Algemeen.
Deze krijgen pas in 1811 (invoering van de Burgerlijke Stand) een staatsrechterlijk karakter; het gebruik ervan is echter al ouder. De oudste (XIV-XVI) sporen van F vindt men in ons gebied in de grootste steden; hier was (bij belangrijke personen) een nader onderscheid tussen individuen met dezelfde voornaam noodzakelijk. De Nederlandse (dus ook de Afrtse) F kunnen (op enkele gevallen na) grofweg als volgt ingedeeld worden:
Herkomst.
Bepaalde namen en naamsvormen zijn kenmerkend voor het gebied of groep waar ze (in) voorkomen of vandaan komen: op -a, -stra en -ma (Friesland, Groningen); -sema en -er (Woltjer) (Groningen); -inge (Drenthe); 'ten' (vóór de naam: Ten Kate) (Overijssel, Twente); -ink (Achterhoek); patronymica op -se (Zeeland); op -mans (Brabant, Limburg). De joodse namen zijn al als een specifieke groep genoemd.
Referentie(s): P.J. Meertens, De betekenis van de Nederlandse familienamen, Naarden, 1941.
Amersfoort.
Zeer voorlopig, explorerend, onderzoek naar specifiek Amersfoortse F. Nader (genealogisch) onderzoek is nodig en gewenst.
Impressionistische publicaties:
Kwantitatieve exploratie:
hebben we impliciet een lijst met een deel (huizenbezitters) van het hier aanwezig namengoed in de Blaffert van 1755. Het zijn de namen van de huiseigenaren (soms eveneens bewoners) van 1702 percelen. Het gaat hier om economisch belangrijke en, gezien de grootte van hun belangen, sterk aan Afrt gebonden personen of families.
Ondanks de ongelijkwaardigheid van deze lijsten, krijgen we toch, door vergelijking van de namen behorend bij deze beide 'peildata', enige indruk van de dynamiek van het hier aanwezige namengoed.
Analyse van de Blaffert, 1755:
totaal: 1702 genummerde percelen waarvan:
20 percelen in handen van de Stad
60 percelen in handen van instituties (bv Weeshuis)
Er zijn:
618 particuliere eigenaren of eigenaren-combinaties. Hiervan zij er:
315 eigenaar van één perceel of minder (deeleigendom) en
303 percelen behoren aan eigenaren die hier meer dan 1 perceel bezitten.
Er zijn 19, economisch sterke, particulieren die ieder meer dan 10 percelen hebben; samen bezitten deze 280 percelen:
Uit deze groep van 19 zijn de vier belangrijkste individuele perceeleigenaren (samen bezitten ze 91 percelen):
Straalsond, Sibertus met 27 percelen genummerd:
0182 0184 0185 0188 0190 0191 0291 0323 0369 0575 0717 0825 0868 0869 0870 0871 0872 [met J. en M.C. Cruif + Jan Cruif] 0873 0989 1000 1001 1105 1154 1224 1225 1465 1470
Deventer, Gijsbert van met 24 percelen genummerd:
0042 0336 0425 0457 0481 0524 0610 [kinderen aan de Bilt] 0611 [kinderen aan de Bilt] 0612 0763 0764 0953 [kinderen aan de Biltstraat] 0954 [idem] 1352 1353 1354 1355 1356 1357 1358 1359 1369 1370 1431 [kinderen aan de Bilt]
C(K)olf(f)schooten, Hendrik (timmerman) met 22 percelen genummerd:
0160 0186 0187 0211 0732 0788 0940 1216 1432 1446 1502 1540 1553 1559 1572 1597 1600 1601 1612 1614 1616 1617
Kempen, Johannes van met 18 percelen genummerd:
0128 0138 0162 0300 0301 0471 0472 0475 0540 0835 [met Jonas Cohen] 1187 1337 1360 1495 1530 1531 1586 1592
Daarnaast zijn er t.a.v. 1622 [1702 (totaal) minus 80 (stad/instit)] percelen vijf groepen eigenaren met dezelfde familienaam (mogelijk leden van dezelfde familie of clan):
eigenaren | met de naam | aantal percelen samen |
4 | Van Veerssen | 27 |
5 | Van Lokhorst | 31 |
7 | Van Lielaar | 36 |
8 | Methorst | 36 |
11 | Van Bemmel | 24 |
Deze 5 'clans' hebben samen 154 percelen
Tabel I
We krijgen zo voor het midden van de XVIIIe eeuw 9 belangrijke bezitters (individuen en 'clans') met de familienamen:
Straalsond
v Deventer (Van Beresteyn, 1972)
C(K)olf(f)schooten
v Kempen
v Veerssen (Van Beresteyn, 1972)
v Lokhorst
v Lielaar (Lilaar) (Van Beresteyn, 1972)
Methorst (Van Beresteyn, 1972)
v Bemmel Bemmel
[De literatuurverwijzing 'Van Beresteyn' geeft aan dat er een genealogische studie met minstens 3 generaties bekend is].
Namengoed midden XXe eeuw.
Bij de volkstelling van 31 mei 1947 zijn alle in Nederland aanwezige namen genoteerd; deze zijn gepubliceerd als Nederlands Repertorium van Familienamen (IV Utrecht), Assen, 1967.
Voor de provincie Utrecht registreerde men 549.566 naamdragers (= personen); voor Afrt 55.996 naamdragers (= personen); de verhouding Afrt/prov = 0.102. Hieruit volgt: 980 (ca 1000) naamdragers (= personen) in de provincie komen overeen met 100 naamdragers in Afrt. In principe moet het mogelijk zijn, te zien of er namen in Afrt voorkomen waarvan de verhouding Afrt/prov zeer veel groter is dan 0.102; dit zouden dan specifiek Afrtse namen kunnen zijn. Een moeilijkheid is dat Afrt zo asymmetrisch in de provincie Utrecht ligt; eigenlijk zou men daarom een deel van de provincie Gelderland bij zo'n onderzoek moeten betrekken. Gezien het voorlopige karakter van deze beschouwing en de daarvoor niet geringe tel- en rekenarbeid, is dit hier vooralsnog nagelaten.
Tabel IIa
Aantal naamdragers met een bepaalde naam in Afrt (gerangschikt naar afnemende frequentie) en quotient Afrt/prov:
Jansen | 378 | 0.120 | |
vd Berg | 347 | 0.105 | |
de Vries | 327 | 0.177 | |
v Dijk | 243 | 0.057 | |
Meijer | 233 | 0.158 | |
de Jong | 221 | 0.081 | |
van Beek | 207 | 0.133 | (Van Beresteyn, 1972) |
vd Brink | 195 | 0.102 | |
Smit | 190 | 0.124 | |
vd Pol | 165 | 0.200 | |
Veenendaal | 163 | 0.249 | (Van Beresteyn, 1972 suppl 1,2) |
Bakker | 159 | 0.096 | |
Vos | 155 | 0.173 | |
v Doorn | 154 | 0.077 | (Van Beresteyn, 1972) |
Mulder | 150 | 0.107 | |
Brouwer | 149 | 0.103 | (Van Beresteyn, 1972) |
vd Heuvel | 137 | 0.113 | |
Visser | 135 | 0.098 | |
Kok | 132 | 0.109 | (Van Beresteyn, 1972) |
vd Linden | 123 | 0.078 | |
de Groot | 120 | 0.061 | (Van Beresteyn, 1972) |
de Graaf | 110 | 0.060 | |
Bos | 109 | 0.058 | |
v Ginkel | 106 | 0.083 | |
Verhoef | 102 | 0.084 | (Van Beresteyn, 1972) |
de Wit | 100 | 0.104 | (Van Beresteyn, 1972) |
Dit zijn dus alle namen die in 1947 in de stad meer dan 100 dragers hebben en in de provincie rond of meer dan ca 1000. 'De Graaf' komt 110 maal in Afrt voor op 1837 in de prov (quotient: 0.060); 'De Groot' komt 120 maal in Afrt voor op 1970 in de prov (0.061).
Onderstaande Tabel IIb (1e kolom provinciale-; 2e kolom stads-frequentie) geeft de selectie van de namen uit Tabel IIa met een quotient > 0.102 (afdalend gerangschikt):
Veenendaal | 655 | 163 | 0.249 |
vd Pol | 824 | 165 | 0.200 |
de Vries | 1848 | 327 | 0.177 |
Vos | 895 | 155 | 0.173 |
Meijer | 1476 | 233 | 0.158 |
v Beek | 1562 | 207 | 0.133 |
Smit | 1535 | 190 | 0.124 |
Jansen | 3151 | 378 | 0.120 |
vd Heuvel | 1147 | 137 | 0.113 |
Kok | 1211 | 132 | 0.109 |
Mulder | 1401 | 150 | 0.107 |
vd Berg | 3306 | 347 | 0.105 |
de Wit | 963 | 100 | 0.104 |
Brouwer | 1446 | 149 | 0.103 |
Tabel III
Van de namen die in het midden XVIII eeuw (1755; zie: Blafferd) belangrijk leken, zijn er in het midden XX eeuw (1947; zie: Nederlands Repertorium) nog over:
van Deventer | 12 ( 85 prov) | (0.141) |
(van) Kolfschooten | 26 (alleen in Afrt!) | (1.000) |
(van) Kolfschoten | 13 (146 prov) | (0.089) |
van Kempen | 6 (174 prov) | (0.034) |
Methorst | 12 (160 prov) | (0.075) |
van Bemmel | 16 (384 prov) | (0.042) |
Alleen Van Deventer en Kolfschooten (met 2 o's!) blijken sinds de XVIIIe eeuw met een behoorlijk quotient (maar er zijn minder dan 100 dragers in de stad!) stand gehouden te hebben. Van Kolfscho(o)ten (ongeacht de spelling) staat met een quotient 39/172 = 0.227 tussen Van de Pol en Veenendaal.
De impressie van Van Beurden/Kilsdonk:
Van Kolfschoten leek (volgens het lijstje uit 1926 van Van Beurden/Kilsdonk) te behoren tot het typische namengoed uit deze omgeving; het quotient bevestigd deze impressie.
Van de andere namen uit het Van Beurden/Kilsdonk-lijstje blijken Van Brinkestein, Van Emmiclaer, Van den Eng, Van Liendert (Lienlaer, Lilaer), Van Vinkenhoef en Van Weede in mei 1947 in de provincie Utrecht niet meer voor te komen.
Tabel IV
In het Nederlands Repertorium komen, met weliswaar lage aantallen (29 tot 533 in de provincie Utrecht), de volgende namen uit het Van Beurden/Kilsdonk-lijstje voor:
(Van) Butselaar | 15 ( 81 prov) | (0.185) |
Van Daatselaar | 34 (148 prov) | (0.230) |
(Van) Donselaar | 23 (434 prov) | (0.053) |
Harteveld(t) | 1 ( 29 prov) | (0.034) |
Hilhorst | 21 (533 prov) | (0.039) |
Van de Klashorst | 37 ( 59 prov) | (0.627) |
Kouwenhoven | 1 ( 30 prov) | (0.033) |
(Van) Ramselaar | 64 ( 98 prov) | (0.653) |
(Van) Valkenhoef | 20 ( 34 prov) | (0.588) |
Gezien de quotienten (tussen 0.653 en 0.185; deze zijn > 0.102) zouden de namen Butselaar, Daatselaar, Klashorst, Ramselaar en Valkenhoef in 1947 typerend voor Afrt en omgeving kunnen zijn.
Samenvatting en nabeschouwing:
Om snel een eerste impressie te krijgen van het relatieve belang van bepaald namengoed in midden XX is handmatig gewerkt met het beperkte aantal namen dat meer dan 100 (Afrt) cq ca 1000 (prov) maal voorkwam.
Uit het relatieve belang van de namen Van Deventer (12 op 85) en Kolfsch(o)ten (39 op 172) (zie: Tabel III) blijkt wel dat dit niet een goede methode is. Tabel IV laat dan ook het belang van namengoed met een gering aantal dragers te Afrt zien.
De veelheid van namen (ca 4000 verschillende namen in Afrt, op 38227 verschillende namen in de provincie) maakt het echter noodzakelijk zo te werken of van een computer gebruik te maken. Daarnaast moet een deel van de provincie Gelderland in het onderzoek betrokken worden; hierdoor komt Afrt beter in het midden van het referentie-gebied te liggen; Afrt ligt nu te asymmetrisch in ons referentie-gebied.
Ter contrôle van de 'quotient-methode' onderzocht ik voor Bunschoten/Spakenburg de voor die gemeente, op het gevoel, typische namen Koelewijn en (v)(d) Graaf(f). Het bevolkingsaantal-quotient (Bunsch/prov) is 6558/549566 = 0.012. Voor de naam Koelewijn is het quotient 930/1054 = 0.882; voor de naam Graaf 774/2314 = 0.334. De impressie blijkt in overeenstemming met de telling en berekening.
Een ander contrôle-onderzoek naar de, mij qua verspreiding goed bekende, naam Brongers (een Groningse/Drentse/Oostfriese, en zeker geen specifiek Amersfoortse, naam) geeft thans (ca 1996) toch het hoge quotient 4/10 = 0.400; uit andere bron weet ik dat er een concentratie Brongersen in de omgeving van de Zuid-Hollands/Utrechtse grensplaats Vianen is; meegerekend zou die het quotient 'normaler' kunnen maken. Deze Hollandse concentratie valt in deze beschouwing echter uit, omdat alleen naar de provincie Utrecht gekeken is. Als alleen naar Oost-Utrecht met West-Gelderland gekeken zou zijn, zou het quotient 'oneindig' (4/0) zijn; reden om de pure getalsmatige methode kritisch te bezien.
Dit 'Brongers-onderzoek' laat zien dat er, naast dit telwerk, ook andere methoden (zoals verspreidingskaarten van namen, liefst over geheel Nederland, en biografisch-genealogisch onderzoek om families te definiëren) gebruikt moeten worden. Voor Afrt moet de naam Brongers (een vader met twee zonen en een militair familielid) tot nader order, ondanks het hoge quotient, toch als zeer toevallig en voorbijgaand beschouwd worden.
Voorlopig kunnen we slechts concluderen dat de namen Van Deventer en Kolfscho(o)ten specifiek Afrt namen zijn, die het hier bovendien minstens ca twee eeuwen hebben uitgehouden. Ook de namen Butselaar, Daatselaar, Klashorst, Ramselaar en Valkenhoef lijken (in 1947) typerend voor Afrt en omgeving, ofschoon de dragers van deze namen in het midden van de XVIIIe eeuw economisch niet prominent lijken.
We moeten er rekening mee houden dat, omdat Afrt aan een belangrijke doorgaande O-W-route (Hessenweg) ligt, er steeds een doorstroom van nieuw namengoed was; namen als Van Deventer, Van Grol en Osnabrugge wijzen daar op, evenals Straalsond (een Hanze-plaats aan de Oostzee) en de Asjkenazisch joodse instroom. Namen op -ink en -ing (uit de Achterhoek) komen al vroeg voor.
De toevallige aanwezigheid van militairen in de garnizoensstad Afrt is ook een storende factor.
Echter, een kwantitatief onopvallende naam als Kraanen blijkt al lang en stabiel aan Afrt gebonden; Van Haselen blijkt een thans stabiele XVIII import-naam uit Nijkerk. Oorsprong van de Afrt bevolking
Joodse namen, die in het godsdienstig zeer tolerante Afrt sinds 1661 (Joden) in toenemende mate voor kwamen, blijken in 1947 om de bekende tragische redenen nagenoeg verdwenen.