Logo - Archief Eemland

Looch Wouterzn. heeft dit uit naam van Reyertgen, weduwe van Thonis Thoniszn., verkocht aan Thonis Peterzn. en Gijsbertgen Jans, echtelieden, vrij van alle lasten, uitgezonderd 's Heeren ongelden (grondbelasting). En dit voor de som van 450 gulden vrij geld en de kopers zullen de 40e penning betalen.
Betaling in vier termijnen: 100 gulden in mei 1616, bij aanvang, en de rest op drie volgende meidagen (jaren), telkens 1/3 deel. Bij de laatste termijn zal transport worden gedaan. In het huis zal blijven de bedstede die in de keuken staat, alsmede een sittekisken (kistje met leuningen) in de keuken, zoals ook de zolder zal blijven liggen met de balken daaronder.
Dan wat Henrick Volckenszn. in het voornoemde huis getimmerd heeft, zoals bedsteden, banken en dergelijke huisraad, of het nu wel of niet nagelvast is, zal hij daaruit halen. Maar geen getimmerte als zolders, balken, deuren, stijlen of vensters; de verkoper zal gehouden zijn dit met genoemde Henrick te verrekenen of anders, als men met het verrekenen niet tot overeenstemming kan komen en het huis bij het verwijderen en uitbreken niet te zeer beschadigd wordt, dan zal de verkoper de koper daarover schadevergoeding geven ten overstaan van twee onpartijdigen.
Tot borg van de kopers stellen zich Jan Thoniszn. (vader van de koper) en Rijck Bartholomeus.
De kwitantie van de eerste termijn, die door Neeltgen Thonis uit naam van haar moeder, Reyertgen, is ontvangen van de koper, voor de som van 100 gulden, is in tweevoud geschreven.

Looch Wouterzn. heeft dit uit naam van Reyertgen, weduwe van Thonis Thoniszn., verkocht aan Thonis Peterzn. en Gijsbertgen Jans, echtelieden, vrij van alle lasten, uitgezonderd 's Heeren ongelden (grondbelasting). En dit voor de som van 450 gulden vrij geld en de kopers zullen de 40e penning betalen.
Betaling in vier termijnen: 100 gulden in mei 1616, bij aanvang, en de rest op drie volgende meidagen (jaren), telkens 1/3 deel. Bij de laatste termijn zal transport worden gedaan. In het huis zal blijven de bedstede die in de keuken staat, alsmede een sittekisken (kistje met leuningen) in de keuken, zoals ook de zolder zal blijven liggen met de balken daaronder.
Dan wat Henrick Volckenszn. in het voornoemde huis getimmerd heeft, zoals bedsteden, banken en dergelijke huisraad, of het nu wel of niet nagelvast is, zal hij daaruit halen. Maar geen getimmerte als zolders, balken, deuren, stijlen of vensters; de verkoper zal gehouden zijn dit met genoemde Henrick te verrekenen of anders, als men met het verrekenen niet tot overeenstemming kan komen en het huis bij het verwijderen en uitbreken niet te zeer beschadigd wordt, dan zal de verkoper de koper daarover schadevergoeding geven ten overstaan van twee onpartijdigen.
Tot borg van de kopers stellen zich Jan Thoniszn. (vader van de koper) en Rijck Bartholomeus.
De kwitantie van de eerste termijn, die door Neeltgen Thonis uit naam van haar moeder, Reyertgen, is ontvangen van de koper, voor de som van 100 gulden, is in tweevoud geschreven.

Anna Jansdr., eerder weduwe van Jacob Thonis, wil dit met handen van Jan Wouterszn., haar gecoren voogd, bij opbod verkopen aan de meestbiedende. Op de lasten van 16 stuivers jaarlijks, Jkvr. Bartraet van Wael, weduwe van Wouter van Bijler de Beer toekomende, zijnde losbaar of onlosbaar volgens de brieven die daarvan zijn. De koper zal de kooppenningen, die hij boven voornoemde lasten bieden zal, betalen in termijnen: 1610, bij aanvang 100 gulden, mei 1612 - 100 gulden en mei 1614 de resterende kooppenningen, waarna transport zal worden gedaan. Vanaf mei 1610 zal rente worden betaald over de niet betaalde bedragen, naar evenredigheid de 16e penning. De 40e penning zal de koper alleen dragen. De koper moet twee borgen aanstellen en als dit niet lukt dan zal het wederom "opgeslagen" worden tot schade van de koper en profijt van de verkoopster. De koper zal boven de kooppenningen betalen een "oortgen ten gelage en een oortgen ten rantsoen". Bij twee gelijke biedingen zal de verkoopster het gunnen aan degene die haar belieft. Indien er geen koop valt, dan geen wijnkoop. Zij zal het huis vrijen van alle lasten. De condities zijn veranderd in de termijnen: mei 1610 - 50 gulden en vervolgens ieder jaar 50 gulden tot volle betaling toe, zonder rente te betalen. Franck Cornelis heeft ingezet voor 300 carolus gulden en wordt de koper. Hij heeft tot borg gesteld: Jacob Evertszn., brouwer. Als de koper de eerste termijn niet betaalt, dan komt het huis aan de borg.
Op 19-05-1610 bekent de verkoopster 50 gulden ontvangen te hebben van de koper. Idem in mei 1611 - 50 gulden.