1. een akker land van 2 morgen onder Wijff dijcxvelt, aan de bovenzijde begrensd door het land van de heer van Egmond, aan de benedenzijde door dat van Willem Gherit Vrientszoen;
2. een akker land van 7 hond in de maalschap van Ravenzwade, strekkend van de Hoghe Hoff tot aan de maat, aan de bovenzijde begrensd door het land van de kinderen van Heinric van Hoeft, aan de benedenzijde door dat van Weyndelmoet en Gosen voornoemd en
3. de rechte helft van de Hoghe Hoff en de Leghe Hoff, gelegen bij het land van de kinderen van Hermen van Varsten, en waarbij Gosen ontvangt:
1. een halve akker land, die heeft behoord aan wijlen Willem Jan Vrientszoen, in de maalschap van Rijswijck, strekkend met de bandijk tot aan de poldergracht, aan de bovenzijde begrensd door het land van Ott van Lewen, aan de benedenzijde door dat van Gherijt Donys van Lewen Dirxzoen;
2. twee hofsteden aldaar, met opstallen, groot ongeveer 4 morgen land, strekkend van de Wijff dijck tot aan de Gress camp, aan de bovenzijde begrensd door het land van Rijqwijn Gosenzoen, aan de bedenzijde door dat van Willem van Hemert, behoudens de lijftocht van zijn moeye Weyndelmoet voornoemd aan de benedenste hofstede en
3. de rechte helft van de Hoghe Hoff en de Leghe Hoff voornoemd; terwijl zij alle gelden delen die men aan de boedel nog verschuldigd is. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders gevolgd door die van de getuigen; het eerste, derde en zevende verloren.
1. een akker land van 2 morgen onder Wijff dijcxvelt, aan de bovenzijde begrensd door het land van de heer van Egmond, aan de benedenzijde door dat van Willem Gherit Vrientszoen;
2. een akker land van 7 hond in de maalschap van Ravenzwade, strekkend van de Hoghe Hoff tot aan de maat, aan de bovenzijde begrensd door het land van de kinderen van Heinric van Hoeft, aan de benedenzijde door dat van Weyndelmoet en Gosen voornoemd en
3. de rechte helft van de Hoghe Hoff en de Leghe Hoff, gelegen bij het land van de kinderen van Hermen van Varsten, en waarbij Gosen ontvangt:
1. een halve akker land, die heeft behoord aan wijlen Willem Jan Vrientszoen, in de maalschap van Rijswijck, strekkend met de bandijk tot aan de poldergracht, aan de bovenzijde begrensd door het land van Ott van Lewen, aan de benedenzijde door dat van Gherijt Donys van Lewen Dirxzoen;
2. twee hofsteden aldaar, met opstallen, groot ongeveer 4 morgen land, strekkend van de Wijff dijck tot aan de Gress camp, aan de bovenzijde begrensd door het land van Rijqwijn Gosenzoen, aan de bedenzijde door dat van Willem van Hemert, behoudens de lijftocht van zijn moeye Weyndelmoet voornoemd aan de benedenste hofstede en
3. de rechte helft van de Hoghe Hoff en de Leghe Hoff voornoemd; terwijl zij alle gelden delen die men aan de boedel nog verschuldigd is. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders gevolgd door die van de getuigen; het eerste, derde en zevende verloren.
Kenmerken
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
VERKORT:
NL-AmfAE 0001.01