Logo - Archief Eemland

Zoeken door alles

Loterij

Eind XVII was er bij het publiek en de landgoedeigenaren gebrek aan liquide middelen; zo kon Gijsbert Johan van Hardenbroek bepaalde landgoederen niet voor een reële prijs verkopen tegen contant geld en dus vroeg hij in 1694 aan de Afrt Magistraat octrooi om een L te mogen organiseren; prijzen waren een Heerlijkheid, kleinere landgoederen, twee Prebendes en ruim 600 kleinere prijzen in geld; ondanks onvoldoende belangstelling om loten te kopen, startte hij de trekking toch in 1695, terwijl de opbrengst van de verkoop van het geringere verkochte aantal loten ongeveer gelijk was aan het uit te keren prijzengeld. Eveneens niet verstandig was, dat ook de hoofdprijs (een heerlijkheid) op verzoek in contanten (die er nu juist ternauwernood waren) uitgekeerd kon worden. Er vonden twee trekkingen per dag plaats gedurende een maand; op deze veranderde, voor het publiek wel zeer gunstige, condities was er veel drukte in de stad, doch de financieel niet zo begaafde organisator werd er niet beter van.

Referentie(s): P.S. Teeling, AC 24-12-1951.

Het was in dat jaar druk met L, want in de Raadsvergadering van 2-9-1695 besloot de stad in te gaan op een voorstel van de Amsterdammers Johan Pellichy en Govert Prombels gedaan samen met Paulus Staal uit Utrecht om een L te organiseren; hierbij zou Afrt in de winst delen. Holland echter, had eind 1695 om te voorkomen dat Hollands kapitaal weg zou vloeien, een wet uitgevaardigd die het inleggen door Hollanders in L buiten Holland verbood; na protest werd er o.a. voor Afrt een uitzondering gemaakt. Het resultaat van de Afrt L is onbekend.

In 1726 namen de Staten-Generaal het besluit om tot een centrale Generaliteitsloterij te komen om zo de dodelijke onderlinge gewestelijke en stedelijke concurrentie te voorkomen.

Referentie(s): A. Huisman en J. Koppenol, Daer compt de Lotery met trommels en trompetten! Loterijen in de Nederlanden tot 1726, Hilversum, 1991, p. 106/07, 114.

Zie ook: Pakjes setten