Wilt u een of meerdere archiefstuk inzien? Veel is nog niet digitaal, tenzij een paperclip-symbool naast de beschrijving staat. U bent van harte welkom op onze publieksvloer om archiefstukken in te zien op afspraak. Geef hierbij alstublieft bij 'Stukken' het toegangsnummer (het dikgedrukte bovenaan de pagina) en het inventarisnummer aan. Tot op de 3e verdieping van het Eemhuis!

Wij beheren de archieven van Amersfoort en zeven andere gemeenten uit de regio Eemland. Dit zijn zowel de gemeentearchieven die volgens de Archiefwet bewaard moeten worden als ook archieven van particulieren, bedrijven en verenigingen uit deze gemeenten.

Uw zoekacties: Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999

0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Beschrijving van het archief
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwant materiaal
Bijlagen
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
4. Regesten
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
508 Johannes Zuylen, prior, en priesters en conventualen van het klooster in de Birkt, die willen verhuizen naar Amersfoort, conform een akte van de landvoogdes namens zijne koninklijke majesteit, en de mater en gemene zusters van sunte Urselen genaamd de Celzusters, die ziek en oud zijn, en van hun klooster afstand willen doen ten gunste van genoemd klooster, hebben tot het sluiten van een overeenkomst ieder vertegenwoordigers aangewezen, te weten Evert Jan Claess en Wouter Claess, schepenen van Amersfoort, door de prior van de Birkt en Heinrick van Ryn en Anthonis Pouwelss, door de Celzusters, die vervolgens zijn overeengekomen met instemming van beide partijen om arbitrage te verzoeken aan Johan Visscher, schout, Jan van Westreenen, Cornelis Hesselss, burgemeesters en Peter Meynss van Westrenen, schepen van Amersfoort, die daarop de volgende uitspraak hebben gedaan:
prior en convent van de Birckt zullen meester Aert Everts en Heinrick van Ryn de som van 400 Karolusgulden geven en 10.000 stenen voor het bouwen ten behoeve van de zusters, of een onderpand waarop losrenten worden gevestigd tegen de penning 20 met uitzondering van een aanbetaling van 50 gulden contant en de stenen; het stadsbestuur zal zorgen voor een passende huisvesting van de zusters; prior en convent bezorgen de zusters jaarlijks met Sint Gallen een goede os of 15 Karolus guldens, twaalf vaten bier en vier schouwen turf, met dien verstande dat als drie van de zeven celzusters zijn overleden, de helft van de jaarlijkse uitkeringen vervalt en na overlijden van allen het geheel; de Celzusters doen afstand van hun klooster en kapel alsmede vier verhuurde huisjes die bij hun klooster staan;
bovendien zal het convent de moeder van de zusters jaarlijks een Philippus gulden uitreiken voor iedere zuster zolang zij leeft, bestemd voor uitgaven ter verzachting van de kwalen van de ouderdom; met dien verstande dat rechten die de zusters hebben ten aanzien van een vicarie of anderszins en hun inboedel aan hen blijft toe behoren, om ten goede te komen aan hun convent en de doelstelling daarvan. Oorspr. Met de zegels van de scheidslieden, het tweede en vierde verloren, het derde geschonden; de zegels van het convent van de Birkt en dat van Cornelis, prior van Ouden Naarden, zegelend voor de Celzusters, eveneens verloren.
N.B. Met transfix van dezelfde datum
510 Henrick Poth, plaatsvervangend schout, Dirck van Wael en Dirck Brant, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat:
Wouter Claesz, rentmeester en bewaarder van de arme huiszittende provenieren genaamd de Poth, met instemming van schout, burgemeesters, schepenen en raad van Amersfoort voor hem en de Potbewaarders van nu en de toekomst, heeft verklaard dat hij de Celzusters, te weten Geertruyt Brinck, moeder, Anthonia Jacops dochter, procuratrix, zuster Ursula, Lysgen Aerts, Jan Geryts, Aeltgen Geryts en Armgaert Wouters dochter heeft ontvangen als bewoners in het huis naast het Pesthuis, dat hij aan hen in eigendom heeft opgedragen, strekkend tot de rekenkamer, met een hof, turfschuur c.a. tot aan de straat en hen het gebruik van kerk en kapel heeft toegestaan, tevens van de rekenkamer als gemeenschappelijk spinhuis-ingaande na de dood van Ceel, moeder, met dien verstande dat de Pothbroeders daarvan gebruik kunnen blijven maken onder meer vijf keer per jaar voor het afhoren van de rekening; dit alles vanwege het vertrek van de zusters uit hun klooster zodat prior en convent van de Birkt zich daar kunnen vestigen tot voordeel van de stad, waarbij de zusters voor hun eigen onderhoud zullen zorgdragen en slechts voor zover in hun vermogen ligt gezien hun leeftijd, belast zullen worden met de ziekenzorg en onder vaststelling dat bij onverhoopt uitsterven van de gemeenschap dit alles zal komen aan het godshuis de Poth ten behoeve van de genoemde ziekenzorg;
Geertruyt Brinck, moeder en Anthonia Jacops dochter, procuratrix, met instemming van de gemene zusters, verklaren met hun visitatoren heer Johan van Zuylen, prior van het convent van de Birkt en heer Cornelis, prior van Oud Naarden, dat zij hebben ingestemd met het bovenstaande. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, het eerste en derde verloren.
513 Meynert Volckxz, schout, Ghysbert Heynrickxz en Reier Rutgertsz, schepenen van Bunschoten, oorkonden Ryck Jansz verklaart schuldig te zijn aan Ghysbert Jordensz de som van 80 Keizersguldens, waarvoor hij een jaarlijkse rente van 4 gulden vestigt op drievierde van een huis en hofstede en het vierde deel van het land daarachter gelegen, strekkende van de Spakenburger wech tot aan de Nyen wech, aan de zuidzijde begrensd door het land van Lambert Willemszen aan de noordzijde dat van Jannetgen Peters weduwe met haar kinderen. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders enigszins geschonden.
0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
4. Regesten
513
Meynert Volckxz, schout, Ghysbert Heynrickxz en Reier Rutgertsz, schepenen van Bunschoten, oorkonden Ryck Jansz verklaart schuldig te zijn aan Ghysbert Jordensz de som van 80 Keizersguldens, waarvoor hij een jaarlijkse rente van 4 gulden vestigt op drievierde van een huis en hofstede en het vierde deel van het land daarachter gelegen, strekkende van de Spakenburger wech tot aan de Nyen wech, aan de zuidzijde begrensd door het land van Lambert Willemszen aan de noordzijde dat van Jannetgen Peters weduwe met haar kinderen. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders enigszins geschonden.
Datering:
1549 april 15
tevens:
1105
NB:
Lias met akte d.d. 13 mei 1557; met kopie op papier (inv nr 364).
520 Lobberich Jorden Gysbertz weduwe maakt een testament waarbij
- haar oudste zoon Gysbert Jordenss Vermaet in het huwelijk meegegeven heeft de heerlijke goederen van zijn vader; een losrente van 7,5 gulden van haar goederen gaande uit Geryt Teynagels goed; 2,5 Philippusguldens van haar goederen gaande uit Peter Meynss goed; 35 morgen land in Nederlangbroek, afkomstig van zijn overleden broer, met een losrente van 20 Keizersguldens voor zijn zuster Meynsgen; huis, hof en hofstede waar zij nu woont staande in de Broel straet, met uitzondering van de inboedel;
- aan haar zoon Evert geeft zij twee hofsteden met de huisjes daarop; met nog 23 halve schepel roggeland, te Soest in Franckenhove; de rechte helft van een maat land in Soest aan de Eem, waarvan de andere helft aan Dirck de Wael toebehoort; vier morgen land in het gerecht Blocklant bij Montfoort; 2 morgen land in Vuilcoop en Schonauwen, met de bepaling dat deze na zijn dood gaan naar Dam zijn zuster; de helft van twee stukken land in Woesteygen, waarvan de andere helft toebehoort aan meester Peter Zoest en haar zuster Dam, gaande na zijn dood eveneens naar zijn zuster Dam; een stuk land op de Eng, gemeen met met meester Peter, gaande eveneens na zijn dood naar zijn zuster Dam; een stul land te Ankeveen in het gerecht Kortenhoef, gaande na zijn dood naar zijn zuster Meynsgen; een losrente van twee Keizersguldens op de stad Amersfoort met 20 stadsguldens lijfrente; een huis te Utrecht in de Jacobijnenstraat; twee Keizersguldens uit Mechtelt van Snellenberchs goed;
- aan Dam haar dochter geeft zij 18 dagmaten land in Nederzeldert; vier dagmaten land daarnaast gelegen na de dood van haar broer Jacob; Meynsgen zal haar zuster Dam geven vier dagmaten land in Nederzeldert; de helft van het huis en de plaats waar meester Peter en Lobberichs zus Dam in wonen en waarvan zij de andere helft bezitten; het halve huis achter aan op de Gracht waar Aert de Witt in woont eveneens gemeen met meester Peter; het halve huis ook aan de Langegracht waar Neel Aert Wittendichter in woont eveneens gemeen met Peter en Dam; 5 Philippusguldens uit Mouris Gysbertz erf te Asschat; twee kameren in de Mooyerstraat, aan beide zijden begrensd door Roloff Janss;
- aan Meynsgen haar dochter 32 morgen land in Nederlangbroek afkomstig van Aernt van Verkem?; het vierde deel van het goed Coelhorst met dat slaag land en al zijn toebehoren waar Cornelis Bosch met zijn werkers dat andere vierde deel heeft; 2,5 dagmaat land die zij van Henrick van Blomenweerdt gekocht heeft ook in de Oude Slaag; het vierde deel van twee vierdelen land op de Meent waarvan meester Peter Zoest het andere vierde deel bezit en de Stijn Brouwers vicarie de andere helft bezit; de helft van een halve vierdedeel aan de Daweg waarvan dee andere helft aan meester Peter toebehoort; de schuurmet de twee kameren en de hof daarachter in de weerden Coelhorst, waaruit zij de 5 Philippusguldens jaarlijks moet betalen aan haar tante Anna in het Sint Agnietenklooster en dit voor haar 5 Keizersguldens die zij jaarlijks heeft uit het huis waar Peter Zoest nu in woont;
ten overstaan van de getuigen Gherryt Zoest Jacobs, Cornelis Meliss en Peter Brantz en notaris Johan Vlug. Oorspr. Met handtekeningen van de getuigen en notaristeken
N.B. Met transfix d.d. 3 augustus 1559. Dorsale aantekening betreffende wijzgingen in het testament na het overlijden van haar zoon Evert ten overstaan van de getuigen en notaris gemaakt op 9 april 1554.
521 Oeda weduwe van Dirck Peut en Rutger haar zoon, met hun huwelijkslieden Aert Gherrytsz en Johan van Snuell, aan ene zijde en Lobberich weduwe van Jorden Gysbertz en haar dochter Dam, met hun huwelijkslieden Gysbert Jordenss Vermaet en Cornelis van Wede, aan de andere zijde sluiten een huwelijksovereenkomst waarbij
Rutger inbrengt
een half erf geheten Buechorst gelegen op Hamersveld, tijnsgoed van de Sint Paulusabdij te Utrecht, aan de ene zijde zuidwaarts begrensd door de Leusbroeker wetering en aan de andere zijde westwaarts Henrick Zaell Willemss en Geertruyt zijn zuster en Rutgerz zelf; de helft van het erf en goed geheten de Zyetwyndt, aan de oostzijde het gasthuis te Amersfoort, aan de westzijde de Byeshaer, aan de noordzijde de Buechorst, aan de zuidzijde Henrick Goirts erfgenamen; een halve tiend op de Amersfoortse Eng en die van Varrenhees leengoed van het Sicht Utrecht; de tiende van de goederen op Bloemende strekkende over de Burgwal naar Weden, leengoed van Johan van Rossem, heer van Broickhuyssen; een erfrente van 1 gouden guldenuit het erf van Henrick van Syl te Leusden; 500 gulden aan geld en have;
verder geeft Oeda de helft van een stuk land in de Nederbirkt in het gerecht van Amersfoort, aan de ene zijde begrensd door Thonis Geryts, aan de andere zijde Gerryt Duwers erfgenamen; de helft 2,5 dagmaat land gelegen te Bunschoten Te Velde, gemeenschappelijk met Roeloffgen van Dashorst
Lobberich en Dam brengen in
18 dagmaten land te Nederzeldert, aan de oostzijde begrensd door de refgenamen van Johan van Westrenen, het klooster in de Birkt en het gasthuis te Amersfoort, aan de westzijde Gysbert Jacobss erfgenamen en het kapittel van Amersfoort; de helft van 8 dagmaten land in Nederzeldert benedenweges, aan de ene zijde begrensd door de erfgenamen van Johan van Westrenen, aan de andere zijde Geertruyt Thonis Pyls weduwe of haar erfgenamen strekkende van de OudeWetering tot de Haarse Loodijk, leengoed van de abdij van Sint Paulus te Utrecht; de helft van een huisje aan de Plaats, gemeenschappelijk met meester Peter Zoest; de helft van twee huisjes eveneens gemeenschappelijk met meester Peter, aan de Langegracht, aan de voorzijdede straat aan de achterzijde Jan Lubbertz, waar Henrick Corneliss kinderen met een schuur tussenin gelegen zijn, waarvan het ene huisje in gebruik is bij Gysbert Botter, schipper, en het andere met de hof daarachter bij Neel Jans;
Met de voorwaarden dat als een van beiden zonder nakomelingen overlijdt de goederen weer terug zullen gaan naar de familie waar het uitgekomen is; alles wat zij naderhand verwerven zal gelijkelijk verdeeld worden; als een van hen na de dood van de ander een nieuw huwelijk aangaat zullen de kinderen daaruit afstand doen van de ingebrachte goederen;
Voort zal Rutger zijn vrouw geven van 24 Philippusguldens uit het erf Zyedtwynt die vervalt als Dam voorde tweede keer trouwt, bezegeld door de huwelijkslieden. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, fragment van het eerste, het derde geschonden.
544 Cornelis Volckenss, oud burgemeester, maakt een testamen waarbij
- alle voorgaande testamenten nietig verklaard worden
- behalve die betreffende de lijftochten die op naam van Geertruyt Jacobs dochter zijn overleden vrouw zijn gemaakt: het vierdedeel van 15 dagmaten land te Bunschoten bij de Crounckel naast de Duisterwetering, geemeen met de kinderen van Meynaert Volckenss; het vierdedeel van 21 dagmaten land in de Runnenboom in het gerecht en gemeen als boven; het vierde deel van veertien dagmaten land binnen- en buitendijks in hetzelfde gerecht, waar Cornelis Elbertsz op woont; het vierde deel van 8,5 dagmaten land in dat Breede Lant in het gerecht en gemeen als boven; het voerde deel van het huis, hof en hofstede te Bunschoten bewoond en in gebruikt door de kinderen van zijn overleden broer; al deze voornoemde goederen worden gelijkelijk verdeeld onder Pelgrim, Volcken en Marten, zonen van Meynaert zijn overleden broer en Jannitgen Werners dochter, en Weymtgen en Cristina dochters van Meynaert en Jannitgen;
- de goederen hem nagelaten door zijn moeder Geertruyt Volckenss weduwe: de helft van 24 dagmaten land te Bunschoten Bosges Lant genaamd; de helft van een helft van 15 dagmaten land in hetzelfde gerecht bij de Crouckel naast de Duisterwetering gemeen met Meynaert Volckenss kinderen; de helft van en helft van 21 dagmaten land bij de Runnenboom in het gerecht en gemeen als boven; de helft van een helft van 14 dagmaten land binnen- en buitendijks in hetzelfde gerecht waar Cornelis Elbertss woont; de helft van een helft van 8,5 dagmaten land in het gerecht en gemeen als boven, genaamd dat Breede Lant; de helft van een helft van huis, hof en hofstede in hetzelfde gerecht in gebruik bij de kinderen van zijn overleden broer; de helft van een helft van een kamp land van 3 dagmaten te Veen, genaamd die malenwerffs camp; de helft van een helft van een stuk land genaam Den Acker, gelegen als boven; de helft van een helft van stukje land gelegen in Truyen Lant; al welke goederen hem zijn nagelaten door zijn moeder krachtens akte d.d. 8 november 1550 hierbij geïnsereerd;
uit de heflt van het bovengenoemde Bosges Landt schenkt hij een erf- en losrente aan het Sint Pietersgasthuis te Amersfoort van 20 Keizer Karolusguldens per jaar, waarvoor de gasthuismeester ieder jaat te Bunschoten aan de armen uitdelen moeten omtrent midwinter twee mud gebakken roggebrood en het vierde deel van een vat boter, in aanwezigheid van de pastoor; mocht dit ooit onvoldoende zijn voor de uitdeling dan stelt de testateur als onderpand het vierde van de voornoemde 21 dagmaten land, genaamd de Runnenboom;
hij laat na aan Peter Rutgerss metzelaer een kamp land in hetzelfde gerecht in Peter Diemers Lant, genaamd het Gryeten campgen; aan het weeshuis te Amersfoort een som van 50 Karolusguldens; aan Ermgert Henrick Quinten dochter 25 gulden; de erfgenamen van Meyns Ghysbertz gezamenlijk 25 gulden; de erfgenamen van Roloff Jan Kip 25 gulden; zuster Geertruyt Harten 1 pond groot; het Sint Barbaraklooster en het Sint Aagtenkloosten ieder 1 pond groot; de Grote Kerk 1 pond groot; de Minderbroeders 1 pond groot; de Armen de Poth 1 pond groot;
als executeurs worden aangewezen Mr Wilhem Laurens, Peter van Westrhenen Meynss, Ghysbrecht vander Maeth, Rutger Poydt en Cornelis Reyerss;
ten overstaan van notaris Adrianus vander Wall en de getuigen Everhart van Meervelt, Aernt Louw Jansz en Peter Schaije Dyricxz. Oorspr. Met notaristeken ('tolerantia vinces') en handtekeningen van Cornelis Volckensz en de getuigen, met verklaring van echtheid in het Latijn en ondertekend door de notaris.
557 Gerrit Gerritsz en Catharina Jacob Walicks dochter en hun zoon Jacob, met hun huwelijkslieden Frans Andriesz, Frans Meynsz, aan de ene zijde, en Ghysbrecht van der Maeth en Cunera Albert Lumanss dochter en hun dochter Willemtgen, met hun huwelijkslieden Rutger Poeyt en Jan Steven Heynrcxz, aan de andere zijde, sluiten een huwelijksovereenkomst
waarbij de eerste partij inbrengt
de helft van 24 dagmaten land met huis en hofstede gelegen te Nederzeldert gemeenschappelijk met de erfgenamen van Peter van Dam, waaronder vier dagmaten burgermaets, strekkende van de Nederzeldertseweg tot aan de Haarse Loodijk; een rentebrief van 24 gulden per jaar ten laste van MariePeters in de Luijt te Amsterdam; 120 Keizersgulden gereed geld;
de tweede partij inbrngt 8,5 dagmaat land gelegen in Bunschoten te Veen vanouds genaamd Staels land, aan de ene zijde begrensd door Lambert Willemsz erfgenamen, aan de andere zijde Peter Jongentgens erfgenamen; de helft van 12 dagmaten land in Bunschoten te Velde, aan de ene zijde Willem Bosschen erfgenamen, aan de andere zijde Luyt Rycxs erfgenamen; 4 dagmaten te Bunschoten op de Groete Maet, aan de ene zijdebegrensd Anthonis Harmansz,aan de andere zijde Gysbrecht vander Maeth c.s.; honderd Karolusguldens aan gerede penningen; met de voorwaarden dat Jacob Willemtgen een lijfrente geeft van 30 Keizersguldens per jaar uit bovengenoemde goederen, welke lijftocht vervalt als Willemtgen na Jacobs dood een tweede huwelijk aangaat, deze bepaling is niet van kracht als er geen kinderen uit dit huwelijk zijn, Willemtgen krijgt dan 25 gulden per jaar; mocht na het overlijden van beiden geen nakomelingen zijn dan gaan de goederen terug naar de familie waar ze vandaan gekomen zijn; als er wel nageslacht is zal de langstlevende de kinderen laten volgen de goederen van de overledene; groei of afname van de boedel zal gelijk verdeeld worden; ondertekend door Gerrit Gerritsz en Ghysbrecht vander Maeth en huwelijkslieden en bezegeld door de huwelijkslieden. Oorspr. Het vierde zegel verloren.
592 Jacob Gerrits en Jorden Poijt, huwelijkslieden, Ghysbert van der Maeth en Cunera Albert Lumanss dochter met hun zoon Everdt, aan de ene kant en Cornelis Reijers en Jacob van Westrenen, huwelijkslieden en Catherijna weduwe van Jan van Snuell met haar dochter Wilhelma van Snuel, aan de andere kant, sluiten een huwelijksovereenkomst waarbij
waarbij de eerste partij inbrengt
- de helft van huis, hofstede, boomgaarden en houtgewas in Nederlangbroek, groot 35 morgen, in pacht bij Pons Claess;
- het vierde deel van erve en goed op het Hooghelandt, geheten Luttike Weede, waarvan de helft van Poijtghen Swart toebehoort, in pacht bij Thonis Rijcx;
- drievierde van 6 dagmaten aan de overzijde van de Laak strekkende van het land van kapitein Luijt Rycx Dyckstael tot aan de Gelderse dijk, waarvan het vierdedeel toebhoort;
de andere partij brengt in:
- erve en goed gelegen te Soest Mapperdeus geheten;
- de helft van twee vierdelen in het Zwarteland, gemeenschappelijk met Jacob van Westrenen;
- de helft van een rentebrief van 500 Karolusguldens hoofdsom, ten laste van Jan van Schadyck;
- de helft van twee rengtebrieven elk van 200 glden hoofdsom, ten laste van het klooster Mariënhof en Jan van Ryn Henricxz;
- een lijfrente van 10 Karolusguldens per jaar voor Wilhelmina, ten laste van de stad Amersfoort;
- 12 gulden 10 stuivers lijfrente jaarlijks bij reductie? 10 gulden jaarlijks ten laste van de stad Antwerpen;
- een losrente van 6 Karolusguldens jaarlijks, hoofdsom 100 gulden, ten laste van de weduwe van Jan Boede;
- Mocht een van hen beiden overlijden zonder een kind bij de andere te hebben, dan vervallen de goederen weer aan de familie waar ze vandaan komen;
- verder zal Evert aan Wilhelmina binnen het jaar als morgengave een lijfrente geven van 25 Karolusguldens jaarlijks tot ze hertrouwt. Oorspr. Met zegels en handtekeningen van de huwelijkslieden.
596 Ghijsbert van der Maeth en Ghijsberta Poijten Jan Swarten weduwe, met Hamen Joosten haar voogd, sluiten een akkoord inzake hoeve, hofstede en tiende van Luttike Weede, waarbij Ghijsbert krijgt de hofstede, boomgaart, berg, het naastgelegen kampje naast Vanevelts hofstede; steen en getimmer met zes beste appelbomen, brink tot aan steeg; het kampje voor de wetering; 5 morgen enggrond, strekkende van het bos tot aan de grup, aan de noordzijde begrensd door de weg; het halve bos of heideveld, strekkende van de brink tot aan de geraven grup toe; de halve goor, aan de oostzijde begrensd door het land van de erfgenamen van Johan van Dashorst, aan de westzijde de gegraven grup; in de goor daarnaast het bosje in Cattenbroek gelegen, met de houtkamp; de duist Broetheuvel met alle bomen op de voors. hofstede staand; 1,5 morgen en de hei gelegen in Cattenbroecx cap, aan de westzijde begrensd door Johan van Doornick; de helft van het Haterveen, gelegen naast Meijns Lambers tot aan de gegraven grup toe; de Vlasakkers in de Boutenhoeff gelegen met dat lange akkertje in Wouters Hovers cap en heide; Poijtghen? Swarten zal hebben de maat met het geld van de watermolen en dat nu tot onderhoud van het sluisje gebruikt wordt; de eng, aan de oostzijde begrensd door de weg, aan westzijde door de voors. maat; groot ongeveer 3,5 morgen met 2,5 morgen van de eng aan de andere kant van de hofstede gelegen strekkende van het Molenbroek tot aan de gegraven grup; op deze eng de lange akker groot ongeveer 1 morgen die tiend geeft in Weerhorst; de voors akker zal krijgen de tiende van 1,5 morgen uit Weerhorst; nog de helft van bos en heide , aan de oostzijde begrensd door de goor, aan de westzijde de grup in het bos, met de helft van de goor naast het dit bos en de heide gelegen tot aan de grup toe die in deze goor gegraven is; Sleuters camp met de heide; de Berrecuelmet het tiendje in Harmen Joosten land; de Nieuwe Camp opt Hoegelandt; het Nieuwe Landt dat Steven Willemsen in pacht heeft; de helft van het Haterveen , van de grup tot aan de Duist , in pacht bij Jan Roelen; een dagmaat gelegen in de hei aan het eind van Wouter Hoevers camp, aan de zuidzijde begrensd door Schothorst , aan de noordzijde het land van Wouter Hoever; een perceeltje genaamd Holloo; beide partijen hebben de overeenkomst ondertekend ten overstaan van Gerrit van Zoudenbalch, Harmen Joosten, Johan vander Burch, Jorden vander Maeth en Evbert vander Maeth, die eveneens ondertekend hebben en bezegeld door Ghijsbert vander Maeth en Harmen Joosten voor Ghijsberta. Oorspr. Eerste zegel gaaf, tweede geschonden. N.B. In dorso van 1500: 'Nota. Dat die hofstede vant goet genaemt Lutticke Weede wordt versocht aen Mr Johan van Oudenbernevelt met een blancken beeker. Ende de tient van Lutticke Weede wordt versocht aen de abdye van Ouden Munster tUtrecht met 20 tornoysen. Ende dese twee leenen worden versocht als en van dese leenen vesrterft tot gelijcke costen van ons onders. Ende onsen erven. Oirconde onse handen geteyckent ao xvc 95 Jord. Vande Maet P. Swart'.
Records 601 t/m 650
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1342-1999
Soort toegang:
inventaris
Depotlocatie:
Amersfoort
Auteur:
Ton Reichgelt
Openbaarheid:
Beperkt voor stukken jonger dan 40 jaar
Omvang:
34,4 meter
Herkomst:
Bewaring
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0100 Stichting Armen de Poth te Amersfoort, 1342-1999
VERKORT:
NL-AmfAE 0100
Geografische namen: