Van deze familie zijn 4 takken bekend, waarvan er 3 teruggaan op Cosijn van O (richter op de Veluwe; ca 1450) en 1 op diens broer Reijer die in Afrt woonde. De zoon van Reijer, ook een Reijer, kwam in het stadsbestuur; diens zoon Gerrit volgt hierna.
H.J.Ph.G. Kaajan, Het archief van de familie Van Oldenbarnevelt, (1449) 1510-1705, 's Gravenhage, 1987 [bespr: FL 20 no 3/4 dec 1989 46-47].
(1523-1588) Vader van Johan; betrokken bij verschillende, tijdens dronkenschap ontstane, vechtpartijen. Voor zijn afstamming van deze onbeschaafde (waarschijnlijk gold dit voor zijn gehele vaderlijke familie) persoon, schaamde de landsadvocaat Johan van O zich enigszins; hij legde daarom meer de nadruk op zijn afstamming uit het chiquere geslacht van zijn moeder Deliana van Weede.
Zie over dit 'genealogiseren': Ph. Maarschalkerweerd, Een drieluikje van Johan van Oldenbarnevelt? FL 24 1/2 (mei 1994) 4-10. Zie: Bijz 1 110-113.
(in een buurt onder Afrt 1547-Den Haag 1619) Laatstelijk landsadvocaat; 1586 raadspensionaris van Holland en West-Friesland; remonstrant; in Den Haag terechtgesteld. VOC
Referentie(s): Over geboorte- en woonhuis Bijz 1 114-116. Gesselius JVFL 1902 56-59. Hovy, 1986 pp.89/90.
JVFL 1902 (W. Croockewit W.Az., Twee belangrijke 'Oldebarneveldtiana')
JVFL 1903 70-73 (W. Croockewit W.Az., Het Stokske van Johan van Oldenbarneveldt); JVFL 1906 40-42 (idem, Nogmaals etc); JVFL 1907 38-39 (Bernard J.M. de Bont, Nog een echt of onecht 'Stockske van Jan van Oldenbarneveldt'.)
Jan den Tex, Oldenbarneveldt, 5 delen, Haarlem, 1960, 1962, 1966, 1970 en 1972 (register) [bespr. dl 4: FL 4 juni 1970 11-13]. Tex, den
Reacties op deze biografie: A.J. Veenendaal in Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden XXII (1968) no 103-125 over: Inschrijving aan Leuvense Universiteit en over Johans vader Gerrit [FL 3 jan 1970 37].
W. Wijnaendts van Resandt, De afstamming van Johan van O, Jaarboek vh Centraal Bureau voor Genealogie 1968 [FL 3 jan 1970 38.
D. van Duyn, De nakomelingen van Johan van O, Nederlandsche Leeuw 85 (1968) kol 382-414.
J.Hovy, Het grondbezit van de familie van O in de Birkt onder Soest FL I 5 aug 1973 56-61 en II 6 mei 1974 17-22
Jb Centr Bur v Gen 27 (1973).
J.D.H. van der Neut, Enige aantekeningen over het land van de O's in de Birkt en over het geboortehuis van JvO FL 7 april 1975 18.
B.G.J. Elias, Flehite en het standbeeld van Johan van Oldenbarnevelt, FL 11 no 1 maart 1979 8-9.
= Het borstbeeld stond eerst (1911) aan het eind (Stationsplein) van de Barchman Wuytierslaan; vervolgens (1933) aan de Groen van Prinstererlaan (voor het Van Oldenbarnevelt-Gymnasium); thans (sinds 1993) op het Thorbeckeplein voor de huidige vestigingsplaats van het gymnasium. De oprichting van het beeld werd indertijd bemoeilijkt omdat sommigen er een belediging van het Huis van Oranje (O's tegenspeler Maurits was immers lid van dit Huis) in zagen. Bij de herdenking van de onthoofding in 1919 zei de Commissaris der Koningin (Mr T.A.G.G. Graaf van Lynden van Sandenburg) echter dat: 'H.M. er prijs op stelt uiting te geven aan hare gevoelens van vereering jegens Johan van Oldenbarnevelt, die in de fel bewogen tijden van het begin der 17e eeuw, ons volk den weg wees en voor ons volk een plaats veroverde in Europa, hij die later viel als slachtoffer van de toenmalige verhouding van Kerk tot Staat, hij die onbevooroordeeld zijn weg ging, ondanks de verdachtmaking zijner vijanden, hij die het staatsschip veilig heeft geleid tusschen de klippen van oorlog en afgunst'. Er kwam pas in 1954 een standbeeld in Den Haag!
Oldenbarnevelt woonde in Muurhuizen 19 A B. Oldenbarnevelthuis
B.G.J. Elias, Plaquette van Johan van Oldenbarnevelt, FL 18 no 1/2 nov 1986 3 [over een Wedgwood portret-plaquette in Museum Flehite]. [ook in DSA 16-4-1986] [H. Poots in DSA 5-3-1986 en 26-3-1986]
Over het 'genealogiseren' van O om zijn familieverleden sociaal interessanter te maken: Ph. Maarschalkerweerd, Een drieluikje van Johan van Oldenbarnevelt? FL 24 1/2 (mei 1994) 4-10. De vroegst mogelijke vel-datum van het hout van het drieluikje wordt nu gesteld op 1605 (cf. FL 26 no 1/2 september 1997 p.22); de relatie drieluikje-raadpensionaris wordt hierdoor aannemelijker.
De gemeente-archivaris F. van Kan vestigde er de aandacht op (AC 13-9-1997) dat in de periode eind XVI-begin XVII drie Afrters Paulus Buys, J.v.O. en Pieter Both sleutelposities bezetten in het binnenlandse, buitenlandse en overzeese beleid van het zich toen ontwikkelende Nederland. Dit van Buys uitgaande netwerk is nog onvoldoende onderzocht; mogelijk behoren hier ook Steven van der Hagen en Arend Jacobsen toe.