In 1695 worden er in de stad 60 lantaarns geplaatst; op Oudejaarsavond van dat jaar wordt er één vernield; in 1709 is er sprake van bezuiniging op de openbare verlichting; het geld zou, in de komende winter, voor de armen gebruikt kunnen worden; in 1859 werd er een Gasfabriek gesticht, deze verzorgde ook de openbare verlichting.
Referentie(s): JVFL 1899 50 (H.J. Reynders over de bezuiniging van 1709); Ach Lieve Tijd 1986 deel 13. Armenzorg.