Logo - Archief Eemland

Zoeken door alles

Edanus (scharrenburgius), Nicola(a)(e)(u)s

(ook wel: Nicolaas van Eede) (Lunteren ca ?1497-Harderwijk vóór 20 april 1571) Ca ?1507 leerling van Novesius; heeft aan een onbekende (?Duitse) universiteit gestudeerd, zijn titel is immers magister; huwt rond ?1525 met Geertruyt; kind (Jan) rond ?1528 geboren; met Pasen 1544 wordt hij ('Nicolaus Edanus von Geldern') rector van de kloosterschool te Essen (Duitsland); er wordt in Essen geld uitgegeven voor een door hem geschreven vastenavondspel; met Pasen 1545 wordt hij leraar in de laagste klas (geen rector, dat was tussen 1545-1564 Johannes Monheim) van de nieuwe school te Düsseldorf; in 1551 werd hij conrector te Düsseldorf; in december 1551 vertrekt hij, met een getuigschrift uit Düsseldorf; rector van de Afrtse Latijnse School (1555-1567); in 1560 moest E een aanbod om rector van de heropgerichte 'evangelische Lateinschule' te Soest (Duitsland) te worden, afslaan. Johannes Monheim (Monhemius) had hem voorgedragen, zelf mocht deze niet weg uit Düsseldorf; er vindt in april 1560 een bijeenkomst te Soest van beiden met het stadsbestuur plaats, uiteindelijk mocht E niet weg uit Afrt. In 1566 helpt E de kapel te Lunteren (waar zijn geboorteplek Scherrenburg onder viel) tot kerspelkerk (de pastoor van Ede verzet zich, zijn inkomsten zouden dalen) te verheffen. Van 1564 tot 1569 loopt er een proces tegen de uiteindelijk ter dood veroordeelde schout Van Houve, waar E waarschijnlijk contre coeur als getuige à charge moet optreden. In 1569 koopt E samen met zijn broers en zusters een huis aan de Hof (thans Hof 19) van Ghysbert van Dompselaer; in 1568 rector (E is dan ca 70 jaar) van de Latijnse School te Harderwijk, samen met zijn vrouw Geertruyt bezwaart hij dan zijn huis aan de Hof met een hypotheek; in 1569 verkoopt hij, mede namens zijn zoon Mr Jan E (deze is waarschijnlijk leraar en rond 40 jaar), dit huis; zijn vrouw Geertruyt is dan vermoedelijk al overleden.

Schreef en redigeerde in 1565 het eerste in Afrt uitgegeven boek; tot nu toe is het hierin gepubliceerde gedicht, in Nederland, het oudste voorbeeld van het gebruik van droomfictie in de Neolatijnse letteren; later zou deze literaire vorm (na Justus Lipsius' Somnium 1581) zeer gebruikelijk worden. Drukkers en uitgevers

Referentie(s): J.W. van Scherrenburg, Drie eeuwen van Scherrenburg, Scherrenburg en van Scharrenburg, Bennekom, 1980 (met veel bronnen); FL 24 1/2 (mei 1994) 13-14; René Veenman, Het dodengesprek in Nederland, De Achttiende Eeuw 29 (1997) 1 pp. 35-60 (en brief dd 12-8-1997).