Rutger inbrengt
een half erf geheten Buechorst gelegen op Hamersveld, tijnsgoed van de Sint Paulusabdij te Utrecht, aan de ene zijde zuidwaarts begrensd door de Leusbroeker wetering en aan de andere zijde westwaarts Henrick Zaell Willemss en Geertruyt zijn zuster en Rutgerz zelf; de helft van het erf en goed geheten de Zyetwyndt, aan de oostzijde het gasthuis te Amersfoort, aan de westzijde de Byeshaer, aan de noordzijde de Buechorst, aan de zuidzijde Henrick Goirts erfgenamen; een halve tiend op de Amersfoortse Eng en die van Varrenhees leengoed van het Sicht Utrecht; de tiende van de goederen op Bloemende strekkende over de Burgwal naar Weden, leengoed van Johan van Rossem, heer van Broickhuyssen; een erfrente van 1 gouden guldenuit het erf van Henrick van Syl te Leusden; 500 gulden aan geld en have;
verder geeft Oeda de helft van een stuk land in de Nederbirkt in het gerecht van Amersfoort, aan de ene zijde begrensd door Thonis Geryts, aan de andere zijde Gerryt Duwers erfgenamen; de helft 2,5 dagmaat land gelegen te Bunschoten Te Velde, gemeenschappelijk met Roeloffgen van Dashorst
Lobberich en Dam brengen in
18 dagmaten land te Nederzeldert, aan de oostzijde begrensd door de refgenamen van Johan van Westrenen, het klooster in de Birkt en het gasthuis te Amersfoort, aan de westzijde Gysbert Jacobss erfgenamen en het kapittel van Amersfoort; de helft van 8 dagmaten land in Nederzeldert benedenweges, aan de ene zijde begrensd door de erfgenamen van Johan van Westrenen, aan de andere zijde Geertruyt Thonis Pyls weduwe of haar erfgenamen strekkende van de OudeWetering tot de Haarse Loodijk, leengoed van de abdij van Sint Paulus te Utrecht; de helft van een huisje aan de Plaats, gemeenschappelijk met meester Peter Zoest; de helft van twee huisjes eveneens gemeenschappelijk met meester Peter, aan de Langegracht, aan de voorzijdede straat aan de achterzijde Jan Lubbertz, waar Henrick Corneliss kinderen met een schuur tussenin gelegen zijn, waarvan het ene huisje in gebruik is bij Gysbert Botter, schipper, en het andere met de hof daarachter bij Neel Jans;
Met de voorwaarden dat als een van beiden zonder nakomelingen overlijdt de goederen weer terug zullen gaan naar de familie waar het uitgekomen is; alles wat zij naderhand verwerven zal gelijkelijk verdeeld worden; als een van hen na de dood van de ander een nieuw huwelijk aangaat zullen de kinderen daaruit afstand doen van de ingebrachte goederen;
Voort zal Rutger zijn vrouw geven van 24 Philippusguldens uit het erf Zyedtwynt die vervalt als Dam voorde tweede keer trouwt, bezegeld door de huwelijkslieden. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, fragment van het eerste, het derde geschonden.
Rutger inbrengt
een half erf geheten Buechorst gelegen op Hamersveld, tijnsgoed van de Sint Paulusabdij te Utrecht, aan de ene zijde zuidwaarts begrensd door de Leusbroeker wetering en aan de andere zijde westwaarts Henrick Zaell Willemss en Geertruyt zijn zuster en Rutgerz zelf; de helft van het erf en goed geheten de Zyetwyndt, aan de oostzijde het gasthuis te Amersfoort, aan de westzijde de Byeshaer, aan de noordzijde de Buechorst, aan de zuidzijde Henrick Goirts erfgenamen; een halve tiend op de Amersfoortse Eng en die van Varrenhees leengoed van het Sicht Utrecht; de tiende van de goederen op Bloemende strekkende over de Burgwal naar Weden, leengoed van Johan van Rossem, heer van Broickhuyssen; een erfrente van 1 gouden guldenuit het erf van Henrick van Syl te Leusden; 500 gulden aan geld en have;
verder geeft Oeda de helft van een stuk land in de Nederbirkt in het gerecht van Amersfoort, aan de ene zijde begrensd door Thonis Geryts, aan de andere zijde Gerryt Duwers erfgenamen; de helft 2,5 dagmaat land gelegen te Bunschoten Te Velde, gemeenschappelijk met Roeloffgen van Dashorst
Lobberich en Dam brengen in
18 dagmaten land te Nederzeldert, aan de oostzijde begrensd door de refgenamen van Johan van Westrenen, het klooster in de Birkt en het gasthuis te Amersfoort, aan de westzijde Gysbert Jacobss erfgenamen en het kapittel van Amersfoort; de helft van 8 dagmaten land in Nederzeldert benedenweges, aan de ene zijde begrensd door de erfgenamen van Johan van Westrenen, aan de andere zijde Geertruyt Thonis Pyls weduwe of haar erfgenamen strekkende van de OudeWetering tot de Haarse Loodijk, leengoed van de abdij van Sint Paulus te Utrecht; de helft van een huisje aan de Plaats, gemeenschappelijk met meester Peter Zoest; de helft van twee huisjes eveneens gemeenschappelijk met meester Peter, aan de Langegracht, aan de voorzijdede straat aan de achterzijde Jan Lubbertz, waar Henrick Corneliss kinderen met een schuur tussenin gelegen zijn, waarvan het ene huisje in gebruik is bij Gysbert Botter, schipper, en het andere met de hof daarachter bij Neel Jans;
Met de voorwaarden dat als een van beiden zonder nakomelingen overlijdt de goederen weer terug zullen gaan naar de familie waar het uitgekomen is; alles wat zij naderhand verwerven zal gelijkelijk verdeeld worden; als een van hen na de dood van de ander een nieuw huwelijk aangaat zullen de kinderen daaruit afstand doen van de ingebrachte goederen;
Voort zal Rutger zijn vrouw geven van 24 Philippusguldens uit het erf Zyedtwynt die vervalt als Dam voorde tweede keer trouwt, bezegeld door de huwelijkslieden. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, fragment van het eerste, het derde geschonden.
Kenmerken
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
VERKORT:
NL-AmfAE 0100