In de vroege ochtend van 26 juni 1942 werd de familie Keizer, wonende op de (toenmalige) Seldenrijkseweg 2, opgeschrikt door een hels kabaal. Een overvliegende bommenwerper wierp een aantal bommen af. Eén van de bommen ontplofte een aantal honderd meter van hun boerderij zonder enige schade aan te richtten. Maar het vliegtuig wierp ook een aantal brandbommen af. Eén daarvan raakte één van de rieten daken van het boerenbedrijf. De familie Keizer kon nog net op tijd vluchten, maar een groot deel van hun inboedel ging in vuur en vlam op.
De boerderij, gebouwd rond 1850, stond in de volksmond van de Eemnessers bekend als boerderij ‘Bamboes’. Zij zou deze naam geërfd hebben van een oude boerderij die in de bossen van Kasteel Groeneveld bij Baarn stond. Na de afbraak van deze Baarnse boerderij werd in ieder geval een deel van het materiaal opnieuw gebruikt bij de bouw van de ‘nieuwe’ boerderij aan de Seldenrijkseweg 2. Rond 1926 kwam hier de familie Keizer te wonen. Na het overlijden van hun vader Richardus Keizer in 1938, namen zijn zoons Vok en Rijk het boerenbedrijf over.
Het verslag over de brand geschreven door wachtmeester Cornelis de Groot.
Het verslag van Cornelis de Groot, 'wachtmeester der Marechaussee' en postcommandant te Eemnes, geeft een goed beeld van de gebeurtenis. In eerste instantie werd gedacht dat er brand was uitgebroken bij een bosperceel aan de Heidelaan. Bij onderzoek bleek dat niet zo te zijn. Het ging om de woning van de familie Keizer. De gealarmeerde brandweer en de Luchtbeschermingsdienst konden bij aankomst weinig betekenen. De daken waren al ingestort en er was in de omgeving geen water beschikbaar om de brand te blussen. Het door de brandweer opgemaakte rapport laat verder helaas vrij weinig los over de situatie. Alleen dat de mannen van post II en III onder leiding van commandant Groen uitgerukt waren naar de boerderij. Waarom de bommenwerper zijn bommen boven Eemnes loste is onduidelijk. Het is onwaarschijnlijk dat de bemanning van de bommenwerper de boerderij als primair doel in het vizier had. Wachtmeester De Groot hoorde na afloop nog enkele getuigen van het incident, waaronder de moeder van het gezin; Gilgonda Keizer – Veenman. Zij verklaarde dat ze om tien voor een 's ochtends wakker schrok van een harde klap en dat haar dochter uit het raam had gekeken en zag dat "alles rondom de boerderij vuur was". De brand was begonnen bij een van de hooibergen en overgeslagen naar de rest van de gebouwen. Op last van de Duitse Militaire Autoriteiten werd de omgeving voor een periode van minstens acht dagen afgezet vanwege mogelijk niet ontplofte bommen die er nog konden liggen.
Brandrapport opgemaakt op 27 juni 1942.
Na dit incident was van de boerderij vrij weinig over. Enkele muren stonden nog overeind, maar het binnenwerk was volledig uitgebrand. Twee hooibergen, een wagenloods, een schuurtje en een kippenhok, die deel uitmaakten van het boerenbedrijf, waren ook in vlammen opgegaan. Nu familie Keizer geen dak meer boven het hoofd had moest er een oplossing gezocht worden. J.G. van Dijk, eigenaar van de (nog steeds bestaande) kwekerij Gooi & Eemlust en van wie de familie Keizer hun boerderij pachtte, schreef daarom op 16 juli burgemeester Van Ogtrop aan. In zijn brief verzocht Van Dijk de gemeente Eemnes tot het vergunnen van het bouwen van een noodwoning. Met de bemiddeling van het Bureau Wederopbouw Boerderijen te Amersfoort lijkt de oplossing uiteindelijk zijn gevonden in het hergebruiken van een houten Hooglandse noodwoning. Rond de Duitse inval van mei 1940 waren veel Hooglandse boerderijen gesloopt door het Nederlandse leger om schootsveld vrij te maken rondom de Grebbelinie. Tegen 1942 was een deel van de Hooglandse boerderijen herbouwd waardoor de gebruikte noodwoningen beschikbaar waren gekomen.
Pagina uit de vergunningsaanvraag uit juli 1942.
De echte wederopbouw van de boerderij heeft nog lange tijd op zich laten wachten. Tot 1957, 15 jaar na het desastreuse bombardement, woonde familie Keizer in de ‘tijdelijke’ noodwoning. De nieuwe boerderij die de noodwoning uiteindelijk verving is terug te vinden onder het bouwdossiernummer 1956-286 van ons E-loket bouwdossiers. Deze herbouwde boerderij staat er nog steeds en ligt nu niet meer aan de Seldenrijkweg, maar aan de Te Veenweg Zuid. Veeboer Rijk Keizer heeft nog tot zijn dood in 1985 op de boerderij gewoond. Zijn broer, Vok Keizer, woonde er nog tot 1992. Kort daarna is hij overleden.
Gebruikte bronnen: