Huis en bewoners: is (blijkens de bij de Tempe gevoegde afbeelding, getekend door J. Apeldoorn) naar de mode van die tijd een kluisje ter grootte van een hooiberg met een nogal steil puntig dak, van daar, lijkt mij, de naam. De eerste eigenaar (midden XVIII) is Adriaan Boelhouwer. Het lijkt mij qua functie te vergelijken met het huisje 'Kipperust' van de schrijfsters Aagje Wolf en Betje Deken; Pijpers schreef er rond 1803 zijn Tempe. Het is kennelijk eens afgescheiden van het goed 'De Hooiberg' dat in 1803 eigendom van de tabaksplanter M. Dreyer was (Tempe p. 46); mogelijk was het kluisje eens een folly op het landgoed Hooiberg.
Volgens AaAW (sv P) zou het (m.i. onwaarschijnlijk) een voormalig adellijk huis zijn; ca 1850 is het een buiten in het bezit van Baron F.F.J.H. van Heeckeren te Afrt.
Tuin: (in landschapsstijl, vermoedelijk door handhaving van het oorspronkelijke landschap) aangelegd onder leiding van Boelhouwer of Pieter Pijpers; thans geheel verdwenen (afbraak bebouwing ?ca 1920).
Zie ook: Tuinen