Logo - Archief Eemland

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Reageren

Beschrijving van het archief

Archiefvorming

Inhoud en structuur van het archief

Aanwijzingen voor de gebruiker

Verwant materiaal

Bijlagen

laatste wijziging 21-04-2024

3.985 beschreven archiefstukken

4 gedigitaliseerd

totaal 4 bestanden

Delen

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Reageren

2. Inventaris van het archief van het stadsbestuur

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen

3. Bijlagen

4. Concordans charters

5. Concordans

6. Regesten

863 Jacob Janz, plaatsvervangend schout, en Gysbert Ammeltz, Pouwels vander Horst en Willam Evertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Pouwels Swart en Geertruyt zijn vrouw overgedragen hebben aan Willem de Wyse en Lysbet zijn vrouw alle goederen die zij van Jacob Claesz ontvangen hebben. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

Records 501 t/m 600

865 Reyer Peterz, eerste burgemeester en richter, en Geryt Zoes, Meyns die Wildt en Dyrck Poyt Rutgertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Evert Albertz en Sytgen zijn vrouw overgedragen hebben aan Yda Geryt van Dasserts weduwe en Alyt haar dochter een hofstede in de Godschalkstraat. Oorspr.; het derde en vierde zegel aanwezig.

866 Reyer Peterz, eerste burgemeester en richter, en Jan Zaell, Aernt Freys van Dolren en Bertolomeus Evertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Lubbert Vlug en Sytgen zijn vrouw overgedragen hebben aan Claes Peter Grijpen dochter de 20 Enkele guldens die Herman Thonisz en Geertruyt zijn vrouw hen. schuldig zijn. Oorspr.; de eerste drie zegels aanwezig.

867 Hendrik van Beyeren, Elect van Utrecht, bevestigt de privileges van Amersfoort. Oorspr.; met zegel van de elect.

868 Reyer Peterz, eerste burgemeester en richter, en Jan Zaell, Meyns die Wildt en Bertelmeus Evertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Goirt Maesz en Geertruyt zijn vrouw overgedragen hebben aan Jan Evertz het vierde deel van een half huis in de Coninckstraat, aan de ene zijde begrensd door Evert Zoemer en aan de andere zijde Willam Bosch. Oorspr.; het eerste en fragment van het tweede zegel aanwezig.

869 Matheus van Goch, abt van Sint Paulus te Utrecht, oorkondt dat hij Agnies Dirck Dircks Noeteboems dochter heeft beleend, nadat Gerrit Alberts hier afstand van heeft gedaan, met anderhalf vierendeel afgegraven veenland gelegen achter Soester Eng, geslagen uit de Hoyck en Hyncken hoeve, aan de zuidzijde begrensd door de erfgenamen van Evert van Crachtwyck en aan de westzijde Peter Staell; Dirck Noeteboem haar vader heeft voor haar hulde, eed en manschap gedaan. Oorspr.; met het zegel van de abt, waar ter bescherming een strookje papier omheen is gevouwen.

870 Reyer Peterz, oudste burgemeester en richter, en Jan Zaell, Claes Gerytz en Aernt Freys van Dolren, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wulffert van Huickenhorst en Ariaen zijn vrouw al hun goederen hebben vermaakt aan hun beide zoons, Goirt en Lumen. Oorspr.; de eerste twee zegels aanwezig.

871 Geryt Trant, schout, en Jan Saell, Claes Geryts, Henrick van Wee en Henrick Saell, geërfden en buren van Zeldert, oorkonden dat Dirck Peuyt Everts heeft verklaard schuldig te zijn aan Geertruyt, vrouw van Henrick Vonck, een jaarlijkse rente van 11,5 Rijnse gulden, gevestigd op zijn helft van het erve de Santhair. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.

873 Claes Gerytz, oudste burgemeester en richter, en Aert Freys van Dolren, Pouwels vander Horst en Dyrck Poeyt Rutgertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Dyrck van Gheyn Willamz en Ermgert zijn vrouw overgedragen hebben aan meester Aert Albertsz, pannebakker, en Styngen zijn vrouw een huis en hofstede op het Spui, aan de ene zijde begrensd door meester Aert zelf en aan de andere zijde het klooster van Sint Aagten. Oorspr.; met fragment van het eerste zegel.

874 Goirt de Wyse, schout, en Willam van Lieler, Thomas Lumenz en Jacop van Zyll, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Aert Reyertz en Mergriet zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan Geertgen Herman Henrickz weduwe een jaarlijkse rente van 5 Rijnse gulden, gevestigd op al hun goederen in het gerecht van Amersfoort. Oorspr.; het eerste, derde, vierde en fragment van het tweede zegel aanwezig.

875 Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Amersfoort oorkonden voor geleverd kruit aan Hubert Bunnick van Amsterdam schuldig te zijn de som van 256 gulden en een halve stuiver. Oorspr.; het stadszegel is verwijderd.

876 Peter Gherits, schout, en Mens Jans, Renger Hessels, Gherit Volkens en Jan Peters, schepenen van de Duist en de Haar, oorkonden dat Seger Symon Hartens overgedragen heeft aan Geritgen van Ryn, moeder van zijn vrouw, de eigendom van alle goederen die zijn vrouw Cornelya zijn nagelaten door haar vader Jan van Ryn. Oorspr.; de eerste vier zegels aanwezig.

877 Ryckt van Byler en Margriet zijn vrouw verklaren dat de stad Amersfoort een schuldbrief van 50 Hollandse gulden heeft afgelost die Margriet nagelaten is door Jan Jacob Zwarten soen. Oorspr.; met het zegel van Ryckt van Byler.

878 Gherijt Wyllams verklaart ontvangen te hebben van Ghysbert Heynrick Botters soen, met Frans zijn vrouw, Thonis Ryckouts met Anna zijn vrouw, Roelof Jan Roelofs soen, Toentgen, Aryaen, Beyeraet en Sytgen kinderen van Jan Roelofsz en Lutgen zijn vrouw de koopsom van de venen en bossen die Jan die Bruen, zijn oom, en zijn vrouw Feuyse en Gherijt en zijn moeder indertijd hebben overgedragen aan Jan Roelofsz en zijn vrouw, voorts stelt Gherijt zich aansprakelijk voor verborgen gebreken. Oorspr.; met de zegels van Gherijt en Lambert van Nortwyck; het zegel van Claes Gherytsz is verloren.

0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen

6. Regesten

Delen

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Reageren

879 Henrick Corneliss, schout, en Meijns die Wijld, Dirck Poeyt Everts en Evert van Scayck, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Peter Jans en Margriet zijn vrouw hebben verklaard schuldig te zijn aan Alyt Hermans dochter een jaarlijkse rente van 1 Rijnse gulden uit een half huis, hof en hofstede aan de Stadssingel, aan de ene zijde begrensd door een steeg en aan de andere zijde Geryt Lamberts. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

878

Gherijt Wyllams verklaart ontvangen te hebben van Ghysbert Heynrick Botters soen, met Frans zijn vrouw, Thonis Ryckouts met Anna zijn vrouw, Roelof Jan Roelofs soen, Toentgen, Aryaen, Beyeraet en Sytgen kinderen van Jan Roelofsz en Lutgen zijn vrouw de koopsom van de venen en bossen die Jan die Bruen, zijn oom, en zijn vrouw Feuyse en Gherijt en zijn moeder indertijd hebben overgedragen aan Jan Roelofsz en zijn vrouw, voorts stelt Gherijt zich aansprakelijk voor verborgen gebreken. Oorspr.; met de zegels van Gherijt en Lambert van Nortwyck; het zegel van Claes Gherytsz is verloren.

1527 Oktober 31 op alre heylygen avont

tevens:

4306-135

Zie ook:

Toegang 0001.01, Inv.nr. 4306-135

laatste wijziging 03-06-2010

880 Keizer Karel V, als heer van het Sticht Utrecht, bevestigt de overeenkomst d.d. 1528 oktober 29 tussen Anthonis van Lalaing, zijn stadhouder in Utrecht, en de stad Amersfoort, waarbij de rechten en privileges van deze stad worden bevestigd en enige omstreden kwesties worden geregeld. Oorspr.; met fragment van zijn zegel.

881 Claes Gerijts, Ghysbert Lumans, Dirck Poeyt Everts en meester Henrick Pyll, gemachtigden van de raad van Amersfoort maken de verdeling bekend van de nagelaten goederen van Jan Roelofs en Lutgen zijn vrouw tussen hun kinderen Jacop Jans, Ghysbert Botter als voogd en echte momber van zijn vrouw Frans, Thonis Rijcks als voogd en echte momber van zijn vrouw Anna, Aryaen, Beyeraet, Thoen, Sytgen en Roelof met Lanffert Geerlofz, hun gemachtigde en momber, en Willam van Lienlair en Henrick Spruijt als voogden aangewezen door de raad van de stad. Oorspr.; met de zegels van de gemachtigden.

882 Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Amersfoort bekrachtigen de boedelscheiding die heeft plaats gevonden tussen de kinderen van Jan Rolofs en Lutgen zijn vrouw. Oorspr.; met het secreetzegel van de stad.

883 Steven Henricks en Jan Zomer, huwelijkslieden van Evert Creeck met zijn zoon Evert, en Geryt Zoes Botter en Peter van Hardevelt, huwelijkslieden van Ceel Loychs met Anthonia zijn dochter, maken de huwelijksvoorwaarden bekend tussen beide partijen. Oorspr.; met de zegels van de huwelijkslieden (van het laatste slechts een fragment) .

884 Matheus van Goch, abt van Sint Paulus te Utrecht, oorkondt dat hij de vijf zonen van Evert Creeck en Ermgart, Reyer, Willem, Dirck, Henrick en Cornelis, heeft beleend, nadat hun moeder afstand ervan heeft gedaan, met de helft van 3 morgen onafgegraven veenland in het Hezerveen, strekkende van de Gracht tot aan het Hart, aan de ene zijde begrensd door Peter van Dam en aan de andere zijde Jan Gerryt Reyers. Oorspr.; met zegel van de abt, waar ter bescherming een strookje papier omheen is gevouwen..

886 Keizer Karel V, als heer van het Sticht Utrecht, bevestigt de arbitrale uitspraak van Anthonis van Lalaing, stadhouder van Utrecht d.d. 1530 maart 18 over een aantal competentiegeschillen tussen de maarschalk van Eemland en de stad Amersfoort en de rechten en bevoegdheden van de stad en haar burgers op het Eemlandse platteland. Oorspr.; met het zegel van de keizer.

887 Zeger vande Wilde, schout, en Evert Henricks, Jacop van Zyll en Evert van Scaick, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Evert Kreeck Everts en Anthonia zijn vrouw verklaren ontvangen te hebben hetgeen bij de huwelijksvoorwaarden door Evert Kreeck en Armgert, vader en moeder van Evert, is toegezegd en waar nog een aantal zaken over verdeling van de nalatenschap onder de kinderen worden geregeld. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste en het vierde geschonden.

889 Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Amersfoort verklaren dat Louwerens Evertz, inwoner en burger van de stad, bij ede heeft verklaard, onder zijn eigen naam en gebruikelijke merk uitsluitend zijn eigen goederen of goederen van zijn medepoorters, die ook tolvrijdom genieten, langs de landsheerlijke tollen te zullen vervoeren. Oorspr.; met het secreetzegel van de stad (geschonden).

890 Zeger vande Wilde, schout, en Jacob Geritz van Schaick, Willam van Lyenlair en Peter van Dam, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrick Henricks van Byler verklaart ontvangen te hebben van de stad de achterstallige lijfrenten die zij hem schuldig was. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

891 Keizer Karel V draagt, op verzoek van het stadsbestuur, aan zijn stadhouder en raad in Holland, Zeeland en Friesland opnieuw te publiceren het plakkaat, door hem 6 juli 1523 uitgevaardigd en hierin opgenomen, waarbij het Amersfoortse bier fiscaal wordt gelijkgesteld met het Hollandse in de bovengenoemde gewesten, zoals Albrecht van Beieren, als graaf van Holland en Zeeland, tegen een jaarlijkse afkoopsom van 100 Franse schilden had toegestaan, 1531. Met aangehecht bevelschrift van stadhouder en raad aan de eerste deurwaarder van dit hof om overal, waar het stadsbestuur van Amersfoort het nodig vindt, het plakkaat van 1531 af te kondigen, 1532; tevens aangehecht het relaas van de deurwaarder over de afkondiging te Naarden, 1532. Oorspr.; met opgedrukt zegel van de keizer (niet compleet); op het bevelschrift van de stadhouder en raad een restant van het opgedrukt zegel.

892 Burgemeesters, schepenen en raad van Zutphen oorkonden dat de weduwe van Gerlich Suepert en haar dochter Agatha verklaren van de stad Amersfoort ontvangen te hebben wegens betaling van de soldij Johan en Gerrit Splinter, die eertijds als ruiters in dienst van de stad Amersfoort zijn geweest, respectievelijk 183 Rijnse guldens en 239 'currente guldens'. Oorspr.; met het stadszegel van Zutphen.

895 Peter Willamss en zijn schoonvader Gerit Trant, namens zijn kleinkinderen Willam en Goutgen, maken een boedelscheiding, naar aanleiding van een gerezen geschil, ten overstaan van de vier scheidslieden, Gysbert Ammelss en Thonis Lumanss voor Peter en Costen Matthyss en Gerit Symonss voor Gerit. Oorspr.; met de zegels van Gysbert Ammelss (eerste en derde, in plaats van Thonis Lumanss) en Gerit Symonss; het vierde zegel van Jacob Geritss van Schaick, in plaats van Costen Mathyss, verloren.

897 Henrick Geerlofsz, schout, en Lodewich Rutgers, Gisbert Meijnss, Henrick Gisbert Airt en Henrick Bot Aertss, schepenen van Soest, oorkonden dat Dirck Dirck[s] Noteboom en Hillitgen zijn vrouw, namens hun minderjarige dochter Agniess, Jan Janss de Bruijn en Wouter Claess, naaste verwanten van vaderszijde en Willam Rutgerss en Gisbert Wouterss, naaste verwanten van moederszijde, overgedragen hebben aan Evert Creeck een stuk grond strekkende van het Hart tot aan de Dwarsvenen, aan de zuidzijde begrensd door Harmen Rutgerss en aan de noordzijde Lodewich Rutgerss. Oorspr.; alleen restant van het eerste zegel aanwezig.

898 Matheus van Goch, abt van Sint Paulus te Utrecht, oorkondt dat hij Henrick Creeck beleent met 1,5 vierendeel afgegraven veenland achter de Soester, Eng geslagen uit de Hoick en Hynckenhoeve, nadat Dirck Dirck[s] Noeteboem het goed had overgedragen aan Evert Creeck, van welke akte de tekst in deze is geïnsereerd, in het zuiden begrensd door de erfgenamen van Evert van Crachtwyck, in het westen door de erfgenamen van Peter Stael, en volgens de geïnsereerde akte 'nu ter tyt' in het zuiden door Hermen Rutgerss en in het noorden door Lodewich Rutgerss. Oorspr. met fragment zegel van de abt in een donker stuk stof dat waarschijnlijk heeft gediend ter bescherming.

900 Dirck Dirckz (Noteboom] verklaart de hem door Evert Creeck verschuldigde som geld van 20 Philippusguldens ontvangen te hebben. Oorspr.; met de zegels van Dirck Dirkz en zijn zwager Willam Rutgerss.

902 Zeger vande Wilde, schout, en Jacob van Hees, Joost Hermans en Pouwels Zwart, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrick Peters en Emmitgen zijn vrouw elkaar het vruchtgebruik van hun na te laten goederen beloven. Oorspr.; met het eerste en vierde en framenten van het tweede en derde zegel.

908 Zeger vande Wilde, schout, en Jacop Jans, Peter van Dam en Henrick van Ryn, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Alydt en Jannitgen, dochters van Aert van Schaick overgedragen hebben aan heer Evert van Scaick Jacobz, hun oom, een stuk land in de Woesteigen bij de stadsvredekruizen, aan de ene zijde in de richting van Leusden begrensd door de vicarie van de Lieve Vrouwekapel en aan de andere zijde Metgen van Emmenes . Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

911 Volken Willemss, schout, en Peter Willemss, Maes Rycks, Peter Henricks en Henrick Peterss, schepenen van de Duist en de Haar geven vidimus van de akte van 5 april 1469. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

915 Zeger vande Wilde, Dirk Poeyt Everts, Meeus de Wildt en Daem Willams, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat heer Evert van Schayck, priester, overgedragen heeft aan Weym Aris van Schaicks dochter een stuk land in Woesteigen, bij de vredekruizen, beschreven in de akte van 18 november 1534. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.

917 Zeger vande Wilde, schout, en Jan Jan Geritz, Henrick Corneliss en Willam Ricks, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Alijdt en Jannitgen, dochters van Aris van Scaick overgedragen hebben aan de derde dochter Weym de eigendom van een stuk land, gelegen in Woesteigen bij de stadsvredekruizen aan de ene zijde richting Leusden begrensd door de vicarie van de Onze Lieve Vrouwekapel en aan de andere zijde de erfgenamen van Metgen van Eymenes. Oorspr. Zegels van de oorkonder meer of minder gaaf aanwezig.

920 Zeger vande Wilde, schout, en Evert van Scaick, Cornelis van Lyenlair Peter van Westrenen, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Tyman Rycks en Dirckgen zijn vrouw overgedragen hebben aan Thonis Bernts en Alydt zijn vrouw
- het derde deel van een grote morgen land gelegen in Woesteigen, aan de ene zijde begrensd door Cornelis Bosch en aan de andere zijde de erfgenamen van Aris van Scaick;
- het derde deel van een stuk land geheten de Gheer gelegen in Woesteigen, aan de ene zijde begrensd door de erfgenamen van Jan Rolofz en aan de andere zijde de Onze Lieve Vrouwekapel. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.

921 Zeger vander Wilde, schout, en Gerit Jans, Henrick Pot en Henrick Dircks, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jacop Hermans en Metgen zijn vrouw hebben verklaard schuldig te zijn aan Ryer Luyten en Ryckgen zijn vrouw een jaarlijkse rente van een halve Philippusgulden, gevestigd op een halve hofstede gelegen aan het Spui bij de stadswal, aan de andere zijde begrensd door het gasthuis van Sint Pieter. Oorspr.; het derde en en vierde en fragment van het tweede zegel aanwezig.

922 Thomas Jacopss, schout vanwege de Keizer, en Dirck van Zuylen, schout vanwege de domproost, en Jan van Zuylen Diricks, Jan Roeloffz en Willem van Someren, gerechtslieden te Amerongen, verklaren dat zij bij afwezigheid van Jacop Janss, een der erfgenamen, en op verzoek van de overige erfgenamen, Roeloff Janss, Gyssbert Botter, man en voogd van Ffrans Jans dochter, Dirick Goessens, man en voogd van Tonissgen Jans dochter, Lumen Thomass, man en voogd van Ariaen Jans dochter, Anna Jans dochter en Sophija Jans dochter met hun voogd Willem van Someren, een stuk veen in het gerecht verdeeld hebben. Oorspr.; de zegels van de beide schouten verloren.

923 Evert Henricks verklaart dat alle toezeggingen, hem door zijn vader en moeder bij de huwelijkse voorwaarden gedaan, zijn nagekomen. Op zijn verzoek is de akte bezegeld door Jacop van Hees en Joost Hermans, schepenen. Oorspr.; het tweede zegel is verloren.

927 Dirk van Waveren, procurator van het Hof van Holland, belooft geen represailles te zullen nemen tegen de stad Amersfoort en haar burgers vanwege het feit dat hij daar enige tijd gevangen heeft gezeten wegens het vermissen van een brief over de tolrechten. Oorspr.; op verzoek van Dirck door de Amersfoortse burgers Huych Rus een Heynryck Cornelis zoon bezegeld; de zegels zijn verloren; met handtekening van Dirck.

928 Zeger vander Wilde, schout, en Meus de Wild Gerits, Daem Willamz en Geryt Soes Jacops, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Weym Arys van Scaycks dochter schuldig te zijn aan Thonis Bernts een jaarlijkse rente van 1 Hollandse gulden gevestigd op een stuk land in de Woesteigen, aan de ene zijde begrensd door de Onze Lieve Vrouwekapel en aan de andere zijde Thonis zelf.

929 Maes Willams, wonende op Holck in het kerspel van Nijkerk, belooft geen represailles te zullen nemen tegen de stad Amersfoort en haar burgers vanwege het feit dat hij daar gevangen gehouden is. Oorspr.; op verzoek van Maes bezegeld door Aelt Henricks en Ghysbert van Vencken; zegels nog aanwezig.

930 Lambert Lambertss en Anthonis Evertss aan de ene kant en Cornelis Claess van Stoutenberch en Willem Aelbertss Breunick aan de andere kant maken de huwelijksvoorwaarden bekend tussen Jacob Lambertss en Alit Cornelis Jacobss weduwe van Maboege namens haar dochter Clemens, 1539. Oorspr.; met zegels van Lambert Lambertss en Willem Aelbertss en Reyer Luyten en Derck die Goeyer namens de andere twee huwelijkslieden.

933 Zeger vander Wild, schout, en Henryck van Ryn, Gerit Germans en Jan Stevens, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wouter Willams en Zwain zijn vrouw overgedragen hebben aan Henrick Wouters en Geertruyt zijn vrouw de eigendom van een huis, hof en hofstede in de Slijkstraat, aan de ene zijde begrensd door de schuur van Wouter en aan de andere zijde Bart Everts. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.

934 Jacob van Bemmel, openbaar aanklager te Utrecht, belooft de geen represailles te zullen nemen tegen stad Amersfoort en haar burgers en het kapittel van Sint Joris vanwege het feit dat hij gevangen heeft gezeten in verband met een geschil over een vicarie. Oorspr.: met zegel en handtekening van Jacob en zegels van Jan Lubbers, schout te Leusden, Wolff Rees en Willam Vonck.

935 Roetert Elbertss, schout, en Herman Aertss, Wulffer Gerrytss, Gysbert Henrickss, Aert Volckenss, Jan Dyrckss en Thonis Gysbertss, schepenen van Bunschoten, oorkonden dat Gerrytgen Jan van Ryns weduwe en Reyertgen haar dochter, Zeger Hart Symonss en Cornelia zijn vrouw en Henryck van Ryn Janss en Anthonia zijn vrouw overgedragen hebben aan Jan van Ryn Janss de eigendom van 9 dagmaten land gelegen te Velde, aan de zuidzijde begrensd door Jan Janss met Geryt Janss c.s. en aan de noordzijde de 'Gulde Mou'. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.

936 Jan Lubberts, schout, en Reyer Hessels, Evert Alerts, Henrick Gheryts en Jan Aerts, schepenen van de Duist en de Haar, oorkonden dat Henryck van Ryn, Gherytgen Jan van Ryns weduwe, en Reyergen van Ryn Jan Meeuss weduwe overgedragen hebben aan Jan van Ryn de eigendom van
- het vierde deel van 12 dagmaten lands gelegen in de Haar aan de westzijde begrensd door de erfgenamen van Jacob van Hees c.s. en aan de oostzijde de erfgenamen van Steven Henricks
- de helft van 8 dagfmaten lands in de Duist, aan de noordzijde begrensd door Aert Moen c.s. en aan de zuidzijde het klooster van Sint Barbara te Amersfoort. Het eerste, derde en vierde zegel zijn nog aanwezig.

937 Maerten van Naerden en Frans van Nyenrode, raden bij het Hof van Utrecht, doen een scheidsrechterlijke uitspraak in een geschil tussen de steden Amersfoort en Naarden inzake de betaling van tollen, Weggeld en Waaggeld door burgers van Naarden te Amersfoort en de vrijstelling daarvan. Oorpsr.; met stadszegel van Naarden, dat van Amersfoort verloren; met handtekeningen van de scheidslieden.

938 Zeger vande Wild, schout, en Ghysbert Lumens, Peter van Dam en Willam Ammels, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Lourens Everts en Weym zijn vrouw elkaar het vruchtgebruik van de na te laten goederen toezeggen. Oorspr.; in tweevoud met aan beide exemplaren de zegels van de oorkonders.

940 Anthonis van Ysenderen, heer van Sterkenburg, verklaart van de stad Amersfoort ontvangen te hebben de som die hij de stad in 1539 had geleend. Oorspr.; met zijn zegel en handtekening

941 Zeger vander Wilde, schout, en Jan Zoest, Jan van Westrenen en Splynter van Westrene, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Weym Arys van Scayck dochter overgedragen heeft aan Thonis Bernts en Alydt zijn vrouw de eigendom van een stuk land in Woesteigen, aan de ene zijde begrensd door de Onze Lieve Vrouwekapel en aan de andere zijde door Thonis zelf. Oorspr.; met zegels van de oorkonders (de middelste twee enigszins geschonden).

942 Henrick Passer verklaart van de stad Amersfoort ontvangen te hebben de achterstallige renten die zij hem schuldig was. Oorspr.; met zegel van Henrick Pyll en handtekening van Henrick Passer.

945 Zeger vander Wilde, schout, en Jan Soest, Willem van Lyenlair en Henrick van Wede, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrick Peins en Emmitgen zijn vrouw elkaar het vruchtgebruik van de na te laten goederen toezeggen; na de dood van hen beiden zullen hun vier kinderen, Henrick, Joost, Jacop en Petergen een gelijk deel erven. Oorspr.; het vierde zegel en fragmenten van de andere drie aanwezig.

947 Weymme van Bloemendall, weduwe van Evert van Twyller, bekent schuldig te zijn aan Elyzabeth, weduwe van Gherryt van Domzeler, 80 enkele Eemdergulden tegen een jaarlijkse rente van 5 gulden gevestigd op het erf Bitterschoten in het kerspel Barneveld. Oorspr.; met zegels van Johan Hacksfairt, Ambrosius Maryss, scholt, (fragment) en Steven van Bloemendall, voogd van Weymme.

949 Martyn van Scerpenzeel, onderschout van Ede geeft een acte af van de verklaring, ten overstaan van hem en Goert van Steenbeeck en Gerit Smeeman, vrije dienstmannen van de hertog van Gelre, afgelegd door Gerit Francken, Symon Francken en Melis Pot, betreffende de mishandeling van Evert Wulfers door gerechtsdienaren van de stad Amersfoort tijdens de markt na een handgemeen als gevolg van een twist met enige burgers van de stad over de prijs van een paard. Oorspr; op papier met twee losse fragmenten van het opgedrukt zegel en handtekening van de onderschout.

950 Keizer Karel V vergeeft de stad Amersfoort, die door haar eigen achteloosheid door Maarten van Rossum in dienst van de hertog van Gelre was ingenomen, al hetgeen zij misdaan heeft en herstelt haar in het bezit van haar privileges en inkomsten, behalve tol te Eembrug, de Tol, het Weggeld en de Koppel te Amersfoort en de helft van alle boeten en breuken in de stad en hare vrijheid geheven die de Keizer aan zich trekt. Oorspr.; met fragment van het zegel van Karel V.

951 Keizer Karel V bevestigt de volgende privileges:
1 van Albrecht van Beyeren, graaf van Holland, dd. 1398 Juni 30, aangaande de tollen in Holland verschuldigd;
2 van dezelfde d.d. 1388 Augustus 1 aangaande de erfpacht van de biertol;
3 van dezelfde d.d. 1388 Augustus 1 waarbij de burgers van Amersfoort met die van Utrecht in het betalen der tollen worden gelijkgesteld, bevestigd bij een brief van dezelfde dd. 1398 Juli en van zijn zoon Willem dd. 1398 Juli 5;
4 van een brief van Willem van Beyeren, graaf van Holland dd. 1413 september 14, op de H.Kruis dach exaltatio, waarbij de burgers van Amersfoort voor 100 Frankrijkse schilden tolvrijheid in Holland verkrijgen;
5 van Albrecht van Beyeren dd. 1388 Augustus 1 waarbij de burgers van Amersfoort met die van Utrecht in de betaling der tollen worden gelijkgesteld (dubbel)
6 van Johan, bisschop van Utrecht dd. 1331 Maart 25, waarbij de stad Amersfoort twee nieuwe marktdagen verkrijgt;
verder geeft hij nog enkele privileges zoals het recht op de helft van de boeten die in de stad en de stadsvrijheid geheven worden en het verbod op het brouwen van bier binnen een straal van twee mijlen rondom de stad. Oorspr.; katern; fragment van het zegel van Karel V aanwezig.

952 Keizer Karel V geeft aan de stad Amersfoort een reglement van Justitie en Politie ter vervanging van de vroegere stadsrechten. Oorspr.; katern; losse fragmenten van het zegel van Karel V.

953 Karel V staat de stad Amersfoort toe een heffing van een hoofdelijke omslag over de burgers en inwoners van de stad en uitstel van betaling van achterstallige renten en andere schulden. Oorspr.; het zegel is afgeknipt (losse fragmenten aanwezig); het stuk is ernstig door vocht beschadigd en slechts gedeeltelijk leesbaar; gerestaureerd in 1932.

954 Keizer Karel V benoemt Lodewijk Janss Botter tot secretaris van de stad Amersfoort. Oorspr.; met fragment van het zegel van Karel V aanwezig.

955 Johan Vyscher, schout, en Arys Pouwels en Gysbert Both, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jan Botter en Marie zijn vrouw overgedragen hebben aan Roloff Janss de eigendom van een hof gelegen buiten Monnikendam, aan de ene zijde en het ene einde begrensd door de beek en de stadsgracht en aan de andere zijde en het andere einde begrensd door Theeus Jacops en de erfgenamen van Jan Rolofs. Oorspr.; eerste en derde zegel en fragment van het tweede zegel aanwezig; zegelstaart van het tweede zegel provisorisch vastgeplakt.

957 Karel V staat de stad Amersfoort toe, ter bestrijding van de lasten voortvloeiende uit de Gelderse bezetting in 1543, om over te gaan tot verkoop van rentebrieven en gedurende vier jaar een nieuwe impost en opcenten van het oudschildgeld te heffen. Oorspr.; met het zegel van Karel V aanwezig (aan de randen enigszins beschadigd).

959 Henrick Pot, gevolmachtigd schout, en Henrick Corneliss en Gysbert Both, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Cornelis Vos Rutgers en Fye zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan Jan Henrick Venen soen een jaarlijkse rente van 1,5 Hollandse gulden, gevestigd op zijn goederen, gelegen in het gerecht Amersfoort. Oorspr.; met zegels van de oorkonders en handtekening van Lodewijk Botter, secretaris.

960 Karel V oorkondt dat de schuldbrieven die de stad Amersfoort indertijd aan Maarten van Rossum bij de inname van de stad had moeten geven krachtens het verdrag van Venlo buiten effect zijn gesteld. Oorspr. met zegel van Karel V (onderrrand enigszins beschadigd).

962 Dirk Gosensoen en Anthonia Jan Roelofssoens dochter, zijn vrouw, te Baarn verklaren dat zij verkocht hebben aan hun zwager en broer Roelof Jansoen een stuk veen en bos in het gerecht van Amerongen dat Jan Roelofsz indertijd van Jan die Bruijn gekocht heeft, strekkende van de Woutgroep tot aan de Amerongse Eng. Oorspr. het zegel van Dirck is verloren, dat van de medebezegelaar Ghysbert Botter is aanwezig; met handtekening van Dirck.

970 Geryt Elberss, schout, en Peter Meynss van Westrenen, tijnsmeester van Weede en Emiclaer, oorkonden dat Jacob van Byler Jacobzoon verklaart schuldig te zijn aan Meester Jan Schoer, kanunnik van Sint Marie te Utrecht, een jaarlijkse rente van 12 Karolusgulden aflosbaar met 200 gulden, gevestigd op een stuk land geheten de 'Nyeuwencamp' en vier daarnaast gelegen akkers, an de oostzijde begrensd door de abt van Sint Paulus te Utrecht, aan de zuidzijde door Willem van Lienlair, aan de westzijde de weg een aan de noordzijde de malen en verder nog uit een duist in het bovengenoemde gerecht. Oorspr.; de zegels van de schout en tijnsmeesters en landgenoten en buren Peter Henrickz en Jacob Ghysberss verwijderd en gecancelleerd.

971 Henrick Poth, gevolmachtigd schout, en Ghysbert Botter en Henrick Botter, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Goort de Wijs de nalatenschap regelt voor zijn vrouw Alijdt en zijn dochter Lijsgen. Oorspr.; met zegels van de oorkonders en handtekening van Lodewijk Botter, secretaris.

972 Heynrick Poth, gevolmachtigd schout, Peter Meynsz van Westrenen, burgemeester en Heynrick Bot, schepen van Amersfoort, oorkonden, dat Peter Jansz inwoner van Zutphen en Adolph van Achtevelt, gevolmachtigde voor Peters vrouw Geertgen, hebben overgedragen aan Wouter Heynricxz en Alydt zijn vrouw de eigendom van een huis, hof en hofstede bij de Hellestraat, aan de ene zijde begrensd door Aert Lonk en aan de andere zijde Loich de Moelner en zijn rosmolen. Oorspr.; met zegels van de oorkonders en handtekening van Lodewijk Botter, secretaris.

973 Arnoldus, abt, Gerhardus, prior en convent van het klooster van Sint Peter en Paulus te Paderborn. oorkonden dat zij het goed Bitterschoten in het ambt Barneveld vrijmaken van de hofhorigheid en dat Cornelis Hermans uit Utrecht dit goed overdraagt aan Johan van Culenborch. Oorspr.; het zegel van de abdij is verloren; het zegel van het klooster aanwezig (rand enigszins beschadigd).

974 Henrick Pot, gevolmachtigd schout, en Ghysbert Botter en Cornelis Volckenss, schepenen van Amersfoort, verklaren dat Henrick Wouterss en Geertruit zijn vrouw overgedragen hebben aan Dirck Ariaenss en Hillegont zijn vrouw de eigendom van een huis, hof en hofstede in de Slijkstraat, aan de ene zijde begrensd door Brant Everss en aan de andere zijde door Jan de Bruyn. Oorspr.; met zegels van de oorkonders en handtekening van Lodewijk Botter, secretaris.

977 Geryt vander Nyerkercke, abt van Sint Paulus te Utrecht, oorkondt dat hij Reyer Crieck Evertsz als gemachtigde van zijn broer Willem na het overlijden van zijn andere broer Geryt beleent met de helft van 3 morgen niet afgegraven veen in Hezerveen, strekkende van de Gracht tot aan het Hart, aan de ene zijde begrensd door Willem van Dam en aan de andere zijde Jan Geryt Reyersz. Oorspr.; met zegel van de abt, linksboven beschadigd.

978 Geryt vander Nyerkercke, abt van Sint Paulus te Utrecht, oorkondt dat hij Reyer Crieck Evertsz na het overlijden van zijn andere broer Henrick beleent met 1,5 vierendeel afgegraven veen achter de Soestereng, geslagen uit de Hoick ende Hynckenhoeve, aan de zuidzijde begrensd door de erfgenamen van Evert van Crachtwyck, aan de westzijde de erfgenamen van Peter Stael, aan de zuidzijde Hermen Rutgersz en aan de noordzijde Lodewich Rutgersz. Oorspr.; met zegel van de abt.

979 Pons Uuytenbroick, substituut-schout, en Dirck van Doyenborch en Johan van Renesse van Cuylenborch de Jonge, schepenen van Utrecht, oorkonden dat de Jutgen, Weduwe van Tonis Thoeniss, Thonis Thoniss, haar zoon, Cornelis Hermanss, voor zichzelf en voor Dirckgen zijn vrouw, Beernt Hermanss voor hem en Joostgen zijn vrouw, Henrick Janss, voor hemzelf en Anna Thonisdochter zijn vrouw, Aert Hermanss en Weymtgen Jans dochter verklaren ontvangen te hebben ook namens de minderjarige Steven van Blommendael en Nellichgen en Grietgen Thonis Thonis dochters van heer Johan van Cuylenborch heer van Renswoude de koopprijs van het erf en goed Bitterschoten onder Barneveld. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.

980 Henrick Pot, gevolmachtigd schout, en Dirrick Brant en Henrick van Eck, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jan Geryt Jansz soon en Weyndelmoet zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan Evert Gerytsz en Bytgen zijn vrouw een jaarlijkse rente van 5 Karolusguldens, af te lossen met 100 gulden. Oorspr.; het eerste zegel verloren.

983 Anthonis Brant en Meyns Steffensz scheidslieden aan de ene zijde en Cornelis Hesselsz en Gerryt Aertsz, scheidslieden aan de andere zijde maken bekend de voorwaarden waaronder een verzoening tot stand is gekomen tussen de nabestaanden van de vermoorde Sebastiaan Jansz en Zweer de Man en Frans Tyburghen, de daders. Met zegels van de scheidslieden (het eerste aan de rand beschadigd).

984 Schout, burgemeesters, schepenen en raad van Amersfoort geeft een vidimus van de akte van 8 februari 1515. Oorspr.; het stadszegel aan de randen beschadigd.

985 Gherbrich weduwe van Jacob Janss, voor haarzelf en haar minderjarige kinderen, en Roeloff Janss, broer van haar overleden man maken een boedelscheiding. Oorspr.; met zegels van Peter van Westrenen Meynss en Peter van Daveler, namens Gerbrich, en Roeloff Janss en Peter Hoefkens, zwager van Roeloff.

986 Peter van Westhrenen Meynsz, burgemeester en plaatsvervangend schout, en Cornelis Volckensz, burgemeester en Ghysbert Botter, schepen van Amersfoort, oorkonden dat Ryck Rijcxz en Margriet zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan Margriet dochter van Gerrit Gerritsz een jaarlijkse rente van 38 Hollandse stuivers, aflosbaar met 33 gulden. Oorspr.; met zegels van de oorkonders

987 Notaris G.Bot oorkondt dat Jacob Lambertsz en Cornelia zijn vrouw elkaar de lijftocht vermaken van hun na te laten goederen onder Amersfoort. Oorspr. ; op perkament, niet bezegeld met handtekening van de notaris en de getuigen: Goert Janss, Willem Jansz en Henrick Goudt Jacobz.

988 Johan van Dompseler met zijn drie borgen Harman, Lodewijck en Jacob Botter bekent schuldig te zijn aan Ysbrandt van Wede en Geertruydt zijn vrouw een som van 125 Karolus gulden jaarlijkse losrente, welke gelost kan worden tegen een som van 2500. Notarieel afschrift van Johan Vlug op papier.

989 Gerrit vander Nyerkercke, abt van Sint Paulus te Utrecht, oorkondt dat hij Gerrit Gerritsz Voel beleent met een jaarlijkse rente van 10 Karolusgulden uit het erf en goed te Lienlair, nadat Jan Geriitsz van Lienlair hier afstand van heeft gedaan.. Oorspr.; met zegel van de abt.

990 Ricout Ricoutz oorkondt voor zichzelf en zijn erfgenamen aan Cornelis Craen Willemss schuldig te zijn 50 Karolusgulden tegen een rente van 3 gulden per jaar. Oorspr.; met het zegel van Henrick Zaell en handtekening van Ricout; gecancelleerd.

991 Vincent vanden Houve, schout, en Henrick van Ryn en meester Geryt van Schayck, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Hillitgen Peters dochter, weduwe van Dirck Ariaenss, en Peter van Westrenen Meynss en Henrick Meynss, weesmeesters voor hare minderjarige kinderen, verklaren schuldig te zijn aan Willem Bosch de Jonge en Alyt zijn vrouw de som van 31 Karolusgulden en 5 stuivers, waarbij als onderpand o.a. wordt gesteld huis, hof en hofstede in de Slijkstraat, aan de ene zijde begrensd door Jan die Bruyn en aan de andere zijde de erfgenamen van Bart Everss. Oorspr.; met fragmenten van de eerste twee zegels en handtekening van Lodewijk Botter, secretaris.

993 De stadsbesturen van Delft en Amersfoort besluiten tot wederzijdse afschaffing van het recht op de erfenissen die toevallen aan personen in de andere stad. Oorspr.; het stadszegel van Delft rechtsonder beschadigd en dat van Amersfoort enigszins aan de rand.

994 Emmitgen weduwe van Henrick Peterss verklaart ten overstaan van notaris Johan Vlug ontvangen te hebben van haar zonen Henrick Henricks en Jacob Henricks en Peter haar dochter de som van 49,5 Karolusguldens. Oorspr.; met zegels van Augustyn Pouwelss en Gysbert Spruyt en handtekening van de notaris.

995 Emmitgen, weduwe van Henrick Peterss verklaart ten overstaan van notaris Johan Vlug ontvangen te hebben van haar zonen Henrick Henricks en Jacob Henricks en Peter haar dochter de som van 51 Karolusguldens. Oorspr.; met zegel van Joost Thoniss en handtekening van de notaris en haar eigen teken.

996 Keizer Karel V verleent de stad Amersfoort vergunning lijfrentebrieven te verkopen tot een som van 400 ponden van 40 Vlaamse groten tegen de pening 8 of 9. Oorspr. zegel verloren.

997 Notaris Johannes Vlug oorkondt dat Cornelis Vos Rutgers en Sietgen, zijn huisvrouw, aan hun jongste dochter Willemgen vermaken de som van 31 Karolusguldens in tegenwoordigheid van de getuigen Goessen Roeloffz Kip, Henrick Vlug Goirtz en Jacob Vlug Goirtss. Oorspr.; met handtekening van de notaris.

998 Gerrit vander Nyerkercke, abt van Sint Paulus te Utrecht, oorkondt dat met zijn goedvinden Reyer Creeck Everts soen aan zijn vrouw Petergen Henrick Peterz dochter. vermaakt een leen van 12 dagwerk veen uit 3 morgen veen in het Hezerveen vanaf de Gracht tot aan het Hart, aan de ene zijde begrensd door Willem van Dam Petersz en aan de andere zijde Jan Gerrit Reyersz. Oorpsr.; met zegel van de abt.

1001 Filips II benoemt Lodewijk Janss Botter opnieuw tot secretaris van de stad Amersfoort. Oorspr.; met zegel Filips II.

1003 Gijsbrecht Spruijt, schepen, en Lodewijk Botter, secretaris, van Amersfoort maken als scheidslieden een overeenkomst bekend tussen Cornelis Creeck en zijn broer Reyer inzake het beheer over de goederen van hun broer Willem Creeck. Oorspr.; met zegels van de scheidslieden en handtekeningen van de scheidslieden en beide partijen in de plica.

1004 Joost Henricks verklaart ten overstaan van notaris Johannes Vlug en de getuigen Reyndert Dirsck Snyer en Maes Lambertz dat zijn moeder hem al haar goederen heeft overgedragen en dat hij haar onderhouden zal zolang zij in leven is. Oorspr.; met handtekeningen van Joost en de notaris..

1006 Koning Filips II geeft aan Lodewijk Janss Botter voor een som van 755 gulden in pandschap het secretarisambt van Amersfoort. Oorpsr.; met zegel van Filips II (aan de rand beschadigd).

1008 Filips II oorkondt dat hij het Woutgensbos overdraagt aan de stad Amersfoort. Oorspr.; het zegel is verloren.

1009 Leden van de Rekenkamer in Den Haag verklaren dat zij aan Pieter Rutgerss, burgemeester, en Anthuenis Brant, schepen, gemachtigden van de stad Amersfoort verkopen het Woutgensbos, gelegen op de Amersfoortse heide.

1011 Vincent van der Houve, schout van Amersfoort, draagt Gabriël Cornelisz of een andere gerechtsdienaar op het vonnis tegen Jacob van Wede terstond uit te voeren. Oospr.; met afhangend zegel van de schout.

1013 Johan Madder, gevolmachtigd schout, en Ghysbert Botter en Wouter van Blocklandt, burgemeesters van Amersfoort, oorkonden dat Anthonis Brant en Frans van Zyll overgedragen hebben aan Rolof Jansz en Alydt zijn vrouw de eigendom van een stuk land gelegen in Woesteigen, aan de ene zijde begrensd door Wouter Jacobsz Speldemaecker en aan de andere zijde de Onze Lieve Vrouwekapel. Oorspr.; met zegels van de oorkonders en handtekening van Lodewijk Botter, secretaris.

1014 Willem van Oranje, als voogd van zijn zoon Filips Willem, heer van IJsselstein, beleent Jan Janss van Oldezeell met een erfrente van 62 Karolusguldens en 10 stuivers, die Jacob van Bijlaer aan hem heeft overgedragen, gevestigd op een hoeve land onder Hoogland, aflosbaar met 1000 Karolusguldens. Oorspr.; zegel verwijderd en gecancelleerd.

1016 Vincent vander Houve, schout, en Ghysbert Botter en Rutger Pueyt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Peter Meynsz Schellinck overgedragen heeft aan Vranck Rutgerss en Belytgen Rutgersdr, minderjarige kinderen van Rutger Vrancken de eigendom van de helft van een huis, hof en hofstede achter het Observantenklooster in de Hellestraat, aan de ene zijde begrensd door Willem Heynricxz en aan de andere zijde Harman Botter. Oorspr.; met zegels van de oorkonders en handtekening van Lodewijk Botter, secretaris.

1018 Schout en schepenen van Utrecht oorkonden dat Cornelis Jans zoen van Vianen en Cristina Meyns Isels dochter zijn vrouw overdragen aan Jan Lubberts zoen en Adriana Peters dochter zijn vrouw een jaarlijkse rente van 23,5 gulden ten laste van Dorethea Cozijn van Isels weduwe, aflosbaar met 450 gulden. Oorspr.; met fragment van het stadszegel en gecancelleerd.

Records 701 t/m 738

laatste wijziging 21-04-2024

3.985 beschreven archiefstukken

4 gedigitaliseerd

totaal 4 bestanden

Delen

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Reageren