(Afrt 1832-Londen 1879) Studeerde enige jaren in Leipzig onder Felix Mendelssohn-Bartholdy en Robert Schumann, daarna orgel in Dresden; in 1855 vestigde hij zich te Utrecht als organist, componist (schreef de lied-cyclus: Töne der Liebe op teksten uit het Hooglied van G. Daumer), dirigent en muziekjournalist; schreef voor het muziektijdschrift Caecilia; woonde enige jaren in Rotterdam; daarna weer in Utrecht; in 1866 huwde hij, in 1870 werd er in Londen een dochter geboren. Muziekleven
Referentie(s): Anco Mali, De componist Gerrit Jan Eijken, DSA dd. 27 maart en 10 april 1985; Godert van Colmjon, Een vergeten genie? Herontdekte Amersfoortse componist Gerrit Jan van Eijken onderwerp van lezing en concert, AC dd.17 en 26 april 1985.