Logo - Archief Eemland

Zoeken door alles

Joden

Begin XIV zijn er Joden in verschillende plaatsen in Brabant, Gelre en Overijssel. Tijdens de pest rond 1350 zijn daar pogroms.

Aan het einde van XVI (na het in 1579 tot stand komen van de Unie van Utrecht, waarbij godsdienstvrijheid gegarandeerd werd) beginnen vooral Marranen (tot het Christendom gepreste Joden uit Spanje) en Sefardische Joden naar de Noordelijke Nederlanden te komen. De Joden verkregen in de XVII in de Republiek der Verenigde Nederlanden de grootste economische mogelijkheden vooral in het gewest Holland (1604 toestemming tot vestiging in Alkmaar; 1610 in Rotterdam; 1618 eerste Synagoge te Amsterdam; 1675 nieuwe Portugese synagoge te Amsterdam) en daarbuiten in de stad Afrt; de eerste (1661) Sefardische (= Spaans/Portugese) Joodse burger in Afrt was de drapier Joseph Pereira; hij en zijn collega's bewerkten wol op hun weefgetouwen en in hun volmolens tot laken; later kwamen er de Asjkenazische of Hoogduitse Joden; beide groepen smolten hier samen en wijdden in 1727 een Synagoge in; een belangrijke (spirituele en financiële) rol speelde hierbij de familie Cohen. De XVIII is de bloeiperiode van de Amersfoorts Joodse gemeenschap; een politiek hoogtepunt is de relatie met Prins Willem V. In 1796 kwam er, tijdens de Bataafse Republiek, een nader landelijk geregelde godsdienstvrijheid voor Joden (Decreet over den Gelykstaat der Jooden met alle andere Burgers). In de Franse Tijd trad een terugval in, aan de centrale positie van de Afrt synagoge binnen de Nederlandse Joodse gemeenschap kwam een einde, ten gunste van die van Utrecht; na deze tijd werd in 1842 de synagoge vergroot en opgeknapt. Bepaalde in de loop der jaren verrichte 'verfraaiingen' werden echter tijdens een restauratie rond 1926 verwijderd, waardoor de oorspronkelijke staat werd hersteld.

Referentie(s): Zwarts, 1927; Adelberg, 1977; Berg, 1996. Cohen, Gomperts, Hebreeuwse typografie, Italiaander, Lijsten, Mezoeza, Musiecqzaal, Parnassijns, Synagoge, Weil

Over besnijden: Ze'ev Bar (bewerker), Amersfoortse Besnijdenisboekjes uit de 18e en 19e eeuw; uitwerking, vertaling van Briet Milah registers van de Amersfoortse Mohaliem Levits en Van Gelder, Amersfoort, 1992/5753. [FL 19 (1988 3/4) 53]

Joden begraven traditioneel hun doden in de open lucht en niet in de Synagoge; zoals de Christenen dat tot 1826 wel deden in hun kerken!

Referentie(s): Anco Mali, Joodse begraafplaatsen in Amersfoort, DSA dd.23 mei 1990.

De Joodse Gemeente Amersfoort beheert thans 4 begraafplaatsen:

In Afrt:

  • Op het Bolwerk bij de voormalige Bloemendalse Buitenpoort (in gebruik 1749 [= oudst leesbare steen] tot 1903); dit was de voornaamste begraafplaats van de Asjkenazische of Hoogduitse Joden(staande stenen). Daarnaast was er een oud (vanaf 1670 en vroeg in onbruik geraakt) Sefardisch (herkenbaar aan een liggende grafsteen) begraafplaatsje aan de oostzijde van de poort.

 

Referentie(s): Zwarts, 1927 p.7. Mayer

  • Soesterweg (sinds 1874 en nog steeds in gebruik).

Buiten Amersfoort na 1945:

  • Nijkerk, aan de Oude Amersfoortse weg (nog in gebruik).
  • Barneveld (buiten gebruik).