen in drie termijnen, 1496.
1179 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen van Soest door Albert Peterss aan Willam van Blomenweerde, gasthuismeester, van 3 Rijnse guldens jaarlijkse erfrente uit een stuk land waar Albert zelf op placht te wonen, Ghysse Neve land genaamd, 1497.
- Vidimus door schout en schepenen van een akte van transport van 8 november 1458 ten overstaan van burgemeester en richter en schepenen door Aernt Louwe, burgemeester, aan Reyer Peters en Alyt, zijn vrouw, van de helft van twee kampen land, de ene gemeenschappelijk met Peter van Westrenen en de andere met Jan Pyll Willamz en Peter Pyll Peters, gelegen in de Horseweide, en nog een rente van 4,5 Franse schilden gevestigd op het stedelijk Vleeshuis, 1501. Ook in vidimus van 10 april 1510.
- Akte van transport ten overstaan van schout schepenen door Lambrich Claes Vichters vrouw, namens haar man en voor haarzelf, en Alyt Reyer Peters weduwe, haar moeder, met Henrick van Schayck haar voogd, aan Thomaes Pyll en Geertruyt, zijn vrouw, de waardevermeerdering van een kamp land in de Horseweide met 7 Arnoldusguldens erfrente, 1501.
1002 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Goirt Henrics en Lysbet, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het gasthuis 9,5 stuivers jaarrente uit een hof gelegen buiten de Trysgenspoort die zij van de gasthuismeesters ontvangen hebben, 1503.
1003 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Geryt Lamberts en Marie, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het gasthuis 60 Rijnse guldens te betalen met een jaarlijkse losrente van 3 Rijnse guldens, 1503.
1004 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Aert Mertens en Janna, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan Gysbert Amells, namens het gasthuis, 30 hertog Philippusguldens, te betalen met een jaarlijkse losrente van 1,5 Philippusguldens, 1506.
1005 Rentebrief van Delyaen Herman Loichs weduwe van 30 enkelguldens aan de Sint Pietersvicarie in het gasthuis, 1507.
- Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Geertruyt Thomaes Pylen weduwe en Deliaen, Anna en Lysbet Thomaes dochters en Henrick Tomaes Pylen soen met vier magen aan Aernt Thomaes Pylen soen van een kamp land in de Horseweide en de jaarlijkse rente van 7 gouden Arnoldusguldens, 1509.
1006 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Willam Berts en Lysbet, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan Claes Geryts, namens het gasthuis, 25,5 Rijnse guldens te betalen met een jaarlijkse rente van 25,5 stuivers, 1513.
1180 Akte van transport ten overstaan van plaatsvervangend-schout en schepenen van Soest door Henrick Gysberts aan Willem van Bloemenweerd, namens het gasthuis, van 3 Rijnse guldens jaarlijkse losrente de gulden 20, 1514.
1007 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Aert Pieters en Marie, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het gasthuis 12 stuivers en 1 oort jaarlijkse erfrente uit hun huis en hofstede , 1515.
- Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Steven Henrickz namens Aert Pyll aan Beatriis Willam Pyls dochter van een jaarlijkse rente van 7 gouden Arnoldusguldens uit een deel in een hoeve in de Horseweide;
met akte van machtiging ten overstaan van burgemeesters, schepenen en raad van de stad Schoonhoven, 1518.
1008 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen heer Jan Brant, met meester Goert van Huickenhorst zijn voogd, verklaart schuldig te zijn aan Henric Cornelisz en Jan Vlug, gasthuismeesters, een jaarlijkse losrente van 1 Enkelgulden de penning 20, 1518.
1181 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen te Soest door Willam en Peter Staell Gisbertss aan Willam van Bloemenweert, namens het gasthuis, van 1,5 Rijnse guldens jaarlijkse losrente, hoofdsom 300 gulden, uit huis en hofstede en land, strekkende van de Soestdijk tot aan de Haer toe, 1520.
1009 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen meester Henrick Pyll en Maria, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan Henrijck van Wee, gasthuismeester, 20 Enkelguldens ten behoeve van de uitdeling die Beatriis Pyl heeft ingesteld, te betalen met een jaarlijkse losrente van 1 gulden, met de voorwaarde dat de gasthuismeesters de afgeloste hoofdsom wederom beleggen zullen om de uitdeling in stand te houden, 1528.
1010 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen meester Henrick Pyll verklaart schuldig te zijn aan Willem Rycks, namens het gasthuis, 1 gouden Rijnse gulden jaarlijkse losrente gevestigd op al zijn goederen in het gerecht, 1532.
1011 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Cornelis Peters en Meynsgen, zijn vrouw, verklaren schuldig te wezen aan Jan Soest en Margryet, zijn vrouw, 6 Philippusguldens en 1 oort jaarlijkse rente uit alle goederen die zij hebben in het gerecht;
met akte van 8 mei 1544 waarin Jan Soest en Mergryet zijn vrouw deze rente hebben overgedragen aan hun dochter Margryet, 1533 en 1544.
1012 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Gerberich Rutgers dochter, met Wolf Rees haar voogd, aan Ryckt van Byler, namens het gasthuis, van 3 Hollandse guldens die zij jaarlijks aan erfpacht heeft uit huis, hof, hofstede en bergplaats buiten de Rodetoren waar Ariaen Camp in te wonen plag, geheten De kerk van Baarn;
verder nog 1,5 Hollandse gulden jaarlijkse lijfrente uit een huis, hof, hofstede en bergplaats, 1537.
1013 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen heer Wouter Brant, met Ysbrand van Was zijn voogd, verklaart schuldig te zijn aan Evert Jan Claess, namens het gasthuis, 60 gulden gevestigd op een stuk land en erf gelegen achter het gasthuis, die hij van het gasthuis ontvangen heeft, aan de voorzijde begrensd door de stadswal en aan de zijkant door Jacop van Dassert, tegen een jaarlijkse rente van twee gulden en paar hoenders, 1538.
1014-1015 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Gheryt Hoffelaet en Engell, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan Mens de Wilde, gasthuismeester, 108 Hollandse guldens gevestigd op al hun goederen in het gerecht te betalen met een jaarlijkse rente van 5 procent;
met akte van verkoop door de gasthuismeesters aan Goort Bosch en Cristina, zijn vrouw, en kopie van de rentebrief daaraan getransfigeerd, 1540 en 1572.
1016 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Merytgen, weduwe van Evert Both, met Jan Pyll haar voogd, verklaart schuldig te wezen aan Meyns de Wilde Geryts, namens het gasthuis, 108 Hollandse guldens, 1540.
1017 Losrentebrief ten overstaan van het gerecht van Gerrit Cremer en Anna, zijn vrouw, aan Reyer Jansz en Margryet, zijn vrouw, van 3 Keizersguldens jaarlijkse losrente gevestigd op al hun goederen;
met akte van transport door Reyer Jansz en Margriet aan Jan Craen en Alyt van deze rentebrief, 1552 en 1554.
1018 Akte waarin Berent Schaij Dirricxz met Margriet Duwers, zijn vrouw, verklaren ontvangen te hebben van Willam Henricxz, bouwmeester in het Sint Pieters gasthuis, de som van 100 Karolusguldens tegen een jaarlijkse erfrente van twee ten vijf, medebezegeld door Willam Jacobsz en Peter Schaij Dirricxz., 1557.
1182 Erfrentebrief ten overstaan van plaatsvervangend-schout en schepenen door Elbert Albertsz en Katherina, zijn vrouw, aan Meyns Steffenss, namens het gasthuis, van 2 gulden en 15 stuivers per jaar uit een huis, hof en hofstede op Bloemendal, af te lossen met 55 gulden, 1558.
1351 Akte waarin ten overstaan van plaatsvervangend-schout en schepenen Reyer Rycx en Aeltgen, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan Cornelis Lyster, gasthuismeester, een erfelijke losrente van 32 stuivers per jaar uit een huis en hofstede aan de Langestraat, af te lossen met 2 Keizersguldens; verder beloven de comparanten 1 Keizersgulden jaarlijks aan het weversgilde, uit een huis in de Teut en het gasthuis daarvan vrij te houden, 1565.
1183 Rentebrief ten overstaan van plaatsvervangend-schout en schepenen van Henrick Everts en Marrytgen Wouters dochter, zijn vrouw, aan Lysgen Cornelis dochter van 3 gulden uit hun huis, hof en hofstede in de Utrechtsestraat;
met kwitantie voor de hoofdsom en schuldbekentenis en akte van transport van deze rentebrief ten overstaan van schout en schepenen door Reyer Jansz van Brenen en Lijsgen Cornelis dochter, zijn vrouw, aan Gerrit van Rhijn namens het gasthuis, 1573, 1574 en 1584.
1352 Schuldbekentenis van Aelt Stevensz en Stijntgen, zijn vrouw, aan Gerrit Rycksz en Dyrckgen Steven Aelts dochter, zijn vrouw, van 225 Keizersguldens tegen een rente van 11 gulden en 1 oort, met inventaris van goederen van Gerrit en Dyrckgen, 1583 en 1612.
1019 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Seger Thomasz en Hermantgen, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het gasthuis een jaarlijkse losrente van 3 gulden gevestigd op hun huis in de Slijkstraat, 1596.
1184 Erfrentebrief ten overstaan van schout en schepenen van Coenraet Henr[icksz] en Betgen, zijn vrouw, aan Jan Willems van Amsterdam en Elias van Wede, gasthuismeesters, van een jaarlijkse losrente van 1 gulden en 10 stuivers, af te lossen met 26 gulden, gevestigd op de helft van hun huis op Bloemendal, 1611.
149 Schuldbekentenis van Dirk Hartgersz, wonende in de Vijver, voor een som van 200 Karolusguldens met zijn woonhuis als onderpand, met aantekening van de ontvangst van 39 gulden, 3 stuivers en 10 penningen uit de desolate boedel, 1613.
1185 Rentebrief ten overstaan van schout en schepenen van Evert Gerritsz aan Jacob Petersz van Gelder en zijn vrouw van 6 gulden, gevestigd op zijn huis aan de Vismarkt waar Sint Crispijn uithangt, 1615.
1186 Rentebrief ten overstaan van schout en schepenen van Betgen Egberts, met Johan Schade haar voogd, aan het gasthuis van een erfelijke losrente van 34 stuivers per jaar met een hoofdsom van 34 gulden, gevestigd op haar halve huis en hof op Bloemendal, 1623.
1353 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Dirck Gijsberts en Gerritgen Cornelis, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het gasthuis een jaarlijkse rente van 30 gulden, hoofdsom 600 gulden, met als onderpand hun huis in de Bloemendalsestraat en verder als onderpand het huis waar de Rode Haan uithangt, 1650.
150 Akte van transport door Henrick Maess van Ouwenaller aan het gasthuis van een rentebrief van 100 gulden met een jaarlijkse rente van 6 procent gevestigd op huis, hof en hofstede in Bunschoten ten laste van Willem Dircksz. Met marginale aantekening betreffende de aflossing in 1658, 1651.
1187 Rentebrief ten overstaan van plaatsvervangend-schout en schepenen van Jan Jacobs en Elbertgen, zijn vrouw, aan het gasthuis van 36 gulden, hoofdsom 600 Karolusguldens, met als onderpand 2 vierdelen land gelegen buiten de Kamppoort boven de Tweede Steeg, 1652.
1188 Rentebrief ten overstaan van plaatsvervangend-schout en schepenen van Bunschoten van Aelt Dirckssen aan de regenten van het gasthuis te Amersfoort wegens een pachtschuld van 160 Karolusguldens van 8 gulden, 1659.
1354 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen van Hoogland Bessel Gerritsz Bijeshaer, voor hemzelf en als man en voogd van Geertgen Broenis dochter, wonende omtrent de Hoogenheert, verklaart schuldig te zijn aan het gasthuis een jaarlijkse losrente van 50 Karolusguldens, voor 1000 gulden aan achterstallige pachten, voor hemzelf en als borg voor Henrick Besselz Bijeshaar en Jacob Willemss, bouwman, waarbij als onderpand gesteld worden zijn huis, hof en hofstede met 3,5 dammaten land in de polder van Nederzeldert, 1664.
1355 Schuldbekentenis ten overstaan van schout en schepenen van Jan Geurtz en Claesje Claes, zijn vrouw, en Geurt Lambertz en Aeltje Geurts, zijn vrouw, aan het gasthuis voor de som van 200 gulden tegen een rente van 5 procent, met als onderpand huis en hofstede in de Teut, 1671.
151 Verzoekschriften aan de Staten van Utrecht om de ontvanger te machtigen de renten van de kapitalen af te schijven op de daarvoor bestemde manualen, met gunstige kantbeschikking en inschrijvingen tot en met 1754 van de renten, 1690, 1705 en 1717.
152 Obligatie voor de Armen Noodhulp ten laste van het gasthuis van 375 gulden, 1694.
153 Akte van verkoop door Jannetje Wulpherts, weduwe van Jan Geurtsen Breedborst, aan Jan Lowijssen van Dort, van een huis in de Teut voor de som van 80 gulden, die betaald moet worden aan het gasthuis ter aflossing van een achterstallige jaarlijkse rente van 5 gulden gevestigd op het huis, 1710.
154 Rentebrief van Gijsbertus van Bombergen, gasteling, aan het gasthuis, van een jaarlijkse rente van 25 gulden uit de herberg de Keijserskroon aan de Hof, eigendom van de weduwe van Assuerus van Dijck, 1718.
155 Akten van transport van obligaties ten laste van de provincie Utrecht aan het gasthuis, met retrocata, 1753-1754, 1756, 1758, 1775, 1780-1781, 1788, 1798-1799.
156 Inventaris van waardepapieren, 1796.
Financiën
Taken
Lazarushuis
Bloklandsgasthuis
Gecombineerd Sint Pieters- en Bloklandsgasthuis
Stukken waarvan de plaats in het archief onduidelijk is
Documentatie
Concordans
Erfgoedstuk
Regesten
Bijlagen
laatste wijziging 11-11-2022
2.267 beschreven archiefstukken
23 gedigitaliseerd
totaal 6.276 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1326-2010
Inhoud/samenvatting:
Het archief bevat stukken betreffende de organisatie, eigendommen en taken van de vier archiefvormers Het archief bevat papieren documenten, charters en kaarten
Depotlocatie:
Amersfoort
Soort toegang:
Inventaris
Auteur:
Ton Reichgelt
Openbaarheid:
Volledig
Omvang:
41,5 meter
Herkomst:
Bewaring
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0099 Gecombineerd Sint Pieters- en Bloklandsgasthuis te Amersfoort, 1326-2010
VERKORT:
NL-AmfAE 0099
Geografische namen:
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Bloklands- of Sacramentsgasthuis
 
Archiefvormer Gecombineerd Sint Pieters- en Bloklandsgasthuis te Amersfoort
 
Archiefvormer Lazarushuis te Amersfoort
 
Archiefvormer Sint Pietersgasthuis
laatste wijziging 11-11-2022
2.267 beschreven archiefstukken
23 gedigitaliseerd
totaal 6.276 bestanden