Op 11-9-1816 te 's-Gravenhage vastgesteld door de Hooge Raad van Adel: Zijnde van Zilver, beladen met een Kruis van Keel. Het Wapen gedekt met eene Kroon met vijf fleurons alles van Goud, en van weerskanten vastgehouden door een klimmende Leeuw in zijn natuurlijke kleur. [Keel is de heraldische naam voor rood].
Referentie(s): Hovy, 1986 p.20/21.