Hooglanderveen

Hooglanderveen was vroeger een onbewoonbaar en ongecultiveerd gebied. De naam zegt al dat het om veengrond gaat bij Hoogland. Het gebied was vanaf ongeveer het jaar 1000 het eigendom van de Sint Paulusabdij, die eerst in Leusden, maar al spoedig in Utrecht gevestigd was. De abdij had het hele gerecht Emiclaer in handen, waaronder ook het huidige Hooglanderveen en Vathorst vielen. Een gerecht is te vergelijken met de tegenwoordige gemeente, met dien verstande dat bestuur en rechtspraak hier in dezelfde hand waren.

Het land werd door de boeren die op het Hogeland woonden (die samen de maalschap van Hoogland vormden), gezamenlijk gebruikt als meent of marke, als gebied om schapen te laten rondlopen, hakhout te halen enz. Deze boeren vormden een maalschap, een genootschap dat het gebruik van de gemeenschappelijke gronden onderling regelde. De maalschap ontgon vanaf de dertiende eeuw het gebied van Hooglanderveen. De woeste gebiedjes Hateveen (dat waarschijnlijk heideveen betekent) en Buitenveen werden in slagen en percelen verdeeld. En het gebied ontwikkelde zich door turfwinning, ontwatering en migratie tot een woon- en landbouwgebied. Aan het dijkje Scheidingsweg - de weg van Amersfoort naar Nijkerk - verrezen in de zeventiende eeuw de eerste woningen.

Tot ver in de negentiende eeuw bestond Hooglanderveen uit verspreid liggende, vaak kleine boerderijen met hier en daar arbeidershuisjes. In 1863 werd de spoorlijn Amersfoort-Zwolle aangelegd, aangevuld met een halte en een spoorhuis in 1898. Sindsdien, en vooral tussen 1918 en 1930, is een woonkern met eigen voorzieningen, winkels en handelsbedrijven ontwikkeld. Hendrikus van Beek en Maria Agatha van Beek, broer en zus, namen in 1916 het initiatief om Hooglanderveen aan een eigen parochiekerk te helpen. Zij besloten hun boerderij Het Houteveen met de bijbehorende landerijen aan de kerk te schenken. In 1918 werd de Sint-Josephkerk in de Van Tuyllstraat geopend, de grote verdienste van pastoor Brenninkmeijer. In dezelfde straat stond het gebouw van de Coöperatieve Landbouwvereninging Hoogland, 'De Eemstroom'. Van 1916 tot 1991 was die onmisbaar voor de boeren in de regio en als werkgever voor een aantal inwoners van het dorp. Boeren uit de wijde omgeving kochtten hier hun zaai- en pootgoed, veevoer, gereedschappen en brandstoffen in.

Per 1 januari 1974 werd Hooglanderveen, als onderdeel van Hoogland, toegevoegd aan Amersfoort. De enorme uitbreiding van de grote stad, met de nieuwbouw Kattenbroek en Nieuwland, werd door de dorpbewoners als een bedreiging ervaren. De Belangenvereniging Hooglanderveen heeft daarom bij de gemeente en Ontwikkelingsbedrijf Vathorst ervoor gepleit dat het dorp herkenbaar blijft. Voor een goede ruimtelijke aansluiting komt er een groene overgangszone van zo'n veertig hectare, waarvan ongeveer tien hectare zal bestaan uit - voornamelijk bestaande - bebouwing. De dorpsstraat (Van Tuyllstraat) zal met behoud van haar karakter worden versterkt met woon-, winkel- en horecafuncties, die zorgen voor levendigheid en een voldoende voorzieningenniveau.

Foto

Gezicht op Hooglanderveen. Datering: ca. 1925 - ca. 1935. Oorspronkelijk bijschrift: "Onze lezers, die in de buurt van Amersfoort wonen, zullen er misschien wel eens geweest zijn, in Hooglanderveen, het afgelegen gehucht, waar onze fotograaf die nu eenmaal overal komt, onlangs belandde. Het mooie kerkje, met zijn spitse toren, dat hij voor de lens nam, mag zeker gezien worden."

Foto

De r.k. Sint Josephkerk in Hooglanderveen, van Tuyllstraat 29. ca. 1935 - 1943.

Foto

Burgemeester van Tuyllstraat in Hooglanderveen.

Literatuur:

  • Arie van den Heuvel (red.), Een wereld van verschil: Hooglanderveen ontmoet Vathorst. Fiets-/wandelroute en historische achtergronden (Hoogland 2003) 'De Bewaarsmen. Tijdschrift van de Historische Kring Hoogland'.
  • C. Dekker, Een zeer oud en voornaam college. Geschiedenis van de malen op het Hoogland buiten Amersfoort (Amersfoort 2000).