Logo - Archief Eemland

Zoeken door alles

Putstoel

Inrichting om oppervlaktewater uit een (stads)gracht te putten t.b.v. het bierbrouwen. Zij bestond uit een 'kansel' (de 'stoel') op twee poten, die de putter met een trap kon beklimmen. Naast de kansel stond een hoge paal waarop een net in evenwicht zijnde balk lag; waarschijnlijk was deze balk niet alleen kantelbaar (om het water uit de gracht te halen en in een emmer van beneden naar boven te brengen), maar ook draaibaar (om de emmer van het midden van de gracht naar de kant te draaien); de emmer werd in een opvangvat met buis geleegd; het water kwam via deze buis, hoog over de straat, in de brouwerij. Zij lijken in Afrt selectief aan de O-zijde van de stad (hier kwam het schone water van de Veluwe binnen) aanwezig te zijn; [Blekerijen, Scherbierstraat]. Door de draaibare balk kon men het water uit het schonere middendeel van de gracht krijgen. Op 28 juli 1561 wordt het waterhalen bij de stadscingelmuren verboden (cf. Klapper op de Magistraatsresoluties). De aanwezigheid van deze inrichtingen in Afrt pleit ervoor dat men het gehele jaar bier, mogelijk van wisselende (winter en zomer) kwaliteit, brouwde. Sprengel

Referentie(s): NN, Oud Holland drinkt, Hobby, ts voor verzamelaars 3 no 1 (oct 1948) 164-166; Oud Nederland (vervolg van Hobby) 4 no 1 (jan 1950) 16; in deze beide tsn een gedichtje 'op eenen putstoel van den brouwer Jan Webbes te Leeuwarden'.

Voor een wat meer 'technische' tekening van een putstoel zie: Johannes en Caspar Luiken, Het menselyk bedrijf, Amsterdam, 1694 sv De Brouwer.

In: L. van Ollefen, De Nederlandsche Stad- en Dorpbeschrijver, deel IV, 1796 wordt onder het dorp Heemstede bij Haarlem een stoom-waterpomp (de Vuurmachine) beschreven; de balk waarmee de zuigerstang op en neer gaat wordt vergeleken met die van een 'brouwersputstoel'.

Brongers, 1999.