Een door een bacterie veroorzaakte infectieziekte; deze wordt in het bloed van de a.s. patient gebracht door een beet van een vlo; op deze plaats ontstaat een zweer (karbonkel); bij de lymfklieren ontstaan pestbuilen. Doordat de vlooien op ratten verblijven is de ziekte sterk aan de zomer en sociaal gebonden.
Er zijn twee P-varianten: de long-P, die door uitgehoest sputum wordt verspreid (hierbij is er geen kans op overleving) en de builen-P (hier leed Sint Rochus aan; er is een kleine kans op overleving; het optreden van een 'wonder' is hier dus niet beperkt tot toekomstige heiligen!).
De P bereikte Europa voor het eerst, via de N karavaan-routes uit het O en de Krim, rond 1347; hierna werd de P bij golven manifest. Afrt werd in 1397-1402, 1438-1439, 1455-1459, 1467-1474, 1493-1495, 1525-1526, 1553-1558, 1565-1567, 1597-1605, 1623-1631, 1634-1638, 1655-1660 en 1663-1668 door P-epidemieën getroffen; de laatste P-lijders in Afrt waren in 1667.
Een eufemistische naam was: De gave Gods; een naam om de dodelijke ziekte niet bij de naam te noemen; Romanliteratuur.
Referentie(s): K.O. Meinsma, De zwarte dood (1347-1352), Zutphen, 1924 (algemeen boek over de bekende grote epidemie); Rommes, 1991, hierin wordt Afrt regelmatig - tabel op pp.118-119 - vermeld.
Zie ook: Celzusters, Pesthuis