Logo - Archief Eemland

Wilt u een of meerdere archiefstuk inzien? Veel is nog niet digitaal, tenzij een paperclip-symbool naast de beschrijving staat. U bent van harte welkom op onze publieksvloer om archiefstukken in te zien op afspraak. Geef hierbij alstublieft bij 'Stukken' het toegangsnummer (het dikgedrukte bovenaan de pagina) en het inventarisnummer aan. Tot op de 3e verdieping van het Eemhuis!

Wij beheren de archieven van Amersfoort en zeven andere gemeenten uit de regio Eemland. Dit zijn zowel de gemeentearchieven die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden als ook archieven van particulieren, bedrijven en verenigingen uit deze gemeenten.

Uw zoekacties: Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999

0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
Uw zoekterm komt voor in de vetgedrukte onderdelen van de archieftoegang.
0100   Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
Beschrijving van het archief
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwant materiaal
Bijlagen
laatste wijziging 13-02-2021
3.800 beschreven archiefstukken
2.438 gedigitaliseerd
totaal 6.828 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1342-1999
Soort toegang:
inventaris
Depotlocatie:
Amersfoort
Auteur:
Ton Reichgelt
Openbaarheid:
Beperkt voor stukken jonger dan 40 jaar
Omvang:
34,4 meter
Herkomst:
Bewaring
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
VERKORT:
NL-AmfAE 0100
Geografische namen:
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Cellezusters te Amersfoort
 
Archiefvormer Cornelis Volckens, burgemeester van Amersfoort
 
Archiefvormer Familie Van der Maeth te Amersfoort
 
Archiefvormer Stichting De Armen de Poth te Amersfoort
laatste wijziging 13-02-2021
3.800 beschreven archiefstukken
2.438 gedigitaliseerd
totaal 6.828 bestanden
Gevonden archiefstukken
643 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Anthonia, weduwe van Claes van Leyen en haar kinderen, met meester Goirt van Huickenhorst hun voogd, aan Gort Boll namens de Armen de Poth van een stuk erf in de Kamp. Regestnr 354, 1521. i
126 Notariële akte van Johan Vlug waarin Goirdt Vlug Goirtz conform de laatste wil van zijn vader Goirdt Vlug een dienst van drie missen per week heeft ingesteld (een vicarie) in de kapel van de Armen de Poth en daaraan heeft opgedragen de opbrengst van een vierendeel land in het Zwarte Land, een rente van 1,5 Franse schild gevestigd op een stuk land bij Monnikendam en van 1,5 Gelderse gulden en een rente van 13 stuiver, gevestigd op het huis van Willam Evertz op de Kamp en heeft verklaard dat hij als eerste bedienaar zijn zoon Jacob Vlug voordraagt en na diens dood een van de zonen van Casyn van Ysselt. Kopie d.d. 24 februari 1896 door W.F.N. van Rootselaar, 1534.
2.2.1.5.4.6. Kamp
897 Akte waarin de deken van het kapittel van Sint Jan te Utrecht een vidimus geeft van de akte van transport van 9 september 1449 ten overstaan van de schout van Leusden door Jan Vogel aan Jan Claes namens de Armen de Poth van:
- 5 akkers in Leusbroek in de Oude Brede aan de Leusbroekerweg
- 4 akkers in de Nijen Brede tussen de Leusbroekerweg en de Beek
- een kamp land in de Stert, geheten de tweede kamp
- een kamp land in de Stert geheten de Lijskamp
- een akker land in de Stert, 1454. Regestnr 125. i
287 Akte waarin Jan van Amerongen verklaart dat hij een vicarie heeft gesticht bij de Celzusters binnen Amersfoort, ter ere van Sint Jan Baptist, Sint Anna en alle heiligen en voor het zielenheil van hem, zijn ouders, zijn weldoeners en de weldoeners van de vicarie en hij daaraan een stuk land heeft geschonken geheten Schaeyweert, in het gerecht van Eck, een jaarlijkse rente van 12 Philippusguldens, gevestigd op een kamp land onder het gerecht van Schalkwijk en de voorwaarden daaraan verbonden, 1514.
360 Onderhandse akte waarin Jan Helmerss en Henricgen zijn vrouw huren van Jorden van der Maeth een kamp land, strekkende van de dubbele wal tot aan de Beek, 1625.
1174 Akte van transport door Jacop van Manen en zijn vrouw Geertruyt, Jan Jansz Leydecker, gemachtigde van Reyer van Manen en Jan Reyer van Manen verwanten van vaders zijde en Splinter van Westrenen en Henrick Vlug, verwanten van moeders zijde, aan Aert Willemsz en zijn vrouw Marritgen van Doornick een huis, hof en hofstede op de Kamp, 1557. Afschrift uit het protocolboek door L. Botter. Regestnr 531
Akte waarin Reyer van Moerzelaer en zijn vrouw Jannigen Johan dochter verklaren ten overstaan van Maes Jansz en Henrick Bot Jansz schuldig te zijn aan Elgis van Wede en zijn vrouw Margariet de som van 32 Karolus gulden, tegen een jaarlijkse rente van 1 Karolus gulden 12 stuivers, 1563. Regestnr 545
Akte van transport ten overstaan van substituut-schout en schepenen door Anthonia dochter van Elias van Wede, met Aert van Zyl haar zwager als voogd, aan Gerryt van Spuell, rentmeester van de Armen de Poth ten behoeve van het Pesthuis de rente genoemd in de akte waar deze is doorgesto
ken, een jaarlijkse rente van 2 Keizersguldens en viervijfde deel van de hofstede van Gerryt de Smidth op de Kamp, 1576. Regestnr 569 i
1241 Akte waarin Cornelis Engbertz, prior van het klooster van Sint Jan en broeder Wolter van Wenchem, prior te Windesheim, verklaren dat het klooster van Sint Jan schuldig is aan Cornelis Lijster en Feusgen zijn vrouw een rente van 30 Karolusguldens, af te lossen met 600 gulden, 1565. Met ondertekening door de oorkonders. Regestnr 546
Akte waarin Cornelis Engbertz, prior, Franciscus van der Voort, supprior en Peter Corneliss, procurator van het klooster van Sint Jan en Wolter van Wenchem, prior te Windesheim, verklaren dat het klooster van Sint Jan schuldig is aan Cornelis Lijster en Feusgen zijn vrouw een rente van 20 Karolusguldens, af te lossen met 400 gulden, 1568. Met ondertekening door de oorkonders. Regestnr 549
Akte waarin ten overstaan van schout, tijnsmeester en landgenoten van Hoogland en Coelhorst Henrick Both verklaart dat hij een jaarlijkse rente van 15 gulden heeft gevestigd op een kamp land van 7 dagmaten in de Slaag ten behoeve van Cornelis Lijster en zijn
vrouw Feijsgen en zij vidimus geven van akte van 8 maart 1575 waarin Cornelis van Twael, prior, Jan Vermaet Maettheusz, supprior, Peter Cornelis, procurator, en gemeen convent van Sint Jan verklaren dat zij Henrick Both machtiging hebben verleend tot handelen inzake bovengenoemde rentebrieven en van de akte van dezelfde dag waarin Marcellus Lentius, prior te Windesheim, zijn toestemming hiervoor geeft. Regestnrs 564, 565 en 567 i
809 Akte waarin ten overstaan van schout en schepenen Jan Pyll Willamz vermaakt aan Jacop Botter namens de armen in het nieuwe huis van de Armen de Poth op de Kamp van al zijn goederen, 1495. Regestnr 247. i
529 Testament waarbij Anthonis Evertsz en Jutgen Jacob Barrens dochter, zijn vrouw, vermaken aan elkaar al hun goederen en na hun dood aan de Armen de Poth de som van 400 Karolusgulden, bestemd voor jaarlijkse uitdelingen aan alle armen in de Grote Kerk en waarvoor rentmeester en dispensier jaarlijks ieder 6 Brabantse stuiver zullen ontvangen, te vestigen op een half huis op de Kamp, 1561. Kopie.
1145 Akte van transport ten overstaan van burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoort door Liesbet, weduwe van Wouter Roesen, burgeres met Wouter Diric Roesen soen, haar voogd, ten behoeve van haar mans ziel en die van haar zoon Diric van een jaarlijkse rente van 29 goede ponden 2 schellingen en 6 penningen, gevestigd op een kamp land op de Cleyne Meente, in huur bij de erfgenamen van Goede van Birket, op voorwaarde dat de burgemeester van Amersfoort deze rente na haar dood jaarlijks onder de armen zal verdelen op de sterfdag van Wouter en met de bepaling dat Lijsbet tot haar dood de rente als lijftocht zal ontvangen, 1412. Regestnr 31. i
1146 Akte waarin burgemeesters, schepenen en raad van Amersfoort verklaren dat Johan Jacops soen, Peter Aelts soen en Lambert Pijl, gasthuismeesters van de Heilige Geest en procurators van de Poth hebben ontvangen van Wouter de Beer [de Jonge] en zijn moeder Geertruut:
- een stuk land in Overzeldert dat wordt gepacht door Heynric Heynricx soen, op voorwaarde dat zij jaarlijks 3 mud weit aan brood zullen uitdelen in de Grote Kerk onder de armen op de eerste maandag na het octaaf van Sint Pieter en Paulus voor het zielenheil van Wouter de Beer [de Oude] en zijn vrouw Alyt, Egbert de Beer en zijn vrouw Geertruut en Wouter de Beer [de Jonge] en zijn vrouw Mergriete;
- de eigendom van een huis op de Kamp voor uitdelingen aan de armen en ten behoeve van het zielenheil van hun vrienden, met de bepaling dat wat resteert na de uitdelingen gebracht moet worden naar de huiszittende armen die dit het meest nodig hebben, 1448. Regestnr 120. i
825 Testament ten overstaan van schout en schepenen waarbij Stijne Dierc Diercs weduwe vermaakt aan de Armen de Poth een jaarlijkse rente van 6 Arnoldus Arnhemse gulden, gevestigd op een kamp land in de Horseweide voor een halfjaarlijkse uitdeling aan de armen ten behoeve van haar zielenheil en die van haar man en kinderen, met als voorwaarde dat als de kinderen van Oude Dierc Diercs soen, zijn vrouw Tuengen niet zoveel zouden bijdragen dat een hele uitdeling mogelijk werd, dat dan de Pothbroeders de rente moeten besteden aan uitdelingen tussen Kerstmis en Maria Lichtmis, 1501. Regestnr 267
Akte waarin ten overstaan van Reyer Peterz, oudste burgemeester en richter, en schepenen van Amersfoort Wouter Claes rentmeester met instemming van de raad en de gezamenlijke Pothbroeders verklaart dat jaarlijks op Sint Thomasdag 3 mud schoonbrood uitgedeeld zal worden ten behoeve van het zielenheil van Dyrck Dyrckz weduwe, Oude Dyrck Dyrckz en zijn vrouw Thoen en dat bij verzuim de kerkmees
ters van de Joriskerk mogen manen deze uitdeling te doen, 1524. Regestnr 371 i
540 Testament ten overstaan van schout en schepenen waarbij Aernt Goedes en zijn vrouw Lysbet vermaken ten behoeve van de eredienst in de Sint Rochuskapel, hun halve vierendeel land tegenover het Lazarushuis, gemeenschappelijk met het land van de Armen de Poth en dat Aernt alleen nog heeft vermaakt voor de eredienst in de kapel de helft van 11 akkers land bij Isselt en de helft van een kamp land buiten de Utrechtse poort buiten de oude wal, 1506. Kopie.
1153-1209 Akte waarin Jan van Amerongen verklaart dat hij een vicarie heeft gesticht bij de Celzusters binnen Amersfoort, ter ere van Sint Jan Baptist, Sint Anna en alle heiligen en voor het zielenheil van hem, zijn ouders, zijn weldoeners en de weldoeners van de vicarie en hij daaraan een stuk land heeft geschonken geheten Schaeyweert, in het gerecht van Eck, een jaarlijkse rente van 12 hertog Philippusguldens, gevestigd op een kamp land onder het gerecht van Schalkwijk en de voorwaarden daaraan verbonden, met akte waarin de bisschop van Utrecht, Frederik van Baden, zijn goedkeuring hecht aan de vicariestichting, 1514. Regestnrs 322 en 323
616 Huldeblijken ter gelegenheid van het 45-jarig en 50-jarig huwelijk van Dorotheus Frederik van Kamp en Hendrika Gijsbertse, binnenvader en-moeder, 1939 en 1944 en twee Latijnse teksten, 'lachrimis rigavit' (uit Lucas 7) en 'o sacrum convivium' (Thomas Aquino), met vertaling eronder, opgehangen geweest in de Regentenkamer, z.d..
31 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoort oorkonden dat Liesbet die Wouter Roesen wijf was, burgeres met Wouter Diric Roesen soen haar voogd, heeft overgedragen voor haar mans ziel en die van haar zoon Diric een jaarlijkse rente van 29 goede ponden, 2 schellingen en 6 penningen, gevestigd op een kamp land op de Cleyne Meente, in huur gehouden door de erfgenamen van Goede van Birket, op voorwaarde dat de burgemeester van Amersfoort deze rente na haar dood jaarlijks onder de armen zal verdelen op de herdenking van het overlijden van Wouter Roese, Diric Roese en Liesbet zelf, die gehouden moet worden op de sterfdag van Wouter en met de voorwaarde dat Liesbet tot haar dood de rente als lijftocht zal ontvangen. Oorspr. Het stadszegel verloren.
120 Burgemeesters, schepenen en raad van Amersfoort oorkonden dat Johan Jacops soen, Peter Aelts soen en Lambert Pijl, gasthuismeesters van de Heyligen Geest en procuratoren van de Pot die men draagt uit het oude gasthuis dat staat bij de Heylige Geest, hebben ontvangen van Wouter de Beer en zijn moeder Geertruut:
een stuk land in het gerecht van Zeldert Boven weges en dat wordt gepacht door Heynric Heynricx soen, aan de oostzijde begrensd door het land van Johan Tymenss erfgenamen en die van Ricout vanden Bosch, aan de westzijde door het land van Heynric, op voorwaarde dat zij jaarlijks drie mud weit aan brood zullen uitdelen in de Grote Kerk onder de armen op de eerste maandag na het octaaf van Sint Peters- en Paulusdag voor het zieleheil van Wouter de Beer en zijn vrouw Alyt, Egbert de Beer en zijn en zijn vrouw Geertruut en Wouter de Beer en zijn vrouw Mergriete;
de eigendom van een huis op de Kamp voor uitdelingen aan de armen en ten behoeve van het zieleheil van hun vrienden, met dien verstande dat wat resteert na de uitdelingen gebracht moet worden naar de huiszitten die dit het meest nodig hebben. Oorspr. Het stadszegel verloren.
124 Ghysbert Tymanss, schout, Wouter Roese, Goesen Wouterss, Jan Goesens en Evert Willamss, landgenoten van Leusden, oorkonden dat Jan Vogel aan Getruut [sic] zijn vrouw heeft vermaakt de lijftocht van de helft uit alle goederen die hierna beschreven staan:
vijf akkers in Leusbroek in de Ouden Brede, strekkende van de Zytweynde tot aan de Luesderbroecker wech, aan de zuidzijde begrensd door de Aftersloet en aan de noordzijde het land van de begijnen van Sint Agnieten te Amersfoort
vier akkers in de Nyenbrede, aan de zuidzijde begrensd door het land van Evert Wynnens en aan de noordzijde de begijnen voirs.
een kamp land in de Stert, geheten de twyden, aan de zuidzijde begrensd door het land van de begijnen voirs en aan de noordzijde het land dat Arent des Weeliken lant placht te wesen
een kamp land in de Stert de Lyscamp aan de zuidzijde begrensd door Geryt Reyers erfgenamen, aan de noordzijde Arent Goedenss erfgenamen
een akker land in de Stert, aan de zuidzijde begrensd door Arent Goedenss erfgenamen en aan de noordzijde Gysbert Tymanss. Oorspr. Met zegels van de oorkonders.
125 Ghysbert Tymans, schout van Leusden, Wouter Rose, Gosen Wouters soen, Jan Goeden soen en Evert Willams soen oorkonden dat Jan Vogel heeft overgedragen aan Jan Claes namens de Armen de Poth alle goederen die hierna beschreven zijn:
vijf akkers in Leusbroek in de Oude Brede, strekkende van de Zydweynd tot aan de Loesderbroecker wech, aan de zuidzijde begrensd het land van Evert Wijnens, aan de noordzijde dat van de begijnen van Sint Agnieten te Amersfoort
vier akkers in de Nyen Brede strekkende van de Loesderbroecker wech tot aan de beek, aan de zuidzijde begrensd door het land van Evert Wynnen soen, aan de noordzijde dat van de begijnen voirs.
een kamp land in de Stert, geheten de Twyde kamp, aan de zuidzijde begrensd door het land van de begijnen voirs., aan de noordzijde dat Arent des Beeliken lant plach te wesen;
een kamp land in de Stert geheten de Lyscamp, aan de zuidzijde begrensd door het land van Geryt Reyners soens nakomelingen, aan de noordzijde Arent Goeden soens nakomelingen;
een akker land in de Stert, aan de zuidzijde begrensd door het land van Arent Goeden soens erfgenamen, aan de noordzijde dat van Ghijsbert Tymanss. In een vidimus d.d. 6 april 1454
Dit moet de helft van de bovengenoemde goederen zijn. In 1453 (inv. nr. 898) wordt nog eens de helft van deze goederen aan de Poth overgedragen; bovendien staat op de achterkant van het vidimus 'vant erf in Loesderbroeck', 'onderdeylt mit Thomas Nennicks'.
130 Reyner Ghiseberts zoen, schout, Thonijs Willams zoen, Jan Petersz, Rutgher Dircs zoen, en Willam Meynsen zoen, schepenen, van de Duist en de Haar, oorkonden dat Gherbrant Uterduust toestemming heeft gegeven dat Herman Foeyer en Jacob Jacobs zoen de Nevenwech kamp gebruiken zonder pachtbetaling. Oorspr. Met zegels van de oorkonders, het vijfde gaaf de anderen enigszins geschonden.
145 Aelbert Aernts met Aernt Moeij, zijn zoon, aan de ene zijde, en Gerit Bierdrancker met Geertruut zijn dochter, aan de andere zijde, sluiten een huwelijksovereenkomst, waarbij voor eerste partij aanwezig waren Heinrick van Wyngelair en Willam van Scadewyck en voor de tweede partij Wouter van Hagenouwe en Jan Goedens, waarbij
Aelbert en Aernt inbrengen het halve erf in Leusderbroek, gemeenschappelijk met de kinderen van Aernt Volken en Aelbert zal dit vrijhouden van alle lijftocht die Jan Aernts zijn vrouw vermaakt heeft uit dit erf;
huis en hofstede in de Bruedelstraet, waar Aelbert nu in woont, aan de ene zijde begrensd door het erf van Peter Gysberts, aan de andere zijde Herman Maess;
Gerit en Geertruut inbrengen 500 gulden
een kamp land in Leusderbroek in de Stert;
Aelbert en Beatrix zijn vrouw en Gerit en Geertruut zijn vrouw zullen aan Aernt en Geertruut geven kleren en kleinoden, zoveel als redelijk en mogelijk is.
Oorspr. Met zegels van de huwelijkslieden, fragment van het eerste.
267 Willam de Wyse, schout, Geryt van Scayck, Gorit Jans en Eelgis van Wede, schepenen tot Amersfoort, oorkonden dat Stijne Dierc Diercs weduwe heeft vermaakt aan de Poth een jaarlijkse rente van zes Arnoldus Arnhemse gulden, gevestigd op een kamp land in de Horseweyde, gebruikt door Willam de Wyse c.s., tot het doen van een halve jaarlijkse uitdeling aan de armen voor haar zielenheil en dat van haar man en kinderen, met als voorwaarde dat indien de kinderen van Oude Dierc Diercs soen en zijn vrouw Tuengen niet zoveel zouden bijdragen dat een hele uitdeling mogelijk werd, dat dan de Potbroeders de rente dan moeten besteden aan uitdelingen tussen midwinter en Onze Lieve Vrouwe Lichtmis. Oorspr. Met zegels van de oorkonders, fragment van het eerste zegel, het derde verloren.
302 Deken en kapittel van de Sint Joriskerk te Amersfoort oorkonden dat zij ten gunste van de Armen de Poth en de Pothbroeders in de buitenstad op de Kamp hebben ingestemd met:
- de bouw van de kapel zoals die nu tot stand is gekomen, met altaar en kerkhof en toebehoren;
- de eventuele uitbreiding van de kapel;
- het begraven van de doden, met dien verstande dat grafgang gehouden moet worden in de parochiekerk en
- het lezen van missen, mits dit voor acht uur is gebeurd, zoals in andere kapellen opdat de parochiekerk daarvan geen schade ondervindt en de giften aan het kapittel ten goede komen;
- waarvoor de Poth jaarlijks een Hoornsgulden aan hen verschuldigd is op Kerstavond. Oorspr. Het zegel van de oorkonder verwijderd.
322 Jan van Amerongen oorkondt, dat:
- hij een vicarie heeft gesticht bij de Celsusteren binnen Amersfoort, ter ere van sint Jan Baptist, sint Anna en alle heiligen en voor het zieleheil van hem, zijn ouders, zijn weldoeners en de weldoeners van de vicarie;
- hij daaraan een stuk land heeft geschonken geheten Scaeyweerd, in het gerecht van Eck, een jaarlijkse rente van 12 hertog Philips gulden, gevestigd op een kamp land onder het gerecht van Schalkwijk en Jan nagelaten door Anthonys van Amerongen, die de rente had gekocht van Florys van Jutfaes;
- de priester die de vicarie zal bezitten wekelijks vier missen zal moeten lezen, onder behoud van de rechten van de pastoor, en aansluitend de graven van Jan en jonkvrouw Antt? Snoecks zal bezoeken;
- de vicaris in Amersfoort woonachtig moet zijn;
- bij verzuim de collator gerechtigd zal zijn tegen betaling een andere priester de missen te laten lezen;
- hij tot eerste bezitter heer Dirck Jans soen heeft voorgedragen;
- hij tot uitbreiding van de diensten een jaarlijkse rente heeft geschonken van 20 goede Philippus gulden, gevestigd op een goed te Schalkwijk, hem nagelaten door zijn broer Thonys en dat tevoren werd eigendom was van Florys van Jutfaes, waarvoor de vicaris wekelijks drie missen moet lezen zodat op iedere dag van de week een mis wordt gelezen;
- hij tot vicaris voor laatstgenoemde drie missen Jonghe Jacop Verhorst, geboortig van Amersfoort, heeft voorgedragen, die de bediening zal laten waarnemen door een procurator tot dat hij priester is gewijd;
- de collatie van de zeven missen na de dood van genoemde vicarissen zal komen aan de prior van Mariënhof in de Birkt bij Amersfoort en aan die van Oude Neerden bij Naarden, die, als visitatoren van het klooster van de Celsusteren, een pater voor het klooster moeten aanwijzen, die zij tot bedienaar van beide vicariëen dienen voor te dragen; - de vicaris de vicariëen zal bekleden zolang hij pater van de zusters is. Het zegel v
440 Johan Vlug, notaris, oorkondt dat Goirdt Vlug conform de laatste wil van zijn vader Goirdt Vlug een dienst van drie missen per week heeft ingesteld in de kapel van de Poth en daaraan heeft opgedragen
- een vierendeel land in het Zwarte land, jaarlijks 18 Hollandse gulden, 4 pond was en 2 paar kapoenen opbrengend, aan de ene zijde begrensd door het gasthuis, an de andere zijde de vicarie van meester Aernt van Schayck;
- een rente van 1,5 Franse schild gevestigd op een stuk land bij Monnikendam waarvan de ene helft nu Evert Albertz Kistemaker toebehoort en de andere helft de kinderen van Lambert Rotertz en nog een halve Gelderse gulden uit het zelfde land;
- rente van 13 stuivers gevestigd op het huis van Wilhem Evertz op de Kamp, aan de enezijde begrensd door Reyer Luyt[en], aan de andere zijde Thonis Vlug;
- verder draagt hij als eerste bedienaar zijn zoon Jacob Vlug en na diens dood een van de zonen van Casyn van Ysselt;
met als getuigen Jacob van Byler, Peter van Westrenen, Jan van Westrenen, Cazyn van Ysselt, Peter Meuss van Westrenen. Afschr. d.d. 24 februari 1896 door W.F.N. van Rootselaar.
476 Ghysbert Henricks, schout, Gysbert Louwenss, Jacob Wouterss, Thonis Claess en Jan Voss, schepenen van Eembrugge, oorkonden dat Lamffert Gheerloffz heeft overgedragen aan Henrick Corneliss, zijn oom, tweederde deel en aan Geryt Reyer Peters soen, zijn zwager, eenderde deel van het land dat Heinrick en Geryt eerder dat jaar aan Lanffert hadden overgedragen, gelegen in Henrick Corneliss land van oudsher geheten en is tweede kamp, van de dijk landinwaarts. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders.
518 Feys van Noortwyck, weduwe van Jan Jansz van Droffeler, en Steven van Zyel maken een scheiding en deling van hun landerijen in de Haar;
Feye zal hebben alle dagmaten die Steven heeft liggen in twee kampen land van zes dagmaten van ouds geheten de Mey Haer, gemeenschappelijk eigendom met Jan Janss van Droffeler of zijn erfgenamen en Geryt Jansz, broers, elk twee dagmaten, en met Meyns Steffensz een dagmaat en Steven van Zyel het zesde, strekkende van de Haersche Wetering tot aan de Bisschopsweg, aan de ene zijde begrensd door het land van de broers Jan en Geryten aan de andere zijde Goert Boll of zijn erfgenamen;
daartegenover Steven zal krijgen het achtste deel van een kamp land groot omtrent tien dagmaten die Feys gemeenschappelijk heeft met Steven in de Haar, strekkende van de Lodyck tot aaan de Haersche Wetering, aan de ene zijde begrensd door het land van Goert Boll en aan de andere zijde dat van Geryt Reyerss ten Hoeff mit die melaten. Oorspr. Met zegels van Frans van Noortwyck en Peter van Westrenen namens Feys en Cornelis Volckens namens zijn zwager Steven, het derde zegel van Steven zelf verloren. Ook in vidimus d.d. 23 augustus 1566 (inv nr 858).
531 Jacop van Manen en zijn vrouw Geertruyt, met Jan Jansz Leydecker, gemachtigde van Reyer van Manen en Jan Reyer van Manensz als naaste verwanten van vaderszijde en Splinter van Westrenen en Henrick Vlug, als naaste verwanten van moederszijde, verklaren dat zij hebben overgedragen aan Aert Willemsz en zijn vrouw Marritgen van Doornick een huis, hof en hofstede op de Kamp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Anthonis Evertsz, aan de andere zijde door dat van Maes Jansz, met behoud van de daarop gevestigde jaarlijkse renten van twee gouden Beierse gulden ten behoeve van Jut Swarten c.s., van vier gulden ten behoeve van Fueys Vrancken en van twee gulden ten behoeve van Claes Meynss, ten overstaan van Gabriël [Cornelisz plaatsvervangend-]schout, [Jan] Pyel en [Frans van] Syel, schepenen en Lodewijk Botter, secretaris. Afschrift uit het protocolboek door Jan Botter, 1576 stadsgerecht inv nr 436-4 fo clxvii vo).
544 Cornelis Volckenss, oud burgemeester, maakt een testamen waarbij
- alle voorgaande testamenten nietig verklaard worden
- behalve die betreffende de lijftochten die op naam van Geertruyt Jacobs dochter zijn overleden vrouw zijn gemaakt: het vierdedeel van 15 dagmaten land te Bunschoten bij de Crounckel naast de Duisterwetering, geemeen met de kinderen van Meynaert Volckenss; het vierdedeel van 21 dagmaten land in de Runnenboom in het gerecht en gemeen als boven; het vierde deel van veertien dagmaten land binnen- en buitendijks in hetzelfde gerecht, waar Cornelis Elbertsz op woont; het vierde deel van 8,5 dagmaten land in dat Breede Lant in het gerecht en gemeen als boven; het voerde deel van het huis, hof en hofstede te Bunschoten bewoond en in gebruikt door de kinderen van zijn overleden broer; al deze voornoemde goederen worden gelijkelijk verdeeld onder Pelgrim, Volcken en Marten, zonen van Meynaert zijn overleden broer en Jannitgen Werners dochter, en Weymtgen en Cristina dochters van Meynaert en Jannitgen;
- de goederen hem nagelaten door zijn moeder Geertruyt Volckenss weduwe: de helft van 24 dagmaten land te Bunschoten Bosges Lant genaamd; de helft van een helft van 15 dagmaten land in hetzelfde gerecht bij de Crouckel naast de Duisterwetering gemeen met Meynaert Volckenss kinderen; de helft van en helft van 21 dagmaten land bij de Runnenboom in het gerecht en gemeen als boven; de helft van een helft van 14 dagmaten land binnen- en buitendijks in hetzelfde gerecht waar Cornelis Elbertss woont; de helft van een helft van 8,5 dagmaten land in het gerecht en gemeen als boven, genaamd dat Breede Lant; de helft van een helft van huis, hof en hofstede in hetzelfde gerecht in gebruik bij de kinderen van zijn overleden broer; de helft van een helft van een kamp land van 3 dagmaten te Veen, genaamd die malenwerffs camp; de helft van een helft van een stuk land genaam Den Acker, gelegen als boven; de helft van een helft van stukje land gelegen in Truyen L
567 Goert Verhair, schout, Evert van Achtevelt, tijnsmeester, Herman Joosten en Johan vander Burch, landgenoten te Hoogland en Coelhorst, oorkonden dat Henrick Both verklaart dat hij een jaarlijkse rente van vijftien gulden, hoofdsom 1000 gulden, heeft gevestigd ten behoeve van Cornelis Lijster en zijn vrouw Feijsgen op een kamp land van zeven dagmaten in de Slaag, aan de noordzijde begrensd door dat Smaleslaet, aan oostzijde de erfgenamen van Willem van Herdevelt, aan de zuidzijde de erfgenamen van Jacob van Westrenen en Peter van Dam, aan de westzijde de erfgenamen van Willem die Bacxsters; en geven vidimus van de akten van 8 maart 1575, waarin Henrick hiertoe gemachtigd wordt door het het klooster van Sint Jan en de overste van het kapittel te Windesheim. Dirc Dircxs van Crachtwyck heeft bezegeld voor Herman Joesten. Oorspr. Fragmenten van het eerste en derde zegel, het tweede en vierde verloren.
569 Jan Botter, plaatsvervangend-schout, Frans Meynsz en Gerryt Gerrytsz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Anthonia Elias van Wede dochter, met Aert van Zyl haar zwager en voogd, heeft overgedragen aan Gerryt van Spuell, rentmeester van de Armen de Poth ten behoeve van het Pesthuis de rente genoemd in de akte waar deze is doorgestoken van 23 september 1563, verder nog een jaarlijkse rente van twee keizers gulden door Jan Jansz soen Stick en zijn vrouw Jannitgen 16 november 1554 gevestigd op hun goed ten behoeve van Tonis, Gerrytgen en Aeltgen, kinderen van Jan Claesz en 27 oktober 1561 door Elias van Wede en zijn vrouw Margriet gekocht, en viervijfde deel van twee gouden Beiers guldens uit de hofstede van Gerryt de Smidth op de Kamp. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders.