Park Schothorst

ae.parkSchothorst

In park Schothorst is een afwisseling tussen dekzandhoogten en -laagten uit de ijstijd (zo'n 12.000 jaar geleden) duidelijk in het landschap te zien. Dit door de wind aangevoerde zand ligt als een dek of deken over oudere afzettingen heen. De lagen zijn ontstaan in de richting van de heersende wind. Het tegenwoordige Dekzandpad loopt over een dekzandrug in Schothorst. In de dekzandlaagten ontstonden moerassen met zeggen, biezen en grassen (broek of goor genaamd) en op de hogere gedeelten bossen. De naam van het weilandje Breede Goren aan de zuidkant van de Schothorsterlaan verwijst naar een dergelijk moeras. Vanaf de middeleeuwen werd het gebied ontgonnen. Het bos op de dekzandhoogten maakte plaats voor akkers, weilanden, boerderijen en zandwegen.

Een 'horst' is een zandige hoogte. Het woord 'schot' valt moeilijker te verklaren. In een grijs verleden duidde het woord op een klein, door een houten omheining afgeschoten terrein, waar vee werd opgesloten. Nog later werd het schot een schuur of hok. Op oude kaarten worden ook schaapskooien, die ver van een boerenerf, maar dicht bij een heideterrein waren gelegen, met schot aangeduid. Het gaat bij Schothorst dus om een hoger gelegen schot temidden van drassig land.

Aan de Schothorsterweg 31 stond de middeleeuwse boerderij De Oude Hoef. Deze werd in de negende eeuw al bewoond. Het was een van de boerderijen die bij de malen van Hoogland hoorde. Bij opgravingen in 1987 is een waterput met schoenen uit de twaalfde of dertiende eeuw gevonden.

Van het terrein, waar thans het landhuis 'Schothorst' ligt, is bekend, dat er al rond 1600 een boerenhoeve was te vinden. In 1780 werd de buitenplaats Schothorst gesticht op de plek van de gelijknamige boerderij; halverwege de negentiende eeuw kreeg dit huis zijn tegenwoordige gedaante. Tot 1938 is het landgoed in handen gebleven van particulieren (waaronder van 1850 tot 1938 de familie Verloren van Themaat). In dat jaar werd het gekocht door het Centraal Bureau van het Nederlandsche Landbouwcomité van Coöperatieve Aankoopverenigingen uit Rotterdam om er een instituut voor moderne veevoeding te stichten. De negentiende-eeuwse tuinaanleg in Engelse landschapsstijl is van de hand van S.A. van Lunteren.

Op de topografische kaart uit 1890 is te zien dat er verder slechts enkele paden in de omgeving van de buitenplaats lagen. Deze voerden naar van oorsprong middeleeuwse boerderijen met namen als Den Eng, De Koop, De Heetkamp en De Goren. Tot in het midden van de jaren dertig bepaalden de Liniedijk en de bestrate weg van de Bloemendalse Poort naar Den Ham de zuidwestgrens. Met de aanleg vanaf 1937 van het Valleikanaal werd deze de grens van het gebied.