Wilt u een of meerdere archiefstuk inzien? Veel is nog niet digitaal, tenzij een paperclip-symbool naast de beschrijving staat. U bent van harte welkom op onze publieksvloer om archiefstukken in te zien op afspraak. Geef hierbij alstublieft bij 'Stukken' het toegangsnummer (het dikgedrukte bovenaan de pagina) en het inventarisnummer aan. Tot op de 3e verdieping van het Eemhuis!

Wij beheren de archieven van Amersfoort en zeven andere gemeenten uit de regio Eemland. Dit zijn zowel de gemeentearchieven die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden als ook archieven van particulieren, bedrijven en verenigingen uit deze gemeenten.

Uw zoekacties: Kleine Sint Anna Gilde te Soest, 1634-1995

0931 Kleine Sint Anna Gilde te Soest, 1634-1995

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
Met veel genoegen kijk ik terug op de afgelopen weken, waarin ik het voorrecht had om mij te mogen verdiepen in de oude bescheiden van het Soester Sint Annagilde. Een gilde dat in het leven van mijn voorouders van moederszijde ongetwijfeld van groot belang is geweest, hetzij omdat zij pachter waren van de gildelanderijen, hetzij omdat zij een functie hadden binnen het bestuur of één van de ambten hadden gekocht. Zo was mijn overgrootvader Petrus Hilhorst (Piet van Riek) bijna vijftig jaar lang onafgebroken bode van het gilde! Het grootste belang zal echter hebben gelegen in de ontmoetingsfunctie: het samenzijn, het samen feestvieren. Het versterkte de onderlinge band, het gevoel van bij elkaar horen.
In het late najaar van 2002 heeft het bestuur mij gevraagd om "eens te kijken" naar de oude papieren van het gilde. En zo kreeg ik in december van de ouderman een stapel ongeordende stukken mee, waarvan de oudste door het handschrift en taalgebruik voor de leek moeilijk toegankelijk zijn. In de afgelopen weken heb ik al lezende de stukken geordend en deels ook getranscribeerd, met als resultaat deze voorlopige inventaris. Ik heb het een voorlopige inventaris genoemd, omdat ik geen archiefopleiding heb genoten. De stukken verdienen het echter om op een professionele wijze te worden gedocumenteerd en bewaard. Mijn kennis van de historie van Soest en de Soester families, opgedaan in de afgelopen vijfentwintig jaar, bleek goed van pas te komen bij het lezen en transcriberen van de oude stukken en bij het schrijven van de korte geschiedenis van het Sint Annagilde die aan de inventaris voorafgaat.
Het archief van het Sint Annagilde omvat enkele centimeters en is slechts in beperkte mate bewaard gebleven. De oudste bescheiden betreffen enkele fragmenten van een gildeboek (inventarisnummer 1), in feite vooral een kasboek, met aantekeningen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Deze fragmenten bevonden zich merkwaardigerwijze in de bibliotheek van het seminarie te Driebergen-Rijsenburg. In juni 1942 werden deze stukken-tegelijkertijd met een oude kopie van de fundatiebrief van het Groot Gaasbeekergilde van 1560-geschonken aan de gemeente Soest, om in het archief van de gemeente bewaard te worden. De stukken zijn op kosten van de gemeente gerestaureerd, tegelijkertijd met de oude gildeboeken van het Groot Gaasbeekergilde. Deze oudste fragmenten zijn van grote historische en genealogische waarde. De historische waarde is vooral gelegen in het feit dat de opgenomen rekeningen inzicht bieden in het functioneren van het gilde in de periode 1726-1742. Voor de genealogiebeoefenin
g zijn vooral de ledenlijst van 1670 en de naamlijsten van de nieuwe gildebroeders en -zusters over de periode 1726-1742 van belang.
De overige stukken werden van oudsher door het gilde zelf beheerd, hetzij door de secretaris, hetzij door de ouderman of deken. Waarschijnlijk wisselde het beheer over het archief met het wijzigen van de secretaris en/of de ouderman. In de inventaris zijn de stukken verdeeld over een aantal rubrieken, namelijk:
(1) Gildeboeken, kasboeken, rekeningen en ledenlijsten,
(2) De teerdagen,
(3) Onroerend goed,
(4) Belasting en
(5) Diversen.
De staat waarin de stukken verkeren is wisselend. Enkele stukken dienen gerestaureerd te worden, bijvoorbeeld de oudste aanslagbiljetten met betrekking tot de reële ongelden en de sluis- en schouwgelden (inventarisnummers 46 en 47). Het jongste gildeboek (inventarisnummer 3) moet opnieuw ingebonden worden. De heer E. Heupers beschrijft in zijn in 1961 verschenen boekwerkje over de Soester gilden enkele stukken van het Sint Annagilde die nu niet meer in het archief van het gilde worden bewaard, waaronder de aankoop- of transportakte van de gildemaat (1722) en de Conditie en voorwaarden van de aanbesteding door de deken Helmis Logtesteijn en zijn raden Willem Dijkman en Gijsbert Janse Kok van de mondkost voor de broeders en zusters van het Sint Anna gild (1815). Het is niet bekend waar deze stukken zich thans bevinden. In de inventaris zijn ze -pro memorie- zonder nummer opgenomen.
1.1. Korte geschiedenis van het Sint Annagilde
1.1.9. De teerdagen
0931 Kleine Sint Anna Gilde te Soest, 1634-1995
1. Inleiding
1.1. Korte geschiedenis van het Sint Annagilde
1.1.9.
De teerdagen
De bewaard gebleven condities en voorwaarden van de aanbestedingen van de mondkost op de teerdagen (inventarisnummers 13 t/m 15) geven enig inzicht in de gang van zaken rond de teerdagen. In de 18de en 19de eeuw werd maar liefst drie dagen geteerd. De derde dag was bekend als paartjesdag en rekendag. Om de vier tot zeven jaar werd er geteerd; een duidelijke regelmaat was er niet. In de loop van de 19de eeuw kwam die er wel en werd er om de zes a zeven jaar gefeest, maar teminste twee maal in de dertien jaar.
De aanbesteding van het verzorgen van de "mondkost" op de teerdagen geschiedde in het openbaar-gewoonlijk in één van de Soester herbergen-aan degene die het laagst inzette. Zo vond in 1815 de aanbesteding plaats bij Teunis Hassink, herbergier in "De Halve Maan" in de Teut. Deze herberg was gevestigd op de hoek van het Kerkpad en de Teutsteeg, de huidige Korte Melmweg. Dit pand is thans genummerd Kerkpad Nz 21-23. De Halve Maan was niet een latere naam voor "De Swaan" zoals Heupers beweerde. De Swaan stond op de andere hoek van het Kerkpad en de Teutsteeg, thans genummerd Kerkpad Nz 25.
De aannemer moest zorgen voor "goedt gezond vet rundvlees, en geen onganse schaapenvlees" en voorts "goede soep, van goed gezond vet rundvlees, en ordentelijk vlees daar in" en voorts voor rijst, boter, kaas en brood. De mondkost werd weggespoeld met de nodige kannen bier en wijn. Ook moest de aannemer zorgen voor een speelman, een muzikant ter opluistering van de feestelijkheden. Aan de teerdagen ging overigens een proefmaal vooraf voor de leden van het bestuur en hun echtgenotes. Blijkens de rekeningen werden de koks na afloop van de teerdagen getracteerd op wijn.
De locatie waar geteerd werd moest zich bevinden tussen de oude kerk in de Kerkebuurt en "Zoesdijk". De Zoesdijk liep vanaf het huidige Nieuwerhoekplein in noordelijke richting. In Bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de plaatsen waar in de loop der jaren werd geteerd, voor zover dit uit de beschikbare bronnen afgeleid kon worden. In de 19de eeuw was het vooral de herberg "De Koophandel" (latere Hotel Eemland) waar de feestelijkheden plaatsvonden. Herbergiers waren achtereenvolgens Willem Kok, Anthonie Fokken, de weduwe Teunis Dijkman, Arie Dijkman en Lambertus Schalkx. Vanaf 1909 werd er steeds geteerd in De Gouden Ploeg, waar aanvankelijk Jan Stalenhoef de scepter zwaaide. In 1941 werd er vanwege de oorlog niet geteerd. Meer recent viel de eer ten deel aan gebouw De Rank (1974), Restaurant Soester Natuurbad (1982), Zaal Vogelenzang aan de Parallelweg (1988) en het Gildehuis aan de Steenhoffstraat (1995). De feestelijkheden waren inmiddels beperkt tot één avond; van teerda
gen was geen sprake meer.

Kenmerken

Datering:
1634-1995
Soort toegang:
inventaris
Auteur:
G.J.M. Derks
Openbaarheid:
volledig
Omvang:
0.1 meter
Herkomst:
bewaring
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0931 Kleine Sint Anna Gilde te Soest, 1634-1995
VERKORT:
NL-AmfAE 0931
Geografische namen:
Archiefvormer(s):