Wilt u een of meerdere archiefstuk inzien? Veel is nog niet digitaal, tenzij een paperclip-symbool naast de beschrijving staat. U bent van harte welkom op onze publieksvloer om archiefstukken in te zien op afspraak. Geef hierbij alstublieft bij 'Stukken' het toegangsnummer (het dikgedrukte bovenaan de pagina) en het inventarisnummer aan. Tot op de 3e verdieping van het Eemhuis!

Wij beheren de archieven van Amersfoort en zeven andere gemeenten uit de regio Eemland. Dit zijn zowel de gemeentearchieven die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden als ook archieven van particulieren, bedrijven en verenigingen uit deze gemeenten.

Uw zoekacties: Capittel van Sint Joris te Amersfoort, 1390-2015

0165 Capittel van Sint Joris te Amersfoort, 1390-2015

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
3. Regesten
3.2. Regestenlijst
13 Bisschop Jan van Arkel verklaart, dat hij op verzoek van het kapittel om de statutenwijzigingen te bevestigen, die de bisschop onlangs had gegeven, zodat ze beter op elkaar afgestemd zouden zijn, thans deze statuten als volgt heeft laten wijzigen en vaststellen.
1. Een kanunnik krijgt slechts tweederde van de uitdeling onder de hoogmis, als deze de metten en primen heeft gemist. En bij absentie van vigilie, vespers en completen mist een kanunnik de bijbehorende uitdelingen en stipendia, indien hij bij zijn intrede 10 pond voor kerksieraden heeft betaald;
2. Deze bepalingen gelden niet bij ernstige ziekte naar het oordeel van de deken of twee kanunniken;
3. Na de dood van een kanunnik is de prebende één jaar, of de helft van de prebende voor twee jaar (al naar gelang de wens van de opvolger) beschikbaar voor de uitvaart en de wilsbeschikkingen van de overledene;
4. Elke kanunnik mag in totaal een maand afwezig zijn met behoud van prebende-inkomsten, maar onder gemis van de dagelijkse uitdelingen;
5. Geld, dat bij de stichting van de prebende niet tegen rente is uitgezet, moet vóór 11 november 1344 aan de kanunniken worden uitbetaald of hen moet even hoge rentebetalingen worden gedaan;
6. De cameraar verdeelt alle renten, goederen, en andere inkomsten van het kapittel door middel van een dubbele uitdeling;
7. Niemand van de kanunniken mag zonder geestelijk gewaad tijdens godsdienstoefeningen op het kerkhof of in de kerk komen, en in het koor de eredienst storen;
8. Wegens de grote toeloop van het volk worden er dagelijks naast de hoogmis twee extra missen gelezen;
9. Het kapittel moet de statuten onderhouden. De bisschop zal op voorstel van de deken overtreders excommuniceren en schorsen.
19 Bisschop Arnold van Hoorn oorkondt dat hij op verzoek en op voorstel van het kapittel de statuten als volgt aanvult, wijzigt en goedkeurt:
1. Iedere kanunnik moet bij zijn intrede binnen een maand 6 frankrijkse schilden betalen aan het kapittel voor het gebruik van de ornamenten en voor de verbeterde bewaring van de boeken;
2. Toelating tot het kapittel geschiedt pas nadat een nieuwe kanunnik een jaar verblijf heeft gehouden;
3. Offergaven en andere wisselende inkomstenbronnen komen door dagelijkse uitdelingen aan de residerende kanunniken, die bij de eredienst aanwezig zijn. Alleen de deken krijgt een dubbel aandeel. Schatbewaarder en voorzanger krijgen -indien deze ambten vervuld gaan worden- hetzelfde aandeel als de overige kanunniken;
4. Na de dood van een kanunnik is de prebende één jaar beschikbaar voor de betaling van diens schulden, begrafenis en laatste wil, en het tweede jaar ter beschikking van het kapittel; of de helft van een prebende over een totale periode van vier jaar, met uitzondering van de inkomsten uit memoriediensten, al naar gelang de wens van de opvolger, die inmiddels de wisselende inkomsten mag ontvangen;
5. Indien een kanunnik afstand doet van zijn ambt, dit overdraagt of ruilt, komen alle inkomsten van de prebende een jaar lang aan het kapittel; of de helft van een prebende, met uitzondering van de inkomsten uit memoriediensten, over een periode van twee jaar, al naar gelang de wens van de opvolger, die inmiddels de wisselende inkomsten mag ontvangen;
6. Het kapittel moet de statuten onderhouden. De bisschop zal op voorstel van de deken overtreders excommuniceren en schorsen.
20 Hermannus Bot, kanunnik van St.-Joris, die een vicarie of kapelanie wil oprichten bij het door hem gestichte altaar toegewijd aan Petrus en Andreas in de St.-Joriskerk, heeft met toestemming van deken en kapittel en van burgemeesters, schepenen en raden van Amersfoort, deze vicarie begiftigd:
1. Met de helft van 5½ akker bouw- en weiland op Zeldert in de parochie Leusden (lees: Hoogland), gelegen tussen het land van Johannes Banne en dat van de weduwe van Johannes Nagell, en voor de andere helft toebehorende aan Everardus, genaamd Ricout Moddekenssoen;
2. Voorts met 2 pond jaarrente, die Hermannus Bot gekocht had van Martinus genaamd Ghiselerssoen uit een stukje land te Duist (op Hoogland);
3. Met de opbrengst van de jaarrente van een rentebrief van 300 pond die burgemeesters, schepenen en raden hem schuldig zijn en die na zijn dood voor het kapittel is bestemd; onder de volgende voorwaarden: op straffe van een boete van 2 groten voor de verbetering van het boekenbezit van de kerk door de kerkmeester;
4. De vicaris moet 4 missen per week lezen in Amersfoort wonen en aanwezig zijn bij de koordienst van de kanunniken op straffe van een boete ten gunste van de choralen;
5. Hij valt onder de immuniteit en rechtspraak van deken en kapittel;
6. Collectes zijn bestemd voor deken en kapittel;
7. Het collatierecht van Hermannus Bot gaat na zijn dood over op om beurten de naaste mannelijke erfgenaam van zijn vader en die van zijn moeder die een priester of klerk die zich binnen een jaar laat wijden, in deze vicarie of kapelanie benoemt; bij in gebreke blijven vervalt het benoemingsrecht aan deken en kapittel
41 Hermannus Bot verklaart, dat hij het door hem met toestemming van deken en kapittel en van burgemeesters, schepenen en raden van Amersfoort gestichte altaar van Stephanus, Laurentius, Vincentius en Cecilia begiftigt met 8 percelen land gelegen tegen de stadsmuur aan tussen de openbare weg en de stadsgracht te weten:
1. Een perceel, dat Jacobus Nenninc van der Eme in pacht heeft voor 14 pond;
2. Een perceel, dat Gerardus Trant Jacobszone in pacht heeft voor 6 pond;
3. Een perceel, dat Rodolphus Huberti in pacht heeft voor 7 pond, alle drie gelegen tussen het perceel van Petus Pijel en de brug "die oude watermoelen";
4. Een perceel dat Henricus Botter in pacht heeft voor 5 pond en 6 solidi;
5. Een perceel dat Johannes Godenssoen in pacht heeft voor 11 pond, welke beide percelen zijn gelegen tussen die van Gerardus Duwer en Petrus Pijll;
6. Een perceel dat Rodolphus de zoon van Volquinus in pacht heeft voor 5 pond gelegen tussen het perceel van Petrus Pijll en dat van Jacobus Nenninc Reynerszone; welke percelen 1 t/m 6 zijn gelegen in de Breulstraat;
7. Een perceel dat Gerardus Vogell in pacht heeft voor 9 pond;
8. Een perceel dat Johannes Taetse in pacht heeft voor 9 pond; welke percelen onder 7 en 8 genoemd liggen tussen het stenen huis van Jordanus Gijsbertszone en de toren van Johannes Taetse;
9. Hermannus Bot schenkt een stukje land buiten de Rode Toren "Op den Collant", waar doorheen de buitenste stadsgracht stroomt, welk land begrensd wordt door het land van Albertus Bot, de plaats waar het water verder door de stad stroomt, het land van Wolterus Gerarduszone van Vlowyc met een veld, en de stadsgracht en een plek gelegen tussen het land van Wolter Gerarduszone van Vlowyc en dat van Henric Mutsen Dirkszone;
10. De vicaris moet 3 missen per week lezen voor de zielerust van Hermannus Bot en zijn ouders en weldoeners; bij in gebreke blijven 2 groten boete voor de verbetering van de boeken van de kerk
46 Aleydis, weduwe van Goswines Wolterszone oorkondt bij notariële akte van notaris Mathias van Hokelem, dat zij het altaar in de Mariakapel van de St.-Joriskerk heeft begiftigd met het bezit Netelenberch in de parochie Eembrugge onder de volgende voorwaarden:
1. De kapelaan of vicaris ten behoeve van dit beneficium moet priester zijn, of zich binnen een jaar laten wijden;
2. Hij leest 4 missen per week, bij elk verzuim 4 grote boete, die deken en kapittel gebruiken voor de verbetering van de boeken van de kerk;
3. Hij moet in stad verblijf houden en mag alleen afwezig zijn met toestemming van deken en kapittel;
4. Wanneer hij zonder toestemming van deken en kapittel langer dan vier weken afwezig is, dan is hij vervallen van zijn vicarie;
5. Bij wettige afwezigheid zorgen deken en kapittel voor een vervanger;
6. Hij mag geen ander altaar, kapelanie of ander beneficium bedienen, tenzij met toestemming van deken en kapittel;
7. Hij mag zich niet bemoeien met de zorg voor kerk;
8. Hij moet epistel en evangelie lezen in het koor van de kerk bij afwezigheid van een van de vicarie die daartoe de verplichting hebben;
9. Met superplie, mantel, mutza en overige kerkelijke gewaden moet hij aanwezig zijn bij de vroegmis, vigiliediensten en memoriediensten, op straffe van een boete van 1 groot voor het gebruik van de boeken van de kerk door deken en kapittel;
10. Hij moet elke dag na de mis het graf van haar man bezoeken, en daar psalmen en collectes bidden;
11. Hij valt onder de juridictie, privileges en vrijheden van de kerk Amersfoort;
12. Hij zal de opbrengst van de collectes aan deken of een kanunnik afdragen;
13. De vicaris of kapelaan moet bij zijn intrede de eed afleggen aan deken, kapittel en kerk;
14. Goederen of inkomsten uit nalatenschappen voor altaar of kapelanie zijn bestemd voor de prebende voor het onderhoud van de vicaris
66 Bisschop Frederik van Blankenheim bevestigt en wijzigt de statuten van de bisschoppen Jan van Arkel en Arnold van Hoorn als volgt.
1. Een kanunnik, die afwezig is bij metten en primen, mist eenderde deel van de uitdelingen tijdens de hoogmis; bij afwezigheid tijdens vespers en completen mist hij ook de bijbehorende uitdelingen;
2. Deze bepalingen gelden niet bij ernstige ziekte naar het oordeel van de deken of twee kanunniken;
3. Elke kanunnik mag in totaal een maand afwezig zijn met behoud van prebende-inkomsten, maar onder gemis van de dagelijkse uitdelingen;
4. Niemand van de kanunniken mag zonder geestelijk gewaad tijdens godsdienstoefeningen op het kerkhof of in de kerk komen, en in het koor de eredienst storen;
5. Toelating tot het kapittel geschiedt pas, nadat een nieuwe kanunnik een jaar verblijf heeft gehouden;
6. Offergaven en andere wisselende inkomstenbronnen komen door dagelijkse uitdelingen aan de residerende kanunniken, die bij de eredienst aanwezig zijn. Alleen de deken krijgt een dubbel aandeel;
7. Na de dood van een kanunnik is de prebende één jaar beschikbaar voor de betaling van diens schulden, begrafenis en laatste wil, en het tweede jaar ter beschikking van het kapittel; of de helft van een prebende over een totale periode van vier jaar, met uitzondering van de inkomsten van memoriediensten, al naar gelang de wens van de opvolger;
8. Indien een kanunnik afstand doet van zijn ambt, dit overdraagt of ruilt, komen alle inkomsten van de prebende een jaar lang aan het kapittel, of de helft van een prebende, met uitzondering van de inkomsten uit memoriediensten over een periode van twee jaar, al naar gelang de wens van de opvolger, die inmiddels de wisselende inkomsten mag ontvangen; met dien verstande dat voor kanunnik Bertoldus Andelsangher een uitzondering wordt gemaakt;
9. Het kapittel moet de statuten onderhouden. De bisschop zal ter beoordeling van de deken overtreders excommuniceren en schorsen
77 Deken, pastoor en kanunniken van het St.-Joriskapittel en Willem Hendriksen, minister, en de broeders van boetvaardigheid van het huis op de St.-Andrieskamp bij Amersfoort sluiten de volgende overeenkomst:
1. deken en kapittel staan aan de broeders toe, dat zij een kapel met altaren bouwen, onder het luiden van de klok de mis doen en andere godsdienstoefeningen mogen houden vóór 9 uur 's morgens;
2. de minister of een andere priester van het huis mag biechthoren van de broeders en inwonenden, de eucharistie en het heilig oliesel bedienen en het allerheiligste bewaren;
3. broeders en inwonenden mogen eigen begraafplaats hebben, maar derden mogen er niet begraven worden;
4. in de kapel mag alleen worden gepreekt met toestemming van het kapittel;
5. broeders en kostkopers zijn niet verplicht om in de St.-Joriskerk op zon- en feestdagen de mis bij te wonen, tenzij iemand van hen daar een beneficium heeft;
6. de minister moet de opbrengst van alle collectes aan de cameraar van het kapittel afdragen;
7. minister en broeders moeten aan het kapittel jaarlijks 5 lood zilver betalen, in plaats van de offergaven die de broeders en inwonenden het kapittel moeten betalen, en in plaats van het kapittelaandeel bij gelegenheid van een begrafenis van een van hen, en in plaats van alle overige inkomsten die het kapittel nu mist omdat ze aan de broeders en kostkopers toevallen;
8. de broeders mogen niets ondernemen ten nadele van het kapittel;
9. een nieuwe minister of overste moet ten overstaan van deken en kapittel deze overeenkomst erkennen, bij ingebreke blijven daarvan moeten de broeders 1 lood zilver betalen aan deken en kapittel voor vrome doeleinden
91 Deken en kapittel van St.-Joris en kerkmeesters en broeders van de Onze Lieve Vrouwe broederschap van de Onze Lieve Vrouwekerk oorkonden in een notariële akte van notaris Johannes Chrispiani de Amersfordia, opgesteld in het koor van de Kerk van Amersfoort, dat zij hebben gesticht en begiftigd een altaar toegewijd aan Onze Lieve Vrouw in een kapel in het noordelijk deel van de Onze Lieve Vrouwekerk onder de navolgende bepalingen:
1. de vicaris moest samen met de Onze Lieve Vrouwebroederschap een gezongen mis opdragen op elke zaterdag, elk Mariafeest, kerkwijdingsdag, zondag na Hemelvaart als men het Mariabeeld in processie ronddraagt, op St.-Sebastiaan, St.-Matthaeus en St.-Catharina en op alle avonden daarvoor de Vespers; voorts dodevespers en requiemmis voor de broederschapsleden op zaterdag en zondag bij wisseling der seizoenen en na overlijden van een van de leden; en tenslotte elke week drie gelezen missen met uitzondering van Paaszaterdag, Pasen, Pinksterzaterdag, Pinksteren, Kerstmis en kerkwijdingsdag van de Grote Kerk;
2. Is de vicaris zonder toestemming meer dan zes weken afwezig, dan vervallen zijn rechten;
3. De vicaris staat onder bescherming en rechtspraak van deken en kapittel en moet bij de getijden in het koor aanwezig zijn;
4. De opbrengst van de collectes is bestemd voor het kapittel;
5. Testamenten of nalatenschappen ten gunste van het altaar mogen niet ten nadele van deken en kapittel zijn;
6. De vicaris mag zich niet bemoeien met de zielzorg;
7. De verlening van altaar en vicarie behoort toe aan de Onze Lieve Vrouwebroederschap, die bij vacature een priester als vicaris ter benoeming aan de bisschop zal voordragen;
8. Bij in gebreke blijven vervalt het voordrachtsrecht achtereenvolgens aan de bisschop en daarna aan deken en kapittel;
9. De vicaris mag zich wat betreft de goederen van het altaar alleen bemoeien met de renten en goederen die de broeders hem zullen geven
112 Kerkmeesters en broeders van de broederschap van St.-Janskapel buiten de oude muur van de stad oorkonden dat zij met toestemming van het St.-Joriskapittel een altaar hebben gesticht en begiftigd toegewijd aan Petrus, Paulus, Matthaeus, Martinus, Christoffel en Barbara, onder de volgende voorwaarden:
1. het altaar is als beneficium geïncorporeerd in de St.-Joriskerk;
2. kerkmeesters en broeders stellen een prebende van 20 gulden rente per jaar beschikbaar ten behoeve van de vicaris;
3. de vicaris doet 3 missen per week vóór 8 uur s'morgens;
4. de vicaris is aanwezig in het koor van de Grote Kerk bij vespers en missen in geestelijk gewaad en bij de processies en memoriediensten;
5. beurt de vicaris van dit altaar méér dan 50 gulden per jaar aan rente, dan mag hij geen andere renten uit geestelijke goederen beuren;
6. de vicaris mag zich niet bemoeien met de zaken van de pastoor en het kapittel en geen testamentaire beschikkingen en memoriediensten toelaten die ten nadele van deken en kapittel zijn;
7. de opbrengst van de collectes van de vicaris gaat naar de cameraar van het kapittel;
8. de vicaris mag alleen met toestemming van deken en kapittel diensten bij de graven houden;
9. de vicaris moet in Amersfoort wonen;
10. indien de vicaris meer dan zes weken per jaar afwezig is, dan wordt hij vervallen verklaard van zijn rechten op de vicarie ten gunste van een seculier geestelijke zonder beneficie;
11. kerkmeesters en broeders van de broederschap van St.-Jan geven als collatoren bij vacature de vicarie uit aan een seculier priester of aan een clericus zonder ander kerkelijk vermogen, met de verplichting zich binnen één jaar te laten wijden en geen dispensatie bij kerkelijke autoriteiten te vragen;
12. de bisschop geeft de vicaris die hem voorgedragen is, zijn aanstelling;
13. blijven kerkmeesters en broeders in gebreke bij het opvullen van een vacature, dan vervalt ook dit recht aan de bisschop
117 Deken, procuratores en broeders van de broederschap van de Onze Lieve Vrouwekapel, gevestigd in de Lieve Vrouwekerk en de kerkmeesters van de Onze Lieve Vrouwekerk hebben met toestemming van deken en kapittel van St.-Joris een altaar en vicarie in de Onze Lieve Vrouwekerk toegewijd aan Bartholomeus, Hieronimus, Sebastianus en Barbara onder de volgende voorwaarden:
1. Het altaar en de vicarie zijn een beneficium van de St.- Joriskerk en daar geïncorporeerd;
2. Zij geven aan de priesterprebende van het altaar een jaarrente van 20 gulden, waarvoor de vicaris twee missen per week moet lezen voor elke 10 gulden per jaar extra, ook een mis per week extra en voorts steeds in opdracht van de broeders;
3. Op zon- en feestdagen moet de vicaris bij de mis en vespers zijn, tevens bij de grote processies en de kanunniken en vicarissen assisteren bij de memorie-diensten;
4. bij een inkomen van meer dan 50 gulden rente per jaar mag de vicaris geen ander beneficium meer hebben;
5. De vicaris mag zich niet bemoeien met de zielzorg en geen testamenten of memoriediensten accepteren ten nadele van deken en kapittel;
6. De collectes moet de vicaris afdragen aan de cameraar van het kapittel;
7. Hij mag alleen met toestemming van deken en kapittel diensten bij de graven houden en in de week tijdens de wisseling der seizoenen;
8. De vicaris moet in Amersfoort wonen en bij afwezigheid van meer dan zes weken per jaar is hij van zijn rechten vervallen ten gunste van een wereldgeestelijke zonder beneficium;
9. Hij moet bij zijn intrede de eed afleggen aan deken en kapittel;
10. De vicaris staat onder bescherming en rechtspraak van deken en kapittel;
11. Hij zal een gezongen mis lezen op kerkwijdingsdag en op het patroonsfeest en de vespers op de avond ervoor;
12. Tijdens plechtig gezongen missen van de broeders moet de vicaris als diaken of subdiaken assisteren
137 Schout en schepenen van Amersfoort oorkonden dat Herman Lambertszone en zijn vrouw Alyt schuldig zijn aan Henric Costerszone ten behoeve van deken en kapittel een erfelijke jaarrente van 1 Beierse gulden uit een kamp land genaamd Coipscamp, gelegen op de nieuwe gracht van de stad buiten de Bloemendalse poort, zoals Elys van Wede aan deken en kapittel had beloofd.
0165 Capittel van Sint Joris te Amersfoort, 1390-2015
3. Regesten
3.2. Regestenlijst
137
Schout en schepenen van Amersfoort oorkonden dat Herman Lambertszone en zijn vrouw Alyt schuldig zijn aan Henric Costerszone ten behoeve van deken en kapittel een erfelijke jaarrente van 1 Beierse gulden uit een kamp land genaamd Coipscamp, gelegen op de nieuwe gracht van de stad buiten de Bloemendalse poort, zoals Elys van Wede aan deken en kapittel had beloofd.
Datering:
5 augustus 1432
NB:
Inv.nr. 1 fol.37v.
196 Deken en kapittel, en deken, procurators en gemene broeders van de broederschap van de Onze Lieve Vrouwekapel hebben met toestemming van de raad en de gemeente van Amersfoort de navolgende overeenkomst gesloten om verdere geschillen te vermijden.
1. Deken en kapittel laten de broeders de beschikking over de giften van de pelgrims, met uitzondering van de giften onder de missen en bij vigilie-viering;
2. De broeders mogen dagelijks missen en getijden laten doen op voorwaarde dat 's morgens om 9 uur de getijden beëindigd moeten zijn en 's middags pas wordt geluid, als de klok van de St.-Joriskerk luidt;
3. Deken en kanunniken zullen elke werkdag op het hoofdaltaar van de kapel een mis laten lezen, op zon- en feestdagen een gezongen mis, 's winters om 6 uur, 's zomers om 7 uur door elke kanunnik een week lang bij toerbeurt, en bij verhindering door een plaatsvervanger;
4. De broeders mogen het heilig sacrament in de Lieve Vrouwekapel plaatsen, maar alleen uitreiken met toestemming van deken en kapittel;
5. De broeders mogen op elke heiligendag pas na de completen in hun kapel laten prediken;
6. Jaarlijks houden deken en kanunniken zondags voor Pinksteren een omgang met het heilig sacrament, relieken en het Mariabeeldje, onder betaling door de kerkmeesters van de kapel voor elke kanunnik 2 Bourgondische witte stuivers en voor de deken het dubbele;
7. Op de avonden vóór alle Mariafeestdagen, op Kermisavond in de Lieve Vrouwekapel en als men het Mariabeeldje na ouder gewoonte ronddraagt, ontvangt elke kanunnik van de kerkmeesters van de kapel ½ witte stuiver en de deken 1 witte stuiver;
8. Vreemde priesters, die door de broederschap zijn aangenomen, moeten beloven, dat zij het kapittel niet in de zielzorg en de kapel niet in de collectes hinderen
222 Rutger Jacob Gerytzone sticht een altaar ter ere van Jacobus Apostel en Antonius Confessor in de zuidzijde van de kerk onder het bruine kruis met de volgende voorwaarden en bepalingen:
1. Hij schenkt een stuk land in de Birkt gelegen tusen de Turfweg en de Eem met aan de oostzijde het land van de erfgenamen van Messemaker en van het kapittel, aan de westzijde het land van de erfgenamen van Agnyesen Witten en dat van Henrick Gerytzone;
2. Hij schenkt Clais Jacobszone en Dirck Dirckszone als huwelijksgift een huis in de Breulstraat met het pand en de doorgang ernaast, gelegen tussen de panden van Peter Bot en Herman Evertszone;
3. Hij schenkt aan het altaar drie cameren met bijbehorende tuingrond op de Visserij in Trijsgensstraat (St. Andriesstraat);
4. Hij schenkt een stukje land op "Den Ruge Tyentven" naast het land van Henrick Goessenszone;
5. De vicaris moet per week 4 missen lezen, te weten des zondags gelijk met de Hoogmis, des woensdags ter ere van de H. Drievuldigheid, vrijdags ter ere van het H. Kruis en zaterdags ter ere van Onze Lieve Vrouw, met na iedere mis de psalm "miserere" en "de profundis" op het graf van zijn zoon Jacob;
6. De koster ontvangt 1 Arnoldus gulden voor het luiden van de uurklok zaterdags voor de mis van 7 uur en voor het luiden voor de Kermis-mis; de schoolmeester ontvangst voor het zingen met de schoolkinderen 5 en de organist 4 gulden;
7. De vicaris mag alleen op het betreffende altaar mislezen, heeft residentieplicht, moet in het koor van de kerk verschijnen, bij de plechtigheden van het kapittel en aanwezig zijn bij de grote processies; hij staat onder gehoorzaamheid en discipline van deken en kapittel, deelt in hun privileges en heeft het beheer van de liturgische voorwerpen;
8. Rutger Jacob Gerytszone is zelf eerste collator en na zijn dood Claes Jacobszone, Dirck Dirckszone en Jan van Westrhenen die een familielid van Rutger tot vicaris moeten benoemen;
9. De eerste vicaris is Jacob van den Berge

Kenmerken

Datering:
1390-2015
Soort toegang:
inventaris
TE RAADPLEGEN IN:
Amersfoort
Openbaarheid:
beperkt voor stukken jonger dan 50 jaar
Omvang:
3,8 meter
Herkomst:
bewaring
Nadere toegang:
regestenlijst van de charters en van een groot gedeelte van het cartularium
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0165 Capittel van Sint Joris te Amersfoort, 1390-2015
VERKORT:
NL-AmfAE 0165
Geografische namen: