Logo - Archief Eemland

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Reageren

Beschrijving van het archief

Archiefvorming

Inhoud en structuur van het archief

Aanwijzingen voor de gebruiker

Verwant materiaal

Bijlagen

laatste wijziging 21-04-2024

3.985 beschreven archiefstukken

4 gedigitaliseerd

totaal 4 bestanden

Delen

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Reageren

2. Inventaris van het archief van het stadsbestuur

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen

3. Bijlagen

4. Concordans charters

5. Concordans

6. Regesten

749 Willam de Wyse, schout, en Jacob van Byler, Geryt Henrics en Jacob van Hese, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wychgert Camp en Alyt zijn vrouw overgedragen hebben aan Wouter Diercs en Mari zijn vrouw de eigendom van een hof buiten de Kamppoort in Lauttencamp, aan de ene zijde begrensd door Goert Claess en de Beek aan de andere zijde. Oorspr.; het derde zegel enigszins geschonden van de overige drie fragmenten.

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

750 Willam de Wise, schout, en Jacob van Byler, Geryt Henrics en Jacob van Hese, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wouter Diercs en Mari zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan Wychgert Camp en Alyt zijn vrouw 20 Rijnse gulden. Oorspr.; met fragmenten van de zegels.

751 Willam die [Wyse,] schout, Geryt Duwer, Jacop Janz en Meyns die Wilt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Hilletgen dochter van Peter Stevenz overgedragen heeft aan Bernt Wouterz en Gerbrich zijn vrouw haar kindsdeel van een berg en al hetgeen zij zal erven. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.

752 Willam die Wyse, schout, en Willam van Byler, Geryt Duwer en Jan Roelofz. schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Peter Jacop Bogemakersz overgedragen heeft aan Andries van Scayck de eigendom van een stuk land bij de vredekruizen bij Leusden, aan de ene zijde begrensd door Andries van Scayck en aan de andere zijde vicarie van Onze Lieve Vrouw. Oorspr.; met het tweede, derde , vierde en fragment van het eerte zegel.

753 Frederik van Egmond, heer van IJsselstein, oorkondt dat hij de Jacob van Byler Jacobs de Jonge, nadat zijn vader Jacob van Bylair Jacobs z[oen] afstand heeft gedaan, beleent met een hoeve gelegen op het Hoogland. Oorspr.; met het zegel van de oorkonder.

754 Reyer Rutgerss, schout, Wouter die Beer Egberts, tijnsmeester, en Jacob Freyse van Dolre, Jan Saell, Willem van Lyenler en Henrick Bot Everts, malen en geërfden van Weede en Emiclaer, oorkonden dat Jacob van Byler de Oude overgedragen heeft aan zijn zoon Jacob van Byler de Jonge de eigendom van een stuk land, genaamd Die Nywe Camp en 4 akkers die daar naast gelegen zijn, aan de oostzijde begrensd door de abt van Sint Paulus, aan de zuidzijde Willem van Lyenler, aan de westzijde de weg en aan de noordzijde de malen. Oorpsr.; eerste twee zegels en fragment van het derde nog aanwezig.

756 Willam die Wyse, schout, en Willam van Byler, Goirt Lambertz en Aert Servaesz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Gysbert Henricz en Meerten zijn vrouw al hun goederen vermaken aan hun kinderen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

757 Willam die Wyse, schout, Geryt Duwer, Jan Rolofz en Zeger die Wilt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Bert Willamz overgedragen heeft aan zijn broer Dyrck Willamz een rente van drie braspenningen. Oorspr.; het tweede en derde en fragmenten van het eerste en vierde zegel aanwezig.

758 Willam die Wyse, schout, en Geryt Duwer, Jan Roloffz en Meyns die Wilt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Bert Willamz overgedragen heeft aan zijn broeder Dyrck Willamz een rente van 10 stuivers. Oorspr.; met de zegels van de oorkodners.

759 Filips van Bourgondië, elect van Utrecht, bevestigt de privileges van Amersfoort. Oorspr.; met fragment van het zegel en handtekening van de bisschop in de plica.

760 Willam die Wyse, schout, en Geryt Duwer, Wulffert van Huickenhorst en Meyns die Wildt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Rolof Goertz en Arys Goertz overgedragen hebben aan Heyll Goerts weduwe al wat hun nagelaten zal zijn van vaders of moederswege. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

761 Willam die Wyse, schout, en Geryt Duwer, Wulffert van Huickenhorst en Jan Rolofz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Heer Huich Lamfferz vermaakt heeft aan Gysbert Mouwerisz de renten uit een huis en hofstede in de Krommestraat, aan de ene zijde begrensd door een steeg en aan de andere zijde Zomergen Symon Herten weduwe. Oorspr.; het eerste zegel nog aanwezig.

762 Willam die Wyse, schout, en Geryt Duwer, Wulffert van Huickenhorst en Jacop Janz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Meryi Brant Vossen weduwe verklaart schuldig te zijn aan Jannitgen Jacops dochter 60 Rijnse gulden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

763 Willam die Wyse, schout, en Geryt Duwer, Reyer Peterz en Pouwels vander Horst, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Claes Heymerickz en Anthonis Heymerickz verklaren Willam Heymerickz en Agnise zijn vrouw te vrijwaren voor hetgeen het kapittel van de Sint Joriskerk heeft te vorderen uit Willams goederen. Oorspr.; tweede, derde en vierde en fragment van het eerste zegel aanwezig.

764 Willam die Wyse, schout, en Pouwels vander Horst, Jan Rolofz en Meyns die Wildt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Geryt van Zulen en Elsgen zijn vrouw verklaren dat zij Claes Janz en Mechtelt zijn vrouw zullen vrijwaren van alle rente die heer Tonis Rutgertz heeft uit huis en hof en alle goederen van Claes. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

765 Willam de Wyse, schout, en Jan Gerytz, Henric van Byler en Meyns Peterz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrickgen Geryt Bots weduwe overgedragen heeft aan Henrick Geryt Botszoen de eigendom van een schuur, hof en hofstede op de stadssingel, strekkende tot aan de Teut, aan de ene zijde begrensd door een steeg en aan de andere zijde door Peell Symonz. Oorpsr.; met het derde en vierde zegel en fragmenten van de eerste twee zegels.

766 Willam de Wyse, schout, Claes Geryts, Meins Peterz en Willam van Lieler, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jacob van Haeften en Gerbrich zijn vrouw verklaren ontvangen te hebben van Jacob Janz

767 Willam de Wyse, schout, en Jan Gerytz, Claes Gerytz en Albert Dyer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Goert Aeltz en Bely zijn vrouw vermaken aan Alyt hun dochter 200 gouden Rijnse gulden boven haar gewone kindsdeel. Oorspr.; Met het vierde en fragmenten van het eerste en derde zegel.

769 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Willam Evertz en Wouter de Beer Elbertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wouweraet Martenz overgedragen heeft aan Goesen Peterz en Byatruis zijn vrouw het vierendeel van een huis, hof en hofstede op Bloemendaal, aan de ene zijde begrensd door Dyrck Petersz en aan de andere zijde Luman Wouterz. Oorspr.; het eerste, derde en vierde zegel nog aanwezig.

770 Willam de Wyse, schout, en Henrick van Byler, Claes Gerytz en Andries van Schayck, schepenen van Amersfoort, verklaren dat Peter Dyrckz en Alyt vrouw verklaren schuldig te zijn aan Wouter de Beer Elbertz 28 Rijnse gulden, met een rente van 1,5 Rijnse guldens per jaar. Oorspr.; de eerste drie zegels nog aanwezig.

771 Willam de Wyse, schout, Jan Zaell, Claes Gerytz en Gysbert Lumenz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jan Hermanz en Margriet zijn vrouw schuldig zijn aan Frans Joisten een jaarlijkse rente van groot 35 stuivers per jaar, gevestigd op een huis, hof en hofstede buiten de Rode Toren, aan de ene zijde begrensd door Henrick Lambertz en aan de andere zijde Dyrck Wouterz;

772 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Meyns Peterz en Albert Dyer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Zeger Gerytz en Louwerens Gerytz, als naaste vrienden en magen van de minderjarige kinderen van Joest Roeterz, overgedragen hebben aan Jan Hermanz en Mergriet zijn vrouw een vierendeel van een huis, hof en hofstede buiten de Rodetoren, aan de ene zijde begrensd door Henrick Lambertz de Ramaker en aan de andere zijde Dyrck Wouterz. Oorspr.; met fragment van het eerste zegel..

774 Willam de Wyse, schout, en Claes gerytz, Gyasbert Lumenz en Albert Dyer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Aert Goertz en Aertgen zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan Jan Vlug Peterz 20 Hoornsgulden uit de helft van een huis, hof en hofstede in de Krommestraat, strekkende tot aan de Vijver, met een rente van 1 gulden. Oorpsr.; het tweede en derde en fragment van het vierde zegel aanwezig.

775 Willam de Wyse, schout, en Jan Gerytz, Meyns Peterz en Gijsbert Lumenz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Frans en Jan Verhoren overgedragen hebben aan Geertruyt weduwe van Wulfer Verhoren de eigendom van al hun goederen in het gerecht van Amersfoirde. Oorspr.; het eerste, derde en vierde zegel nog aanwezig.

776 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Gysbert Lumenz en Albert Dyer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat heer Henrick van Gheyn verkaart aan Herman Berenz een jaarlijkse rente van 2 Rijnse gulden en een oort uit een huis, hof en hofstede in de Breul in de stadsmuur, aan de ene zijde begrensd door Loych Hermanz en aan de andere zijde heer Henric. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

777 Henrick Corneliss en Jan Vlug, gasthuismeesters, en Henrick van Byler, Willem van Byler, Willem van Bloemeweerdt en Gysbert Ammels, broeders van het Sint Pieters Gasthuis te Amersfoort, verklaren aan Jan Craen en Mergryt zijn vrouw gedurende hun leven de inkomsten af te staan van een hoeve lands op Voskuil in Woudenberg door hen aan het gasthuis geschonken, geheten 'die proesten hoeve van sunte Peter tUtrecht'. Oorspr.; het eerste, derde, vierde vijfde en zesde zegel min of meer geschonden aanwezig.

778 Willam de Wyse, schout, en Jan Gerytz, Claes Gerytz en Albert Dyer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Cornelis Dyrckz overgedragen heeft aan Dirck Claess al wat hij geërfd zal hebben van Mergriet zijn moeder. Oorspr.; eerste twee zegels enigszins geschonden nog aanwezig,

779 Willam de Wyse, schout, en Steven Henrickz, Jacob Janz en Jan Janz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Willam Vergou en Geertruit zijn vrouw aan Geryt Claesz en Geertruit zijn echtgenote toestaan te timmeren in de muur van hun huis. Oorspr.; met de eerste drie zegels nog aanwezig.

780 Filips van Bourgondië, bisschop van Utrecht, en ridderschap en steden van het Sticht aan beide zijden van de IJssel besluiten dat ze ieder jaar bij elkaar zullen komen en zeggen elkaar wederzijdse bijstand toe. Oorspr.; bezegeld door Filips, bisschop van Utrecht, Johan van Montfoort, Jr Daniel van Boelre heer van Beverweerd, Johan van Zuylen van Nyevelt, Johan van Renes van Wulven, Geryt van Zuylen van Nyevelt, Steven van Zuylen van Nyevelt, Adolf van Rechteren, Johan van Voerst, Adolf van Rutenborge, Adriaen van Rede, Reynalt van Coeverden, Herman van Yselmode, Henrick Hagen en de steden Utrecht, Amersfoort, Rhenen, Wijk bij Duurstede, Deventer, Kampen en Zwolle. 20 zegels min of meer geschonden, 1 verloren, 2 nooit bezegeld.

781 Frederik, heer tot Voorst en Keppel, verklaart van de stad Amersfoort ontvangen te hebben de aan hem verschuldigde som van 100 goudgulden en 25 Philipsgulden. Oorspr.; met zegel van Frederik.

782 Willam de Wyse, schout, en Wouter Lumanz, Jacob van Zyll en Henrick Hermanz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat meester Peter Janz en Janna zijn vrouw elkaar hun goederen hebben vermaakt. Oorspr.; het eerste en derde zegel aanwezig.

784 Willam de Wyse, schout, en Wulffert van Huickenhorst, Steven Hendrickz en Jan Zoes, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Cornelis Janz Timmerman, mede als gevolmachtigde van Aert Wauterz, en Jannitken zijn vrouw afstand gedaan hebben ten behoeve van Goert Scaep en Henrickgen zijn vrouw van hetgeen hun is nagelaten door Catharina, vrouw van Goirt. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

785 Willam de Wyse, schout, en Goert Aeltz, Jacob Janz en Jacob van Zyll, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Reyer Peterz als bewaarder van de arme huiszitten in de Poth overgedragen heeft aan Peter Janz de Vreze de eigendom van een zesde deel van de molen de Lewe buiten de Utrechtsche Poort bij het Hoytsgat. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

786 Willam de Wyse, schout, en Wulffert van Huickenhorst, Reyer Peterz en Zeger die Wildt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat David Florysz en Aeff, zijn vrouw, aan hun (schoon)vader Jacob Lambertz hebben overdragen alles wat zij van Mergriet hun (schoon)moeder hebben geërfd. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

787 Willam de Wyse, schout, en Wulffert van Huickenhorst, Jan Zoes en Zeger die Wildt, schepenen van Amersfoort oorkonden dat Dyrck Willamz heeft overgedragen aan Wouter Lumanz en Bertraet zijn vrouw de eigendom van de helft van een schuur met steeg in de Langestraat, aan de ene zijde begrensd door Pouwel Joesten weduwe en aan de andere zijde een steeg. Oorspr.; het derde en vierde en fragment van het eerste zegel aanwezig.

788 Willam de Wyse, schout, en Jan Zoes, Jacob Janz en Jan Janz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Thonis Hugen en Janna zijn vrouw overgedragen hebben aan Aert Gerytz en Gouda zijn vrouw de eigendom van een huis, hof en hofstede in de Hellestraat, aan de ene zijde begrensd door Aert Gerytz en aan de andere zijde door Cornelis Otten. Oorspr.; de eerste drie zegels nog aanwezig.

789 Willam de Wyse, schout, en Reyer Peterz, Jacob Janz en Zeger die Wildt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Margriet, weduwe van Bronis Lamffertz belooft dat al haar kinderen, die zij zal nalaten, gelijkelijk zullen erven in haar na te laten goederen. Oorpsr.; met de zegels van de oorkonders.

791 Willam de Wyse, schout, en Steven Henrickz, Jacob Janz en Zeger de Wildt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Margarita weduwe van Jan Craen overgedragen heeft aan meester Jacob van Byler al het recht dat zij heeft op haar goederen in het gerecht van Amersfoort. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders (fragment van het derde ).

792 Willam de Wyse, schout, en Geryt Aeltz, Jan Zoes en Zeger de Wildt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrick Janz en Lysbet zijn vrouw overgedragen hebben aan Frans Arntz de Jonge, Jan Servaes en Mechtelt zijn vrouw het recht op een rente van 1 Rodolphusgulden uit het goed van Willem Cornelisz en nog een van 1 Rijnse gulden. Oorspr.; het derde en vierde en fragment van het tweede zegel nog aanwezig.

793 Willam de Wyse, schout, Goirt Aeltz, Jacob Janz en Jacob van Zyll, schepenenen van Amersfoort, oorkonden dat Rycout Reyerz en Geertruit zijn vrouw overgedragen hebben aan Els weduwe van Henrick Janz een vierde deel van een huis, hof en hofstede op de Kamp, aan de ene zijde begrensd door Bertraet Rycout Smits weduwe en aan de andere zijde Weym van Blomedaell. Oorspr.; tweede, derde en vierde zegel aanwezig.

794 Willam de Wyse, schout, en Goert Aeltz, Jacob Janz en Jacob van Zyll, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jan Gerytz en Geertruit zijn vrouw overgedragen hebben aan Steven Janz en Peter zijn vrouw de eigendom van het achtste deel van een huis, hof en hofstede buiten de Rodetoren, aan de ene zijde begrensd door Jorden Volckenz en aan de andere zijde door Cornelis de Ramaker. Oorspr.; het eerste zegel nog aanwezig (gebarsten)..

795 Willam de Wyse, schout, en Wulffert van Huickenhorst, Jan Zoes en Henrick Hermanz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrick Willamz overgedragen heeft aan Wouter Lumenz en Beyraet zijn vrouw de eigendom van een schuur in de Langestraat, aan de ene zijde begrensd door ?? van Domzeler en aan de andere zijde Gysbert ??. Oorspr.; het eerste en fragment van het derde zegel aanwezig.

797 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Lumen Aert Moy en Jacob van Schayck, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Ysbrant van Wee en Truda zijn vrouw overgedragen hebben aan Wouter Janz een huis, hof en hofstede in de Slijkstraat, aan de ene zijde begrensd door Jan Meyenz en aan de andere zijde Mergriet van Lochorst, met de verplichting, hieruit aan Jan Henrix dochter een jaarlijkse rente van 3 Philippusguldens uit te keren. Oorspr.; met fragmenten van de zegels van de oorkonders.

798 Willam de Wyse, schout, Geryt Henrickz, Lumen Aert Moy en Jacob van Byler, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Dyrck Goirtz en Alyt zijn vrouw overgedragen hebben aan Meins Brantz alle rechten op het door hem bewoonde huis op de Kamp, aan de ene zijde begrensd door Jan Brantz en aan de andere zijde Peell Symonz. Oorspr.; tweede en derde en fragment van het eerste zegel aanwezig.

800 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Albert Dyer en Meyns de Wildt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Thomas van Dam en Deynsgen zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan Wouter Jacobz en Janna zijn vrouw 16 Rijnse gulden of een jaarlijkse rente van 1 gulden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders

801 Anthonis Botter Janss, schout en Henrick Henrickz, Korss Janss, Claes Loijchss en Willam Rutgerss, schepenen van Soest, oorkonden dat Harmen Rutgerss de Ruijch overdraagt aan Evert Willamss het recht op het afgraven van een stuk veen achter de Soester Eng. Notarieel afschrift op papier van Jan van Hees samen met regestnr 896, in duplo.

0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810

Beschrijving van de series en archiefbestanddelen

6. Regesten

Delen

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Reageren

802 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Geryt Henrickz en Lumen Aert Moy, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Sweer Pelenz en Jan Zweertz overgedragen hebben aan Ebbert Zweertz en Mergriet zijn vrouw een huis, hof en hofstede aan de stadswal tegenover de Sint Joristoren, aan de ene zijde begrensd door de stadswal en aan de andere zijde Aert Peterz Lijndreyger. Oorspr; het eerste, dee en fragment van het vierde zegel aanwezig.

801

Anthonis Botter Janss, schout en Henrick Henrickz, Korss Janss, Claes Loijchss en Willam Rutgerss, schepenen van Soest, oorkonden dat Harmen Rutgerss de Ruijch overdraagt aan Evert Willamss het recht op het afgraven van een stuk veen achter de Soester Eng. Notarieel afschrift op papier van Jan van Hees samen met regestnr 896, in duplo.

1520 Juli 10 dynsdages voir sunte Margrieten dach

tevens:

4469-164

Zie ook:

Toegang 0001.01, Inv.nr. 4469-164

laatste wijziging 03-06-2010

803 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Geryt Henrickz en Jacob van Schayck, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Ysbrant van Wee en Truda zijn vrouw overgedragen hebben aan Jan dochter van Evert van Wee een derde deel van een molen, molenwerf, huis, hof en hofstede buiten de Utrechtse poort. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders meer of minder geschonden.

805 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Geryt Henricz en Jacob van Schayck, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Hannitgen weduwe van Geryt Rutgertz overgedragen heeft aan Aert Wouterz en Griet zijn vrouw een half huis, hof en hofstede op de Kamp, aan de ene zijde begrensd door Herman Ruych en aan de andere zijde door Cornelis Janz. Oorspr.; met fragmenten van de zegels van de oorkonders.

806 Willam de Wyse, schout, en Meyns de Wildt, Dirck Poyt Rutgertz en Jacob van Byler, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Lambert Moy en Gerbrich zijn vrouw hebben verklaard schuldig te zijn aan Aert Lambertz een jaarlijkse rente van 1 enkelgulden. Oorspr.; eerste en derde en fragment van het tweede zegel aanwezig.

807 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Jacob van Schayck en Jacob van Byler, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Willam Rutgertz en Cornelia zijn vrouw hebben verklaard schuldig te zijn aan heer Henrick Dyrckz een jaarlijkse rente van 1,5 gulden. Oorspr.; met fragmenten van de eerste twee zegels.

808 Willam de Wyse, schout, en Lumen Aert Moy, Albert Dyer en Peter van Herdevelt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Dyrck Eymbertz en Ermgert zijn vrouw Weym de weduwe van Eymbert Aertz ontslaan van betaling van de rente gevestigd op het huis dat zij haar overgedragen hebben. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

809 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Albert Dyer en Peter van Herdevelt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Albert Evertz en Griet zijn vrouw overgedragen hebben aan Jacob Gerytz van Westrenen een halve hof op de Kamp, strekkende van de gelijknamigestraat tot aan de Sint Jansstraat, aan de ene zijde begrensd door de kinderen van Gysbert Goirtz en aan de andere zijde de erfgenamen van Jacob Thimanz. Oorspr.; met het tweede en fragment van het eerste zegel.

810 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Goirt Lambertz en Albert Dyer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Goesen Wouterz verklaart verhuurd te hebben aan Zweer Pelenz een huis en hof bij Sint Joristoren bij de stadswal, aan de ene zijde begrensd door Wychert Camp en aan de andere zijde Goesen zelf. Oorspr.; met fragmenten van de zegels van de oorkonders.

811 Willam de Wyse, schout, en [onleesbaar] schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jacob van Haefft, [Gerbrich zijn vrouw en heer Jan Jacobz overgedragen hebben aan Meins Geryt Aeltz en Jacob zijn vrouw de eigendom van een verbrande hofstede met de hof op de Kamp, tussen de Voirstraet en de Sint Jansstraat, aan de ene zijde begrensd door Meins en aan de andere zijde door] Jacob Gerytz en heer Meerten Willemz. Oorspr.; fragment van het eerste zegel.

812 Willam de Wyse, schout, en Geryt van Dashorst, Symon Pyll en Jacob Janz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jacob van Haefft, Gerbrich zijn vrouw en heer Jan Jacobz overgedragen hebben aan Meins Geryt Aeltz en Jacob zijn vrouw de eigendom van een verbrande hofstede met de hof op de Kamp, tussen de Voirstraet en de Sint Jansstraat, aan de ene zijde begrensd door Meins en aan de andere zijde door Jacob Gerytz en heer Meerten Willemz. Oorspr.; met fragmenten van de eerste drie zegels.

813 Willam de Wyse, schout, en Henrick van Byler, Symon Pyll en meester Henrick Gerytz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Gysbert Rutgertz en Lubbrich zijn vrouw hebben verklaard schuldig te zijn aan de weduwe en kinderen van Huych Gerytz de som van 5 Philippus gulden. Oorspr.; met het tweede, derde en vierde en fragment van het eerste zegel (kwetsbaar).

814 Willam de Wyse, schout, en Pouwels vander Horst en Willam Evertz en Dyrck Dyrckz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Thomas van Dam en Deinsgen zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan meester Thomas als busmeester van het dragersgild 16 Rijnsche gulden met een rente van 1 gulden per jaar. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

815 Willam de Wyse, schout, en Pouwels vander Horst, Willam Evertz en Jorden Gysbertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Lambert Moy en Gerbrich zijn vrouw in erfpacht genomen hebben van Geryt Moy een hof en hofstede op den Kamp aan de Sint Jansstraat, aan de ene zijde begrensd door Jacob Jacobz en aan de andere zijde Goirt Marcelis. Oorspr.; het derde zegel nog aanwezig.

816 Willam de Wyse, schout, en Wouter Lumenz, Pouwels vander Horst en Jan Zomer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Peter Gysbertz en Alyt zijn vrouw overgedragen hebben aan Geryt Duwer en Weyndelmoet zijn vrouw het vierde deel van een huis, hof en hofstede in de Sint Jansstraat, aan de ene zijde begrensd door de schout van Hoevelaken en aan de andere zijde Dyrck Willamz. Oorspr.; met het eerste, derde, vierde en fragment van het tweede zegel.

817 Willam de Wyse, schout, en Wouter Lumenz, Geryt van Dashorst en Jacob Janz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrick Spruit verklaart schuldig te zijn aan de stad Amersfoort de som van 20 Enkelguldens met een jaarlijkse rente van 1 gulden. Oorspr.; het derde en vierde zegel en fragmenten van de eerste twee zegels aanwezig.

818 Willam de Wyse, schout, en Pouwels van der Horst, Geryt van Dashorst en Jan Zomer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Lambert Brynck overgedragen heeft aan Jan Aertz en Alyt zijn vrouw een huis, hof en hofstede op de Kamp, aan de ene zijde begrensd door Jan zelf en aan de andere zijde Jacob Gerytz. Oorspr.; met fragmenten van de eerste twee zegels.

819 Willam de Wyse, schout, en Pouwels vander Horst, Willam Evertz en Jan Janz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Dyrck Goirtz en Alyt zijn vrouw overgedragen hebben aan Peel Symonz, Tonis zijn vrouw, Meeus Brantz en Alyt zijn vrouw een verbrande hofstede op de Kamp, aan de ene zijde begrensd door de straat en aan de andere zijde Jan Brantz en Alyt Goirt de Wyse. Oorspr.; het eerste zegel nog aanwezig.

821 Willam de Wyse, schout, en Jacob Janz, meester Henrick Gerytz en Jorden Gysbertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Peell Otten en Griet zijn vrouw hebben verklaard schuldig te zijn aan Peter van Herdevelt en Griet zijn vrouw de som van 17 Rijnse gulden met jaarlijkse rente van 1 gulden. Oorspr.; het eerste zegel nog aanwezig.

822 Willam de Wyse, schout, en Wouter Lumenz, Pouwels vander Horst Schout en Willam Evertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Reyer Goesen Timanz overgedragen heeft aan Evert Goesen Timanz het vierde deel van een huis, hof en hofstede in de Langestraat ,aan de ene zijde begrensd door Wouter Lumenz en aan de andere zijde Jan van Wyck. Oorspr.; het derde en fragmenten van het eerste en vierde zegel.

823 Willam de Wyse, schout, en Henrick van Byler, Pouwels vander Horst en Dyrck Dyrkz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Reyer Hermanz en Anna zijn vrouw overgedragen hebben aan Deliaen weduwe van Herman Loichz een half huis, hof en hofstede in de Krommestraat, aan de ene zijde begrensd door Claes van Lieler en aan de andere zijde Gysbertgen Peters weduwe. Oorspr.; eerste, tweede en vierde en fragment van het derde zegel aanwezig.

824 Willam de Wyse, schout, en Henrick van Byler, Pouwels vander Horst en Jacob Janz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Aert Meertenz en Janna zijn vrouw overgedragen hebben aan Rutger Rutgertz van Wiert en Lucie zijn vrouw een huis, hof en hofstede op de Singel, aan de ene zijde begrensd door Henrick van Lochorst en aan de andere zijde Jan Albertz. Oorspr.; met fragmenetn van het het tweede, derde en vierde zegel.

825 Willam de Wyse, schout, en Henrick van Byler, Jacob Janz en Jan Zomer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Ysbrant van Wee en Truda zijn vrouw overgedragen hebben aan Jan Heugenz en Geryt zijn vrouw een hof in de Slijkstraat, aan het einde van de Haag, aan de ene zijde begrensd door Wouter Dyrckz en aan de andere zijde Geertruyt Everts weduwe. Oorspr.; de eerste drie zegels aanwezig.

827 Willam de Wyse, schout, en Willam Evertz, Jan Zomer en meester Henrick Gerytz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Willam Goirtz en Hyldegont zijn vrouw overgedragen hebben aan het minderjarige kind van Dyrck Goirt Willamz een hof aan de Coninckstraat, aan de ene zijde begrensd door de Poth en aan de andere zijde Jan de ...... Oorspr.; het tweede en fragment van het eerste zegel nog aanwezig.

828 Willam de Wyse, schout, en Willam Evertz, Jorden Gysbertz en Dyrck Dyrckz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Tonis Henrickz en Truda zijn vrouw elkaar hun goederen hebben vermaakt. Oorspr.; het eerste, tweede en fragment van het vierde zegel aanwezig.

830 Willam de Wyse, schout, en Willam van Lieler, Jacob van Zyl en Cornelis Duwer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jan Craen en Alyt zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan meester Bernt Gysbertz 71 Rijnse guldens met een jaarlijkse rente van 20 penningen. Oorspr.; het eerste en vierde zegel nog aanwezig.

832 Willam de Wyse, schout, en Jan Zaell, Claes Gerytz en Claes Bosche, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wouter Janz van Renes overgedragen heeft aan Henrick Peter Borrenz de halve molen, molenwerf met huis, hof en hofstede buiten de Slijkpoort. Oorspr.; eerste twee zegels nog aanwezig.

833 Willam de Wyse, schout, en Jan Zaell, Claes Gerytz en Claes Bosche, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Aert Aertz en Gruna zijn vrouw overgedragen hebben aan Henrick Peterz en Emmitgen zijn vrouw een hofstede gelegen in de Sint Jorisstraat. Oorspr.; het derde zegel is verloren.

834 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Gysbert Lumenz en Henrick Hermanz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Hendrick Peter Borrenz en Lysbet zijn vrouw overgedragen hebben aan Ysbrant van Wede en Truda zijn vrouw de helft van een molen, molenwerf met het halve huis, hof en hofstede. Oorspr.; het vierde zegel is verloren.

835 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Cornelis Duwer en Willam van Herdevelt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jacob Verhell en Beyraet zijn vrouw vermaakt hebben aan hun dochter Geertruyt een huis, hof en hofstede in de Krommestraat, aan de ene zijde begrensd door de erfgenamen van Jan Servaesz en aan de andere zijde door Lambert Bronis, met de inboedel. Oorspr.; het derde zegel is nog aanwezig.

836 Willam de Wyse, schout, en Jan Zaell, Claes Gerytz en Claes Bosche, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Volken Hermanz overgedragen heeft aan meester Ariaen en Byatruys zijn vrouw een halve hof op de Koppel, aan de ene zijde begrensd door Geryt Pouwelsz en aan de andere zijde meester Ariaen zelf. Oorspr.; met fragmenten van de eerste drie zegels.

837 Willam de Wyse, schout, en Wulffert van Huickenhorst, Claes Gerytz en Reyer Peterz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrick Gerytz overgedragen heeft aan Peter Florisz en Dyrck zijn vrouw alle rechten die hij heeft op de Kattenkamp. Oorspr.; eerste en vierde zegel nog aanwezig.

838 Willam de Wyse, schout, en Reyer Peterz, Claes Bosch en Cornelis Duwer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Herman Claesz en Geertruyt zijn vrouw overgedragen hebben aan Claes Gerytz en meester Rycout Goirtz het vierde deel van twee kamers in de Lieve Vrouwestraat, aan de ene zijde begrensd door Jan Mouweris en aan de andere zijde Goirt Aeltz. Oorspr.; het derde en restanten van het eerste en derde zegel nog aanwezig.

839 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Gysbert Lumenz en Jacob van Schayck, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Evert Albertz vermaakt heeft aan zijn vrouw Fya Geryt van Dassert dochter een jaarlijkse rente van 6 Rijnse gulden gevestigd op zijn huis, hof en hofstede in de Breulstraat op de Langegracht.

840 Willam de Wyse, schout, en Jan Zaell, Wulffert van Huickenhorst en Jacob van Zyll, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wouter Claesz, bewaarder van de arme huiszittenden in de Poth, overgedragen heeft aan Aert Meertenz ten behoeve van de Sint Anna Broederschap in de Onze Lieve Vrouwekerk alle rechten, die de Poth heeft op een stuk land buiten de Utrechtse Poort. Oorspr.; eerste twee zegels nog aanwezig.

841 Willam de Wyse, schout, en Claes Gerytz, Reyer Peterz en Gysbert Lumenz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Goirt Lambertz overgedragen heeft aan Alyt Goesen Timanz en haar zoon Evert zijn rechten op de goederen die hij bezit in en buiten het gerecht van de stad. Oorspr.; met de zegels van. de oorkonders.

842 Willam de Wyse, schout, en Gysbert Lumenz, Jacob van Zyll en Cornelis Duwer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Meins Brantz en Alyt zijn vrouw vermaken aan Jan Henrickz en Dyrck zijn vrouw alle goederen die zij geërfd hebben of nog zullen erven van Herman, haar vader, en Gerbrich, haar moeder, beiden overleden.Oorspr.; het derde zegel is verloren.

843 Willam de Wyse, schout, en Gysbert Lumenz, Claes Bosche en Cornelis Duwer, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Hyldegont weduwe van Koen Symonz overgedragen heeft aan Claes Peter Grypendochter, Peter Willamz en Willam zijn vrouw hofje gelegen in de Breul in de Mooierstraat, aan de ene zijde begrensd door Peter Grypen en aan de andere zijde Loych Thomasz. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

845 Willam de Wyse, schout, en Jan Zaell, Claes Gerytz en Jacob van Zyll, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wouter Bosch en Rycolant zijn vrouw overgedragen hebben aan Geryt Claesz en Alyt zijn vrouw de helft van een huis, hof en hofstede, met de helft van de kelder onder het huis van Jan Gerytz Houssemaker, op de Kamp aan de ene zijde begrensd door Jan Gerytz en aan de andere zijde door Willam van Gheyn, van de Voorstraat tot aan de [Jansstraat]. Oorspr.; het laatste zegel is verloren.

847 Willam de Wyse, schout, en Jan Zoes, Gijsbert Ammeltz en Wouter de Beer Egbertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Meyns Peterz en Willam van Lieler, kerkmeesters van Sint Joriskerk, hebben verklaard schuldig te zijn aan Maria Brugmans een jaarlijkse rente van 16 Rijnse gulden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

848 Willam de Wyse, schout, en Jan Zoes, Gysbert Ammeltz en meester Henrick Gerytz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Peter Ryckz en Nell zijn vrouw verklaren schuldig te zijn aan Alyt Evert Hoftlaets dochter de som van 50 Rijnse gulden met een jaarlijkse rente van 14 penningen, die zij vestigen op hun goederen in het gerecht van Amersfoort. Oorspr.; fragment van het eerste zegel is nog aanwezig.

849 Willam de Wyse, schout, en Jan Zoes, Willam Evertz en Jacob Janz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Willam Claesz en Griet zijn vrouw overgedragen hebben aan Coip en Peter Janz, kinderen uit een eerder huwelijk van Griet een huis, hof en hofstede in de Hellestraat, aan de ene zijde begrensd door Aert Leu en aan de andere zijde Jan Albertz. Oorspr.; met het tweede, derde, vierde en fragment van het eerste zegel.

850 Willam de Wyse, schout, en Gysbert Ammeltz, Wouter de Beer Egbertz en Peter van Hardevelt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Cornelis Rolofz en Maria zijn vrouw overgedragen hebben aan Frans Peterz en Lysbet zijn vrouw al hun rechten op de molen, molenwerf, huis, hof en hofstede buiten de Utrechtse poort, genaamd 'de Lewe', aan de ene zijde begrensd door de weg en aan de andere zijde het pad, geheten dat Hoyntsgat. Oorspr.; eerste drie zegels aanwezig.

851 Willam de Wyse, schout, en Pouwels vander Horst, meester Henrick Gerytz en Peter Jacobz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Huych Aertz en Nijese zijn vrouw overgedragen hebben aan Frans Peterz en Lysbet zijn vrouw al hun rechten op de molen, molenwerf, huis, hof en hofstede buiten de Utrechtsche poort, genaamd 'de Lewe', aan de ene zijde begrensd door de weg en aan de andere zijde het pad geheten dat Hoyntsgat. Oorspr.; de eerste drie zegels aanwezig.

852 Willam de Wyse, schout, en Gysbert Ammeltz, Peter Jacobz en Dyrck Poyt Evertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Gheryt Teynagel en Lysbet zijn vrouw verklaren Reyer Rutgertz en Alyt zijn vrouw te vrijwaren voor alle hinder, schade of gebrek ten aanzien van zeven dammaten land in de Haar door hen van Gheryt gekocht. Oorspr.; het eerste en derde zegel aanwezig.

853 Willam de Wyse, schout, Gysbert Ammeltz, Jacob Janz en Jacob van Heze, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Geryt vander Maet en Jan Evertz, gemachtigden van de commandeur van het Duitse Orde te Utrecht aan de stad Amersfoort het vierde deel van twee losrenten ten laste van die stad kwijtscheldt. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

854 Willam de Wyse, schout, en Gysbert Ammeltz, Peter van Hardevelt en Dyrck Poyt Evertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Lumen Bor, Gysbertgen zijn vrouw, Goirt Lumanz en Mens zijn vrouw overgedragen hebben aan Peter Florisz soen de eigendom van alle goederen aan hen nagelaten door hun vader Timan Goirtz. Oorspr.; het eerste zegel aanwezig.

855 Willam de Wyse, schout, en Wouter de Beer Egbertz, Peter Jacobz en Dyrck Poyt Evertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Lubbert Vlug en Sytgen zijn vrouw overgedragen hebben aan Hylegen weduwe van Koen Symonz een rente van 1 Enkel gulden uit het goed van Henrick Coenraetz. Oorspr.; het tweede en derde zegel aanwezig.

856 Willam de Wyse, schout, en Willam Evertz, meester Henrick Gerytz en Peter Jacobz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Evert van Domzeler verklaart ontvangen te hebben van Bernt Evertsdochter de door haar verschuldigde helft van 3 Rijnse gulden die de overleden Lubbert Evertz hem beloofd. Oorspr.; met het derde, vierde en fragment van het eerste zegel.

857 Willam de Wyse, schout, en Pouwels vander Horst, Willam Evertz en meester Henrick Gerytz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Wouter Lumenz en Berteraet zijn vrouw overgedragen hebben aan Reyer Stevenz de eigendom van alle goederen die zij ontvangen hebben van Reyer en Geertruyt zijn vrouw. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

858 Willam de Wijse, schout, en Gysbert Ammeltz, Jacob Janz en Dyrck Poyt Evertz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Jacob Claesz koster van Willens en Eyght zijn vrouw overgedragen hebben aan Pouwels Swart en Geertruyt zijn vrouw al het land, erfrenten, roerende en onroerende goederen, die Mechtelt, dienstmeid van meester Rycolt van Byler, aan haar dochter Eycht heeft nagelaten. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

859 Willam de Wyse, schout, en Pouwels vander Horst, Peter van Hardevelt en meester Henrick Gerytz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Meyns Peterz en Willam van Lieler, kerkmeesters van Sint Joriskerk, hebben verklaard schuldig te zijn aan Aert Ryckz de som van 13,5 Enkele guldens. Oorspr.; met het tweede en fragmenten van het eerste en vierde zegel.

860 Willam de Wyse, schout, en Gysbert Ammeltz, Pouwels vander Horst, Willem Evertz, Jacob Janz, Wouter de Beer Egbertz, Jan Janz en Peter Hardevelt, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Henrick van Byler namens de erfgenamen van Reyer Stevenz overgedragen heeft aan Zeger Hert de eigendom van Reyers nagelaten goederen. Oorspr.; eerste drie zegels aanwezig.

861 Jacob Janz, plaatsvervangend schout, Gysbert Ammeltz, Peter van Hardevelt en Peter Jacobz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Loych Rutgertz en Griet zijn vrouw overgedragen hebben aan Willam de Wyse en Lysbet zijn vrouw alles wat hun nagelaten is door Mechtelt, dienstmaagd van meester Rycout van Byler. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.

862 Willam de Wyse, schout, en Gysbert Ammeltz en Jacob Janz, schepenen te Amersfoort, oorkonden dat Dyrck van Gheyn en Ermgert zijn vrouw borg staan ten behoeve van Lubbert Gysbertz en Janna zijn vrouw voor de 115 Enkele guldens die Geryt en Aert van Moirseler aan Lubbert en Janna verschuldigd zijn, te verhalen op alle goederen die Dyrck en Ermgert in het gerecht bezitten. Oorspr.; eerste zegel (enigszins geschonden) aanwezig.

Records 601 t/m 700

Records 701 t/m 738

laatste wijziging 21-04-2024

3.985 beschreven archiefstukken

4 gedigitaliseerd

totaal 4 bestanden

Delen

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Reageren