Logo - Archief Eemland

Zoeken door alles

Het huis van mijn oma

Als je vanaf de Kamp de binnenstad van Amersfoort inrijdt, is de eerste woning rechts een bekend huis voor mij met vele mooie herinneringen; dit was het huis van mijn oma. Het is één van de zeer oude huizen die in Amersfoort staat en is een bekend stadsgezicht. Maar voor mij vooral het bijeenkomen van familie vrijwel elke zondag, spelen bij de stadsmuur met de neven en nichten met altijd iets lekkers van mijn oma en in mijn ogen mijn grote, sterke ooms met hun zware stemmen. Het was er altijd genieten.

Archief Eemland heeft een foto van rond 1890; het is de eerste woning rechts. Langs het huis een stukje van de Sint Annastraat. Foto: 02822. Vervaardiger: Onbekend.

De Kamp vanaf de brug over de Beek. Links de zijkant van Kamp 79 (huidige nummering), waar Achter de Kamp begint. Het uithangbord is van Café De Ploeg. Rechts Kamp 88 (hoek Sint Annastraat), 86, 84, 82, 80 enz. Aan het plaveisel is te zien dat de straat hier een bocht maakt; de brug lag toen namelijk meer naar het oosten (1890).
 

Van het huis op de Kamp 88 is dit nog een recente foto. Het is een huis wat volgens zeggen al in 1400 bestond. De foto is van 1890, ongeveer 500 jaar later. Als het huis zijn belevenissen prijs kon geven, dan zou het een enorme geschiedenis hebben. Er tegenover was café De Ploeg gevestigd.

Terugkijken tot 1400 in de tijd, toen er nog geen kadaster was, is een hele opgave. Wel is uit onderzoek gebleken dat er op de Kamp 82 een bierbrouwerij gevestigd was. Er is een stookplaats ontdekt met datering 14e – 16e eeuw. In die periode was er dus al bewoning op de Kamp.

Uit onderzoek blijkt dat er in 1824 een wieldraaier in het huis heeft gewoond. In de tijd van de wieldraaier was er nog uitzicht op de Kamperbuitenpoort die stamt uit 1380 maar in 1838 gesloopt is. Rond 1965 zijn er opgravingen verricht bij deze poort en is de oude brug naar de Kamp vervangen en verlegd.

Op een oude kaart van 1588 lijkt het huis al afgebeeld binnen de stadsmuur.

Op een oude kaart van 1588 lijkt het huis al afgebeeld binnen de stadsmuur.

Mijn avontuur startte in 1964, daar begonnen mijn jaren in het huis. Oma had een snoepjeswinkel en beide ooms waren marktkoopmannen. De ene oom verkocht vis en de andere oom patat. Je kunt je voorstellen dat dit als kind een geweldige tijd was, er was altijd voldoende voorraad en mijn ooms en oma hielden er wel van om de familie te verwennen.

Er waren in die tijd vele familieverhalen over het huis en heeft het volgens de verhalen een rijke geschiedenis. Uit de familie komt een verhaal dat de vriendin van Jan van Schaffelaar er heeft gewoond. Hij heeft mogelijk het huis een aantal keren bezocht.

Wat ik altijd spannend vond waren de gewelven onder het huis in de kelder, hetzelfde als de stadsmuur. Volgens verhalen liep er een tunnelstelsel van het huis naar de muur, zodat je kon vluchten om veilig te zijn. Tunnels? Grote buitenmuur? Als kind allemaal reuze spannend en heerlijk om mee te fantaseren.

Als je bij oma bleef slapen werden de verhalen in mijn dromen nog spannender waardoor er weinig van slapen kwam, maar geen nood! Oma ving je wel op met een warme kruik.

Mijn opa heb ik nooit gekend. Hij stond, als oud Amersfoorter, bekend als 'de harde roeper'. Tijdens de oorlogsjaren heeft hij spannende momenten beleefd. Het verhaal dat rondging was dat mijn opa tijdens de bezetting slingers had opgehangen voor de verjaardag van mijn oma. Soldaten die langskwamen waren trots dat mijn opa de bezetting vierde, maar niets was minder waar. Opa heeft geroepen dat hij de verjaardag van zijn vrouw vierde en is volgens zeggen bijna ter plekke doodgeschoten Ook was er volgens mijn moeder een radio verstopt in het plafond waar je in die tijd alleen maar stiekem naar kon luisteren, gelukkig kennen wij vrijheid.

Op de Kamp zat, twee deuren verder dan mijn oma, de fietsenmaker van 'ome' IJp. De ingang had een halve boerendeur. Als de bovenkant open was, ging ik er altijd een praatje maken. Reuze spannend want 'ome' IJp was destijds niet alleen fietsenmaker maar ook jager. Je kon fietsonderdelen en spullen voor de jacht kopen in dezelfde winkel. Dat is in de huidige tijd haast ondenkbaar.

Even verderop zat er op de Kamp een fopwinkel waar ik graag kwam. De winkel werd gerund door een tweeling. Altijd als je naar binnen liep was er lol en nuchtere humor aanwezig.

Ook doordeweeks kwamen we bij oma, die moest dan gewoon de snoepjeswinkel draaiende houden. Eén verhaal staat mij nog goed bij alsof het gisteren was. In het oude huis kwam er, tijdens het spelen met mijn broer, een muis voorbij. Mijn broer en ik vertelden dit aan oma en haar reactie was: “vang hem jongens!”

Er ontstond een sprint door de gang met oma voorop! Mijn moeder hielp in de winkel en was doodsbang voor muizen, maar daar gingen we wel naartoe! We hebben de muis nooit gevangen. Mijn moeder sprong van angst op de toonbank en de klanten moesten hard lachen.

Het huis zoals ik er waarschijnlijk voor het eerst ben geweest: 1965.

Kamp 86 (het Wapen van Gelderland, links) en 88. Rechts het begin van de Sint Annastraat (1965-1970).
Foto: 00432. Vervaardiger: Theo Hendriksen.

De indeling van het huis was ouderwets, het huis was tochtig en koud. Oma voelde dat nooit. Er was een kleine woonkamer met een kolengestookte potkachel. Als je daarvoor ging zitten en de hond op schoot nam was het zeer comfortabel. Oma maakte hier ook altijd haar eten op warm. Natuurlijk was er wel een keuken, maar daar was het in de winter gewoon steenkoud.

Kamp 88, 86 en 82. Nr. 84 is in verbouwing (1970).
Foto: 00132. Vervaardiger: Theo Hendriksen.

Over de keuken gesproken…, daar moest een afzuigsysteem komen. Oma had een raamventilator aangeschaft en liet deze plaatsen. Tot groot ongenoegen van diverse instanties want voor de ventilator moesten wel even de zeer oude ramen verwijderd worden (zie derde raam aan de zijde Sint Annastraat).

Oma werd ouder en kreeg meer moeite om snel vanaf de woonkamer de gang door te lopen naar de winkel. Maar dit was geen probleem, want de familie hielp oma de winkel draaiende te houden. Dankzij deze hulp hoefde oma niet te stoppen met de zaak en kon ze lekker haar winkeltje houden.

De kleinkinderen, waaronder ik, mochten (niets moest bij oma) helpen met het vullen van de kolenkit in de winter, de hond uitlaten en brood halen bij bakker Bakker op de Coninckstraat, kortom gewoon uit vrije wil, wat extra doen voor oma.

Ook mijn ooms waren druk genoeg en konden altijd extra hulp gebruiken. Als kind fietste je dan uit school naar het huis op de Kamp om je ooms te helpen en misschien wel een patatje of een visje te verdienen. Dat was een erg leuke tijd.

Oma was 83 jaar oud en voelde zich op een goede dag niet zo lekker, maar ja er heerste griep. De huisarts werd benaderd die een huisbezoek aflegde. Ze bleek een aantal hartaanvallen te hebben overleefd en moest met spoed naar het ziekenhuis. Ze overleed helaas een dag later. Maar ze heeft een eigen zaak gehad tot haar 84e verjaardag, vol trots en een prachtig leven! Ik was toen nog te jong, maar wat zou het prachtig zijn geweest als ik de zaak had kunnen voortzetten.

Het pand is na enige tijd verkocht. De nieuwe eigenaar heeft het pand, voordat het gebruikt kon worden, eerst moeten herstellen. De kap is vervangen en een groot deel van de balklagen zijn vernieuwd. Bij een monumentaal pand is dat best een uitdaging. Er hebben vervolgens een café en verschillende restaurants in gezeten. Ook nu is er een restaurant in gevestigd.

Ik ben blij dat het pand gerestaureerd is. Het ‘huis van mijn oma’ op de Kamp 88 kan daardoor nog decennia mee. Gelukkig kan ik altijd nog een kijkje nemen en herinneringen ophalen in een zeer oud pand dat, niet alleen voor mij, een prachtige geschiedenis uitademt.

Gerrit Kwakkel