() Koopt in 1640 het St Agathaklooster om er een lakenfabriek in te beginnen. Hij blijft daarin actief tot 1671.
Zie ook: Volmolen
(Amsterdam 1648- Utrecht 1710) (Onder-vicaris van de) aartsbisschop van Utrecht; door de Jezuieten verdacht van Jansenistische ketterij; tijdens een bezoek aan Rome werd hij in 1702 uit zijn ambten ontzet; in de Nederlanden was er hierdoor (bij zijn thuiskomst in 1703) de facto een schisma binnen de Rooms Katholieken; uiteindelijk werd hij in 1724 opgevolgd door Cornelis van Steenoven, waarbij de jure de Oud-Katholieke kerk ontstond.
Referentie(s): NNBW VIII 292.