Logo - Archief Eemland

Wilt u een of meerdere archiefstuk inzien? Veel is nog niet digitaal, tenzij een paperclip-symbool naast de beschrijving staat. U bent van harte welkom op onze publieksvloer om archiefstukken in te zien op afspraak. Geef hierbij alstublieft bij 'Stukken' het toegangsnummer (het dikgedrukte bovenaan de pagina) en het inventarisnummer aan. Tot op de 3e verdieping van het Eemhuis!

Wij beheren de archieven van Amersfoort en zeven andere gemeenten uit de regio Eemland. Dit zijn zowel de gemeentearchieven die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden als ook archieven van particulieren, bedrijven en verenigingen uit deze gemeenten.

Uw zoekacties: Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810

0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0001.01   Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
Beschrijving van het archief
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwant materiaal
Bijlagen
laatste wijziging 21-04-2024
3.985 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
2. Inventaris van het archief van het stadsbestuur
3. Bijlagen
4. Concordans charters
5. Concordans
6. Regesten
1 Henricus, bisschop van Utrecht, bevestigt de privileges en costumen, die scabini, consules et universitas van zijn opidum Amersfoorde tot dusverre bezaten en verleent hun bovendien het stadsrecht van Utrecht, met een beperking inzake de bisschoppelijke heervaart en onder een voorwaarde betreffende de betaling van de bisschoppelijke bede. In vidimi d.d. 25 juni 1298, 17 juli 1344, 30 juli 1425 en 22 juli 1447.
2 Wilhelmus, bisschop van Utrecht, geeft vidimus van de akte d.d. 12 juni 1259. In vidimi d.d. 17 juli 1344, 30 juli 1425 en 22 juli 1447.
3 Wilhelmus, bisschop van Utrecht, verleent aan de burgers van Amersfoerde het privilege dat zij wegens geldelijke of civiele rechtszaken niet voor een geestelijke rechter te Utrecht of elders mogen worden gedaagd, doch hiervoor uitsluitend voor de bisschoppelijke iudex en schepenen in hun eigen stad te recht mogen staan. In vidimi d.d. 17 juli 1344, 30 juli 1425, 22 juli 1447.
4 Schepenen, buurmeester en het gemene kerspel van Emebrucghe oorkonden dat zij de stad Amersfoerde zullen helpen tegen iedereen, behalve de bisschop van Utrecht, versterkte huizen, met vijandige bedoeling tussen Amersfoort en de Zuiderzee opgericht, te zullen helpen onschadelijk maken en personen die zich met vijandige bedoeling ten opzichte van Amersfoort in het kerspel van Eembrugge ophouden, niet te zullen begunstigen, maar tegen te werken. Oorspr.; het stadszegel verloren.
5 Johan, bisschop van Utrecht, verleent, met toestemming van zijn ambachtsman heer Arnd van IJsselsteyne, aan de stad Amersforde het recht van twee marktdagen per jaar, boven de marktdag aan genoemde stad reeds door zijn voorgangers toegestaan en staat aan alle kooplieden, behalve vredeloze, vrijgeleide toe tot bezoek aan deze markten. Oorspr. Met zijn zegel. In vidimus d.d. 20 mei 1544.
6 Johan, bisschop van Utrecht, bevestigt de stad Amersfoerde in alle rechten en bezittingen, die haar door zijn voorgangers zijn verleend. Oorspr.; het zegel van de oorkonder is verloren.
7 Burgemeesters en gemene raad van Utrecht enerzijds en burgemeester en gemene raad van Amersfoerde anderzijds sluiten een overeenkomst waarbij, met inachtneming van de rechten van de bisschop, wordt bepaald, dat partijen elkaar tegen alle vijanden zullen bijstaan, dat Amersfoort geen oorlog zal voeren, vrede sluiten en bondgenootschappen aangaan zonder toestemming van Utrecht en dat ingeval van onenigheid tussen partijen, uitspraak zal worden gedaan door een commissie, bestaande uit de burgemeesters van Utrecht en de burgemeester en een raadslid van Amersfoort. Oorspr.; met grootzegel en tegenzegel van de stad Utrecht, dat van Amersfoort verloren.
8 Johan, bisschop van Utrecht, bevestigt de privileges, echten en vrijheden, die burgers en stad van Amersfoerde van zijn voorgangers hebben ontvangen. Oorspr.; met zijn zegel; ook in vidimus d.d. 22 juli 1447.
9 Johan, bisschop van Utrecht, oorkondt dat hij Rycout van dien Bosche, zijn pander, machtigt om aan Lambrecht Heynen zoene, burger te Amersfoerde, in eigendom over te dragen een stuk land, Scherpenberghe, aan de ene zijde begrensd door het land van Coeziin van Ysselt en aan de andere zijde door het land dat aan Ameliis van Wijssche toebehoorde, welk land genoemde bisschop aan Ghyselbrecht Faly, die het als zijn achterleenman van de stad Amersfoort hield, ontnomen had; Hendrik Borre, burgemeester, Lubbrecht van der Mathe, Thydeman die Coeninc, Henric Both, Lambrecht Mant, Jan Seybaert, Henric haren Jans zoene, Reynaer Froel, Pouwels van den Zande, Evert die Man en Ghyselbrecht Goetscalc, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, in opdracht van de bisschop, dat Rycout van dien Bosche aan Lambrecht Heynen zoene de vrije eigendom van het betreffende land heeft overgedragen. Oorspr.; met het zegel van de bisschop, dat van de stad verloren.
10 Henricus de Jutfaes, decanus Traiectensis, geeft vidimus van de akte d.d. 14 december 1298. Oorspr.; het zegel van de domdeken verloren.
11 Henricus de Jutfaes, decanus ecclesie Traiectensis, geeft vidimus van de akte d.d. 25 juni 1298. Oorspr.; zegel van de domdeken verloren.
12 Johan, bisschop van Utrecht, beleent Govert den Bere Vrederix sone, burgemeester te Amersfoerde, en diens opvolgers, ten behoeve van laatstgenoemde stad, met het goed te Randenbroec c.a., waaronder waarschap, tins en grove en smalle tienden en de tienden in Den Haghe, nadat heer Aernoud, heer van IJsselsteyne, ridder, aan genoemde bisschop al de goederen die hij van het Sticht in leen hield, had afgestaan en Splinter Gherid Splinters sone van Randenbroec de hierboven genoemde goederen en rechten, die hij van de heer van IJsselsteyne in leen en van het Sticht in achterleen hield, eveneens aan de bisschop had opgedragen, behoudens de daartoe behorende gerechten van Randenbroec, Uten Haghe, Den Ackeren, Swijnenvoerde en Den Svarten Campe thans aan de bisschop blijven. Oorspr.; het zegel van de bisschop is verloren.
13 Reynoud, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, maakt bekend dat hij met de heer Johan van Erkel, bisschop van Utrecht, een verdrag heeft gesloten voor de tijd van twee jaar over alle geschillen, die tussen hem en zijn onderzaten en land van Velue enerzijds en genoemde bisschop en zijn land en onderzaten anderzijds, waren gerezen, waarbij wordt bepaald dat partijen met al hun middelen wederzijdse inbreuken zullen verhinderen en in geval van onenigheid hierover twee leden van hun raad zullen zenden naar Amersfoort, Utrecht, Arnhem of Harderwijk om tot een vergelijk te komen. In een vidimus d.d. 22 juni 1356.
14 Johan, bisschop van Utrecht geeft vidimus van de akte d.d. 19 juni 1356. Oorspr.; met zijn zegel.
15 Johan, bisschop van Utrecht, prelaten en gemene kapittels van de vijf kerken, t.w. de Meerre Kerken, Outmunster, Sente Peter, Sente Johanne en Sente Maryen te Utrecht en burgemeesters, schepenen en gemene raad van de stad Utrecht doen uitspraak in een geschil tussen heer Arnoud, heer van Ysselsteyn en burgemeester, schepenen en raad van de stad Amersfoerde over het goed te Randenbroec c.a., waarbij zij bepalen dat Arnoud voornoemd dit leengoed aan de bisschop zal opdragen, die het vervolgens aan de stad Amersfoort in leen zal geven, waarvoor deze stad aan Arnoud als schadeloosstelling 250 pond, gangbaar te Utrecht, in twee termijnen zal betalen. Oorspr., met zegels van de oorkonders, de zegels van de bisschop, het Domkapittel en de stad Utrecht verloren.
16 Ghisebrecht van Lodensteyne, schout, Ghisebrecht Buermeyster, Symon heren Lubberts sone, Reyner Poyten sone en Gheriid Yserman, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat genoemde Symon heren Lubberts sone en zijn zoon Lubbert hebben verhuurd aan Gheriid van Renen een hofstede in de Broyelstrate, tussen Sente Sebastiaens kerchof en de hofstede van Pouwels van den Zande, tot de eerste brand toe, voor 16 groten per jaar, onder voorwaarde dat bij verkoop door de huurder van het huis, dat hij op de hofstede in eigendom heeft, de verhuurders aan de koper tegen dezelfde huur, eveneens tot de eerste brand toe, de hofstede zullen verpachten, tegen een paar handschoenen bij overdracht, waartoe zij echter bij verdere verkoop van het genoemde huis niet verplicht zijn. Oorspr.; met de zegels van de tweede oorkonder en fragmenten van die van de vierde en vijfde; de overige verloren.
17 Ghizebrecht, heer van Abcoude en zijn zoon Zweder van Abcoude, heer van Gasebeke, Putten en Strienen, verklaren dat zij, ten overstaan van enige van hun leenmannen, aan Nyclaes Gheel, burgemeester te Amersfoerde en diens opvolgers, ten behoeve van genoemde stad, in onversterfelijk leen, volgens Stichts leenrecht, hebben gegeven de hofstede te Coelhorst met een aantal nabijgelegen percelen hooi- en bouwland, tegen een heergewaad van 3 ponden, gangbaar in het Sticht Utrecht. Oorspr.; de zegels zijn verloren.
18 Ghizebrecht, heer van Abcoude en zijn zoon Zweder van Abcoude, heer van Gasebeke, Putten en Strienen, beloven de stad Amersfoerde om in rechte voor haar te zullen opkomen, als Wouter van Lochorst aanspraak zou maken op de hofstede te Coelhorst c.a. waarmee zij genoemde stad beleend hebben, bovendien beloven zij aan Amersfoort een vergoeding tot 800 ponden, gangbaar in het Sticht Utrecht, te zullen geven, als genoemde Wouter zijn eis toegewezen zou krijgen, en een bedrag naar evenredigheid, als deze toewijzing slechts voor een of meer stukken land zou plaatsvinden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
19 Deken en gemeen kapittel van de kerk te Amersfoerde verklaren, dat de stad Amersfoerde een om van 160 pond penningen, die zij, volgens beschikking van Hein Holle en diens vrouw Beliana, als 'papelike prove' aan de kapel van St. Sebastiaen schuldig is, desgewenst ieder jaar mag aflossen, verhoogd met 8 pond rente, en dat genoemde stad, zolang dit niet geschied, een jaarlijkse rente van 16 pond penningen moet betalen. Oorspr.; het zegel van de oorkonder verloren.
20 Johan van Virnenburg, bisschop van Utrecht verklaart dat hij Wouter van Coelen beleent met 19 morgen land bij het vrouwenklooster aan de zuidzijde van de Steenweg. In een vidimus d.d. 10 augustus 1372.
21 Johan van Virnenborch, bisschop van Utrecht, beleent, ten overstaan van zijn leenmannen heer Peter uten Hamme, ridder, Nyclaes van Oesterum, Florans van Jutfaes Scaden soen en anderen, Diderick Cosyn van Isselt met het gerecht en de tienden van Isselt, het erf van Lysenvoerde, het goed ten Nywen lande, het goed van Alrehorst, met gerecht, tijns en tienden c.a., die gelegen zijn tussen Bircke en Scerpenborch, een hoeve land op Amersfoirder Eynge en de kapel te Isselt, behoudens de lijftocht van jonkvrouwe Foyse, Didericks moeder. In een vidimus d.d. 3 oktober 1394.
22 Johan van Virnenborch, bisschop van Utrecht, bevestigt de privileges van burgers en stad van Amersfoerde, die hun door zijn voorgangers zijn geschonken. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.
23 Johan van Viernenborch, bisschop van Utrecht, bepaalt, dat in geval van doodslag of verminking door burgers van Amersfoerde de eerste klacht en de laatste klacht voor hemzelf moeten geschieden, maar de overige klachten voor de maarschalk van Eemland of de schout van Amersfoerde met de schepenen van de stad. Oorspr.; zegel van de oorkonder verloren.
24 Johan van Vyrneborch, bisschop van Utrecht, oorkondt dat hij aan de stad Amersfoerde een som schuldig is van 2500 pond penningen, deel uitmakend van een som van 4500 pond, die deze stad hem heeft geleend onder verband van de drie bisschoppelijke markttollen aldaar; met dien verstande, dat de betaling van genoemde 2500 pond achterwege mag blijven wanneer heer Conraet van Bruynsberch, meester van Sunte Johanoerden in allen Duytschen lande, of bij diens voortijdig overlijden, heer Sweder uyt der Loe, domproost te Utrecht, zich borg wil stellen voor het verhaal door Amersfoort van vermelde 4500 pond op de drie markttollen aldaar; dat ingeval van overlijden van de oorkonder of diens afstand van het bisschopsambt, voordat deze borgstelling haar beslag heeft gekregen, de som van 2500 pond zal worden betaald door een aantal geestelijke en wereldlijke heren van het Sticht, die hierbij verklaren, genoemde verplichting op zich te nemen, onder verband van leisting. Oorspr.; met zegels van Henric van Loenresloyt, Gisebert van IJsselsteyn, Henrick die Sure, Alard van den Doem, Dideric van Oudaen, Gisebert van den Vliete en Willem Suermunt; de zegels van de bisschop, Johannes van Nyuwenaer, deken te Deventer, Reynout, heer van Kovorde, Reynout van Kovorde, Gisebert van Nyenrade, ridders, Johan en Henric van Eyndenich, gebroeders, Gisebert Gunter en Hughe van Loenresloyt zijn verloren.
25 Ghisebrecht van Lodensteyne, schout, Ghisebrecht heren Ghisebrechtssone van Lodensteyne, burgemeester, Herman Careman, Ludeman Ludemanssone, Ghisebrecht Buermeyster, Egbert die Bere, Herman Botssone, Jacob Hoeft, Jordaen Ghisebrechtssone, Diric Poytensone ende Herman Ludemanssone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Gode Bylar en Erkenraet, zijn vrouw, hebben overgedragen aan Gheriid de Smit van Baerne de eigendom van een hofstede in de Crommestrate, aan de ene zijde grenzend aan het erf van Wouter Rose, aan de andere zijde aan dat van Wendelmoed Broinisdochter en aan de achterzijde aan dat van Tydeman Loper, belast met een tyns ten behoeve van de bisschop en een ten behoeve van de stad. Oorspr.; met het stedelijk groot zegel.
26 Deken en gemeen kapittel van de kerk te Amersfoerde verklaren, dat zij hebben ontvangen van de burgemeester, schepenen en gemene raad van de stad Amersfoerde 125 pond als aflossing van een rente van 10 pond per jaar, gevestigd op een altaar, eertijds van heer Philips, te weten 8 pond uit de stedelijke cijns in de Birket en 2 pond, gaande uit de hofstede van Amelis van Neckenvelde, waarop Herman Ludemanssone woont. Oorspr.; het zegel van het kapittel is verloren.
27 Ghisebert Hughensone, bisschoppelijk schout in de maalschappen van Koelhorst, Wede en Emminglaer, oorkondt, dat, ten overstaan van hemzelf en van Steven van Eede, Ghisebrecht Scoute van den Kelre, Lambrecht Henrixsone, Jordaen Ghisebrechtssone, Johan die Coninc, Herman Careman Johanssone, Gheriit de Wilde, Gheriit Zoes en andere malen en landgenoten, Johan en Mechtelt, kinderen van Johan van Liesvelde, in tegenwoordigheid en met toestemming van Evert van Wede, Steven Tydemanssone van Hamerberghe, Ghisebert Schade en Dyrc Clotinc, bloedverwanten der vier vierendelen, hebben overgedragen aan hun vader Johan van Liesvelde alle goederen onder Koelhorst, die zij van hun moeder Ysentrude hebben geerfd. Oorspr.; met de zegels van schout en de malen; die van Lambrecht Henrixsone en Gheriit de Wilde verloren; voor Gheriit Zoes zegelen anderen.
29 Arnold van Hoorn, bisschop van Utrecht, bevestigt de privileges van Amersfoerde. In een vidimus d.d. 22 juli 1447.
30 Gheriit Ecberts sone van den Campe, burgemeester, Evert Goetscalc, Reyner Keyl, Gode Cade, Gode Johans Coninx sone, Ghisebrecht van Lodensteyne, Pouwels van den Zande, Claes Ghele en Jacob uten Haghe, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Gode Lamberts sone van Lienlaer en Wyndelmoet Rutgher Paesdachsdochter, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Gheertrude, weduwe van Dyrc Roze, de eigendom van een hofstede in de Langhestrate, aan de ene zijde begrensd door de hofstede van Gheertruut Johan Heynen soens dochter, aan de andere zijde door die van Dyrc Laym, behoudens het recht van de stad op tijns en van anderen op huur. Oorspr.; het stedelijk zegel is verloren.
32 Jan Oem van Bochoven, knape, maakt bekend, dat hij, door bemiddeling van heer Zweder van Abcoude, heer van Gaesbeke, Putten en Striene, al zijn geschillen met de stad Amersfoerde heeft bijgelegd. Oorspr.; met zijn zegel.
33 Johan van Oen, abt van St. Paulus te Utrecht, oorkondt, dat Godebert die Goyer aan hem en zijn tijnsgenoten Daem die Zelander, Tyman Spiker, Aernt Spruut en anderen heeft opgedragen twee akker lands in het kerspel van Zoes, hofgoed van de abdij, aan de hoge zijde begrensd door het land van Gherijt Henrics zoen en aan de lage zijde door dat van Rutgher Jacobs zoen en dat hij vervolgens dit perceel aan Gheertrude, weduwe van Dirc Rose heeft verleend. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.
34 Burgemeesters, schepenen en gemene raad der stad Utrecht maken bekend, dat zij met de stad Amersfoerde een vergelijk hebben getroffen aangaande alle onenigheden over de toepassing van verdragen, vroeger tussen beide steden gesloten en dat zij deze verdragen in het verolg zullen nakomen. Oorspr.; het stadszegel van Utrecht is verloren.
35 Aernoud van Hoern, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat ten overstaan van hemzelf en zijn leenmannen Johan van Ameronghen, Wouter van Doelen, Henric de Witte en anderen Willam Vleminc van Hemerten heeft overgedragen als lijftocht aan joncfrou Enghel Ghizebrecht Grawaerts dochter, zijn vrouw, de Weert te Remmerten, met de tiende en andere toebehoren, door genoemde Willam van de oorkonder in leen gehouden, behoudens de rechten van het Sticht en van anderen. In vidimus d.d. 1 september 1386.
36 Arnd van Hoern, bisschop van Utrecht, maakt bekend dat de stad van Amersfoerde hem heeft geleend een som van 500 oude gouden Franse schilden, waarvoor hij aan genoemde stad in onderpand heeft gegeven zijn drie markttollen aldaar, onder voorwaarde dat de stad deze tollen aan hem terug zal geven na aflossing van de lening, behoudens haar rechten, voortvloeiende uit oudere pandbrieven en de rechten van de pachter van de tollen gedurende het lopende pachtjaar. Oorspr.; het zegel van de oorkonder verloren.
37 Herman uten Wiwer, schout, Johan Smit Ghise Maten sone, Reyner Keil, Ricout Johan Gouts sone, Jordaen Gheriit Verken sone, Johan van Blomendale en Gheriit Hoeft, schepenen te Amersforde, oorkonden, dat Ghisebert Evert Goetscalcs sone heeft verhuurd aan Arnt Mutse tot de eerste brand, een hofstede in de Langhestrate, aan beide zijden begrensd door het erf van de verhuurder, tegen 6 pond penningen per jaar, onder zekere voorwaarden met betrekking tot onderhoud en gebruik van de aangrenzende steeg en straat en eventuele opstal en onder voorbehousd van het naastingsrecht van de verhuurder, ingeval de huurder een door hem op het erf gebouwd huis verkoopt, met dien verstande, dat de verhuurder, als hij van dit recht geen gebruik maakt, het erf aan de koper van genoemd huis zal verhuren onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde huur als hierboven vermeld en dat hij bij de overdracht een halve take wijn ontvangt. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
40 Ricout Johan Gouts sone, godshuisbeheerder en cijnsmeester van het godshuis, Jacob uten Haghe, Ghisebrecht van Lodensteyne, Henric Ghisebrechts sone, Gheriit Ecberts sone van den Campe, Maes Note, Herman Ludemans sone, Johan Banne, Herman Careman Ricouts sone en Johan Moye Gherwiins sone, schepenen te Amersforde, oorkonden, dat Jacob Smit Volquiins sone en zijn vrouw Bertraet aan hun zoon Volquiin de eigendom van een huis en erf in de Langhestrate hebben overgedragen, aan de ene zijde begrensd door het erf van Gheriit Seybart en aan de andere zijde door dat van Ricout die Merseman, behoudens het recht van het godshuis voornoemd op cijns en een rente, groot 1 pond penningen per jaar, toekomende aan de erfgenamen van Herman Heyne Caremans soen. Oorspr.; met het grootzegel van de stad.
41 Ricout Johan Gouts sone, schout, Reyner Keil, Volquiin Bot en Gheriit Zoes, schepenen te Amersforde, oorkonden dat Evert Symons sone heeft verhuurd, tot de eerste brand, aan Hille, weduwe van Johan Stope en Wouter Willams sone van Haghenouwe, ten behoeve van de erfgenamen van Johan Stope een hofstede in de Broyelstrate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Evert Symons sone voornoemd en aan de andere zijde door dat van Wouter Roze, voor 6 pond per jaar, onder voorbehoud van het naastingsrecht van de verhuurder, ingeval de huurder het huis, dat op het erf staat, verkoopt, met dien verstande dat de verhuurder, als hij van genoemd recht geen gebruik maakt, het erf aan de koper van het huis zal verhuren en dat hem bij iedere nieuwe verhuring een paar handschoenen toekomt. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
42 Ghysebrecht Scoute van den Kelre, verklaart, dat hij heeft verhuurd tot de eerste brand aan Ricout die Rughe een hofstede op Blomendale, aan twee kanten begrensd door percelen van de oorkonder en aan de twee andere zijden door het huis van Wouter van Lewen en het erf van Zwanelt Magher Heynen, tegen 3 pond penningen en de waarde in geld van twee hoenderen per jaar. Oorspr.; met het zegel van de oorkonder.
43 Ricout Johan Gouts sone, schout, Peter Ghiseberts sone, Henric Wolf Willams sone en Lubbert Vrancken sone, schepenen te Amersforde, oorkonden, dat Dyrc de Coninc heeft verhuurd tot de eerste brand aan Volquiin Ricouts sone drie hofsteden buiten de Vyetoerne in die Tote, waarop genoemde Volquiin huizen had gebouwd, aan de ene zijde begrensd door een gemene weg en aan de andere zijde door de hofstede van Herman Wye, eveneens gehuurd van Dirc die Coninc voornoemd, tegen betaling van 10 pond penningen per jaar. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.
44 Heynric Borre van Ameronghen, knape, oorkondt, dat, ten overstaan van hemzelf, als tijnsmeester en voogd van zijn neef Elyaes van Ameronghen, de tijnsgenoten Volquyn Borre, Johan van Woudenberch en Aernt Borre, alsmede andere gekwalificeerden, Dyrc uten Weerde aan hem heeft opgedragen al het land in de Spike te Amerongen, dat hij als tinsgoed van genoemde Elyaes hield, aan de hoge zijde begrensd door het land van Johan Borre van Ameronghen, aan de lage zijde door dat van de heer van Apcoude tot aan de Kyele toe; waarna de oorkonder met medewerking van genoemde tijnsgenoten, het levenslange vruchtgebruik van het tijnsgoed heeft verleend aan Lisebet, vrouw van genoemde Dyrc uten Weerde, onder voorbehoud van het recht van de tinsheer. In een vidimus d.d. 21 april 1383.
45 Willem van Gulich, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, maakt bekend dat hij, met instemming van zijn gemene raad en een deel van zijn 'vrienden' een verzoeningsverdrag met stad en burgers van Amersfoerde heeft gesloten, onder verschillende voorwaarden, betreffende overleg inzake de punten van onenigheid tussen hem en genoemde stad; de Amersfoortse handel in het gebied van Gelre c.a.; de betaling van tollen door Amersfoorters aldaar; de beslaglegging op goederen van Amersfoorters binnen het hertogelijk gebied; asielverlening in het hertogdom aan personen uit Amersfoort wegens 'ondaad' of andere misdrijven uitgekweken; de bouw van versterkte huizen op de Veluwe in de nabijheid van Amersfoort; bescherming van goederen van Amersfoortse burgers binnen het hertogdom ingeval van oorlog tussen de bisschop en Amersfoort; de jurisdictie over burgers van Amersfoort en onderzaten van de hetog inzake vechtpartijen e.d. in de wederzijdse gebieden; het tappen van Amersfoorts hoppenbier op Gelders gebied en de accijnzen daar op dit produkt, alsmede de berpekingen waaraan de hertog is gebonden, als hij de vijandelijkheden met Amersfoort wil hervatten. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.
46 Gheryt Everwijn, knape, geeft vidimus van de akte d.d. 2 mei 1382. Oorspr.; met zijn zegel.
47 Ricout Johan Gouts sone, schout, Lubbert Springher, Jacob van Vlowiic en Heinric Note, schepenen te Amersfoerde oorkonden, dat Heinric Camper aan Evert Lamberts sone van Lienlar en Evert Reiners sone, ten behoeve van Gheertrut, Everts Lamberts soens vrouw, in erfpacht heeft gegeven een hofstede buiten de Haviker toerne, aan de ene zijde begrensd door de erven van Heinric Camper voornoemd en Johan Jordans sone en aan de andere zijde door het erf van laatstgenoemde, tegen een pacht van 2 pond penningen per jaar, onder voorwaarde dat voornoemde Evert Lamberts sone en zijn vrouw de erfpacht zullen nalaten aan de kinderen uit hun huwelijk gesproten. Oorspr., met de zegels van de oorkonders.
48 Grietmans, raetlude ende mederechters in Wouderchem maken bekend, dat zij, mede namens de Ghemiene Miente van de parochie, aan burgemeesters, schepenen, raad en gemene stad van Amersfoerde en hun burgers vrijgeleide verlenen voor het bezoek aan hun markt, geldend tot twee maanden na opzegging van dit verdrag door een van beide partijen. Oorspr.; met zegel van de parochie van Workum.
49 Ricout Johan Gouts sone, schout, Gheryt Egberts sone van den Campe, Rutgher Jacobs sone, Henric Note, Maes Note, Andrys Bot, Zymon Lubberts sone van der Mathe, Lambert Gheye, Wouter Coelhof, Zegher van Emelaer en Steffen Lewen sone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Guede van Birket en Claes Kraen aan Gheryt Reyners sone hebben verhuurd, tot de eerste brand, een stuk erf buiten de Havicker Toerne, op Blomendael, dat laatstgenoemde in gebruik heeft en van opstal voorzien, aan beide zijden begrensd door het erf van Guede van Birket voornoemd, voorts aan de ene zijde door een huis van Claes Kraen voornoemd en aan de andere zijde door ween huis van Johan Drucker, tegen 4 pond penningen per jaar onder voorbehoud van het naastingsrecht van Guede van Birket, ingeval de huurder het huis, dat hij thans in eigendom op het erf heeft, of huizen die hij aldaar in de toekomst zal bouwen, verkoopt, met dien verstande dat, wanneer Guede van Birket van dit recht geen gebruik maakt, hij het erf aan de koper van genoemde opstal tegen dezelfde voorwaarden zal moeten verhuren en bij de overdracht recht heeft op een halve take goede wijn. Oorspr., met de zegels van de oorkonders, m.u.v. de eerste.
50 Henric van den Riin, abt van St. Paulus te Utrecht geeft vidimus van de akte d.d. 24 november 1374. Oorspr., met restant van het zegel van de oorkonder.
51 Ricout Johan Gouds sone, schout, Maes Note, Andries Bot en Zegher van Emelaer, schepenen te Amersforde, oorkonden, dat Ghisebert Goetscalc en diens vrouw Wendelmoet hebben opgedragen aan Gheriit Heimen sone van Dashorst de eigendom van een huis aan de Langhe strate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Daem Ricouts sone en aan de andere zijde door een straat en dat zij aan dezelfde personen hebben verhuurd tot de eerste brand de grond waar het huis op staat, met de dakdrop, tegen een huur van 2 schellingen en 6 penningen per jaar, onder zekere voorwaarden omtrent gebruik van erf en aangrenzende straat en onder voorbehoud van het naastingsrecht (de 'voercoep') van de grondeigenaren, in geval de huurder van de grond genoemd huias wil verkopen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
52 Ricout Johan Gouds sone, schout, Evert Scoute van den [Kelre], Gherit Egberts sone [van den Campe], [Rutgher] Jacobs sone, Heine Goden sone, Henric Note, Maes Note, Andries Bot, [Zegher van Emelaer] en [Steffen Lewen sone?], schepenen te Amersforde oorkonden, dat Hughe ... en zijn vrouw Aleyd hebben opgedragen aan Jan van den Kelre de eigendom van een vierendeel van een huis, met de huur van het erf, waarop dit is gelegen, voorts een ander vierendeel van hetzelfdehuis, met de huur van het erf, waarop dit staat, dat Johan (?) van den Kelre aan Hughe en Aleyd voornoemd had vermaakt, aan de ene zijde begrensd door het huis van Daem Ricouts sone en aan de andere zijde door dat van Ys... Henric Werrinx sone. Oorspr., met zegels van de eerste, vierde, vijfde, zesde en negende oorkonder.
54 Ricout Johan Goud sone, schout, Gheriit Duwer, Claes Ghele en Evert Bot Dirx sone, schepenen tot Amersforde, oorkonden, dat Wouter Bot en zijn vrouw Aleyd aan hun gemeenschappelijke kinderen, die zij nu hebben of nog zullen krijgen, hebben vermaakt een huis met de huurweer van de hofstede waarop dit staat in de Broyelstrate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Jacob Smit Meuws sone en aan de andere zijde door dat van Evert Visscinc, waarbij alle genoemde kinderen een gelijk aandeel zullen ontvangen, behoudens de rechten van derden. Oorspr., met zegels van de oorkonders, het vierde verloren.
59 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Peter Reyners soen, Jacob Smit Meeus soen, Evert Egberts soen, Wouter Roese, Gheriit Smit Willams soen, Reyner Poyt Goesens soen, Lubbert Taets, Lambert Keyl en Gheriit Yserman Johans soen, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Gheriit Reyners soen heeft overgedragen aan Herman Gheriits soen de eigendom van een huis buiten de Havickertoerne op Bloemendael, met de huur van het erf waarop dit huis staat, aan de ene zijde begrensd door het huis van Claes Craen en aan de andere zijde door dat van Jan Drucker en dat Goede van Birket deze huur heeft verleend op dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte waar deze is doorgestoken. Oorspr., met de zegels van de oorkonders.
60 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Peter Reyners soen, Jacob Smit Meeus soen, Evert Egberts soen, Peter Hoefliet, Gheriit Smit Willams soen, Lubbert Taets, Lambert Keyl en Gheriit Yserman Johans soen, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Gheriit de Ghoyer opgedragen heeft aan Wouter Roese de eigendom van een hofstede in de Broyelstrate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Reyner Keyl en aan de andere zijde door dat van Arent Beer en dat van Dirc van Grotenvelde, behoudens het recht van de bisschop op zijn tijns en de rechten van huurders. Oorspr., met zegels van de tweede, zevende en achtste oorkonder, de andere verloren.
61 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van de stad Amersfoerde verhuren in erfpacht, met toestemming van oud-raad en gemeenten, aan Guede Bot, burger van genoemde stad, een hofstede in de stadswijk Broyelstrate 'in onser stat muer', 'die vier ende twintich voet breet wesen sel binnen mueren te meten van der hogher ondermuer tot onser stat graft werts', aan het ene einde begrensd door het erf van Peter Pijl en aan het andere einde door de Keteleers brugghe, aan de ene zijde begrensd door de stadsgracht en aan de andere zijde door door een gemene straat, tegen een jaarlijkse huur van 22 pond en 5 schellingen en onder alle voorwaarden, waaronder de stad deze hofstede heeft uitgegeven, zoals in het stadsregister omschreven. Oorspr., met het grootzegel van de stad.
62 Aelbrecht, hertog in Beyeren, ruwaard van Henegouwen, Hollant, Zeelant en Vrieslant, geeft in eeuwige erfpacht aan de stad Amersfoirde de biertollen, de de burgers van deze stad aan hem in diens landen verschuldigd zijn, t.w. per 12 travelvaten bier, binnen Amersfoort gebrouwen, het zesde deel van een oud Frans schild, tegen een jaarlijkse betaling van 100 goede oude Franse schilden. Afschr. in bevestigingsakte d.d. 3 juli 1398, in vidimus d.d. 4 januari 1434, in akte d.d. 20 mei 1544.
63 Aelbrecht, hertog in Beyeren, ruwaard van Henegouwen, Hollant, Zeelant en Vrieslant, verklaart met de stad Amersfoirde te zijn overeengekomen dat de burgers van deze stad in zijn landen voor hun koopwaren dezelfde tollen zullen betalen als de burgers van de stad Utrecht. Afschr. in bevestigingsakte d.d. 3 juli 1398, in vidimus d.d. 4 januari 1434 en in akte d.d. 20 mei 1544.
64 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van de stad Amersfoerde verhuren in erfpacht aan Peter Voel, burger van genoemde stad, een hofstede in de Pothof op de Camp, aan twee zijden begrensd door de hofsteden, die resp. Ricout Johan Gouts soen en Ricout Coliins soen van de stad in pacht houden, tegen een pachtsom van 3 pond en 10 schellingen per jaar, onder voorwaarde dat op genoemde hofstede geen rosmolen of hooiberg zal staan en dat een aldaar te bouwen huis aan zekere eisen van ligging en constructie zal voldoen. Oorspr., met grootzegel van de stad.
65 Burgemeester, schepenen en gemene raad van Amersfoerde verkopen, met toestemming van oud-raad en gemeenten, aan Sweder Henrix soen, burger van genoemde stad, de tijns, die laatstgenoemde aan de stad schuldig is voor een stuk land buiten de Roden Toerne, aan de ene zijde begrensd door het erf van Gheriit van den Kule en diens vrouw Liisbet, aan de andere zijde door dat van merten (?) ... soen, behoudens het recht van de stad op een penning per jaar uit het verkochte perceel. Oorspr., met grootzegel van de stad.
66 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoerde verkopen, met toestemming van de oud-raad en gemeenten, aan Johan Gout Willams sone en Ermgairt, echtelieden, burgers van genoemde stad, de tijnsen, die laatstgenoemden schuldig zijn van twee stukken land in de Nyenlande, achter het vredekruis bij Veltderp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Jacob Modde, aan de andere zijde door dat van Henric Jacobs sone, behoudens het recht van de stad op een tins van 1 penning per jaar. Oorspr., met het grootzegel van de stad.
67 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoerde geven, met toestemming van oud-raad en gemeenten, in erfpacht aan Willam Scaede, burger van genoemde stad, een hofstede, gelegen binnen de nieuwe muur in de Pothof, aan de ene zijde begrensd door de hofstede van Johan van Hese en aan de andere zijde door die van Peter Voel, welke beide hofsteden eveneens van de stad worden gepacht, tegen een canon van 1 penning per jaar, onder voorwaarde dat de stad de verplichtingen tegenover de leenheer van de Pothof op zich blijft nemen en de erfpachter zal vrijwaren tegen mogelijke lasten en schade, voortvloeiende uit genoemde leenverhouding. Oorspr., met grootzegel van de stad.
68 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoerde verkopen, met toestemming van oud-raad en gemeenten, aan Gheryt Duwer en Yde, echtelieden, burgers van genoemde stad, een erfrente, groot 24 schellingen per jaar gedurende het leven van Maes Geryts sone en na diens dood 4 pond, gevestigd op een hofstede, gelegen vooraan in de Ouder Strate, in de Pothof, aan de ene zijde begrensd door het erf dat Otto Meynsen sone, en aan de andere zijde door het erf, dat Machiel die Wever van de stad in pacht heeft, welke erfrente Evert Evert Snyders sone, die genoemde hofstede tegen hetzelfde bedrag van de stad in erfpacht houdt, aan de rentekopers of hun erfgenamen zal moeten betalen. Oorspr., met het grootzegel van de stad.
69 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van de stad Amersfoerde verkopen, met toestemming van oud-raad en gemeenten, aan Lubbert Jans sone en Agniese, echtelieden, burgers van genoemde stad, een erfrente, groot 2 pond 8 schellingen 9 penningen per jaar, gevestigd op een hof buiten de nieuwe muur in de Pothof, die Maes Noet tegen hetzelfde bedrag van de stad in erfpacht houdt, aan de ene zijde begrensd door een hof, die Volqwiin Jacobs sone, en aan de andere zijde een hof, die Peter Voel van de stad in erfpacht heeft, welke erfrente genoemde Maes of diens nakomelingen jaarlijks moet uitbetalen aan Lubbert Jans sone en diens vrouw voornoemd of hun nakomelingen. Oorspr., met het grootzegel van de stad.
71 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoerde geven, met toestemming van oud-raad en gemeenten, in erfpacht aan Tydeman Everts sone, burger van genoemde stad, een hofstede, gelegen in de Pothof, begrensd aan het voorste einde door de Ouder Strate en aan het achterste einde door Sente Johans Strate, aan de ene zijde door het erf van Pweter Voel en aan de andere zijde door dat van Jacob Nagel, tegen een pachtsom van 1 penning per jaar, onder voorwaarde dat de stad de verplichtingen tegenover de leenheer van de Pothof op zich blijft nemen en de erfpachter zal vrijwaren tegen mogelijke lasten en schade, voortvloeiende uit genoemde leenverhouding. Oorspr., met grootzegel van de stad.
72 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoerde verkopen, met toestemming van oud-raad en gemeenten, aan Ghisebert Hoeft en Mechtelt, zijn vrouw, burgers van genoemde stad, de tijns, die laatstgenoemden jaarlijks aan de stad betalen, gaande uit een stuk land bij Scerpenberghe, aan de ene zijde begrensd door het land van Ebbe Gheen Peters sone en aan de andere zijde door een gemene weg, behoudens dat Ghisebert voornoemd en zijn nakomelingen een tijns van 1 penning per jaar aan de stad schuldig blijven. Oorspr.
73 De regering van de stad Amersfoort verklaart aan Jacob uten Hage opgedragen te hebben de eigendom van een hofstede aan de sluis aan de kant van de Rode toren. Afschrift d.d. 3 januari 1467.
76 Jacob Nenninc, schout, Wouter Nenninx sone, Jan Rampe, Pilgrym Nenninc, Ghisebert Dirx sone, Claes Jacob Claes soens sone, Willam Jans sone, Bertout Claes sone en Jan Naghel Jan Hamert[felt?]s sone, schepenen te Eembrugghe, oorkonden, dat Jacob Nenninc voornoemd en zijn vrouw Lisebet hebben opgedragen aan Aliid, weduwe van Gosen Wouters soen van der Eem de vrije eigendom van de helft van het 2/3 deel van het grote erf te Netellenberghe, dat Jacob Nenninc voornoemd gekocht heeft van Herman den Vroede en diens vrouw jonkvrouwe Ade en dat eigendom was geweest van de bovengenoemde Gosen Wouter soen, vader van Ade, strekkend van de Lodiic aan de Eem, aan de zuidzijde begrensd door het land van Ghisebert Hughen soen en Jan Jacob Hughen soens sone en aan de noordzijde door dat van Jan van Ryebeke. Oorspr., met het zegel van de schout, die der schepenen verloren.
77 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Johan de [Conink], [Ever]t Reyners sone van Lodensteyn, Gheriit Duwer, Gheriit Zeybert, Lubbert Vranken sone, Claes Gheel en Johan G[oden sone?], schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Ghisebert Lamberts sone opgedragen heeft aan Wouter Roese de vrije eigendom van het land Scherpenberghe, aan de ene zijde begrensd door het land van Willam van Isselt en aan de andere zijde door dat van Aliid Evert Scouten dochter van den Kelre, onder de voorwaarden, vermeld in de akte waaraan deze is gehecht. Oorspr., met de zegels van de eerste, tweede, derde, zesde en zevende oorkonder, de andere verloren.
78 De broederschap van de H. Maagd Maria genaamd Kalanderbroeders en Hermanus f. Johannis Cairmans en Johannes Cairman f. Wouteri medebroeders, verklaren met instemming van deken en kapittel van S. Joris een altaar (vicarie) te hebben gesticht en begiftigd in de S. Joriskerk voor het koor, op het altaar van het H. Kruis, toegewijd aan de H. Maagd Maria en Maria Magdalena, waarvan de bedienaar minstens diaken moet zijn. Oorspr. Met zegel van het kapittel van S. Joris.
79 Ghisebrecht van Lodensteyne, schout, Johan van Liesfelt, Herman Careman Johans sone, Heynric Botter, Evert Bot Dirx zone, Reyner Poyt Gosens zone, Lambrecht Keyl, Evert Hubrechts zone, Johan Zoes Claes zone en Willam Bosch, schepen te Amersfoerde, oorkonden, dat Daem Ricouts zone heeft opgedragen aan zijn zoon Steven de eigendom van een vierendeel van een huis met een vierendeel van de hofstede, waarop dit huis staat, die hij in gemeenschappelijke eigendom heeft met Dirck Heynrix zone en met Zwanelt Gheriit die Ghoeyers dochter, gelegen in de Langhestrate, aan de zijde begrensd door het erf van Belye Johans wyf van Beynen en aan de andere zijde door dat van Ghisebrecht Weyncke, behoudens de lijftocht van genoemde Dirck Heynrix zone en het recht van genoemde Belye Johans wyf van Beinem, zoals dat in de akte is omschreven. Oorspr., met de zegels van de oorkonders, dat van Evert Hubrechts zone verloren.
0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
6. Regesten
79
Ghisebrecht van Lodensteyne, schout, Johan van Liesfelt, Herman Careman Johans sone, Heynric Botter, Evert Bot Dirx zone, Reyner Poyt Gosens zone, Lambrecht Keyl, Evert Hubrechts zone, Johan Zoes Claes zone en Willam Bosch, schepen te Amersfoerde, oorkonden, dat Daem Ricouts zone heeft opgedragen aan zijn zoon Steven de eigendom van een vierendeel van een huis met een vierendeel van de hofstede, waarop dit huis staat, die hij in gemeenschappelijke eigendom heeft met Dirck Heynrix zone en met Zwanelt Gheriit die Ghoeyers dochter, gelegen in de Langhestrate, aan de zijde begrensd door het erf van Belye Johans wyf van Beynen en aan de andere zijde door dat van Ghisebrecht Weyncke, behoudens de lijftocht van genoemde Dirck Heynrix zone en het recht van genoemde Belye Johans wyf van Beinem, zoals dat in de akte is omschreven. Oorspr., met de zegels van de oorkonders, dat van Evert Hubrechts zone verloren.
Datering:
1390 Februari 23 op sinte Mathies avont des apostels
tevens:
3576-093
Zie ook:
laatste wijziging 16-03-2021
80 Ghisebrecht van Lodensteyne, schout, Wouter Egbert des Beren zone, Gheryt Borre, Reynaer Poyt Gosens zone en Evert Hubrechts zone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Alyt, weduwe van Gosen Wouters zoen van der Eme, bijgestaan door Heyne van den Berghe, haar gekoren voogd, heeft vermaakt aan Claes Jacobs zone, ten behoeve van diens vrouw Ghisebrecht en zoon Jacob, al haar roerende en onroerende goederen die zij binnen het gerecht van Amersfoort zal nalaten, onder voorwaarde dat genoemde erfgenamen Griete Roelofs levenslang zullen onderhouden en van kleding voorzien. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
82 Ghisebrecht van Lodensteyne, schout, Evetrt Johan Taetsen zone, Herman Careman Johans zone, Wouter Egbert des Beren zone, Evert Bot Dirx zone, Reyner Poyt Gosens zone, Lambrecht Keyl, Evert Huberts zone, Johan Zoes Claes zone en Wyllam Bosch, schepenen te Amersfoerde oorkonden, dat Albert Maes zone opgedragen heeft aan Daem Lambrechts zone de eigendom van een huis in de Langhestrate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Wouter Roze en aan de andere zijde door dat van Evert Symons zone en dat laatstgenoemde aan Daem lambrechts zone voornoemd tot de eerste brand heeft verhuurd de hofstede waarop het huis staat, op de voorwaarden, vermeld in de akte, waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
83 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Ghisebert van den Camp, Gode van Birket, Jan van Ryebeke Claes sone, Heyne Goden sone, Lubbert van der Mathe Egberts sone, Rutgher Jacobs sone Evert van Lienlar, Jacob van Vlowiic en Jan Goden sone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Herman Caerman Jacobs sone in erfpacht heeft gegeven aan Peter Reyners sone het voorste gedeelte van een hofstede op de Camp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Gheriit Duwer en aan de andere zijde door een gemene straat, tegen een pacht van 1 penning per jaar, behoudens de huur, waarop Lubbert Poyt recht heeft. Oorspr., met de zegels van de oorkonders, behalve de derde.
84 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoerde oorkonden, dat zij, met toestemming van oud-raad en gemeenten, hebben gegeven in erfpacht aan Joghe Jan Stuepe Johan sone een vierendeel land op het einde van de Enghe boven Birket, tiendvrij, aan de ene zijde begrensd door het land van de kinderen van Bertout Weynken en aan de andere zijde door dat van Johan van Ghinckel, voor 5 pond penningen per jaar, onder voorwaarde dat de oude wegen aldaar onveranderd zullen blijven. Oorspr., met grootzegel van de stad.
85 Florencius, bisschop van Utrecht, herroept alle akten en procedures van dagvaardiging en excommunicatie door hemzelf of de officiaal van Utrecht tegen burgers en inwoners van Amersfoerde in wereldlijke zaken uitgevaardigd. Oorspr., met zijn zegel.
86 Burgemeester, schepenen en gemene raad van de stad Amersfoerde oorkonden, dat zij, met toestemming van oud-raad en gemeenten, hebben verkocht aan Ludeman Ludemans sone, burger van genoemde stad, de vrije eigendom van een hof, in de Coecamp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Johan Mewus Lubberts sone en aan de andere zijde door dat van Kurstine, weduwe van Gheriit Zoes, welke hof Volken Jacobs sone in erfpacht van de stad heeft tegen een huur van 4 pond penningen per jaar. Oorspr.; het zegel van de stad verloren.
87 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Ghisebert van den Camp, Lubbert van der Mathe Egberts sone, Rutgher Jacobs sone, Evert van Lienlar en Jacob van Vlowiic, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Volken Rycouts sone heeft gegeven aan zijn zoon Gherwiin de huurweer van drie hofsteden buiten de Vyetoerne in de Tuet, met de huizen daarop staande, aan de ene zijde begrensd door een gemene weg en aan de andere zijde door de hofstede van Herman Wye, die deze in huur heeft van Dirc Coninc, onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte waardoor deze is gestoken. Oorspr., met de zegels van de oorkonders.
88 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Ghisebert van den Camp, Gode van Birket, Jan Meye Gherwiins zone, Heyne Goden zone, Lubbert van der Mathe Egberts zone, Rutgher Jacobs zone, Evert van Lienlar, Jacob van Vlowiic en Jan Goden zone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Weyndelmoed, weduwe van Peter Voel, met bijstand van Volken Jacobs zone, haar gekoren voogd, alsmede Heynric en Arent, kinderen van Peter Voel voornoemd, met hun magen van vaders- en moeders zijde, t.w. Ghisebert Voel, Roelof Burre, Gheriit van Dienlar en Volken Evert Keyls zone, hebben verhuurd aan Evert Ronghe een hofstede in de Pothof op de Camp, aan de ene zijde begrensd door de hofstede van Claes van Lienlar en aan de andere zijde door die van Mergriete, weduwe van Gheriit van Hoevelake en de erfgenamen van laatstgenoemde, tegen een huur van 3 pond penningen per jaar, onder zekere voorwaarden betreffende het gebruik en de bebouwing vande hofstede en de rechten van derden. Oorspr.; met de zegels der oorkonders.
89 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Ghisebert van den Camp, Gode van Birket, Jan Meye Gherwiins zone, Heyne Goden zone, Lubbert van der Mathe Egberts zone, Rutgher Jacobs zone, Evert van Lienlar, Jacob van Vlowiic en Jan Goden zone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Weyndelmoet, weduwe van Peter Voel, met bijstand van Volken Jacobs zone, haar gekoren voogd, alsmede Heynric en Arent, kinderen van Peter Voel voornoemd, met hun magen van vaders en moeders zijde, t.w. Ghisebert Voel, Roelof Burre, Gheriit van Dienlar en Volken Evert Keyls zone hebben opgedragen in eigendom aan Evert Ronghe de eigendom van een huis in de Pothof op de Camp, aan de ene zijde begrensd door een huis van Claes van Lienlar en aan de andere zijde door dat van Mergriete, weduwe van Gheriit van Hoevelake en de erfgenamen van laatstgenoemde, behoudens zekere rechten van derden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders; de tweede, negende en tiende verloren.
91 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Wouter Egberts des Be[ren zone], [Heynric] Note, Zegher van Emelar en Jacob Hoeft, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Ghisebert Ketelar Gheriits zone aan Gherbert Meynse Stickers zone heeft overgedragen de huurweer van een hofstede in de Tuet, aan de ene zijde begrensd door de hofstede die Jacob Brakel (?) in huur heeft van Dirc Coninc, aan de andere zijde door die van Kurstgen van Scoenrebeke, op de voorwaarden vermeld in de akte waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met zegels van de derde en vierde oorkonder, de andere verloren.
92 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Ghisebert van den Camp, Wouter Egbert des Beren zone, Heynric Note, Peter Hofliet, Zegher van Emelar, Jacob Hoeft, Ghisebert Weync en Heynric van Randerbroec, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Albert Maesz. zone ne diens vrouw Ryssent opgedragen hebben aan Heyneman Dirx zone de eigendom van de helft van een stuk land op de Eynghe, aan de ene zijde begrensd door het erf van Evert Scout en dat van Evert Bot Dirx zone, aan de andere zijde door dat van Jacob Smit Jans Coninx zone, behoudens het recht van de bisschop op diens cijns. Oorspr.; met de zegels der oorkonders.
94 De regering van de stad Amersfoerde sluit een overeenkomst met Ghysebert van Stoutenborch, burger der stad, betreffende de meenten van Amersfoort. In een vidimus d.d. 1564.
95 Willem, hertog van Gelre en Gulich, graaf van Zutphen, doet als scheidsrechter uitspraak in een geschil tussen Frederich van Blanckenheim, bisschop van Utrecht, en burgemeesters, schepenen, raden en gemene burgers van de stad Amersfoirt inzake buitenburgers, woeste gronden (meenten), bisschoppelijke tafelgoederen, keurmeden, markt-, weg- en watertollen, wissel, maaggelden, hoge jurisdictie, steenboeten enz. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.
96 Broeder Joest, gardiaan der Minderbroeders te Utrecht, geeft vidimus van de akte d.d. 14 februari 1366. N.B. In dorso: 'Want die belydinge, dair Arnt van Aelrehorst synre dochter dese renthe in beklyt heeft in medegaven, ouder is dan Herman van Aelrehorst sijn leenbrieff is, then sij dat Herman gemachticht ouder leenbrieff thoent, so wijsen die Lantgenoten ende Bueren, dat Henric van Gessel ene rechte pandinge gedaen heeft'. Gedr.: Van Rootselaar, Amersfoort I, 448; Navorscher 60 (1911) 282-283 (W.E. van Dam van Isselt); A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voormalige ambachtsheerlijkheid Ysselt en de familie van die naam ('s-Hertogenbosch, 1936) 6.
98 Frederic van Blanckenhem, bisschop van Utrecht, bevestigt, in tegenwoordigheid van zijn raadslieden Wilhelmus de Renen, scholaster van het Domkapittel te Utrecht, Sweder de Vyanen, Stephanus de Zulen, ridders, en Rutger de Doernic, alle privileges, rechten en vrijheden, die burgers en stad van Amersfoerde van zijn voorgangers ontvangen hebben. Oorspr.; het zegel van de oorkonder verloren; ook in vidimus d.d. 22 juli 1447.
99 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Gheriit Burre, Gheriit Smit Willams sone, Johan van Beynum, Heynric Burre Everts sone en Dirc Roese, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Jan de Brouwer heeft bekend schuldig te zijn aan Jan Meeus Lubberts sone 50 Vlaamse groten per jaar als huur van een hofstede bij het Spoye, aan de ene zijde begrensd door een gemene weg en aan de andere zijde door een hof. Oorspr.; met de zegels der oorkonders, de tweede en zesde verloren.
100 Ghisebert van Lodensteyn, schout, Lubbert van Kesteren, Wouter Egbert [de Beer sone?],[Gheriit Smit Wil(lams sone, Jan van Beynum, Herman Snider, Albert Maes sone en Dirc Roese, schepenen [te Amersfoerde], oorkonden, dat Willem van Ysselt, mede als gemachtigde van Dirc ... opgedragen heeft aan Lubbert Andrys sone 2 stukken land c.a. bij Ysselt, t.w. een stuk land aan de ene zijde begrensd door het erf van Rutgher Jacobs sone en dat van Herman Snider en aande andere zijde door dat van Evert Jan Everts sone, alsmede een stuk land in Bierdranckers campe, aan de ene zijde en aan het ene einde begrensd door het erf van Wouter Roese, aan de andere zijde door dat van Lubbert Andries soen en aan het andere einde door dat van Willam van Ysselt. Oorspr.; met de zegels der oorkonders; die van de eerste en tweede verloren.
102 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Gheriit Egberts sone van den Camp, Evert Reyners sone, Willam Bosch, Willam van Daetsleer, Jan Meeus Lubberts sone, Helmert Smit en Willam van Haghenouwe, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Diric van Grotenvelde en zijn vrouw Wendelmoet hebben verhuurd aan Steven Gheriit Knoest sone en diens vrouw Mergriete de helft van een stuk erf, met de helft van de gebouwen, die zich op dit erf bevinden, in de Broyelstrate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Gheertruud, vrouw van Zegher van Emelaer, en aan de andere zijde door een steeg, aan het ene einde begrensd door het huis van Zweder Heynrix sone en aan het andere einde door het erf van Steven voornoemd en dat van Heynric Reyners sone. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het vierde en achtste verloren.
103 Goede Vrederix zone, bisschoppelijk schout in de maalschap van Wede en Emmynglar, oorkondt, dat ten overstaan van hemzelf en van Herman Caerman Jans zone, Zegher van Emelar, Albert Maes zone, Jan Herman Ludemans zoens zone, Jan Caerman Wouters zone, Meynse van der Berch, Lubbert Caerman Rycouts zone en andere malen en landgenoten van Wede en Emmynglar Ghisebert Ghisen zone en diens zoon Ghisebert van den Veen hebben opgedragen in eigendom aan Jacob Nenninc, ten behoeve van Katheryne, vrouw van Gheriit Everts zoen hun erf aldaar, dat Ghisebert Ghisen zone voornoemd had ontvangen van Hughe van den Veen, Wouter Onstede, Jan Caerman Wouters zone en Ghisel, vrouw van Jan van Haghe, als tijnsgoed gehouden van Evert Scouten, Elis van Wede, Jorden Ghiseberts zone en Evert Bot Dirx zone, aan de oostzijde begrensd door het land van Wouter van Onsteden, Steven van Wede en Bely, vrouw van Jan van Beynum en aan de westzijde door dat van laatstgenoemde en Gode Lamberts zone, alsmede door een gemene weg, gelegen bij Vaken campe; voorts een vierendeel van een kamp land, gemeenschappelijk bezeten met Zegher van Emelar, aan de westzijde van eerstgenoemd erf, dat Ghisebert voornoemd had ontvangen van Jan Caerman en Ghisel voornoemd, alles behoudens het recht van de cijnsmeesters op hun cijns. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, de beide laatste echter zonder zegel.
105 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Gheriit Egberts sone van den Camp, Gheriit Zeybert, Evert Reyners sone, Willam Bosch, Jan Meye Gheriits sone, Jan Meeus Lubberts sone en Helmert Smit, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Wouter Roese in eigendom heeft overgedragen aan Dirc Roese een hofstede in de Broyelstrate, die Jan Herman Ludemans soens sone in gebruik heeft, aan de ene zijde begrensd door het erf van Wouter Roese en aan de andere zijde door dat van Jan Brant Gheriits sone, behoudens het bisschoppelijk recht op cijns. Oorspr.; met de zegels der oorkonders, het zesde verloren.
106 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Evert Taetse, Gheriit Zeybert, Syman Lubberts sone van der Mathe, Willam Bosch, Hubert Roelofs sone, Jan Meeus Lubberts sone en Helmert Smit, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Jacob Gosens sone en diens vrouw Mergriet hebben overgedragen in eigendom aan Wouter Gosens sone een huis buiten de Rodentoerne, aan de ene zijde begrensd door het erf van Woutwer Roese, aan de andere zijde door dat van jonghe Herman die Rughe en aan het achtereinde door de hofstede van Jan Meye Gherwiins sone, gepacht door Wouter Everts sone; voorts dat Jan Meye voornoemd aan Wouter Gosens sone voornoemd in erfpacht heeft gegeven de hofstede, waarop het bovengenoemde huis staat, tegen betaling van 6 ponden van 8 Dordrechtse plakken per jaar, onder voorwaarde dat indien er een straat voor de hofstede wordt gemaakt, Jan Meye die voor de helft zal bekostigen, terwijl daarna het onderhoud geheel ten laste van Wouter Gosens sone zal komen. Oorspr.; met de zegels der oorkonders, het tweede, vierde en zesde verloren.
107 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Rutgher Jacob sone, Evert van Lienler, Johan Goden sone, Ghisebert van Stoutenborch, Rutgher van Haghenouwe, Rutgher vasn Daetseler en Gode Pothof, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Wouter Hughen sone heeft overgedragen aan Willam Tydemans sone en Jacob Nennync Heynrx one, ten behoeve van Weyndelmoet, vrouw van Willam voornoemd, de eigendom van een stuk land op de Eynghe, aan de ene zijde begrensd door het erf van Zegher van Emeler en aan de andere zijde door dat van Willam Tydemans sone, behoudens het recht van de bisschop op cijns. Oorspr.; met de zegels der oorkonders.
108 Ghisebrecht van Lodensteyn, schout, Rutgher Jacobs sone, Evert van Lienler, Peter Goefliet, Jan Goden sone, Rutgher van Haghenouwe, Rutgher van Daetseler en Gopde Pothof, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Gheriit Duwer en diens vrouw Yde hebben overgedragen aan Peter Peters sone en diens zoon Ghise Jagher een erfrente van 4 pond per jaar, zoals vermeld in de akte, waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met de zegels der oorkonders,het vierde en zesde verloren.
109 Jan Meye Gherwiins sone, burgemeester, Rutgher Jacobs sone, Evert van Lienler, Jan Goden sone, Ghisebert van Stoutenborch, Rutgher van Haghenouwe, Jan Zoes Dirx sone en Gode Pothof, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Tydman Everts sone aan Bely, weduwe van Lambert Gheyen, heeft overgedragen de eigendom van een huis buiten de Vyetoerne op de Camp, en haar tevens in erfpacht heeft gegeven de hofstede, waarop dit huis staat, op de voorwaarden vermeld in de akte waardoor deze is gestoken, behoudens het recht van de kapelanie van de kerk van sente Johan te Amersfoort. Oorspr.; met het grootzegel van de stad.
110 Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Henegouwen, Hollant en Zeelant, heer van Vrieslant, stelt de tarieven vast van de tolgelden, die de burgers van Amersfoirde in zijn landen moeten betalen, t.w. voor te Amersfoort gebouwen bier per 12 travelvaten het zesde deel van een goed, oud Frans schild, voor alle andere koopwaren de honderdste penning, en waarborgt het gastrecht van genoemde burgers. Oorspr.; met zegel en tegelzegel van de oorkonder; het zegel van medebezegelaar Willem van Oostervant verloren. Ook in vidimus d.d. 4 januari 1430; in de bevestigingsakte d.d. 20 mei 1544.
111 Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Henegouwen, Hollant en Zeelant, heer van Vrieslant, bevestigt de privileges, die hij als ruwaard voor zijn broer Willem aan de stad Amersfoire en haar burgers had verleend, t.w. twee akten d.d. 1 augustus 1388. Oorspr.; met zegel en tegenzegel van de oorkonder; ook in vidimus d.d. 4 januari 1430, in de bevestigingsakte d.d. 20 mei 1544.
112 Wyllaem van Beyeren, graaf van Oistervant, bevestigt de akte d.d. 3 juli 1398, waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met zegel en tegenzegel van de oorkonder; ook in vidimus d.d. 4 januari 1430 en in akte d.d. 20 mei 1544.
113 Frederick, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat hij aan Evert Reyners zoen van Lodensteyne, Rutger Jacobs zoen en zijn kinderen bij Margriete Heyn Noten dochter, Henrick Note, Johan Gueden zoen en hun nakomelingen, toestaat om uit hun venen binnen Zoess, achter Zoess Enge of elders grachten te graven naar de Eem, die zij mogen gebruiken voor het vervoeren van turf-mits zij daar waar de grachten wegen kruisen, houten of stenen bruggen bouwen en onderhouden en langs de grachten wallen aanleggen -; land aan te kopen voor deze aanleg en bovendien om sloten te graven ter scheiding van hun erven; verder oorkondt hij dat hij de grachten vrij zal gebruiken voor het vervoer van turf afkomstig van Snorrenveen en dat de watersloet aangelegd door de landgenoten van Zoeserveen onderhouden moet worden door degenen die daaraan geland zijn. In een vidimus d.d. 27 september 1438.
114 Gheryt Nagh[el], schout, Jacop Hoeft, Claes Gheel en Heinric Stuep, schepenen te Amersfoirde, oorkonden, dat Herman Caerman Jacops zone aan Jacop Johans zone van der Rueft in erfpacht heeft gegeven een hofstede op de Camp, in zente Johans strate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Gheryt Duwer en aan de andere zijde door een gemene straat, aan het ene einde door het erf van Gheryt Borre en aan het andere einde door dat van Herman Caerman voornoemd, tegen een pacht van 1 penning per jaar. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste verloren.
115 Gheryt Naghel, schout, Gheryt Zeybert, Claes Gheel, Jacop van Vlowych en Johan van Beynum, schepenen te Amersfoirde, oorkonden, dat Evert van Lienlaer en diens zoon Lambert in erfpacht gegeven hebben aan Gheryt van den Doem en diens vrouw Nelle een hofstede op Blomendael aan de ene zijde begrensd door het erf van Gheryt Borre en aan de andere zijde door dat van Heyne van der Mathe, tegen betaling van 6 ponden van 8 Dordtse plakken per jaar, onder voorwaarde dat de rente na de dood van Evert voornoemdzal vererven op diens zoon Evert, die hij heeft bij zijn vrouw Gheertrude, dochter van Reynier Poytenzoen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste verloren.
116 Frederic, bisschop van Utrecht, verklaart, dat de stad Amersforde van ouds het recht bezit, in akten vermeld te worden en te zegelen voor de steden van Overijssel en dat het feit dat genoemde stad in een overeenkomst tussen de oorkonder en de stad Groningen door toevallige omstandigheden als laatste wordt vermeld en heeft gezegeld, nooit zal worden aangevoerd om dit recht te betwisten. Oorspr.; het zegel van de oorkonder verloren.
117 Gheryt Naghel, schout, Rutger Jacops zone, Evetrt van Lienler, Wouter Rose, Helmert Smit, Gheryt Pielman, Reiner Poyt Dirx zone en Heinric de Vrese, schepenen te Amersfoirde, oorkonden, dat Ludeman Lumans zone aan Rutgher van de Doeme, ten behoeve van de armen, verblijvende in het nieuwe gasthuis bij het Spoye, de vrije eigendom heeft geschonken van een hof in de Coecamp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Johan Meeus Lubberts zone en aan de andere zijde door dat van de erfgenaam van Kurstine, in leven vrouw van Gheryt Zoes, op de voorwaarden, vermeld in de akte, waardoor deze is gestoken, alsmede dat de hierboven aan de hof gegeven bestemming onveranderd zal blijven. Oorspr., de zegels van de oorkonders verloren, met uitzondering van het vijfde en zesde.
118 Gheryt Naghel, schout, Rutgher Jacops zone, Evert van Lienler, Wouter Rose, Johan Goeden zone, Gheryt Pieklman, Reyner Poyt Dirx zone, Meynse Peter Reyners zoens zone en Heinric die Vrese, schepenen te Amersfoirde, oorkonden, dat Bertout Peter Reiners zoen opgedragen heeft aan zijn vader Peter Reiners zoen een stuk land in de Nye Lande bij Ysselt, aan de ene zijde begrensd door het land van Johan Hermans zone en aan de andere zijde door dat van de erven Johan Smeets Ghiseberts zone van Ede, onder voorwaarde dat genoedm land na de dood van Peter Reiners zoen voornoemd, indien het dan nog in zijn bezit is, zal vererven op diens zoon Reyner, die hij heeft bij Fousen Rycouts dochter. Oorspr., met de zegels der oorkonders.
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 700
Records 701 t/m 738
laatste wijziging 21-04-2024
3.985 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1300-1810
Inventaristitel:
A.F.M. Reichgelt, Inventaris van de archieven van het Stadsbestuur van Amersfoort, 1300-1810. (Amersfoort, 2003), inv. nrs. 1-2269
Soort toegang:
Inventaris
Depotlocatie:
Amersfoort
Auteur:
Ton Reichgelt
Openbaarheid:
Volledig
Omvang:
92 meter en 54 meter charters: 125,5 m
Herkomst:
Wet
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
VERKORT:
NL-AmfAE 0001.01
Geografische namen:
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Stadsbestuur Amersfoort
laatste wijziging 21-04-2024
3.985 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden