Andere namen: lommerd (naar: Lombardije, waar dit type bank ontstond), pandjeshuis, huis met recht van inkoop, Ome Jan en Achter de schuine deur. Er zijn twee fasen te onderscheiden:
In 1751 (de belangstelling van de familie Gomperts was geëindigd) kwam er een geheel nieuwe Ordonnantie op de B (Referentie(s): Zwarts, 1927 11-19). De te betalen rentes konden overigens wel oplopen tot 13 à 20% per jaar. De Blaffert, 1755 (huisno 1056) vermeldt Hendrik (opvolger Dr Jacobus H.v.H.) Hooft van Huijsduijnen als pachter. Hierna was Benjamin Cohen bankier.
In 1851 is J. van Wisseling Lombard-Houder (cf. Adresboek -
Afrtse Almanak). Vestiging aan de Muurhuizen t.o. de Kortegracht (tussen St Jorisbrug en Scherbierstraat).
Rond XVIIIc werd er een boete (f. 1000,-) ingevoerd om te voorkomen dat particulieren het monopolie van de B omzeilden; Referentie(s): J.Melles, Het Huys van Leeninge; Geschiedenis van de oude Lombarden en de stedelijke bank van lening te Rotterdam, 1325-1950, 's-Gravenhage, 1950, p. 63.
Adressen: Bank van Leening aan de Zuidsingel (tegenover de brug (de Lombardsbrug) naast de Drukkerij van Van Wijngen). Er opent op 2 januari 1890 Amersfoortsche Bank van Leening, Krommestraat wijk F no 231; huis tegenover de Haversteeg. In 1929 is de B opgeheven; er werd niemand meer bereid gevonden om pandhouder te zijn. Cohen, Lommerd, Pandjeshuizen