Dit manuscript vormt een onmisbare bron voor de bestudering van het negentiende-eeuwse Soest. Ds. Bos was van 1847 tot 1892 predikant van de Nederlands-hervormde gemeente te Soest. Uit hoofde van die functie had hij ook jarenlang zitting in de Commissie van Weldadigheid. Hoewel een groot aantal van zijn opvattingen over de oudste geschiedenis achterhaald is, vormt het boek een unieke bron voor de tijd waarin Ds. Bos zelf leefde.
Het manuscript is door de arts H.P. Schoonenbeek gekocht van de erfgenamen. Zijn zoon, A.P. Schoonenbeek heeft het geschiedwerk afgestaan aan mevrouw J.C. de Ridder-Brans, dochter van Ds.
D.P. Brans, de opvolger van Bos. Mevrouw De Ridder heeft het manuscript uiteindelijk in 1959 aan de gemeente geschonken. Uit het manuscript blijkt dat Ds. Bos een man was met een veelzijdige belangstelling.
Voor zijn manuscript heeft hij gebruik gemaakt van uiteenlopende bronnen, zoals middeleeuwse kronieken, eigentijdse historische tijdschriften, maar ook eigen waarneming in het veld (grafheuvels). Verder heeft hij gebruik gemaakt van stukken uit het gemeentearchief en het archief van de Commissie van Weldadigheid. Dit laatste had hij enige tijd zelf onder zijn beheer.
Ds. Bos was geboren te Utrecht op 20 juni 1817. Hij overleed op 1 maart 1913 in Amersfoort